A.LGEMEENE S CKIEJD AM S'CBE COURANT.
Z E D E TC U N D E.
..•aK=s=e=«^_.^-.." -cce-...:r.cA-=
SPEELZUCHT, LIEFDE TOT DSN DRANK JIN
ONTUCHT DE GEVAARLIJKSTE
PESTEN DER JEUGD.
{Vervolg en Jfat van Bladz. icöf)
t). Behoort deze drift nooit vroeger te ontwakendan
wanneer öe mensch naar ligchaam en ziel tot, zyn-e
volkomene rijpheid gekomen is. Tot zoo I'ang bcboo-
rendebij de bevrediging van dezelve verloren gaande
kostbare Lippen ter ontwikkeling van het jonge lig
chaam in het algemeen, en de onmiddelbare werktui
gen der zielde zenuweninzonderheid dienen. Tot
zoo lang derhalve behooren wij deze driftin zoo
verre zij, door eenc weekelijkcen weelderige levenswijs
'geprikkeld, reeds vroeger in Ons ontwaken wilde,
zorgvuldig- te onderdrukken <*n de voor haar be-
ftemde deelcn van ons ligchaam voor elke ptikkeling
pp het gemoedelijkile te bewaren-
a). Behoort deze drift, warneer de tijd haar te be
vredigen gekomen is, niet» andersdan dc voortplanting
van het menfchelijke gedachtten oögmerk te hebben
gevolgclijk tooit anders, dan ineen geregeld én regtma-
«g huwelijk, opgewekt en bevredigd te wórden. Wij
behooren haar derhalve ook dan nog, waaneer wij
naar ligchaam en ziel reeds volkomen ontwikkeld zijn
zoo lang nog in on» te bsftrijden cn tegen ie gaan, tor
dat wij ons in elk opzigt in ftaat bevinden, eerc ver-
ftandige buwelijksyerbindteris aan te gaangezonde
Mndercn te verwekken, waartoe noodwendig eigene
gezondheid behoort, en hen tot gelukkige gemeennut-
tige medeleden der menfchelijke zsmenlcving op te.
Voeden.
"Vraagt gij, waaruit ik deze natuurwetten ken, en
waaruit ik we/Cdat het wetten van God zijndie
wij, zonder tegen zijne wijzeen vaderlijke inrigtingen
wrevelmoedig te handelen, niet overtreden m >gen ?t
ZÓo weet, dar ik ze langs den zelfden weg leerde ken-
-neb, lang» welken wij elke andere natuurwet insgelijks
«Ilcen kunnen tiitvorfchcn door waarneming. 0e
Weg ii deze: wanneer ik zie, dat pp deze,of gene
■oorzaak altijd en onvermijdelijk deze of gene werking
volgt', dan bcfluit ik: he: is eene wet der napiur dat
op gene oorzaak deze <verking altija behoort te volgen.
Wanneer ik derhalve ook waarn-em dat deze of gene
menfchelijke drift, zoo of zoo bevredigd, demeufchen
-altijd en onvermijdelijk of beter of flcclitcr, gelukkig
of ongelukkig maakt, dan bdluitikmct \ol ver" rouwen
cn zonder alle gevaar te dwalende eene foort van
bevrediging is toet de wetten der natuur overeenkomftig
de andere daarmede ftrijdig, de eene gefehiedt del halve
.naar den wil van deii grooten W'stgeier der natuu
de andere tegen denzel.cn en even gelijk de eene mij
tot een gehoorzaam in gelukkig burger in de ilad van
God ma^kt, zon maakt de andere my tot eencn oproer
ling die het tegen dc Goddelijke wetten begane hoog-
verreai door het verlies van zijne, gclukzaligncid boe
ten moet.
En dit ook het geval met de door mij than» opgege-
tiene ïatuunvcttcnde menfchelijke drift ter voortplan
ting betreffend. Zoo lang menfehen iü inuifehclijke
lamenleving geleefd hebben heeft men immer
cn zonder uitzondering geziendat deze drift, naar dè
cpgcgevcne wetten opgeuékten bevredigd, den bijzon-
deren mensen en der ganfehe menfchelijke zamenleving
Smmer ten zegen, in net tegengelleldegevaldsa'ektegen,
immer en onvermijdelijk ten vloek vcrftrekle. Men kan
dus ook met alle zekerheid, cn zor.cer alle gevaar te
te dwalen befluitcndat de gezegde regelen waarnaar
deze drift zich behoort te rigtengewis en waarachtig
heilige naiuurwetren zijnwelke de vvijsfte ca grootfte
yan alle Wetgever», God zelf, oji» voorgefchreven
heeft.
En nu, o- Jongeling! zult gij bepaald cn duidelijk
Minnen bev2tien wat kuhchheiJen wat daarentegen
•hét fcnsndclijke tegendeel van deze zoo noodzakelijke
deugd, onkuUchkeid en ontucht, is. Wanneer namc-
'melljk een jongeling tot aan den tijd waarop hij een
Tegtmatig huwelijksverbond kan aangaan alle ver
trouwelijkheid met perfoacn'van het andere gedacht
vermijdt; wanneer hij in hare tegenwoordigheid im
mer binnen de- palen vin welvoegclijke beleefdheid,
ronder hartstogteiijkc gevoelens van eenc bijzondere toe
genegenheid, blijft; wanneer hij alle voorfïelüngen
gedachten en gewaarwordingenwelke het entftaan
dergefiaehuliefdc ea der drift ter voortp'anting voor
-den genoemden tijd in hem zoud.n kunnen veroorza
ken uit zjjne ziel verbant; wanneer hij zijn pogen oor
.gebiedt, zich tan alles, wat dergelyke, de ziel vergif
tigende, voortellingen, gedachten en gewaarwordingen in
hem zou kunnen erwekkenmetaffdiuuw af te wenden
cn nooit met welgevallen daaropj te lettenwanneer
-1iij cirdelyk in den hoogten graad febaamachtig, riet
tloot j-"g»ns anderen, maar ook jegens zich zelvcn is
en die dcelen van zijn eigen ligchaam, welke bctame-
lijkheid en fchaamaentigheid gebiedxn bedekt te hemden,
Bonder noodzaak aimmcr, noch voor anderen, noch
voor «ich zelven, ontbloot of aanraaktwanneer hij op
deze wijze zijn' ligchaam en zijne ziel ivin, onbe
vlekt en vrij van verderfelijke liartstogten cn begeer-
-ten houdt: dan behoort hem de hooge lof dep kuisch-
ïi-id, eene deugd, die hein reeis tegenwoordig voor
■duizendvoudige onheilen befaterjuencn hem nader
hand in den buwel'iksiand met-vel verdiende g-r.eag-
ten, in den omterdtm met gewetensrust, vroüjkheU
en welvaart belo'meu zal. VVaar.-ier daarentegen ten
ongelukkig jongeling zich van dit alles het vu der}Uijkc
-tegendeel vercorio- 1cttón is of wordt hij onkuitcb
•atuchiig en liederlijk.
O Jongelingwaarom moet ik het u zeggen
Maar ik kan, ik mag het u niet verbergen dat onder
alle deugden, welke het algcmcene zedenoederf ver
drongen heeft,-di; der kuisehheid het zeldzaamftc
gewordeni», Eene bijna algemeenc fchandelijke uitgela
tenheid, teugelloosheid en fóhaamteloosheid heeft zich
door ajle ftanden en door bcidp geflaehtcn vcrDreid
Dingen,' die eene zuivere en kuifche ziel m*taffc!muw
vervullen 1 zijn -zelfs in befebaafde gezelfehappen eenc
geliefkoosde ftof des onderhouds en een voorwerp van
fpotternij geworden. Alleswat de kunitrn der
weelde en zwelgerij voortbrengen, heeft tei doel, de
geflachtsdrift op te wekken en fchandelijke be
geerten te ontvonken. Onze beeldentalen pronken
met onreins voorftellingen, bij welke de onfehukt
blootpn moetonze openbare fchouwtooncelea weder
gaimenvan de vuile taal der ontucht en" van fchandeiijke
dubbelzinnigheden; onze horken zalen zijn vol van
uittortfels eer.er onreine verbeeldingskracht, die door
duivelfehe moordenaars der onf-huld in den eigenlekken
zin toebereid werdenoni" - zielen daarmede te vergif
tigen. Waarjiccn men, vooral in grooteenwe.'ldïnge
It.den, komt, waarheen men ziet en hoort, daar ziet
en hoort men dingendie het tèedere gevoel der
fchaamaeiitigheid kwetfen die onreine beelden cn
vöorltellipgen voor de verbeeldingskracht leiden, en ze
daarmede kunnen bevlekken. Men fpot .met de on-
fchu'd, lacht over de deugd en eerbiedigt haar affchu-
wolijk tegendeel.
mijn lieve, goede Jongeling! waarom vermag men
niet, uwe jonge, tot dus verre reine, ziel voor dez,e
gevaarlijke ui'vlocifcls der onzedelijkheiddie, geujk
een zondvloed,' slles overftroomessen alles, wat
tucht cn eerbaarheid heeft, jammerlijk doen omkomen,
voor immer beveiligen.1 Waarom miet men, wil men
ander», dat gij voor dc menrcbeJijke zamenleving cn
niet tot eenen kluizenaar opgevoed wordt, toegeven,
dat gij onder menfehen komtom menfchelijke dwaas
heden en ondeugden te zun om uwe jonge deugd
uwe godsvrucht en uw zedelijk gevoel van eer aan
den g vaarltjkften proefitc. o der verleiding bloot te
ft cl Ten Maar men kan men mag u niet opflaiten
men moet uin zo verre gij tot een bruikbaar cn
wa.rdig lid der menfclielijk^ zamenleving gevormd
Zalt Worden en in zoo verre uwe d-ugd Welke tot
hier toe veelligt Hechts onockendheid met de ondeugd
wasen zich bloot op gebrek aan gelegenheid en ver
lokking ten kwade grondde, tot eene werkelijke
deugd, d. i. tot eene zegerijke bsftrijd.fer dïr ve.Zoe
kingen ten kwade, zal rijpen, aan den.ftromn der
zamenleving overlaten. Alles, wat men daarbij doen
kani>u mot een trouw welmeenend hart te raden
u toch immer, zoo veel hetufiechts mogelijk z-.l zijn,
aan den oever te houden, ik wil zeggen, u door den
liroam der reden zoo vseinig immer mogelijk
te laten wegliepen en u daarbij ecnige bep.oefde
regelen en voorfchriften mede te geven, -door wier
getrouwe opvolging -gij het gevaarlijke midden dc>
ftroomsmet al de klippen cn draaikolken die uwen
kleinen boot den ondergsng-,dreigen wijsfeiijk en ge
lukkig zult kunnen vermijden Ik Zal eenige dezer
regelen mcdcdeelen hopendedat g j dezelve in uw
geheugen en hart met onuitwischbare Ltteren zult
inprenten." Hier zijn zij:
i.) Ga voort, u door öntlioud^ndheid, matigheid,
eenvoudigheid en ("flbirheid in.lcvenswip en zeden en
vooral duor vermoeijenden Lgchamelijken arbeid n
ligchaamsbewcgingenimmer meer en meer te har
den; de armzaligs, ijdele verftrooijingen der groots
wereld in hare ganfehe beho-ftigheid te leeren kennen
en ie verachten: elke foort van w-eekelijkhcidwcel-
dfrigheiden gekunftelde behoeften, als uwe grootlc
vijanden, te vlieden; en daarentegen de ftille, eenvou
dige en waarachtig weldadige husfelüke en natuurlijir
vermakenaan de zijde van een deuguzaam vriendin
den fchoot der nutuur of ccne door matigheidar
beidzaamheid en orde gelukkige familie genoten boven
alles te fenatten. Hoe veder gij u van de wtekeiijke
weelderige enwellustige levenswijs dep verfijnde we
reld in eten, 'drinken, vcrmakei en zeden verwijde
ren, en hoe meer gij u naar l'gchaam en ziel zult zoe
ken te harden, des te verder zult gij u te gcljker
tijd van alle in- en uitwendige verzoekingen en -auiok-
felen tot ontucht verwijderen.
z) Ga voort u eene regelmatige beroepsbevigheid
tot eene dringende behoefte voor ligchaam en ziel tt
maken, en- den lediggangtn'et elke docltooze, bloot
beuzelende en tijd verdervende bezigheid, als de pest
te vlieden. Eene ledige ziel is voor allen kwaad open
-bezigheden integendeel cn nuttige regelmatige werk
zaamheid fluiten voor de ondeugd, zonder dat wij het
merken den ingang tot or. s bart, en verrijken hit daar
entegen met eene grootere vatbaarheid voor elke deugd-
3. Vermijd, zoo veel gij kunt, alles, wat uw hart
en uwe verbeeldingskracht door wellustige indrukken
en onreine beelden-verderven kan het aanhooren van
dubbelzinnige fpotternijen en fchandeliike" redenen,
het gezigt tan femamtelooze en onkuifche voortellin
gen in fchi'lderij^n en ftandbeeldenen vooral het Le
zen van zulke bo'ékeudie deels over minnarijen han
delen, deels oneerbare cn vuile anecdoten bevatten
deels de ondeugd opzettelijk in een bckoorlfik dichter
lijk gewaad van doorzigtlg.'floers hullen haar daardoor;
"hare natuurlijke afzigtfgheid onthemenen het.gezigt
v.m dezelve juist daardoor des te verleide-der en ver
giftigenden maken. De laatftezijn de gcvaarlybtevan
allen, naardien, zij het.'teedere gevoel van ccne wel
getelde jonge ziel, het welk door deecr.te regtflreeks
en op eene groove wij^e bel edigd wrdt, door be-
fchaaidhi-id, fmaakvolle inkleediiyg en, door fchijnbare
achting voor de zedelijkheid bedriegen, en het daard >or
zorgeloos t-aktn. Vlied ze derhalve, o jongelingwan
neer uwe enfehuïd u lief is,'sok wanneer zij, gelijk
I
'bij fummige veelligt het geval is, mecsterftakken vj
kunst cn dichterlijken geest waren want het tsvoo:
a duizendmaal beter een kunstftu* minder tc kennen
n ce rcinhe'd van uw hart en uwe zeden te bevva-ea
dan, met op tering ia» dozen nooit te vurgocdencn fcha:
jwe' kuostbekwaamheden ook over deze werittuige
der onzedelijkheid uit te breiden.
4). Ve mijd, gelijk om andere rtdenen, zoo ook voot
namelijk daarom, om h:t o awaken van wellustig
d rif en tc verhoeden, het genot tan prikkelende, q
verhittende fpijzcn tn dranken, cn houd u, zoo dik
wijls u de keu» wordt overgelaten aan die genewei.
ke dc eenvoudigfte en natuurlijkfte zijn overtuigddij
gij daardoor voor de gezondheid van uwe ziei evej
zoo zeer, als voor die san uw ligchaam zult zorgen,
5) Wees vooral onragtig en wijs in den omgang met
perfoneu van het andere gcflacht. Het zekcrite voor
een jong mhnsch zinder onderrigting, zonder wereld-
kennis en zonder diep i gewortelde grcndlteilingen var
eer en deugd, zou zekerlijk dit zijn, zich aan dit,
voor zijne oiife uld en zijnen wasdom ia voijnaahtheil
seyaailijke,, g:flacht, t t aaneen tijd, wanneer hij dt
vriendin Cn gezellin van zijn leven z-d kiezen, licva
geheel en al ie ontrekken Maar orgclnkfcjg is ergert,
ander middel- voorhal den o„der, ïiidmg, wereld-en
nknfchenkenr.is tc »cikiigen, dan juist ditzi-h ia
de fehool van deze revaarlijkhe Icernne^eresfon tt
beget cn. Wane z'j zijn her. en flccits /ij alleen wel
ke het hoekige in otue uitwendige zeden af te fchavcn,
Let ruwe gl .d te mvken en aanjjons ge" cele wczeti dst
wcrcfdveints wctën c geven, zontkr het welk it
bemin, enswaardiglte deugden miskend de groo.liever,
'dieiiflei v Ci waarloosd worden, Jfijzijnhet, doorw-1-
ke wij met ens eigen geflachr, bjna zou ik haust zeg-
ken ,et ons zeiven, eerst regt bekerd worden,
naardien zij zao wel eene flerkere behoef e hebien, in
de geilotenc mannenharten binnen te iluipen, om ze
te doorgronden als ook meer gU gemeld hn meernsk-
tuurlyk; gefchikthcid daartoe Zij zijn het eindelijk,
welke zich den uitfluitcaden handel ces jofs en der be.
ri-ping, des goeden en kwaden naams in de samenle
ving hebben aangematigd en hem dennite weten uit
te oefenen, dit onze goede naam met den graad van'
hare goedkeuring gemeerlijs in dc nwuwde betrekking
ftaat. Men kan haar d-rhalve int zijn geluk nu een-
maad met oncoe-cn; men moet hair nu'eenmaal zoc-
ken tc behagencn dc vraag is dus a'l-en: hoe men het,
hebbe aan te vargrn om uit haar gczelfebap - oordeel
tc trekkenzonder daamlj gevaar u loopenzijnen
wasdom in volmaikthudzijne duigdzijne,-gezpnd-
heid en de tetredenhed van z/n gmtoie leven op te
offer u- herneem ook hieromtriiiit den besten raad.
en laat u d<'nzelven. wanneer gij uwe eigene welvaart
lief hebt, immer heilig zijn ;i *5
Voor eerst mo.t het uwe vG0-11.sa.ntte zorff zün,
met gcene andere vrouw ooit m eene gezëllrtiappe-
lijke verbindtcins te gerikm,- dan met zilke; welke
;n den ïtrengflcizin eeraaarb.fciciden en van cenea
geheel onbevlekten naam zijn. weel -.cht.-r voorname-
lijk op hot lmdte acht; v,ra>t de ee-lte beide er-gen-
fehappen kunnen dikvvijJs eere gmsmsde vertoon n{
z'jn de laatfic zeldzamer ten i-oogfce rn ar In 7,no
\eircdat o„lc de buitenfporue wanneer zy daarb^
list.g ger.oeg is haren goeden n iam eeuen tijd lang veel
ligt nog weet ftaande te hsuden d.ch b^Zwaariyk i'b
zoo verre, det; o-ik ciccenc, wier zed'gheidm 't open-
ma: e>> wel aanhoudend oenvijf-ld rrdt, ooi tg heel
.'cr.uldiloos zou wezen, heem veel meer, tot aan eigene
ondervirding, al» ee.ie zekere v/aarnemmg, aan .- dat
eene irouw, wier goede naam, teuroaal cn wel niet
dooreen vooruitgaand geklap, maar cp eene voortduren
de wijze bevlekt gewo-den is zelden geheet orJciuU
J-Z wis, en wanneer ook alles, wat het gerucht van
'uar zeg-., voiftrekt celogcn wa e. Eener werkelijk
zcaige en deugdzame vrouw ziet de reinheid van hart
op eene zoo ooloochenbar-- wijze uit oogen gebaren,
klredmg en geheel voorkomen, dut het zelfs den front-,
tien en vergiftig,ten 1 i'tere.irs van jciderlm gcflacht no "it
gelukken kun duuizamen atgwam tej,en iiaar te. ver
wekken. Zie flccljts in den kring uwer bekenden om.
Hebt gij 00 t gehoord, dat men omtrent de zedigheid
van envan'z.ch maar den ligtften twijlcl hebbe toege
fluisterd' Nimmer; oorzekcr! En echter zijn beid,- vvasr-
fehijnUjkniets minder dan mamienfchuuw en echter heb
ben bqide waarfcbijnlijk eene even zoo gladde en doorzig-
t ge huid, even zoo vele lUciiameiijkeeti geestelijke'be
valligheden al» anoere! Doch waarom veroorlooft men-
z,ich zulke twijf lit gen omtrent de ficugu van
Veelligt om dat men iets "werkelijk onbetamelijks V3*
baar geZ'en ol ondervonden heen Cecmzins. Mea
beliuy alleeneene vrouw', die wbet(dat men, vaa
deze of gene, hoewel Tn ?ieh zelve onfchuld-ge, vrij»
beid, aanleiding tel a'gwaan zal nemen, en zich deze
vrijheid nogtans veiooiTeafc, moet zich waarfchijnlijJc
in e-n'eü hartiloeiiiy'et* totjï tnd bevuilen. En ik wil
beweren dat'deze gevolg-Tckking 111 de mee->te "ge val
len juist is. Want te zeggen dit zulk eene vrouw-,
veelligt uit eenc bijzondeie itcrkïe van zei, zich bo
ven den uitcrlijken naam van eerbaarheid en bo
ven het gepraat der menfehen waagt te verzet
ten, of wegens loutere onfehuid zich niet in de'
gedachten laat komen, dat zij tn eenen kwaden naata'
zou kunnen^geraken, zou heeten d? tedere gevoeligheid
ran dit geflaeht omtrent lof en berisping, zou hecten
den haar eigenen, immerlevendigenaigwaan van het-
vein humeri van dczel'oortflccitte kennen. Neen een®
vrouw kan ontrent haren goeden naam nooit onverfch 1-r
lig worden, dai tot dat z-j weet, dat dizelve nu toch
eciitnaal onheritelbauv- verloren iscn de allerreiute
vrouwelijke onfchuldi'kan nooit zoo eorgeloos worden,
dat zij uit b'orte onbedachtlaamhcid. e<m gedrag zou aan
nemen,-weik haar beftaan twijfelachtig zou .kunnen-
T.akem Djc gene du»welke arg,waati verwekte