ALGEMEENE SCHIEDAMSCHES COURANT, G E S C H I E D K U N D E, L E V ENSC HET S MENGELINGEN. rS4 VAN CHARLES y A M E S F O Vervolg en Slot van Bladz. 115.) Dc Vrede van /Amiens .vcrfchafte den Heer Fok ge legenheid óm eene reis naar Frankrijk te doen, Ziine aankomst te Parys werd in den Moniteur aangekondigd Elk een haastte zich den Engelfchcn Patriot te gaan bezoeken. Den dag r.a zijne aankomst ontving' hij van den Generaal Santerre hét volgende kleine briefje AAN DEN HEER FOX, De Generaal Santerre heeft dc eer door deze de aandoening uit te drukkenwaarmede hij de aankomst 'van den Heer Fox vernömcn heeft. Hij verzockt dat dc Heer Fox wil toeftaan, dat hij in petfoon zijne achting voor den Patriot van. Engeland cn natuurlijker wijze voor den Weldoener van h et ganfchc mcnfchelijke gcCacht, koine betuigen." De Heer Fox was in Parys zoo goed een Fran'ch man als de Generaal Santerre zelf. Derhalve zónd hij ^ogenblikkelijk het navolgende antwoord AAN DBN CENESAAL SANTERRE. De Heer Fox heeft dc eer, aan den Generaal San terre het gevoel te uiten van tevredenheid waarmede hij de 'achting van zulk een man als dc Generaal Santerre ver- "nomen heeft. De Heer Fox vleit zich dat de Generaal Santerre het niet kwalijk zal nemendat dc Heer "Fox nog dezen ochtend aan het Hotel van den Gcne- Taalkotne." Naauwelijks had de Heer Fox den brief van den Cencraal ontvangen e'n .beantwoord, of hem werd een "andere van Barrerc ter hand geftcld met uitdrukkingen Van geiijke achting, gelijken eerbied enz. opgevuld. Hierop volgden Adrosfen van al dc geleerden en •de publieke Maatfcbappljen hem mede noemende den Weldoener van het "menfchclijke Geflacht den Pa triot van Engeland. Bij allen die hem uitnoodigden, ging hij bezoeken afleggen, en daar men hem overal -vochtzoo werd zijn kring van kennisfen zeer uit gebreid. Aan het Franfche Hof werd hij met dezelfde uitfte -leende hulde wegens zijn genie cn zijnen patriotfehen ijver ontvangen. "De Eerftc Conful, thans Keizer zc'ide' toen in ?t publiek, dat, indien de toenmalige Minis ters zulke menfchcn als de Heer Fox waren geweest, Engeland en Frankrijk in eeuwigen vrede leven cn onderling"voor elkanders geluk zouden kunnen wed ijveren. Hoe dit ook zb het is zeker dat Bonaparte een e verhevene achting voor den Heer Fox koesterde, cn geene gelegenheid liet ontglippen om dezelve open lijk aan den dag te leggen. Ook is het zeker dat «le Heer Fox geraadpleegd weid over verfebeidene puntende binnériiandfche fchikkingcn van het Fran fche Gouvernement betreffende. Hij' gaf aan' het Fran fche Ministerie cenc opheldering van de 'Ehgelfchc Wetten nopens de vrijheid der Drukpers, en verleende aan hetzelve zijne hulp in het opftcllcn van 'net bur gerlijke Wètboêk naar dc toenmalige omftandigheden van -jFraiikrijk. Op dit tij'dilip werd het dc mode in Parys van den Heer Fox te J'prekenzijne kleeding, zijne manier yan fprekenzelfs'zijne middagmalen werden gevolgd en de Saletjonkers van Parys Helden een zonderling contrast ten toon, tusfehen het gene zij waren cn het gene zij poogden te zijn. Het werd de mode een den- kend rtensch te wezen en gelijk de Heer Fox te den- 3i.cnDoch dit alles befcond voor het grootfte gedeelte in' het uiterlijke. Het gWas niet enkel onder de Generaals cn Staats mannen van Frankrijk dat de Heer Fox deze vlcijende ónderfcheidingen genoot. In dé Schouwburgen werden aller oogen naar hem gerigt, cn door de ftraten heen iicpen de.mcnfcben hem achter na in de verwachting iets ^onderlings te zien. Zijn Portret was in alle Prenten winkels ten toon "gefield, cti -men verhaalt .dat een ieroemdfe Beeldhouwer, ift' zijne onfierfclijk- beid willende deelen den Heer Fcx verzocht een half uur naakt voor hem tc willen- zitten, met oog merk om een des te juister afbceldfel vah hem te kim den vervaardigen De beroemde Madame Rccamierbetoonde hem dc' uitflclcendfte achting. Op een zekeren dag hield zij su Iniis ftilom hem mede te ne men doch' de Heer zeide zij: „kom, mijn Heer? ik moet woord houder^ èn op de promenade laten zien. Het volk van Parys' moet altoos een fchouwfpel hebbenvoor dat Gij kwaaint was ik 'de mode; het is derhalv.c een punt van eér dat ik over u niet jaloersch fchijn. Gij moet mij vergezellen Dikwijls had de Heer Fox gefprekkdn met Bona parte. "Zij hadden ongetwijfeld achting voor elkandcre De Heer Fox zeide, dat de Eerfle Conful in zijne mid- keer voor hem voedde, niét flecht? met opzigt tot zijne grond/tellingen, maar ook tot zijnen perfion. Wan gunst, nijd, fchijnt plaats in dé verhevcnlte menfeheu te vinden. De beroemdede verlichte de voorfpellen- ds, de welfprekcnde, de vrijheid beminnende Burke de grootfte' van' alle Redenaars cn Schrijverskoester de tegen den Heer Sheridanmedé eeii voorftander dei vrijheid en uitftekend redenaar en fehrijver den fel- ftcn haatzoo zelfs dat hij de ftad verlietzoo dra hij hoordé dat de Heer Sheridan in dezelve gekomen was. In eenen minderen graadftrekte die groots in an' zijn en nijd tegen^den Heer Fox, zijn pupil cn kweekeling uitom dat hij zich,een voorftander van dc Franfche revolutie verklaarde,Met tranen :jn 't oog, liep de thans overledene,, doch beminnens-en beklagens waardige Gravin van Deyonfiiire hem ..na, om ecne verzoening tusfehen deze twee groote ftaatsinannen te bewerkendoch tc vergeefs.' Ik ben zeide hij uit beginiefs zijn vijand -r- wat zou derhalve eene kórt- ftondigc bevrediging tusfehen- ons baten." _Op het tijdftip vao het overlijden des Hecren PItt wisten de vriendéftvahden Héér.' Fpx .dat 'hij hem wel dra volgen zoude, doch de .zucht- zijn Vaderland van dienst te ,kunnen: zijn., verdreef zijne bekommering en zyvakbeidden eenen dagoverwon,.hij de natuurden volgenden moest hij daarvoor, bukken.' Eens en maar cênsy heeft hfl - eene zeer mérkvyaardïgc uitdrukking gébezigd.Pitt is in Januarij 'geftorven voor Junij zal jkmiifehiet! ook weg zijn." Intusfcfcen heeft hij 'de eer géhid, in't midden van ligchamclijkc pijnen èenc bchnlpzimc hand 'in 't werk van .den Mrede tc verleenen, ei' ware hij ia 't leven gebleven, dan is er geeti twijfel' of hij zou eindelijk in zijne oogmerken gedaagd zijn. r—Gedurendczijneziekre, de waterzucht, betoonde hij veel geduld, godsvrucht cn gelatenheid." Ik weet, seidc hij, da: er ecne eeuwigheid is!" De laatfte woorden welke hij tot zijne omftaande cn in tranen wegfmeltende vrienden en zijne vrouw fpraky waren - God zegene U en "Ucn U allen. Ik derf gelukkig li beklaag ik zeide hij tot zijne echtgenoot. Hjj is inWestmunfter Abdij begraven eenigedui men van de eeuwige verblijfplaats der ovcrblijffels van zijne groote en geduchte tegenpartij in ftaatkundige za ken, den Heer Pitt. De iaatftc beklaagde zijn vader land met zijnen uitvliegenden ademde ccrfte was vol gevoel voor zijne vrienden ea medelijden voor zijne overblijvende echtgenoot Hij fprak in zijne laatfte oogenblikken minder dan Pitt over den toefttmd van zijn Vaderlanddoch hij gevóelde niet minder. AS M.O-L AN. Eer. Perzisch' ferhaal. Sehah-NesQr reg&rde over Perzic. Schiras, deze trotfebe Stad, toenmaals het verblijf der Koningen, was hem ten deele-harert luister en roem verfchul.digd. Schah-Ncsfir had groote hoedanigheden doch bezoe deld door groote gebreken; hij was moedig doch fom- wijlen wreed en woest; iiij bemindecn fchattc de deugd, maar weigerde haar te erkennen, wanneer zij in tc. genftand kwam met Tzijnc jalocrfche en grenzcnloozc ■hecrsc'hzuchc. Deze mag'ige Koning koesterde, gelijk alle inenfehen van -den eerften tot den laatften zijner onderdanen den wensch gelukkig te zijn. Bedekt met laurieren verworven' door zijne dapperheidmees ter van een der bloeijendfte rijken der aarde, om geven door vleijers die hem als eenen God feiienen te aanbidden, bedwelmd door hunnen wijrook'bezitter van het fchoonfe Sérail der wereld, waande Schah- Ncsflr meer^dan eenig ander aanfpraken te hebben op geluk; eehter kende hij'het niet De verveling en de wanfmaak, onaffcheidelijke gezellinnen van kunftige vermaken, waarbij,het hart voor niets gerekend wordt hadden zich neergezet ;op zijnen troon .en op zijne purperen tajnjten luisterrijk .bezet met parels van hei Oosten, Te- vergeefs zocht men zijne vermaken te doen verfchillen, zij vcrwisfeldcn van gedaante, maar behielden altoos voor hem hetzelfde gelaaten de baatzuchtige loftuitingen -van zijne vlcjers de luister van zijne naamde liefkozingen der fchoonftc vrou_ wen van Azie, konden hem niet ohtveinzen, dat hij niet gelukkig -was. v Deze wreedfe zekerheid'vervolgde hem zonder op houden-; zijn karakter werd fómfcer cn wild, en Perzie zuchtte welhaast onder het juk van eene verfchrikkelijke Ewina.iaadij Dit fchoone land werd ontvolkt door de ihatelijklté Kr.eveiai tj--., zachtfte murmurcring werd met den dood-gcflraften: genuutii».rpio,-inen drongen tot'in den 'boezem der fatnilien, om aldaar de gelieimfte gedachten der harten te doorgronden. Men zuchtte in de ftiltc men vreesde zelfs tranen te laten zien, Schah-Nesfir fcheen tot zich zeiven te hebben gezegd: naardien ik ongelukkig ben, wil ik, dat de gehecle wereld het zij het-zal niet gezegd wor- dci-Jn zoo. grootsch was als in zijDC oogmerken; £'£11j een eenige mijner onderdanen z ch kan beroe- dat iiïj een beflisfehend karakter bezat; en dat z§ne|BIcn e{D.e® fehat te bezitten dien het niet ,jn m.jn ver- voornemensbenr beftendigc; cn voor een langer tijd zau-!m.?EeP 4? verkrijgen.Maar vol trotschbeid wilde den bezighouden dan men .wel dacht; dat zijne oogmer-j'1^ "P's£; ^cz" gedachte-door zijne.-flagtoffers sppu Jcen op 'Engeland gevestigd waren dat hij enkel op het 'or,t!^t w°rdenhij fchaamde zich den tocltand van zijn ■Vaste Land zfagy en dat zijne commércieeie haat flccbtj"l!S!tt,tel»ten zica en yerlangendczijn ongeluk op zijne een. mastregcl was en hij nooit bedoelde een. permanent ftelfel'van Staatkunde te vormen. Nooit,".zeide de' Heer Fox', „..heb ik zoo'weinig vcinzpri). als ih dén 'Ecrftcn Coulul gezien. Hij bedekc zijne oogmerken oict." Naden dood van Pitt, kwam dc Heer Fox weder in 't Müüstcris', hoewel de Konisg- eenen bijzondexen af- fenuldige onderdanen te wreekenhad hij de razernij Alle deze tot dus verre weinig bekende bijzon derheden zijn, met uitzondering van dit laatfte ge deelte, door ons overgenomen uit de Recollections of the life of the late honorable Charles J'*i0ies Ptx {i.O/.'tl. 1806} een werk der yertaiing alzins waardig. voor dón gelukkïgften der menfchcn tc willen doorgaan. Zich zeiven n'ët kunnende bedriegen, waande hij au-., deren, te kunnen begoochelen. 21e daar waarom hij': zoo vele ongelukkigen maakte, 'hij ftrafte tot zelfs den. fchijji des geluksen [dorst men niet in 't openbaar; zuchten - men moest ook al dc bewegingen van cenc. onfclmldigc vreugde in' zich zelve opfleitcn Intusfchcn'bezat een jong mensen, met name Asmo-- lanoverladen met al dc gefchcnkcn der natuur ent fortuin het fchoonftc huis van Schiras; hij ontving al daar talrijke vrienden die zijpe mildadigjicid zijné opregtc, edele cn gulle manieren, zijne vrolijkheid, dc goedheid van zijn hart, zijne onveranderlijke zacht aardigheid, en al de eigen fehappen die ons, beminne- nelijk maken tot hem- lokten. Op zekeren dag gaf Asmólan eenen kostbaren rnsaltijd, cn tegen heteinda van dcnzelven, riep hij., vveggeflccpt door zijne na tuurlijke vrolijkheiddoor het vermaakzich omgeven te zien door menfchcndooi" welke hij waande tcedér- bemind te zijnuit: Ja, ik ben ,de gelukkigfte 'der kinderen van Adam. Dit ónvoorzigtige gezegde werd greetig opgeraapt door écu mensch die, in' de 2aa! des feets'gêilopen was. Dit 'menseh was genaamd Abde- rab, cn federt langen tijd naijverig op den voorTpoed van Asmolan zocht hij .aljg\ middelen.opv-denzqiven tc verwoesten. Des anderen daags met herreken'van den'dag werd de g.pedc Asmolan' gevat cn voor dcn'Verrchrikkelijken dwingejand geleid,die tot hem 'zeide.'. Jonge onVóor- zigtigegij'waant u dan gelukkiger dan ik die de gunfteling des Hemels.ben, cn diende Heilige Profeet met zjjnc gunstbewijzen oyerlagdtdan ik die het Jon j van Perzie in mijne banden heb en d:e, door een etiket woord u in het ftof cn niets kan doen te rug keerpn..; 'Het heugt Hechts van jnij'af u hef leven te Ontrukken maar voor de eerftc maal wil ik wel uw bloedfparen, enuwe misdaad op uwe jeugd werpen. Ik wil ziea I rif gij dc onbefchaamdheid hebt u nog gelukkiger tc wa- neu dan uw joppcrh'cer." J Asmolan 'nad deze woorden ,mct dc grootfte kalmte aangehoord, hij verliet het paleis yan den Koning, f én keerde haastig naar zijne woning tc rug om zijne J vrienden gerust tc ftciléh maar de Koning had bcvo- Icu dat hetzelve met den grond gelijk zou gemaakt worden; cn reeds was" dit doodclijkc bevel gedeeltelijk ten. uitvoer gebragt. Al de goederen van Asmolan werden vervolgens ver beurd verklaard ten yoordecic van zijnen aanklager. Zon der goederenzónder fchuilplaatsging hij de gast. vrijheid van zijne Vrienden vragen; Men zag niet dc minfte verandering in zijn gelaat, in zijn karakter; zijn voorhoofd fcheen altoos dcz-.lfde helderheid, te b.e- houden en den ftcmpel van dezelfde vrolijkheid ..te dragen. Acht dagen waren naauwelijks na deze v'èrféhrikke- i lijke_ gebeurtenis verloopen of de Koning liec*op nieuw den jongen Perziaan tot zich komen cn zeide tot' hem:". Wel nu i; jonge "awaas, ocrocut-^ uw geluk Noemtgij u nog gelukkiger dan ik. Zie u thans'arm; blijft niets in de wereld overig,"niets danJjec berouw en. dc vernedering." H O Koning! gij bedriegt'u," antwoordde Asmolan met zachtzin nigheid, ik was niet trotsch op mijne rijkdommen, hoe zou ik dan vernederd kunnen zijn door mijnear- mocde. Gij waant mij alles te hebben ontrukt, ter wijl ik is kom bedanken voor uwe weldaden. Gij hebt mij doen zien, o Sehah -Ncsfir, dat ik /bezitter was'' van den zeldzaamftea,,den kostbaarden van allcfehat-j ten na de deugd. Gij'hebt mij geleerd dat-ik vmnóenj had onafhankelijk van de fortuin endie mij niet gelijk' zij behandeld hebben. Ik 'heb in hun, hart veel meet; weder gevonden dar. Igij mij octn-omeu hebt, en giy.; hebt niets gedaan dan mijn -geluk te. vermeerderen tfftJjf wijl gij het waande te verforen. Op' deze woerden bleef cchah -Nesfir befluiteloos hï] was verbaasd over zoo v.ce.l grootheid van ziel cn'.be- langeloosheid; zijn hoogmoed was vernederd, jiij.wwh verontwaardigd een ftoutmocdig jongeling zijpe-inagd y.' en gramfehap te zien troticherenmaar ten zelfden tijde bedwongen hem deze zachtheid.dez,c gematigdheid. Hij! doet Asmolan ongemoeid vertrekken maar een trouwloos - hoveling maakt zijrian hoogmoed gaande doet hemin A.s-| molan eenen jongen ver watenen zien die herjwaagt hcjn tot op zijnen troon tetrotfeheren, hij raadt den dwinge land tegen dezen zinnelooZen te .woeden, hem in dei gevangenis te werpen, al'ware het.allccn om tc zien t,ot) hoe verre zijne ftouthcid zou gaan, en dezen hoogmoed te ifnuiken dien hij oproerigheid noemde; Dc Koning liet zich overhalen; hij fehaamdc zich' bewogen t'ezija geworden, en befchouwdè'het'gevoel welk hem ceuigén tijd onzéker gelaten had," als eene overwinningwclta; Asmolan op hem behaald had hij wilde bem daafvooriij ftraffen, cn hij gaf bevel, dat hij in eene donkere enf'.i affchuwclijkc gevangenis^ zou gefleept worden hij wtl-j <1£. over hem alle mogelijke kwellingen uitftor.cn zijnt ftandvastigheid fchokkcn en hem eindelijk doen toe ftemmen dat hij ongelukkig was. 'jfMen wierp den jongen Perziaan in een verfchrikkcl. lijk hol, entot overmaat van wreedheid', gaf mei hem tot mcdgezcl des ongeluks zijnen vijandzijnen aanklager, dien Abderab, den oovfprong van allé zijr.d rampfpocden. Deze ongelukkige .was langen tijd de k gunfteling van den Vorst geweest, cn had'zich thanT. deszelfs ongenade op den hals gehaald. Vc-ooidccll -J om zijn'leven in*dit ajfchuwelijk hol door te brengen d'ced hij hetzelve weêrgalmen van zijné wanhopigs 'i, klagten. - "j -Asmolan. befehouwde zijn nieuw verblijf met kalmte. Ik zou liever weufehetizeide hij, te mijnputJ te zijn, of aan de tafel mijner vrienden te zttnj; maar daar de Hemel, het aldus wil laten wij qn>)J naar deszelfs wil .fchikktn. 2al ik mijnen toeftntuJ;| veranderen, waaneer ik mij aan de droefheid overgeVc?

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Algemeene Schiedamsche Courant | 1807 | | pagina 2