I I S S A L E flffa Jti>u£ff fanffaifyte'fr^ Kerk en staat 0>W*W tfuA 1 f/v< i J>vw $Ai*„{(4gf 'p.iActfhS~ f CfrtA.fvtn'M »H r*rfolo/ vVy-*^ k^UndtitM "2fAnyt&ft\ SïvySi-é fccüfS. JlvySx tAvt&if inyrti'^ fl PyuA X Kt^j r£ /l/linytG^h cityJU Ira*, Kfyyn A/la+yl- (Siyfiiij »^t fltr^Ax. Axtft^V V-»t+« K$y>* tVdL «V Rv f; ?•-••,- :-C- R O M A N V Mj Ex dccreto Sacrofan&i Concilij Tridenrini rcflictuum, p j x V. Pont. Max. iuflii cdiwm M.' DC. XIV. De calvinistische kerk heette tot 1773 Nederduits Gereformeerde Kerk. Bij de psalmberijming van 1773 was /oor het eerst sprake van de Nederlandse Hervormde Kerk. Deze werd bevoorrecht door de overheid, maar was wel ondergeschikt aan dezelfde overheid die er greep op hield door, onder meer, de benoemingen van dominees goed of af te keuren. Zo bestond een situatie waarin de rechtzinnige kerkelijke geluiden een stevig tegenwicht hadden. Doopsgezinden uit heel Europa ^i»-Uv^ j $irrwn v.ki>-),t AT it v /a .e c*>z4.,af^ fflA\^nrH>tfé^/ tynnf it t>n Cvvuffy'S~A\«WV*yi^i'SfuM Y\AnjlW& CoVtli^f Ó~2 *5» AI' Voc t- 1j 1 CiementisVIII autoritaire rccognituia. ANTVÉRPI/R, EX OFFICINA PLANTINIANA, Apud Viduam Filioslo. Morcti. De Hollandse kooplieden wilden namelijk voor alles handeldrijven en dat kon alleen, als die handel zo min mogelijk - gods dienstige - beperkingen ondervond. Eén van de burgemeesters was ook ouderling en waakte ervoor dat de kerk het niet te scherp ging spelen. In de Republiek van de Zeven Verenigde Nederlanden waren mensen van iedere overtuiging en geloof van harte welkom: protestantse hugenoten uit Frankrijk, joden uit Zuid- en Oost- Europa en doopsgezinden uit Zwitserland ontdekten, met kleine en soms wat grotere golven van immigranten, Nederland. Met hun capaciteiten, vakmanschap, geld en de wil in ballingschap een nieuw leven te beginnen, gaven ze hier een bijzondere impuls aan de maatschappij en de economie. De Bataafse Republiek die in 1795 de Republiek opvolgde, bepaalde dat alle godsdiensten ook feitelijk dezelfde rechten hadden en voerde de scheiding tussen kerk en staat in. De Nederduitse Gereformeerde Kerk heette, nadat in 1814 het Koninkrijk Nederland was gesticht, in 1816 officieel Nederlandse Hervormde Kerk. De begrippen hervormd en gereformeerd zijn tot 1816 door elkaar gebruikt, maar kregen in de 19de eeuw verschillende gevoelswaarden: hervormd voorde wat lichtere en gereformeerd voorde zwaardere richtingen in het protestantisme. handelden priester Gerrit Jacobszoon zo, dat hij stierf. De meeste monniken en zusters overleefden de Reformatie en mochten blijven wonen in de kloosters en conventen, die wel in eigendom naar de stad overgingen. Nieuwe bewoners mochten er niet meer in, zodat de klooster gemeenschappen vanzelf uitstierven. Tot die tijd zorgde de stad voor hun inkomen. De Schiedamse doopsgezinden kenden geen kerkelijke organisatie. Als enige gezagsdrager beschouwde men Jezus zelf, en een eed zweren of een wapen dragen was uit den boze. Voor de overheid waren deze stille mensen, die hardnekkig weigerden te vechten, die in rechtszittingen niet konden getuigen, die elkaar altijd steunden en die zich zonder klagen naar de brand stapel lieten brengen, een probleem. De leden hielden zich aan de 'doperse mijding'. Dat betekende dat ze alleen omgingen met mensen van hun eigen gemeenschap. Als een familielid overstapte naar een andere kerk, Links: Bij het bedienen van katholieken in telkens weer andere particuliere huizen in Schiedam, Kethel en omstreken heeft pastoor Govert van Vliet dit missaal gebruikt. In het gebedenboek staan namen van katholieken die hij bezocht tussen 1614 en 1659. Toen hij zijn werk begon, waren er orthodoxe katholieken, traditionele katholieken, en protestantiserende katholieken. Daarnaast mensen die net de stap naar het protestantisme hadden gezet, gematigde en orthodoxe calvinisten, dopersen en lutheranen. De orthodoxe calvinisten kregen de overhand bij de Synode van Dordrecht. Naast talrijke verande ringen bleef veel bij het oude. Het sacrament van de doop bijvoorbeeld, maar ook het werk van de kerkmeesters die zorgden voor het kerkgebouw. Tussen de oude en de nieuwe leer bestond een gewapende vrede. Scherpslijperij kwam geregeld voor (zoals toen de nieuwe Grondwet in 1798 alle gezindten gelijk stelde), maar doorgaans overheerste het gezonde verstand. 'Dat ieder menschhet recht heeft om God zoodanig te dienen, als hij wil of niet wil, zonder daarin op eenigerlei wijze gedwongen te kunnen worden'. Dat is de zin die voor het eerst in Nederland op 21 januari 1795 werd uitgesproken in de Grote Kerk van Schiedam. Het is één van de artikelen van de 'Rechten van den Mensch en van den Burger' en kenmerkend voor de geest van de Franse Revolutie. (GA Schiedam) 256

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Ach Lieve Tijd (tijdschrift) | 2001 | | pagina 10