IK HERINNER MIJ NOG...
Pater Leo de Jong
Pater Leonardus Arie de Jong o.p. (1932) groeide op in een echt katholiek gezin dat aan de
Nieuwe Sluisstraat woonde en actief was in de Havenkerk van de dominicanen. Leo voelde
zich al jong aangetrokken tot de sfeer van die kerk en de manier, waarop de paters
dominicanen het geloof leerden en beleefden.
Na de Sint Jozefschool ging hij naar het
Dominicus College in Nijmegen en
studeerde hij (kerk)geschiedenis in
Nijmegen. Hij ging in 1959 in de
Havenkerk voor in zijn eerste plechtige
H. Mis en hij is verbonden aan de
nieuwe kerk van St. Jan de Doper/
Visitatie aan de Mgr. Nolenslaan.
'Mijn opa was predikant en zijn zoon
wilde trouwen met een meisje uit
het katholieke gezin Scholte in de
Hoogstraat. Hij moest katholiek
worden en daar had hij moeite mee. Tot
hij bij een dominicaan terecht kwam,
die hem zo boeide dat hij overtuigd de
weg naar de katholieke kerk vond. De
relatie met zijn familie was eerst slecht,
maar toen ik, naar mijn oma en opa
van vaderskant, Leonardus Arie werd
gedoopt, smolt het ijs. Voor ons gezin
betekende die half reformatorische
achtergrond dat we wel echt katholiek
waren, maar nooit rooms werden.
De Havenkerk was meer dan alleen
maar een kerk. Een deel van ons gezins
leven speelde zich daar af. Vader was lid
van het koorgezelschap Lof en Stichting,
moeder organiseerde de Kevelaarse
processie en ik was misdienaar.
In de Havenkerk kwam de katholieke
middenklasse, waaronder veel
winkeliers uit de Hoogstraat en
omgeving zoals kolenhandelaar
Vredebregt, boekhandelaar Melchers
(Rebers), rijwielhandelaar Adams en
natuurlijk slager Scholte, mijn eigen
familie. Al die mensen waren actief in de
kerk en hun zonen waren misdienaar,
zoals Ben Vredebregt en ik. In de kerk
heerste een pijnlijke maatschappelijke
driedeling. Op de 'gruttersbanken'
achterin zaten de branderknechts, bij
de achterdeur om weg te kunnen als er
iets was met hun ovens, in het midden
zat de middenstand, en op het pluche
voorin de rijken. Die drie groepen
vierden dezelfde mis, maar hadden
onderling nauwelijks contact.
De Havenkerk was een baken in de
afkeer van de Duitsers en de NSB.
Verenigingen waren verboden en de
kerk organiseerde daarom eigen jeugd-
en jongerenwerk. Ik was lid van de St.
Jansknapen, een alternatieve katholieke
padvinderij die in 1940 was opgericht.
De kerk stuurde het mentale verzet
tegen de Duitsers. Toen pastoor
Binkhorst in 1942 de brief van aarts
bisschop De Jong tegen de joden
vervolging voorlas, zei hij: "er zijn
waarschijnlijk verraders in de kerk,
dus straks niet applaudisseren". Dat
begrepen we en we stampten hard op
de grond!
Van het Mandement van de
bisschoppen in 1954 dat katholieken
verbood om lid van niet-katholieke
organisaties te zijn, hebben we in de
Havenkerk niks gemerkt, omdat de
dominicanen altijd al naar open gods
dienst en cultuur gestreefd hadden.
Kapelaan Gerard Oostvogel trok zich er
niets van aan. Het was de krampachtige
reactie van de kerkleiding op de
ontzuiling. De manier waarop men de
kudde binnen de omheining probeerde
te houden, was naïef. Ik mocht als
priesterstudent niet naar het strand,
omdat men daar gemengd zwom. Mijn
vader reageerde laconiek: "in Nijmegen
zijn zij de baas, ik ben dat hier.
Natuurlijk ga jij naar het strand".
Omstreeks 1960 liep de binnenstad
leeg en verkochten de resterende
400 parochianen de Havenkerk. De
parochie verhuisde naar Nieuwland.
Daar verrezen twee grote kerken, en
werd het oude mengsel van religie en
cultuur hersteld, maar katholieken
emancipeerden nu ook economisch en
gingen beter wonen. Hun huizen
kwamen vrij voor de nieuwe armen,
vooral moslims. In plaats van de twee
trotse kerken van 1960 staat er nu één
kleintje. Dat is alles wat over is van
onze Havenkerk.
Ik heb altijd een warme band gehad
met katholiek Schiedam. Bisschop
Beckers heeft me tot priester gewijd en
de receptie was in Hotel Beyersbergen
op de hoek van de Vlaardingerstraat.
Dat hotel was van Jan van der Meer,
wiens vader net als de mijne mede
werker in de Havenkerk was. Het was
een katholiek bedrijf en dus werden
alle katholieke feesten daar gehouden.
Na mijn pensionering als pastoor van
de Citykerk in Rotterdam, heeft Jan van
der Meer, die toen dekenaal waarnemer
was, mij eerst naar Vlaardingen en later
naar Schiedam gehaald. In mijn
doctoraalscriptie heb ik beschreven hoe
in 1616 de eerste pater dominicaan naar
Schiedam kwam, nu zal ik waarschijn
lijk zelf de laatste in Schiedam zijn.'
Boven: Op 2 augustus
1959 ging pater De Jong
voor in zijn eerste Heilige
Mis in de kerk van Sint
Jan de Doper aan de
Lange Haven, in de volks
mond 'de Havenkerk'.
Deze werd vanouds
bediend door de
dominicanen, waarvan
de eerste in 1616 naar
Schiedam kwam. Van
rechts naar links pastoor
Van den Brekel en de
paters Leo de Jong,
Gerard Oostvogel en
Rijneveen. (Foto B. van
der Mast/Pc)
Linksboven: Pater De
Jong tijdens de receptie
die voor hem gehouden
werd na afloop van de
mis in het roemruchte
Hotei-café-restaurant
Beyersbergen aan de
Vlaardingerstraat.
(Foto B. van der Mast/Pc)
269