uur (worden dan de branderijen niet
gesloten?) krijgt men echter volop
aanvoer van gas, zodat men
onophoudelijk de lichten moet
temperen. Klaagt gij echter bij de
beambten der gasfabriek over gebrek
aan gas, dan zoeken zij U wijs te maken
dat de gasbuizen in Uw huis te nauw
en vuil zijn. Met praatjes zijn wij
niet gebaat.'
De komst van petroleumlampen in de
tweede helft van de jaren 1860
belemmerde een verdere groei van
gasverlichting in woonhuizen. De dure
installatie van de leidingen zorgde
ervoor dat in 1900 driekwart van de
bevolking kunstlicht kreeg via de goed
kopere petroleumlamp. De invoering
van de muntgasmeter in 1900 zorgde
voor de ommekeer. Het gasbedrijf
betaalde de aanleg van binnen
leidingen, lampen en kooktoestel,
terwijl de gebruiker hiervoor een
toeslag van twee cent op de gasprijs
van acht cent per kubieke meter
betaalde. In de muntgasmeter gooide
men vier 21 2-centstukken, en kreeg
dan één kubieke meter gas. De
gasfabriek stelde zonodig de halve
stuivers beschikbaar in rolletjes van één
gulden. De zevenhonderd gezinnen die
Hierboven: De gas-
penningen-automaat op
de Broersvest omstreeks
1950. Eén penning in de
gasmeter thuis leverde
een kubieke meter
kolengas. (GA Schiedam)
Linksonder: De
Schiedamse Asbak
Centrale (SAC), een
particulier initiatief,
maakte de toen nog
ijzeren vuilnis- of
asbakken schoon. Het
bespaarde degene die er
voor betaalde, een 'vies
karweitje'. (Foto Chr.
Breur/GA Schiedam)
Op 16 juli 1947 kwam Johannes Maria Bronsgeest ter wereld als 70.000ste inwoner van
Schiedam. (Foto Chr. Breur/GA Schiedam)
In de winter van 1950 bevroren enkele waterleidingen. Op de hoek Reaumurstraat-Station-
straat was een aftappunt geregeld, waar de huisvrouwen water konden halen. (Foto Maltha/
GA Schiedam)
SCI IEDAMSCHEASBAKCENTRA.
lEWl.vioitiKTtsi witu:
2.j'.iJ' 1957 JttttVÏÏ
291