No. 3. Eerste Jaargang.
Woensdag 25 December 1S80.
MIEUWJAARSWEHSCHEN.
VERMETEL SPEL.
BINIENL AND,
Abonnementsprijs:
Verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG.
Uitgever:
C. J. BLOMMIRDAL,
Het nog dit jaar verschijnend nummer
dezer Courant wordt gratis verspreid.
Zijdie zich met 1°. Januari aanst.
wenschen te abonneeren, worden beleefd
verzocht zulks te berichten aan het bu
reau, BOTERSTRAAT, E, 342.
In het op 1 Januari aanst. verschij-
nende nummer bestaat gelegenheid tot
het plaatsen van
tegen den prijs van 25 Cents per annonce
van 5 regels, voor iederen regel meer
10 Cents.
Spoedige inzending dezer annonces
wordt dringend aanbevolen.
DE UITGEVER.
Per drie maanden—.00
franco per post. 1.—
voor Let Bniten-
land 1.55
Afzonderlijke nummera .05
Boterstraat, E, 342,
8 O H I E D A M.
De commissie van weldadigheid van H.H.
M.M. den Koning en de Koningin in de gemeen-
te Soestopgericht in 1818 door wijlen H.M.
de Koningin Anna Paulowua, toen nog Prinses
van Oranje had wederom bet voorrecht, namens
de vorstelijke weldoeners, hare gewone jaarlijksche
uitdeeling te voibrengen. Zij neemt gedurende het
geheele jaar de genees- en heelkundige behande-
ling van alle zieken onder de gemeentenaren voor
hare rekening, en verschaft de verlosknndige hulp,
benevens eeu luiermaud, aan ongeveer 25 kraarn-
vrouwen. Zij ondersteuut, gedurende de eerste zes
maanden van elk jaar, wekelijks 100 gezinn n of
eenloopende personen met brood of gort. Zij onder-
houdt eene eigene naai- en en breischool met ruim
60 leerbngen. Zij deelde ook nu, evenals elk jaar.
aan 125 leerlingen van de openbare scholen, tot
belooning voor getrouw schoolbezoek, een hemd,
een paar kousen en een paar klompeu uit en schonk
daarenboven 40 dekens en 167 mans- en vrouwen-
hemden aan hare bedeelden.
Dat zulk een dag een feestdag is voor hen, die
ontvingen, behoeft nauwelijks gezegd te worden
voor hen, die mochten uitdeelen, voorzeker niet
minder.
De Minister vsn Binnenlandsche Zaken heeft
een commissie samengesteld, om hem voor te lich-
ten ter zake van de maatregelen, voor de uitvoe-
ring van de nieuwe wet op het lager onderwijs te
nemen. Die ,/Schoolcommissie" is Zaterdag j. 1.
reeds bijeengekomen.
De Minister van Justitie heeft, ter uitvoering
van de Arbeidswet, vastgesteld het volgende formu-
lier voor de kenuisgeving van een, ter zake van den
arbeid, aan een persoon overkomen ongeluk.
Aan den burgemeester van1. Naara en
voornaam van den persoon2. diens ouderdom
8. gehuwd of ongehuwd 4. diens woonplaats; 5.
diens beroep6. bedrijf of ondernemiug 7. plaats
van het ongeluk8. arbeid ter zake waarvan over
komen 9. aard van het ongeluk10. waardoor
overkomen; 11. dag en uur waarop; 12. woon
plaats van het hoofd of den bestuurder13 dag-
teekening dezer kennisgeving14. handteekening.
In elke gemeente des lands is thans door
het dagelijksch bestuur aan de ingezetenen kennis
gegeven, hoe de kaarteu verstrekt worden, welke
ieder bestuurder van een in de gemeente uitgeoefend
bedrijf verplicht is aan te vragen, voor elk persoon
beneden 16 jaar, die in zijn fabriek of werkplaats
arbeid verricht.
Te Rotterdam worden de formulieren voor die
aan vragen door het gemeentebestuur kosteloos ver-
krijgbaar gesteld. De arbeidswet, welke op 1
Januari 1890 in werking treedt, schrijft dit wel
niet voor, doch voor den regelmatigen gang van
de afgifte der kaarteu verdient die maatregel zeker
aanbeveling vooral in plaatsen, waar veel werklieden
wonen
De afgifte dier kaarten zal den gemeentebesturen
heel wat moeite verschaffen. Niet alleen het in-
vullen der kaarten zal veel tijd en omslag vorde-
ren, maar niet minder het uitreiken van uittreksels
uit de geboorteregisters, welke bij de aanvraag
moeten worden overgelegd en die kosteloos ten
stadhuize worden afgegeven. Ter woonplaats van
den werkgever zijn de uittreksels alleen te verkrij-
gen, wanneer de jeugdige persoon in die gemeente
is geboren. Hoe echter te handelen, wanneer hij
elders het levenslicht heeft aanschouwd De wet
bepaalt daarover niets. Het is wel noodig, dat de
Minister, die met de uitvoering der wet is belast
daaromtrent inlichtingen of voorschriften verstrekke.
Wie de aanvraag moet doen om het uittreksel
uit het geboorteregister, is evenmin bepaald. Het
is zeker aanbevelenswaardig, dat die stukken alleen
op aanvraag van den werkgever of van den vader
of voogd worden afgegeven. De /jeugdige perso
nen" zelven konden wel eeDs, uit speelschheid,
aan het gemeentebestuur noodeloozen last veroor-
zaken.
Een andere moeielijkheid bij de uitvoering der
wet zullen de lijsten opleveren, die in elke werk
plaats moeten worden opgehangen, met vermelding
van de namen der jeugdige personen en van hun
weiktijden en schafturen. Die lijst moet door den
burgemeester worden geteekend. Bij elke verande-
ring in het personeel en die zal vooral met
jeugdige personen nogal vaak voorkomen moet
de lijst natuurlijk gewijzigd worden, en dat zal niet
Prijs der Advertentien
Van 1—5 regels/—.50. Iedere regel meer. .10
Groote letters naar plaatsruimte.
Driemaal plaatsing wordt tegen tweemaal berekend.
Familiebeeichtenper annonce f.40
Dienst
AANBIEDINQEN
—.25
inogen geschieden zouder dat de burgemeester er
in gemoeid wordt. Zal dan telkens een geheel
nieuwe lijst noodig zijn, of zullen de lijsten zoo
worden ingericht, dat er veranderingen op kunnen
worden aangebracht, die dan telkens worden ge-
waarmerkt
Het is natuurlijk zeer wenschelijk, dat aan de
bepalingen der wet, tegen misbruiken gemaakt, streng
de hand worde gehouden. Maar tevens behoort
de uitvoering der wet zoo weinig mogelijk overlast
te berokkenen. De regeering mag dus wel nagaan,
op welke wijze beide belangen het best worden
vereenigd. (#4/.)
Hen 21sten December jl. heeft aan het de
partment van buitenlandsche zaken de nederleg-
ging plaats gehad der acten van bekrachtiging, van
de op den 1 en Februari dezes jaars te 's-Graven-
hage onderteekende verklaring tot wijziging van
5 van art. 8 der internationale overeenkomsl
van 6 Mei, 1882, tot regeling van de politie der
visscherij in de Noordzee, buiten de territoriale
wateren.
Het hoofdbestuur van den Oranjebond heeft
een biljet verspreid, waarin alle Nederlanders ,/die
hun vaderland, doch ook zich zelven en hunne
medeburgers liefhebben", worden opgewekt, zich aan
te sluiten bij dezen Bond, wiens eenig streven is
om, ,/wars van alle partijzucht, het ons door een
vreemden overheerscher opgelegde slavenjuk af te
werpen." Dat slavenjuk is, in de oogen der be-
stuurders van dezen Bond, de militieplichtde
Bond stelt zich daarom ten doel1°. de geleidelij-
ke afschaffing der conscriptie door wettige midde-
len voor te bereiden 2°. de zedelijke en stoffelijke
lotsverbetering van Neerlands zonen in gewapenden
dienst.
De uitreiking van brood en koppen warme
koffie aan ouvermogenden, die zich daartoe aan-
melden, heeft in Amsterdam weer een aanvang ge-
nomenvelen maken er reeds gebruik van.
De over geheel Europa verspreide en zeer
besmettelijke influenza (of griep zooals men het
hier noemt) heeft ook een paar honderd militairen
in Amsterdam aangetast.
Dezer dagen zal het 25 jaar geleden zijn,
dat de nieuwe schouwburg aan den Coolsingel te
Rotterdam, op het terrein der voormalige manege
opgericht, voor het publiek werd opengesteld. De
eerste voorstelling werd daar gegeven door het ge-
zelschap onder directie van den heer Valois. Bijna
ieder bekend tooneelschap en ieder tooneelist heeft
daar de planken betreden. Nimmer heeft echter
eenig gezelschap met een welvoorziene beurs dit
gebouw verlaten.
Dat het zijn gouden feest zal beleven, is niet
waarschijnlijk, daar het voor eenigen tijd reeds
werd aangekocht door het nabijgelegen St. Lu-
cia-gesticht, dat er waarschijnlijk binnen niet zeer
FBUIIjIjBITOIW.
3) NAAR HET EnGELSCH BEWERKT DOOR
KAREL VAN OUWERSCH1E.
Aldus sprekende, nam de schelm een kleinen beitel
uit zijn zak en maakte allerbehendigst het deksel
van de kist open.
//Bah Wat zilver, een hoop kopergeld, grasgroen,
vnil, haast geen goud. De oude kerel heeft een
hekel aan spaarbanken. Nu, ik twijfel niet, of zijn
dom vertrouwen op de onschendbaarheid van zijn
spaarpot zal ook nu wel een knak krijgen. Daar
zit minder in dan ik dacht. Zoo zoo nog bank-
noten onder in. Dat is em meevallertje. Nu zijn er
een paar centen voor de wittebroodsweken." Aldus
redeneerende, stopte hij al het goud en de banknoten,
die hij vond, in zijn zakken, greep zijn koffertje,
sloop als een wolf in menschelijke gedaante uit de
woning, en eenige oogenblikken daarna ratelden
de wielen van het rijtuig, waarin hij en Claribel
zaten, over den grintweg naar het station.
Eenige minuten later kwam Bob Musgrave weer
in zijn woning. Hij sloeg een blik in het rond,
en verwonderde zich, het vertrek ledig te vinden.
j/Een paar lastige snuiter," mompelde hij,/krijgen
bet in hun hoofd van den benedensteiger aan den
eenen oever, naar den bovensteiger van den anderen
oever gezet te worden. En dat, als het aardedonker
is. Ik wed, dat die kerel s niet veel goeds in den
zin hebben. Nu, zij hebben goed betaald. Claribel
waar zit je toch, meisjeBen je niet te huis P
Wat is dat
Zijn oog viel toen op het beschreven papier,
dat op tafel lag. Hij nam het op, en las met
moeite het volgende
Dierbare Vader
Vergeef mij, ik ben weggegaan om met ten rijk
man te trouwen, die mij in alle eer en deugd
bemint. Wees gerust, ik zal uw naam nooit schande
aandoen. Vertrouw mij, onze scheiding zal niet
lang duren. Binnen een maaad ben ik terug.
Uw liefhebbende dochter,
Claribel.
De oude man sloeg zich voor het hoofd, zonk
in zijn stoel, keek wezenloos naar den brief, zoo
als een man kijkt naar het mes, waarmede men
hem gestoken heeft.
z/Weg!" riep hij ijlhoofdig, ,/Claribel, mijn eenig
kind, weg Wat noodlotmijn oogappel,
het zonnetje van mijn huis, mijn dierbaarste, weg
weg, zonder een woord tot afscheid gezegd te
hebben Och, hemelik bezwijk
„En wat is dit
Zijn oogen vielen op de kist, waarvan het dek
sel opengeslagen was. Hij sprong er heen en
slaakte een kreet van schrik en afschuw.
ffMijn kist opengebrokenMijn geld weg 1
God in den hemelKon zij zij tot zoo
iets in staat zijn Och och het is maar al te
waar Den kerel, die mij dat vroeger had durven
voorspellen, had ik doodgeslagenClaribel, mijn kind,
wat heb je zwaar misdreven Neen, je bent mijn
kind niet meer, ondankbare! Was het niet al
schandelijk genoeg, dat je weg liept, zonder een
woord te zeggen P Moest je mij nog bestelen bo-
vendien Stelen terwijl je slechts te spreken
hadt om alles te bekomen, want voor wie zwoegde,
voor wie spaarde ik Voor jou alleen!Alleen
op de rivier, in de tastbare duisternis, zegende ik
nog je naam, en bad ik 's Heeren zegen nog voor
je af ik bad dat God zijn zegen op elk van je
voetstappen zou drukken, maar nu... vervloek ik je I"
Hij stond bevend op, terwijl hij den vadervloek
uitsprak. Zonderling, het bijna uitgedoofd vuur
flikkerde wat op, en het wegkwijnende vlammetje
verlichtte nog even het portret van zijn vrouw, die
reeds zoolarig van het wereldtooneel verdwenen
was. En terwijl hij die beeltenis zag, die zoo
schijnbaar naar hem staarde, viel hij in zijn arm-
stoel terug, verborg zijn hoofd in beide handen, en
snikte, terwijl zijn gestalte nu door ouderdom en
verdriet ineenzakte
z/Neen, Ellen eeuwig beminde vrouwNeen,
ik kan mijn kind niet vloeken 1"
III. CoMPLOTMAKERS.
Sedert Claribels vlucht waren er veertien dagen
verloopen. Zij was heel kalm met Dudley Carstairs
in Londen getrouwd. Het jonge paar was daarna
naar Parijs gegaan, alwaar het een paar kamers op
een der voornaamste Boulevards belrokken had.
Claribels eenigste verdriet was, dat haar man
wat talmde om zijn woord gestand te doen, door
met haar zoo spoedig mogelijk weer naar haar
vader terug te keeren. Onder het voorgeven van
drukke zaken te Parijs te hebben, stelde Dudley
den eenen dag voor, den anderen dag na, het
oogenblik uit, waarop zij te samen naar haar vader
langen tijd wel een andere bestemming aan zal
geven.
De aanvaring tusschen de stoomschepen
Leerdan, en Gaw Quan Sia vond zoo meldt
men nader in den nacht van Zondag op Maan-
dag 11.te 2 uren 30 min. plaats, tijdens dikken
mist. Het stoomschip Leerdam werd opdehoogle
vau de machinekamer aangevaren en de stoomsche
pen zaten tot 10 uren des voormiddags aan elkander
vast.
De kapitein was zelf op de brug. Alle voor-
zorgsmaatregelen waren stipt genomen. Na de
aanvariug konden de schepen niet van elkander
worden gescheiden. Te 8 uren des morgens werden
de passagiers en bemanning in de sloepen verdeeld.
Men bleef nabij de Leerdam, tot deze des middags
te 2 uren zonk. Het Engelsche slooinschip heeft
men niet zien zinken. De schipbreukelingen wer
den des middags te 4 uren aan boord genomen
door het stoomschip Emma, kapt. Basroger, uit
de booten der verongelukte stoomschepen. In
sommige booten bevonden zich bijna honderd per
sonen. De passagiers van het Nederl. stoomschip
hebben niets dan het leven gered en sedert
Maandag namiddag op het dek moeten blijven, de-
wijl het schip vol lading zat. Zij hadden het
derhalve niet zeer gemakkelijk; bovendien ontbrak
het aan proviand voor zooveel personendoch de
gezagvoeider van de Emma voorzag daarin geluk-
kig, door de lading te gebruiken. De bemanning
van het Engelsche stoomschip bestond meerendeels
uit Hindoes, van welke twee, die als stokers dienst
deden, verdronken zijn.
Wederom is oen Hollandsch stoomschip door
aanvaring gezonken. Thans is het een schip van
de Kon. W.-Ind. Maildienst te Amsterdam, de
Prins Willem J, dat in het Kariaal door een zeil-
schip lek werd gestooten en na een half uur in de
diepte verdween. De opvarenden zijn door een
Fransch zeevisschersvaartuig opgenomen, nadat zij
eenige uren in een boot hadden rondgezwalkt. De
kok en een matroos zijn verdronken bij het aan
boord komen van het vaartuig, dat hen opnam.
Men vermoedt, dat een Engelsch ijzeren zeilschip,
dat voor Duins geankerd ligt, de schuld is van
het ongeluk. Het schip was kalm dnorgevaren.
In het Kanaal van IJmuiden heeft Zaterdag
eveneens eene aanvaring plaats gehad, tusschen het
Hollandsche zeilschip Thorbecke VII en de stoom-
boot Caland. Het zeilschip is midden in het
Kanaal gezonken, en levert groot ongemak voor
de scheepvaart. Men denkt het wel te kunnen
lichten.
Eene vrouw te Purmerend, wier aardrijks-
kundige kennis van Nederland niet bijzonder ver
reikte, zond dezer dagen hare drie kinderen van 13,
12 en 8 jaar uit om eene tante te
Nijmegeu te gaan bezoeken. 't Was hoogstens vijf
zouden gaan, en dat uitstelleu, van wat zij zoo
vurig wenschte, was de eenigste wolk, die op haar
huwelijksgeluk een schaduw wierp.
Op zekeren voormiddag zat Dudley heel ernstig
te praten met iemand, met wien hij van het eerste
oogenblik af, dat hij in Parijs gekomen was, ken
nis had aangeknoopt. net was Majoor Punter,
een man van ongeveer vijftig jaar. In voorkomen
en manieren scbeen hij nu eens een geleerde, dan
een gepensionneerd militair. Men kon duidelijk
zien, dat hij vroeger eeu schoon man was geweest,
ofschoon hij nu een opgeblazen gezicht had, met
rollende oogen, die den dobbelaar van den echten
stempel kenmerkten. Uit zijn houding en uit al
zijn doen en laten kon men opmaken, dat hij in
beschaafde kringen had verkeerd. Nu hield hij
zich bezig met zijn aandacht te verdeelen tusscheu
een geurige sigaar en een groot glas grog, samen-
gesteld uit brandewiju, heel slap met spuitwater
gemengd.
ffTe drommel I oude jongen I" riep hij uit, terwijl
hij voortdurend aan zijn sigaar trok, zoodat hij de
geheele kamer in rook zette. ,/Het is dus weer net
als vroeger? Jij weer terug in Parijs? Hoe lang
ben je in al in de stad
//Een week I"
z/Wat, een week En ben je van Londen ge
komen Waar heb je daar gezeten
z/Wat drommel, Punter, wat kan jou dat schelen?
Steek eens aan man, je sigaar is uit I"
De Majoor nam een stevige slok uit zijn groot
glas, deed een paar ferme trekken aan zijn sigaar,
rookte als een schoorsteen, en keek welbehagelijk
de talrijke blauwe wolkjes na.