'Laatje klauwe gaan'
Dirk Smit, perser bij Kaarsenfabriek Apollo op een weekloon van
negen gulden, nam zijn dochters Dirkje (geboren 1891) en Jannetje
(geboren 1895) vanaf hun twaalfde jaar mee naar de fabriek om daar
te werken, eerst als vouw- of wrijf meisje, later als knipster en gietmeid.
Rechts: Mandenmaker
Jan Mookhoek(1861-
1923) omstreeks 1902,
samen met zijn vrouw
Anna Maria Trouwborst
(1861-1943), dochters
Elizabeth Adriana en
Adriana Elizabeth en zoon
Kors (1897-1991). Kors
werd kappersleerling bij
kapper Leen van Pelten
later bij Anceaux. In 1924
begon hij een eigen
kapperszaak in het
Broersveld die hij in 1965
beëindigde. (Foto J. van
Diggelen/GA Schiedam)
Geheel rechts: Een
touwbaan in de binnen
stad omstreeks 1880.
(GA Schiedam)
Midden: Na ruim elf jaar in
dienst geweest te zijn bij
bodehuis Van der Schalk,
begon Jan Stokhof in
1908 zijn eigen bode
dienst. Paard en wagen
kon hij zich niet
veroorloven, dus startte
hij meteen hondenkar,
gemaakt in de wagen
makerij van zijn vader.
Jans moeder en zuster
namen de bestellingen
op. Zijn eerste vracht
bracht 15 cent open
daarvoor liep hij met zijn
karen hond Caesar naar
Rotterdam en terug.
Tientallen jaren was
Stokhof een bekende
verschijning in de stad.
In 1966 overleed hij.
(GA Schiedam)
Rechtsonder: Het
landelijke leven in Kethel
omstreeks 1910, verbeeld
door Marie vanSchie. Zij
toont één van de geiten
op de veehouderij van
haar vader aan de
Polderweg. Marie trouwde
in 1923 met Adriaan
Laros, waarna beiden
op de boerderij bleven
wonen en de veehouderij
voortzetten. (Foto
Schepp/GA Schiedam)
Zij werkten, gestoken in witte schorten, van
's ochtends zeven tot 's avonds zeven uur,
en verdienden daarmee twee gulden per
week. Eén van de opzichters was 'meneer
Perre' (Andries) wiens vrouw Dorothea de
Jongh op de Hoogstraat 59 een hoeden
winkel had. Hij zat de hele dag achter een
lessenaar, en vloekte als de meisjes even
stonden te praten. 'Laat je klauwe gaan'
riep Perre. Een in zijn ogen langdurig
bezoek aan het toilet leverde een stevige
terechtwijzing op.
In de winter ontvingen de vijfhonderd
arbeiders van Apollo van de directie
levensmiddelen als aardappelen, rijst,
bonen en erwten, en iedere week een half
mud steenkolen. Hiervoor hield men een
bedrag van het loon in.
287