V E R 7 O O G.
/MEN GE L INGE N.~
2*
n -
ALGEMEENK SCHIEDAM SC HE CO RAN T*
"VAN WAAR BEN IK?
jMij hebt Gc «o^God! ook voorïgebragt
'Van TJ hebjk het leven
Gij hebtmet wijsheidliefde cn magt
v Mijwat ili hebgegeven.
Wat ben 'k?.Een handvol ftofs 1 Niets meer
En echter wilt Ge ftaagp-Hecri
Mij zoo véél goeds bewijzen I
Mijn iigchaam rust Gij heerlijk uit. A
Zijn adren'hatt en vochten
'■È'n Zenuw, zintuig, been en huid,.
Met. peas en fpicr door vlochten
Vertopnen't.byjk'der eêlste kupst;
En dridgéh'^msV. om, óGódjiUw' guns(
Met eerbied"höógptje pirijzen'.
My'rhebf Ge ecu redelijk verftand
T-En.vrijheid \yjllcn geven.
JilÜ^vórmr.en leidtGeals/met de hand»
.i:'."t&ar '''t--boógcr, beter leven.
Ik beno Heer! Zoo wel uw kind,
Als hooger geesten; .0$ "bemint
Ook mijook mijals Vacbr J
lk ben van mijzeiven niet voortgekomen™ Ik weet
dat ik,er niet altijd geweest ben. Vor.r ëenige jaren
Was-ik er nog piet." 'I.n het begin kende ik mijzei've'n
niet, en had geene duidelijke' bcwijzen yan mijn'aan
wezen, - Ik ben van .mijne oudersvoortgekomen en
uit hen geboren gelijk alle.andere "inenfehen voort
komenen geboren worden. En zoo ih het altijd
geweest zoo lang. als er menfehen jaaayyezig geweest
zijnj! OnzeOpders ftondea weder af van Ööobe Ouders';
deze weder van de'hunne: en gaan wij zoo te rug, en
kijnnmn wij met onze gedachten op tot onzeeerfte
Voorouders ,- die voor vele duizende jaren geleefd' héb
ben;wij kunnen riet anders dan 'ten iaatfte ftuiteo aan
een 'cerftc paar van menfehen die van geene vrbégere.
Ouders, voortgekomen er. geboren- zijn. En nü is
de-vraagHoe is dit cerftc menfehen paar ontdaan
Onredelijk cn'-dwaas zou het zijn aan te nemen dat
•hep.rnvnfcbelijkc gedacht-geen begin gehad zóu hebben
jnaar vair eeuwigheid aanwézig'gë Weeszijn-zoui "E*m
-V3tv beiden. Ofik, moet het niéts tot eéne oorzaak
fteUeu en aannemen van deze lange rij van Vaders en
moeders van" Zonen en dochteren of -ik moet bij
cene eerdedoor zich; zélve noodzakelijk bedaaiide
oorzaak blijven ftilrtaanen' deze gelyk natuurlijk en
redejykisals den veroorzaker van menfchélijk'ge-;
fiacht aanmerken. Of, zouden de cerftc 'jrierircfjéif,
even als Zwam of'paddeftoelen-, uit de aarde ?an'zéï.v'è'
zijn;, opgefebótenZoo "dit ail zonder ongerijmdheid
vonreetroogénblik, in aanmerkingkóu genomen worden
ble.ef'de. vraag toch nogover wie heeft, de Aarde.
voorïgebragt: En Vie heeft haar de kracht" verleend
n om menfehen, uit haren fchoot, voort te bren-
getiV.y -] t'.yff;"";;; '..-'.-A A/..
Mijn bijbel zegt mijHet is een eeuwig, on-
afhankelijk,-ralvermogcnd wezen het wejk wij God
noemen, dat. den hemel en .'dc aarde ,-.pé planten en
dierenen zon eri maan en frerrea hééft vooctge
bragt, Dit'zelfde a.'magtïge wezeh heeft ook hét.
-eerde ■menfcHenpaar;'géfdiia^en, e'n lain, hetzel.vp
het vermogen -.crleend,' btii zijn genacht voort te
planten, God hééft gemaaktdat uit hét.bloéd,van
w eenea het ganfchc menfeheiijke gcflachtafftammen en
zich over de oppervlakte der aarde verfpreiden moest
en hij heeft den menfehen hunnen levenstijd en dc
grensperken hunncr wóonplaats bcftemri.cn gcfchikt."
Hetzelfde rcgr'a'ls ónzcfteedeyookA 'jVan't ónder al
de itrachtcn"wélke wij in "de. •freréia, kennen treffen
wij-uolftfekt nergens -zulke 'kracHtéiilaanwelke.'de
eerfie menfehen en de eerde dierenvan wat aard of
foort ook, hun' aanzijn zouden Hehbcn kunnen geven.
Onze natuur is het werk van éene almagtige, verftan-
dige, wijze, onzigtbarekracht Welkten wonderftuk
is .ons ligchaam niet voor onze nadeakende redelijke
ziel! juist zuike'.zintuigen mpésten'hetzijh waarmede
wij uitgerust juist" zulk 'een betrekking op: de din
ges; welke ons omringen, moesthet zijnwaarin wij
geplaatst werdenzouden wij haar het ligchaam ais
bewoners van, deze'wereld y ons wél bèy inden en ons
3evcn londerhoudén kunnen, Welk jeene ,ónuitfpvcek-
lijke wijsheid heeft het zelve'zoo zam.engctlcld cn alle
desztrffs detlen zijne fpicren en .zenhwe/zijnp -vlocir
bare en- vaste' 'declen ,J zijne aderen én flagaderc zoo
keurig en wijfclijk met elkandcrea verbonden >r*
Eb nu mijn geest," dié denken o'opdeején', géyolgtrèk-
kingentmékéo-, i'die goed' e'n kwaad, régt. en oaregt
onderfchctdcn.idie het goede'nit vrijh'eidf verkiezen,ert
het kwade afkcuferi verwerpen kan," zeu dit het..werk
van-een Niets of van een,dood, redeloos wezen
zijn? -r Neen 1 mijn Schepper, de Schepper der
wpreld p,*— is een levèndredelijk, vrij werkend, wijs
wezen. Hij moét een levend wezen.zijnwant alles
vfat leeft, heeft 'zijn aanwezen uit flechts, maar ook
zijn leven 4 van hém ontyangeii; EcnfadrA/b.wezen
moet hij zijn ;- want hij is de oorzaak van alle verffand
ep-rede. BcniyriJwerken4\Mieztni .wan.t hij gaf den
mcpfchcn hunne vrijheid. -En hoe zou ik zijne wijsheid
Kufincn miskennen Haar'miskennenwelke wii hoven
liet beitond: cn nu verheug ik mij in mijn aanwezen
daar .ik weet, dat hij pok "my ai Schepper- is!
Er is een God- Cok mij hééft Hij gcfchapen 1
Die 's tegen angst en .fchri'k één veilig wapen i
Wat beurde na"op 'zoo niet dit wéreldroud
Zijn yferkiluk waar; Hij nlet beftond?
Ik weet dat God is in wien ik mag gelooven-;
Die 't ïlgehaam Schiep r. den 'geest mij gsfvan bo/en.'
'Die ad,'wat mij voordeelig is., uiij fchenkt, -
Mij'trpoa, pf-brfchfctmt"; en aan.m,ij denkt!
-z f
Ik op Hem gerust mijn Welvaart bouwen
Hen ccren en Hem Kinderlijk betrouwen 1
Hem.heb 'iklief!..-er D?t hij me ook gunjjig zij 1
Geen hooger heil verlang 'k voor mijl
OVER. HEIT .EGGlSJMUSi
Er zijn twee foorten van Egoïsmus de.ecne, wellm
picts is, dan de onbetatneiijke neiging van'ecnen Ccch-
ten gemoè""dsaardde andere 'die zich in'dez'iêi vormt
door zamen voegingèn om "zich v'ah'démaaffchappelijké
ondeugden ten voordeele .ter bedienen. Deze beide
ioortcn" van Egoïsmusi zjjn doof twee Schrijvers 'yap
twee zoo verfchïllénde als van elkander verwijderde
tijdftippen gefchiktgewördendéeerfleisvanLabruijere
de andéré van eenénAutheur tilt-ónzen tijd het' is de
zelfde aanleg, uit twee verfchillendc oogpunten bé
fchouwd. -.
Egohmus va» neiging,
Guaton lééft niet dan voor zichzélven"; en .'.alle an;
dere lieden gezamenlijk zijn, in zijn oog, als ofzijer
.Wét'Waren; 'Niet te vredtn vali aan eene tafel de
eérfte plaats te 've'rvüiien Ëezet hij voor: zich. alleen
die vaii'twee adderen.Hij Vergeetdat het maal voor
hem en' voor het ganfehei eezellchap ishij maakt zich
■meestér van de fchotels., en. tóagkt; zijmeigen van elk
geregt; hij houdt zich aan geene eene' fpijs hij.wïl ze
allen gelijk proeven. Hij, eek tt.otsch eri met veel wind
dc tafel is voor; hem eene ru'f:l;' hij maaktzijns tanden
fchoop en vaart :yooct met,eten.' Hij houdt zich, waar
hij zich fonis"bevindtals h:t ware gevestigd en wil
in dc Kerk en-in dep-Schouwburg .even ruim zitten,als
■op zijne., kamer. In ecn rijdtiiig neemt hij die plaatfen
inw.eiice hem de, béste voorkomen. Zoo hij eene reis
biet velen doet, komt'.'hij hun in de herbergen voor,
en hij weet zich altijd Li dc beste kamer het beste béd
aan, te, wijzén,,; Hij keert alles rot zijn gebruik zijne
bedienden en die van anderen bedienen hem te gelijker
-tijd. Hij. hindert ieder een weerhoudt zichzelven voor
njemapd. .Hij kent geene onheilen dan de zijnenbe."
treurt hiemanïs doodvreest, énkel den zijnen dien
hij, zich gaarpe voor. de verniEtlging van het ganfch'e
menféheiijke. geflacht, zou willen vrijkoopen.
V Egoïsmus v*n zamsnvoe&ln*.
Deze Egoïst zet indé braafheid een wezenlijk voor
deel begrepen, en. hij" heeft 'er iet3 van; maar enkel,
zoo v.eel. als noodig is, om nietals'een fchurkuifgefcre.'
ten te worden. r ■-»■ .'j'-v--;
Hij gelooft', dat. zijne .grondbpginfelen. de- wijsheid
?clve zijnmaar hij voelt, dat.zy gehaat moeten wor
den en 'Hij'haast zich niet om dezelve of tc.betoo-
ncn, of als bet'tegendeel 'te doen voorkomen ver
fchillcnde in dit ópzigt van den Cijnither en van dén
veinsaard;
Hij heeft in zijne manieren die lompheid niet, welke
men kon verwachten van eeii man die geheel m_ct zich
zélven bezig' is hij heeft de' noódzakclijkheid erkend
van de hardheid zijns" gemoed.s onder voorkomende
üiterlijkbeSeiVtc verbergen; maar zijne welgemanierd
heid heefc noch ten oogmerk, om tc dienen nóch.om
te behagen, 'zij bepaalt zich tst Óie ij dele opwaehtin-
gen,'welke weinig kosten, en n'éts qni 't jjjf h.ebben.
Hij bemint dé..vermaken maar' fchuwt' de overdaad.;
hij is ge'ei) doorbrenger.
Het Goed moet zijne bcerfchende drift zijn, maar hij
zoekt dit té verkrijgen.,, om het te "geo.ruiken.,énniet
om het op te hoopeu en te begraven, gelijk degierig-
aard."
Het geen Hem; hét meest in ambten en waardigheden
bekoort zijn dé 'wezenlijke'vóordeclendie daaruit
voortvloéijénen hij _zpcfee die niet met de, vervoering
van;eenen eerzuchtige..
Hij is gewonelijk koelzinnigert onverfchillig omtrent
alles, wat hem niet aangaat, hij 'wordt wreed van
het oogesblik, 'dat zijn belang zich doet gcyoeilcn naar
zij dé wreedheid betoont ziéh meer in Weigeringen
d?.'n jn geweldenarijenhij bedient zich onmedogend-
van ïijn r'egt; hij is niét zekér die van. anderen orige-
itraft te .kuniien'aanvalién.
Eene vróu* kan, hem fchoóh en beminnelijk voorjeo
löen en waarom zou Hij; niét in eenen zekeren ..graad
voor haar- blaken. Waarom 'zouEij, hsarjikt trachten
te oyerwfiinén en ziek van 'Haaf.'tc,verzekeren ?.bij;zncht
derhalvebeminnelijk, te ge'dra'gcu, om! bemind,tc zjjn.
Hij ii'met ongevoelig voor hctkvoordeel van. in alles
bemind té. wórden.dit zal het beste middel., zijn, om
iedereen gewillig zicli op den duur. aan frem,.,tc.doea
'opofferen zijn ongelukdatTty'oui;óit grópte voopdceljte
vafleriizcu hetzelve verdienen maét
dié'aanzjjpepgoon niipmer eene korte reis, waarvan
zijn fortuin afhing, wilde toeftaan, om dat deze zetn
'éene foort van vrolijkheid had die hem behaagde cn
voor hem het vermaak van alle dagen uitmaakte. -
Ziet daar hoe hij vader isziet hier hoe hij vrien^ -i
Gij ftort eep-hjrt yol kjagtën/voor hcm ijit:- zgfj;.;.'.-.
hij cetiigco uw.er ramprpoeden^égefmaakt heeftzal h'^
met ccnc innige voldoening zeggen: ik heb dat ook
ondervonden maar Gode zij daiiie J dit is geëindigd??
En ziet daar alles, wat gij'in zijne zei hebt kutjus'a
-é weeg brengen.
Hij ziet in.alles, wat men fchoonc dagen noemt,
niets dan ftreken waar mede men bedrogen, Wordt
eeij yóofzigtig man niét'begaat, cn waarvan hij uié ze
ondervindt, ;zich met woorden kan ontdoen;, in dc
ouiders niets'^da» lkden w.aajvap men dg .cifeflis
trekt, én met wie' mm zé, ongelukkiglijk, deelt; in
it&ménfdhénvniét daü wegens -meeréo#'ininder-jgelijk
van' hemen vau wie hijbijgevolg, niets behoeft te
verwachten. k;;-:"- -
Eene enkele gedachte bezielt hem ieder oogenhlik cn
'jn- alle.pm'ftapdigheden cn ;dfze hef nut, dat hy van";
de. zaken,; plaatfen en menfehen kaii trékken; deze
gedachte verteert hcm'zoo bij ceh algemeen als bij een
hui1 feüjkon gfciuk; hij b ren go zo-asi: d cneyvé c- %-««- net
doodbed zjipa Vaders: op'het o.agenblik; dut dé grijs- -
aard den 'adem' uitblaasttreedt zijne moorddadige ver-
beelding in bezit der erfenis.
"érgeten zoo ik oeit'onycrfchillig omtrent dezelveibchooren zijne 'vrouw en kinderen zich
^oracn kon. Ik geloof derhalve, dat God ook mijlzijn geluk bezig ie houden; hij zal hu M
Jcfchapcn hteft, en dat ik ni« jou b«fu»s, zoo bijJaezighs d vergunnen. Wij hebben#caea vadergekepd ,jopgcfchikté iediggargitevs, zoo behceft mee %xh.
bijzonder mer
hun geene an'dete
DE VROUWEN IN INDIE.
De dochters der Hindoos worden reeds in de tcederflc
kindsheid 'verloofd. Hare ouderen raadplegen met
een of meer Braminncn omtrent het roekomftig lot-
harcr doenters een lot, dat zij'.niet eens de vrijheid'
hébben zelve té tVOkken Is het flot der raadplegiliïg,:.l
gevat, dan'wórdt de bruidegom terftond naar dc \vo'-'
iiing'der brujd in eenen palankin.- gevoerd, -de bruii5v
zet zich "ash de zijde van dca yerkorenen of deze zit -
te paard en' gene in éenen bèdekteh Ddólijen mij.
gaat het .paar- in jpiegtigén optogt met 'dc daarbij ge-
öritikejjjkc rauztjk naar hét huis va'u de ouderen de*
'br'uidégoms; Hier fchrijven de Braminncn in 'f bijzijn
van beide ouderen dé toeftcmmïng derzc.lvco tot het
vereonï iufoma neder, de vergadering houdt cene^;
maaltijd, kostbaar of eenvoudig, naar mate het, dm.
tpefland: der ouderen veroorlooft;: daarmede-is de flegv,,
iighiid, en "de liruid wordt, naar., hare. vv.oiiiiig vtóie^
terug geleidwaar zij blijft, toi dar z]j.haren buuw*ï
baren' ouderdom gereikt; heeft hetwelk diswijls. rcedï:/
ik 't tiende jaar het .geval: is.-; Dan w.Oïdi de eigenlijke;v
hoogtijd gehouden, tot welkevoltrekkinglvorffrekt nood-
zakelijk is, dat het ïncisje-hari ónJehuid zuiver b.s-
waard heeft. Deze vcrctschte ïs"de oorzaak, dat waar-
om de huwelijken zoo. 'vroeg giftenen worden. Buiten,
deze fchat bréngt zij den man geenc gavs.: in onfahuld;.;
klcedi'ng- en tooi béftaat haat ganféhc uitzet. De kostea
derbruiloftworden door den vaderdes,,bruidegoms ge*
dragen. Zij zijn; dikwjjU zeer aanmerkelijk,, dfwfil"
alle bioedvefwanten verfchüdpe 'vrienden, en de Bra
minncn daartoe uifg'er.opc ig.d o-.k, de laatsten daarbij,
rijkelijk befchonken mopten worden. -—' Een brarai»
reikt, dén Bruidegom.eenegóudéiymédaiiie.-- denToli^
óverj waarop' de :Goi-'.4?rk^.él,ö'l;cü.'gi%é^eM is. De.
Bruidegom hangt dit beeld 'van baren bcfchcrmcr dec.
bruid- alsimaaifchat.om 'den -hals'. Dé' vcrgadetirig bidt,
ca op déze wijs is met-eenige godsdieustigeplegtigncdea
dé-huwélijksdraad volbragc.
Dc huwelijken zijn tot in den derden graad dcr bloed*
yenvantfch'apgeóbj'loófd. Maar éc;:c- gade wordt al»
regtmaiig. .erkend des .nktvtegé^ftaandé-e.IwbJbèjB, is
rijken en vbornantèn, vérfchiidéné bistérd'Dijzitienwier;
kinderen-gelijk aandeel mét de, kjhdcr.cn uit hgt/egt*
;na:ig huwelijk-aan de"naiatenfehap vanhunnen vadec
hebben. ,-W '~,h - ''-.V'
Eene zwangere, vrouw wordt niét alleen door de,
'familie, maar"door. iedereen, met achting cn eene.aan-,
doenlijke zorgvuldigheid behandeld,.
"Alles, wat haar gevaarlijk kan worden,' wordt ver-,
wijderd alles wat haar welzijn bevorderen kam, aao-
gefchaft. Zoo zeer dit gedrag het .me'r.fchclijk gevoel,
der natie toont, zno wreed.is de beyocgdheidwélke;
een man heeft, om zij "c vrouw te vertroosten wan
neet,zij.geene na'kmnclingcn geeft, en de godsdienffigc.
hulpmiddelen, om dit.gebrek te verhelpen, van geeau
geyoig zijn.,--.
Wanneer eene,vrouw haren man vqor de eerftemaai-,
dc hoop, geeft vader t'e worden zoo delt hij eene vreugde-.
feest aan en in de zevende maand offert dé g.mfche
familie'den Gonen. Zoodra-het kind geboren; is.,, ijlt.
men den'; V'oorltauder der. kartc.. vat; .zijne verfchijnjngy
berigt.te gc.ven. Het..wordt'dour.de tnoeder- zelve ge-
fteld; en,dikwijls eerst in het vierde of. vijfde.jaar ge-,
fpeéndj "Het blijft tot zoolang, gewoonlijk, zonder,
kleednig. cn zijn zijne ouderen niet voorraam;,of nipt,,
rijk, zoo. gaat het nog langer naakt-
Na" de' bevalling moet de moeder zich Henrot.vijftjsil
dagen* door-baden reinigen Nuv'crfch'ijnt'zij door. h*re»--
lmis'gcnoótcn. omgeven:, jtetjes gekleed., het .kind. op,,
hatpn'"arm-voor. den Bramindie aan." het kind dew
naam van kenigen afgod geeftwaarbij iveder «en-klcia.
feest gevierd wordt.
De dnchtets der voornamen w,orden aan dc.grootste
traagheid overgelaten, vérnemen n.cts van de.wereld,
en-w.orden-.ih niets dan-iu de gefchiedcnis van-.hare
Goden onderrigt. Als. vrouwen, leven zij in de vol»,
maaktste ledigheid; hare geheels - bezigheid is .Hechts, de.
opfehik dien toch niemand kan noch mag bewonderen
behalve de vriendinnen, huirgenooten en oloedverwitn-t.
.tónd:e, hun bezoeken, - Nuttiger zijn de vrouwen der,
'ïnijidcrc .kiasfendie het .huishouden ee de keukejj
moeten verzorgen. Doch daar nu de vrouwen der
vóornaineren* n ets zijn dan vérteederde zwakkelijke,