0e COMMISSIE van GENEESKUNDIG
Boven het hoofd
'Geringe Konstbewerking'
De pest ontwrichtte het dagelijks leven,
en ontzag niets en niemand. Pest-
dokters en pestdragers, de bedrijvig
heid in de pesthuizen, de talrijke
lijkstoeten en lijkbidders, de lege
huizen en uitgestorven straten, de
bossen stro, de witte stokken, de
voortdurend luidende doodsklokken
en de permanente lijkgeur gaven het
stadsbeeld een beklemmende aanblik
en voedden doodsangst en paniek. De
dood ging langs de straten. Niet voor
niets verbood het Schiedamse stads
bestuur in 1537 het openbaar bekend
maken van de doden, en beval het dat
slechts één maal per dag, 's ochtends
om acht uur, de klokken mochten
luiden voor de pestdoden. In het
'Stadboek' schreef in 1571 de secretaris
de verzuchting:
'Pestelencie [pest], dier [dure] tijden
ende oorloch groot
Brenct meenich man van levende lyve
ter doot, in groten noodt,
Ende hangt ons over 't hooft'.
Op 22 juli 1808 maakte de Schiedamse
Commissie van Geneeskundig
Toeverzicht bekend dat om 'de Inenting
der Koepokken in deze Stad te
bevorderen, en onder de min
vermogende meer algemeen te maken'
iedere week twee artsen op woensdag
van vijf tot zeven uur 's middags in het
lokaal van de commissie achter de
Latijnse School beschikbaar zijn om de
kinderen van de arme Schiedammers
gratis te vaccineren. De lichte
'onpasselykheid' die deze 'geringe
Konstbewerking' of kleine ingreep kon
vergezellen, was het enige nadeel van
dit 'onwaardeerbaar geschenk der
Goddelyke Voorzienigheid'.
Nadrukkelijk wees de commissie de
'minvermogenden' op hun verplichting
'hunne lievelingen' te behoeden voor
de verschrikkelijke gevolgen van de
kinderpokken.
Na het verdwijnen van de pest
ontwikkelde de pokziekte zich tot de
belangrijkste doodsoorzaak, vooral bij
kinderen jonger dan tien jaar waar
onder een sterfte kon optreden van
50%. In de grotere Nederlandse steden
was zij na 1765 verantwoordelijk voor
10% van de sterftegevallen. Het
pokkenvirus veroorzaakte op de huid
en slijmvliezen puisten. Het was een
TOEVERZICHT binnen de STAD SCHIEDAM, maakt by
dezen bekend, dat zy om de Inenting der Koepokken in deze Stad te be
vorderen, en onder de minvermogende meer algemeen te maken, en aldus aan
de heilzame oogmerken van ZYNE MAJESTEIT den KONING
te voldoen, Wekelyks twee hunner Medeleden hebben 'gecommitteerd, de
welke 's Woensdags van vyf tot zeven uurèn, des namiddags in het locaal der
Commisfie voorn, achter ie Latynfcbe School zullen vaceeren, ten einde de minver
mogende, in de gelegenheid gefteld worden, hunne Kinderen door deze
'Ij geringe Konstbewerking, zonder eenige kosten, voor de Kinderziekte mogen
beveiligd worden.
Zy vertrouwddat hunne Medeburgers volvaardig van deze gelegenheid
gebruik zullen maken, om hunne Kinderen door middel van dit onwaardeer
baar gefchenk der Goddelyke Voorzienigheid voor de verfchrikkelyke Kinder-
Pokken en deszelfs noodlottige gevolgen te behoeden, en zich aldus vao
hunne duute verplichting jegens hunne lievelingen te kwyten.
De Commisfie kan dit zincs verfcheidenc Jaarèn beproefd middel, waar
mede zo in ons Vaderland als in alle Werelddeelen taüooze proeven genomen
zyn, gerustelyk aanpryzen, terwyl de geneesmiddelen, zo die in de zeer geringe
onpasfelykheiddie deze Inenting zomtydS veigezeld, mochten nodig geoor
deeld worden, voor Stads Rekening zullen wopden uitgereikt.
SCHIEDAM den 21 .July 1808.
Ik naam der Commisfie voorn.
P. BRILLENBURG, Gz.
Te SCHIEDAM, by GOVERT WILHELMUS van HEMSDAAL, Sods-Drukker.
"F
Dl:,'':
v mi
ilSfig H
v-Vf-GS'
zeer besmettelijke ziekte die in geval
van genezing littekens achterliet,
vooral in het gezicht. In 1798 maakte de
Engelse arts Edward Jenner de door
hem ontwikkelde koepokinenting
bekend, waarbij mensen pokken van
een koe of kalf (vaccine in het Frans)
kregen ingespoten om een afweer
reactie op te roepen die voor immuniteit
voor de ziekte zorgde. Deze methode
vond in Nederland een warm pleit
bezorger bij koning Lodewijk Napoleon,
onder wiens bewind (1806-1810) artsen
met de vaccinatie van de bevolking een
begin maakten.
In Schiedam zijn van 1810 tot en met
1812 ingeënt 645 personen, waarvan
ongeveer de helft gratis. De artsen
waren hiermee niet tevreden. Het
betrof slechts een paar procent van de
Schiedamse bevolking. Op 28 januari
1813 voerde de geneeskundige
commissie een boete van één gulden in
als men niet kwam opdagen voor de
kosteloze vaccinatie die wekelijks op
vrijdagmiddag van drie tot vijf
plaatsvond in het Sint-Jacobsgasthuis.
Tot 1872 bleef slechts een gering
percentage van de bevolking door
vaccinatie beschermd tegen de pokken.
De Frans-Duitse oorlog van 1870/ 71
leidde in Nederland tot een pokken
epidemie die in Schiedam 113 dodelijke
slachtoffers maakte. Door de in 1872
Vanaf 27 juli 1808 waren
wekelijks twee artsen op
woensdagmiddag van vijf
tot zeven uur in het lokaal
van de Commissie van
Geneeskundig Toeverzicht
achter de Latijnse School
aanwezig om de kinderen
van arme Schiedammers
gratis te vaccineren tegen
de pokken. Deze 'geringe
Konstbewerking' was
een 'onwaardeerbaar
geschenk der Goddelyke
Voorzienigheid'. (Archief
Stadsbestuur/GA
Schiedam)
282