AL&EMEENE SCHIEDAMS CHS COtJRAST. r Z E I> E K D E. MENGELINGEN. auUgfllfci I SPEELZUCHT, LIEFDE TOT .DEN DRANK EN V i ONTUCHT DE GEVAARLIJKSTE PESTEN DER JEUGD. - Vervolg vê* Bladz. 64 De tweede, nog groovere buitcnfporigheid, waar voor ik u0 Jeugd noodwendig móet waarfchuwen is oe liefde tot den drank. Wijn en elke andere fterke e« verhittende drank, •waanoe ook de Kotiij behoort, moestenindien wij ipn de waarfchuwingen dtr natuur wilden gehoor ge- Veis ;fltcht6 door tweederlei foort van licd.jy-, en ook door dezen, nooit anders dan ais een geneesmiddel, én dus immer met de groorfte matigheid cn behoedzaam heid genoten worden", door zieken en verzwikten ter Verwerkingen: door éiepgebegeHe en bekommerde per form» al» een'middel ter opbeuring,Al deze dranken hebben namelijk wérkelijke geneeikrachcd. i, zij werken op de zenuwen en fappen van ona ligehaam op ecne zoo fterke wijze dat beide daardoor altijd ia eenen tóeftan'd geraken, die van den g-.wonen, en wel bij gene door ecne bovennatuurlijke .fpanning, bij deze door verhitting en gedwongenè fr.elhrid Vvan om loop, meer of minder afwijkt., goo heilzaam dit nu bij zieke, krachrrlooze eil Verzwakte perfosienin zekere '.gevallen en bij b-booriijke matiging kan wezen: zoo verderfelijk snoet h\t noodwendig voor diegenen wor den,'die het tot ecne gewoonte maken of wel zelfs tol onmatigheid toe drijven. Waarom? Dewijl" de natuur in den haar" voorgefchrcvenen eenvoudigen gang zich ongeftraft nooit last afbreken; en dewijl ieder,'vooral ieder onmatig genot van zulke dranken dergelijke af brekingen noodwendig met zich brengt. D;t is een even zoo bevattelijke, als onwederfprekelijke gcond, die, inzond;rheid voor jonge liedén wanneer zijsfer- ftahdig wilden ha/delen, volftrekt beflisfend moest -zijn. Inzonderheid voor jonge.,lieden zeg ik; want daar deze van isatdür reeds «Kwerhitringen van aller lei aardtnc'er dan bejaarde perfoBcnplegen geneigd tc zijn en daar hunne zenuwen nog zoo yeti tcederder en gevoeliger, dan bij dezen zijn: zoo moet de fchade, die'het genot van fterke en verhittende dranken hun vtroorzaaktnoodwendig ook nog veel aanmerkelijke!- fcn onherfteibaarderdan bij oude liedenzijn. Doch deze'fchade treft -r.ict fieehts htt ligehaam, Bsaar cok de zielskrachten van zulke jonge lieden Hét ligehaam; dewijl de nog zoo zeer gevoelig; zenuwen van jónge lsgchamen daardoor aangetast, gc- V'olgelijk verzwakt en verwoest worden hunne ziels krachten; dewijl 'déze ten aanzien van hare fterkte en werkzaamheid zich rfa*r-tic geftcidheid van hec werk tuig, waardoor zij werken de zenuwen nood wendig moeten rigten. In een verzwakt ligehaam woönt noodwendig ook renc naar evenredigheid ver zwakte ziel dat is eene eeuwige'waarheid die nog zoo velé fchijnondervindingen. welke men van het tegendeel ibmwijlcsi wil verzameld hebben niet in ftaat zijn om ver te ftoo en. Gelijk htt werktuig, zoo dc werk meester zoo het w rkl-Een treffelijke toonkunstenaar kan op een -ontftcrad en ellendig werktuig vecliigt isog te kénnen geven dat hij een goed kunftenaar is maar nooit een volkomen tooufpel rot -ftand brengen. En zoo; kan ook ecne zipl, zelfs .de beste en wijsfte niet uitgezonderdzoodra haar werktuighet iigchaain 'in wanorde geraakt isnooit eene onafgebrokené volg reeks van fchoone, edele en groote werkingen in ge dachten eis daden voortbrengen. •Deze gror.d treft nu, -gelijk gij zietreeds het ge- iruik van fterke cn verhittende dranken voor jonge lieden hoe yccl meer zal hij het miibruii en de over maat daarvan treffen! Maarts voer dit tc waarfchuwcn ■zou het-, is u geheel tc miskennen 0 Jeugdzou heten aan alle vruchten uwer zorgvuldige opvoeding, aan uwé rede cn aan uwe] zedelijkheid te Jwahaopen. Neen dit vertrouw ik van u, lieve jeugd gij kuisten zult, naar het treurig lot aller fterveltngen, nog menige fout t an'overijling en van onbedachtzaam st id begaan voordat uwe jonge jeugd tot vaste wijs heid rijptsnaar nooitnooit kunt of zult gij'vatbaar Zijn, 'om in eenige fchandeltjkc en dierlijke ondeugd toe te- ftcmmeni En waardoor zou zich een dronkaard, die zijne red; in fterke d:anken verzopen heeft, 'van het vee onderfclieidco ^-Alleendoor datgene wat ezijn dierlijk gedrag cc rit rtgt fchandelijk en ftrafbaar maakt, door.de uienfchciijke gedaante, dooreen uiter lijk voorkomen', welk haar een redelijkder God heid, gelijkvormig tv;zeis heen wijst, en het wclk.nu ■ssoo door hem gefchandylékc wordt. "Maar weg metern zoo walgelijk beeldweg met de vooritelüng van al «Ie fchandeltjke en ongelukkige gevolgendie de dron-, jceafchapgelijke elke andere dierlyke ondeugdop den voet volgen! Ik fprcek tot jongelingen van eene hetere foort, wier verbeeldingskracht, aan edeler beel den gewoon zich tegen deze zou verzetten. Dus weg .daarmede De derde foort van buitenfporighedenwelke het opwaarts dreven der menfc'h lijke na-uur, den wasdom eu eene gelukkige béfchaviug der ligchamelijkeder 'geestelijke en der zedelijke Jcrach.en lijnregt tegen gaan, en welke reeds zoo in rijgen hoopvollen jonge ling van gez«-ndhe.d., geestk-'achten.gelukzaligheid en li-ven oéroofdec is de ontuchtOmtrent dezeals den vel'leidelijkften en vcrderiélijkiten nartstogt onder allen, moet ik u onplandigcronderrigten. Het is namelijk tild» lieve jongeling-! dat gij met eene van de hoege wijshc;d en goedheid unies Scheppers afkomftige in- 3-igtmg der menfebejijke natuur die gij noodwendi; X»et Icoxcn kcüücn mdicu gij geen g«yaar zult loo- pen u aan ligehaam en ziel te verderven nog wat haauwkcuriger moet b'ckend maken, dan het, wegens uwe jeugd, totdus verkongefchiedcn. Van kindschheid af gewoon/"eerwaardige en gewigtige waarheden met eerbiedige ..t^merkiaajh'hfid te vernemenhebt gij niet eerst noodig, door mij gewaarrchuwd te worden, u bij deize onderrigting geeDe.onbercheidenheid cn ligtzinnig- heid te veroorloven. Hoe'.zoudt gij dat kunnen, daar de zaak op zich zelve Zoo ernstigen boven alles gewigtig is! - God fchiep, zoo als gij.weet, niet alle menfehen, welke op «lezen aardbodem levels en hem bewonen zou den, op eenmaal: hij riep veelmeer, aanvankelijk maar eerst een' enkel paar tót het beftaanvan 't welk al 'de miljoenen, die hij belloten had te fcheppen en gelukkig te spakenalleogskeiis zouden ontdaan. Hij-schiep daarom op eene, voor. onze kortzigtigheid volkomen !!1L JmLoh* «tHÓ A rrm Liorn dan zij behoort, cntzjjjzou zich alleen daartoe bepaleiiï waartoe de Schopper-haarvin, ons gelegd heeft, name lijk het menfchelijk geflacht te onderhoudenzonder iemand ongelukk g te snaken. Zoo ontwaakt en zoo werkt, zij ook nog tegenwoordig bij al de ruwe, nog niet tot weelderigheid vervallene volkeren die wij VVil- den noemenniet zoo bij befchaafdeverfijnde en'tot: elke foórt -van onnatuurlijkheid yervallene -menfehen»- D'eze geraken, gelijk planrep Jdie..in de Sröeikaswor den getrokkentot eene nvérijkieer. dus onnaiuur-' lijke én verderfelijke 'rijpheid in ieder opzigt; ook In dit, dat de voottplantingsdrift véeL vroeger bij hen ont waakt, dan- zij overeenkomftig. Gods oogmerk, be hoorde te ontwaken. Van daar htt fchandelijk eri ver derfelijk - misbruik, ,dat van deze natuurdrift gemaakt wordt j..vast daar de duizendmaal duizend ongelukki- gen -, wélke dit-misbruik ellendig gemaakt heeft ellen- onbtgrijpélljke en hobgstwonderbare wijs, den kiemjdig.naar ligehaam cn zielellendigvbo_r_huh gaii- tot al dé miljoenen menfe)ien< welke "in het vervolg fche leven! Ziét gij diets afgeléefdéh; bléeken, ontzb. zoifden levenin het eérfte-menfehenpaar in i cn wildej npuWden en"fcraeiitelpozen jon gelingwelke in z wak- dat zij üit dit, volgens wettendie hij zelf der men-jhesd 'én bouwvalligheid naar den fsdderendén grijsaard fchelijks natuur vobtfchréef, zieh: allengskéns zcudcnjgelijkt?. .Behscrkt .-.gij die ongelukkigemetelk jaar- ontwikkelen. De Wiji -dezer ontwikkeling nu zoo.'fcerker aanwasfende ssienigte van zenuwzieke niismoe- wilde hét zijh'hciijgt'iaad zou de volgende, wtzen.ldige en op' menigvuldige wijzen lijdende, voo/het ge- Twee menfehen ecis siiari en eene vrouw, oeide ge-Uuk des huwelijks en voor een regt gcmecnnisttig kyett héél yóiwasfen én; béfchaafi, heide rijp' in verftand.; onvatbaar gewordene jonge mannen., die' op eenen tijd» en bekwaam- om kinderen totredelijke en gelukkige wanneer zij tot biijd Jc-rensgenot cn tot' eene .vrucht- menfeheh te vormen,'zouden een he'alig en onverbreke- bare; werkzaamheid eerst regt béhoorden 'te .'ïijpén, lijk verbond voor hun ganfche leven aangaanzij zou den elkander wederzijdfche liefde, trouw en verkleefd heid wederzijdfche hulp en wedcrzij'dfcheh bijftaud, gelijk tot alle andere bezigheden -zoo ook vooral ter opvoeding van die kinderen beloven, welke God doof hen tot het beftaan zou roepen. Dais zouden zij in de naauwfte'liefde en vertrouwelijkheid bij elkander wonen en leven, cn gedurende hunne vertrouwelijke geheime omarmiDg'zou op eene hoogst wonderbare wijs, de teedtre menfehenkiens in hec 'ligehaam der vrouw door den man bevrucht en bezield worden. Onder haar hart zou "de vrouw dezen wondervollèn bciieidrn menfehenkiem negen inaacden lang dragers, hem met haar bloed voeden", cn hem eindelijk, wanneer hij tot een -mensch volkomen ontwikkeld eu rijp geworden zou zijn, onder fmarten 'ter wereld brengen. Maar juist .deze omftandigheid, dat het barets-, uit hoofde, van deinrigting, die het vrouwelijke'Jigcbaara, volgens zijne ganfche beftensmingnoodwendig,moest hebbéis, piet Zonder fmarten kon'gefcliiedcn, zou de meeste yrouwtn van de huwelijks verbiudtenis hebben afgefchrikt; even gelijk ook de meeste mannen het be, zwaarkinderen te voeden, en het nog veel groot;r én lastiger, kinderen op te kweeken, zouden hebben wil len vermijden, indien niet de wijsheid des Scheppers ceu krachtig middel hadde aangewend, om zoo wel gene als deze door eene zekere natuurdrift als 't ware te dwingen, zijn de voortplanting des menfehétijken geilachts bedoelend oogmerk sioguns te ecreo en daar mede overeenkomftig te handelen. En welk was dan dit middel, aan het welk wij enkel en allcess de voort planting van hec menfchelijk gedacht in het algemeen en ons eigen menfchelijk beftaan inzonderh:id te danken hebben! Dit: hij verbond"de vertrouwelijke handeling; waardoor de menfehenkiem in den fchoót dér rnocncr bevrucht en bezield zou worden,'met een zinnelijke vermaak-voor den nsan zoo wel als Voor de vrouw en plantte beiden céne natuurdrift daarnaar in welke fterk genoeg wareom eiken afkeer van de 'bezwaarlijke gevolgen dezer handeling te-overwinnen. Dit is de zoo genaamde drift der voortplanting welke wij met alle andere levende medebewoners der aarde tevens ontvingen. Door haar gevoelt dc voiwas- fene, tot zijne volkomene rijpheid gekomsue,mensch zich bellemdom eene perfoon van het andere gedacht boven alle andereti lief te verkrijgenen levendig te wenfehets, door de heilige banden des huwelijks met haar vereenigd te worden, cm het boven .gemelde oog merk de» Schepper», ondanks al hSt voor hem daaruit vojrtvloeijend ongemak, nogtans gaarne en blijmoedig tc- vervullen. Zoo -ontftaan huwelijks 'verbindtcuisfen en zoo zal ftiét menfchelijk gellachtzoo lang de aard bodem tot verblijf en tot' voeding van hetzelve gefchikt zal zijn, tof duizendmaal miljoenen, honderd-en dui- zende van jaren, onafgebroken worden voortgeplant. Doch gelijk aan alles, wat van Ged afkomftig isdc wijsfte wetten zijn voofgefchrevenopdat het in--de beste orde;op-de-weldadigfte wijze en tot de waafdig- fte doeleinden gsfehiedezoo heeft ook dé mcnfchelijke reeds levenszat en kommervol haar het vroege graf waggelen Hebt gij in openbare ziekenhuizen eh ap andere plnatfcn niet met huivering-en ontzetting die - rottende, door het mes van den hedmeefter vermink te, mét walgelijke builen bezaaidelevende Tijken ge»-, zien, .wier bloot gczigt.dc menschhcid doet ijzen zijn u niet anderen voorgekomendie na -eene hoopvolle jeugd, of het een of het ander hunner zintuigen .ver- loren of de uittering bekwamen of verzwakt iii vét- ftand en 'geheugen of .volkomen ontzintvig gewor-.-' den, Val'de. fchóohe ver.\vachtingeii. Op eenmaal verijdel den welke" hunne ouderen - hunne vrienderten het vaderlandzich van hen gevormd haddén, weet, dat ten minfto éeiïSSéervélen dezer'o'ngelukkigende diepe - ellende, waaronder zij zuchten, aan geène andere oor-- zaak- danaan het misbruik van eene te vroeg ont waakte en op -eene, mét. 'de wetten der natuur ftrïj» dendc, wijs bevredigde ycorplantingsdrift' te dapkea 'óben. En welke zijn dan die natuurwetten, wélke deztf op zich zelve onfchuldige, maar door misbruik zot» hoogst gevaarlijk [gewordene drift, döor den groeten, en wijzen Oorfprong dér natuur- zijn voórgefchreven Terceem ze,. 0 jongeling en laat ze uallerwegen héi- pgzijn.:. (Het vervolg eet Jlot zoo dra mogelijk* NIEUW 'JEWTS VAN DE SCHRANDERHEID DEI/ HONDEN. Dé géfehtedenjj. Van den 'Hond levért eene groots menigte voorbeelden op van het oijzonder inftinkt van dit-.dier van dészelfs. goéde hotdabigheden in -de" 'De- wijzen van verkleefdhèiddie bet in yerïchiïlende ge» legenheden^en meftseh betoond heeft,Hét volgende voor- b. eld levertheo nieuw bewijs op van deszeifs verftand en goedheid 'het is in-hét Arrondisfeinènt van Malmedi gebeurd/den 1$ Februani jl,/ toep'de fneéuwaldaar jii eene zoo groote menigte gevallen is. v - Twee voer'ii den genaamd "Jean Baptiste Ncuhaufer eh Jtan Cu li'.ume Jiic-jbsde cerftc woonde te Elfen- bom 'de andere te Nid-Zuur, een géhucht behborend© ouder de Gtméfnse-yau'Butgembach keerden/ ophunus paarden gezeten ,.'ehaar.; buis terug, nadat"'zij hét rijtuig te Kaïlerheroerg gebragt hadden. ■Zij waren ni-t rneé'r daneene halve' mijl van hïmné b.eftetnming verwijderd,'toen zij, in e'ene laagte geko- meri, -eensklaps doof dé koude' bevangen werden, en, béide yielen,- bijna op hetzelfde 0ogenblik, yan hunne paafdcb, bléven op den fneéuw liggen en gaven-geen teeken van leven meer. - De. hönd j'die hun jyergezelde, en die den gezegden Neübaufcr toébehdórdé, zijnen meestér in dezen ftaat ziende-fep 'oogenblikkelijk naar het dorp blaft allen, die hij-op den wég'ontmoette aan trekt ze bij hunne j klcederen, loopt' geftadig heen èh weder, en maakte door, déze buitengewone, beweging en zijn 'gehuil d» J'"' - Zijvolgen hét dier op het fpoor,. cn 'kwamen "nog'bij-tijd» tot redding van twe; nrnféhén, die' zonder dien fpoc'digeh faijftand onherroepelijk verloren zouden geweest zjjn. .r Men -heeft opgemerkt /dat de hond naaüwelijis bii zijnen meester was, of bij begon hem het gezigc.en dé handen te lekken als nf hij den omftanders wilde aani toonen, dat zijn meester verwarming noodighad. - Het inftinkt van dit dier bewijst, da* men dikwijld niet verzuimen moet zijne aandacht te veadgen op de aanwijzingen der dieren. voortplantihgsdrift hare vereischtebeperking cn de wijsfte wetten, naar weikc zij zal werken, yan den verhevcnèiia3]!(jac|1l yan veTfci,ei(jChc lieden gaande, Oorfprong dematuur zelvtn ontvangen. De dieren vol- gen deze, gelijk alle"andere'natuurwetten op, zonder zc tc kennen naar ecne blinde drift en bevinden zich wel daarojj. Alleen dc tnensch die minder door natuur driften en meer doob de rede behoarda geleid te wor den, verliest, en wel des te meer,-hoe verfijnder en bcfchaafder Jiij wordtgelijk in andere gevallen, zoo ook in' dit, de hem voorgefehrevené goddelijke natuur wetenmaar al dikwijls en al te zeer uit hec oog, en verkeert daardoor in vérgift én vloek, hetgeen hem t;r genezing en tot zegen behoorde teverftrekken. Hij be hoeft derhalve onderrigt raad., én teregtwijzicg /"zelfs in "zulke dingen waarbij de ruwe natuurmcnsch, ge- ii.'k de dieren, met volkomeiïé Zekerheid flechts werk- ijuigelijk handelt. Dat is nu ook-inzonderheid het ge val met de gemelde voórplantingsdrift. Leefden dc men fehen nog tegenwoordig met hunne natuur overeenkom ftig; wierden zij riict door verkeerde wijzen van opvoe ding doof verfijning, verzwakking, gekumftelds be hoefte en weelderigheidyan den-, regteh- weg dep natuur op vérbijfterende afwegen geleid; dan zou deze drift nóóit andersdan op eene doelniatgc cn immer wel dadig* wijze werken. Zij zou-niet vrecgcr ontwaken Jongejingen welke zich omttent deze gevaap volle én fcbrikkelijke afwijkingen 'van den weg1 derfiia- tuurvooral ook omtrent de fchandeiykftc en verder- felijkfte van allo»de ontucht met zich zelveo ged ré- ven, en omtrept dé middelendie Z'jhebben aan tewenj- den, om zich daarvoor-te-.beveiligennog naauwkeu-' riger willen laten onderrigten, bevèel.ik.ecne.met dit weldadig oogmerk gcfehrevene, kleine Verhandeling, welke onder den titelHotgstnoodige Onderrigting en (f darfchuv'ing enz. enz. te Rotterdam, 1796 inee» herijk' ïvederduktch gewaad gekleedverfchenen ii.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Algemeene Schiedamsche Courant | 1807 | | pagina 2