uitdrijving van haar demonen. Het liep
niet goed met hem af: hij stierf korte
tijd later aan de builenpest. Lidewij zag
hem in haar visioenen regelrecht ter
helle varen.
In de tijd waarin Lidewij leefde, hadden
de priesters figuurlijk de sleutel tot de
hemel in handen. Met armen, zieken,
vrouwen en kinderen hadden lang niet
alle geestelijken erbarmen. Misschien
dat juist daarom de gewone mensen zo
van Lidewij hielden. Na haar dood was
haar graf al snel een plaats waar men
van heinde en verre naar toe kwam.
Haar gebeente begroef men zo dat haar
lichaam de aarde niet raakte - rein van
de zondige wereld tot in de dood. De
eeuwen daarna wisten de mensen
haar steeds te vinden. Zeker omstreeks
haar sterfdag, 14 april, kwamen veel
pelgrims naar Schiedam. De beroemde
dominicaan pater Brugman, dezelfde
die zo goed kon spreken, beschreef
haar leven en de Schiedamse priester
en drukker Otgier Nachtegaal maakte
er in 1498 een mooi boek met hout
sneden van.
De 'officiële' kerk heeft Lidewij nooit
heilig verklaard. Het proces daartoe
bleef hangen in de beroering van de
Reformatie. Voor het volksgeloof is
een officiële zalig- of heiligverklaring
echter niet het belangrijkste. In en
buiten Nederland zijn er velen die
Lidewij kennen als patrones van ieder
die lijdt en in een uitzichtloze situatie
Boven: De jaarlijkse
bedevaart naar de Sint-
Liduïnakerk aan de
Nieuwe Haven, Gerrit
Verboonstraat, 1949.
(Foto Chr. Breur/GA
Schiedam)
Rechtsmidden:
Bedevaartgangers uit
België voorde Sint-
Liduïnakerk, jaren 1950.
(Foto Maltha/GA
Schiedam)
Rechtsonder:
'Huisbezoek', schilderij
en persoonlijke
herinnering van Sjeng
Braken. De dikke 'meneer
pastoor' zit aan tafel met
een borrel en een sigaar.
Op tafel ligt de donatie
voor de kerk van
vijfentwintig gulden. Een
groot bedrag in de jaren
1930 voor het straatarme
gezin dat eerbiedig
toekijkt. Het gezin zou
uiteindelijk vijftien
kinderen tellen. (Pc)
253