IP
Schiedam
bij JVfaeht.
Licht in de duisternis
Rechts: De Hoogstraat
omstreeks 1925 op een
kennelijk koude dag.
Wat opvalt is dat de
Hoogstraat nog een stoep
heeft en een middenstraat
van Belgische klinkers,
de kinderhoofdjes. (Foto
J.H. Schaefer/GA
Schiedam)
Hieronder: Een doorn in
het oog van drank
bestrijders, maar het
kwam nogal eens voor in
Schiedam(GA
Schiedam)
Rechtsonder: Architect
Piet Sanders ontwierp in
1906 24 huizen in de
Fabristraat voor mensen
die 'het iets beter
hadden'. Eén daarvan is
vooreen belangrijk deel
nog in de oorspronkelijke
staat en ademt de sfeer
'van toen'. De ronde toog
is niet origineel. (Foto
R. Dijkstra (1992)/
GA Schiedam)
kruisverenigingen. Zo opende in 1933
het katholieke Wit-Gele Kruis een
zuigelingenbureau in de Dr. Nolet-
stichting, in 1947 gevolgd door een
tweede in de Lange Singelstraat 53 en
zo verder.
Bijna iedere Schiedammer is ervarings
deskundige wat betreft consultatie
bureaus, als kind en als ouder. In 1953
ging het Rijksvaccinatieprogramma
van start, waarbij kinderen inentingen
kregen tegen difterie, kinkhoest en
tetanus, enkele jaren later gevolgd door
die tegen polio. In de loop der jaren
breidde het programma zich uit met
inentingen tegen bof, mazelen, rode
hond, influenza B en, in 2002, meningo-
kokken C.
Afgezien van het licht bij het haard
vuur van hout of turf brachten tot 1857
kaarsen en raapolielampen de
Schiedammer licht in de duisternis.
Op 1 oktober van dat jaar kreeg de
gemeente gasverlichting, afkomstig uit
de gemeentelijke steenkolengasfabriek
aan wat om 1860 de Dwarsstraat ging
heten. Niet alleen de 350 lantaarns van
de straatverlichting brandden vanaf
toen op gas in plaats van op raapolie,
ook het spoorwegstation, fabrieken en
woningen van particulieren kregen
gasverlichting. Ondanks de hoge prijs
van twintig cent per kubieke meter
- goed voor zeven borrels - waren er in
1857 al 148 verbruikers aangesloten. De
groei van het aantal huisaansluitingen
naar 1.312 met 4.000 lichten, leidde tot
klachten over de geringe toevoer
tijdens de avondpiekuren, zo leert een
bericht uit 1871 in de Schiedamsche
Courant: 'In de meeste huizen en
winkels verkeert men in het begin van
den avond in een treurig halfduister.
De straatlantaarns geven dan zooveel
licht als een kaarsje, dat in de pijp
brandt. In één woord, men heeft ene
verlichting met gas, die door een
paar stearine-kaarsen gemakkelijk
geëvenaard wordt. Des avonds om acht
Uitgave van ALBERT TROUWBORST, Schiedam
289