BI NH E S L A N D. STATEN-GENERAAL. BUI TEN L A N D, Panamakanaal-plannen nog niet upgeeitzulk een welverdiende eereplaats innemen. Eindigen wij niet, zonder voor vorstenhuis, ge- west en gemeente 's Hemels zegeningen af te smeeken in 't straks aanvangend jaar. En moge ook voor onze lezers en lezeressen milde zegen, voorspoed en huiselijk geluk in 1890 zijn weggelegd Eerstdaags zal bij de Holl. Spoor weg Maat- schappij aan het hoofdbureau en enkele stations, aan jongelingen van 15 18 jaren gelegenheid gegeven worden, opgeleid te worden voor den sta tions- en den administratieven dienst der Maat- schappij. Het bestuur van //De Unie Een school mot den bijbel" heeft aan de correspondenten en bestu- ren van de locale comite's der ,/Unie", als ant- woord op de gedane vragen de noodige inlichtin- gen gegeven omtrent de bepalingen der nieuwe wet op het lager onderwijs, waarmede de besturen en onderwijzers aan de „scholen met den bijbel", die eene rijksbijdrage verlangen, te rekenen hebben. Te Delft doen zich in de laatste dagen ook vele gevallen van influenza voor. De zieke heeft zoowel te Weenen als te Parijs een ernstiger ka- rakter aangenomen. Er komt dikwijls longaandoe- ning bij. Te Lissabon zijn er 2000 lijders in de hospitalen. Te Parijs zijn er op een dag 393 aan overleden. In de Van der Duynstraat te 's Hage heeft men het lijkje gevonden van een pasgeboren kindje het was in papieren gewikkeld, en het wicht bleek met een scherp voorwerp in't hart te zijn gestoken. Naar den bedrijver van dezen laaghartigen kinder- moord wordt ijverig gezocht. Schiedam. 31 December. Zaterdag-avond j. 1. gaf de gymnastiek- en Schermvereeniging Palaestra" een uitvoering. Eigen- lijk was het't 2e. gedeelte van het feest van dezen zoraer in het schutterland, doch thans meer in ei- gen kring. Zooals gewoonlijk was ook nu de zaal netjes met groen versierd. Een twaalftal turners, met de prach- tige banier der vereenigiug vooraf, trad ten tooneele en de voorzitter heette alien welkom. Hij schetste in het kort de geschiedenis der vereeniging, wees er op, hoe de Schiedamsche burgerij steeds had medegewerkt om „Palaestra" te steunen, en dat, het gemakkelijk wordt gemaakt voorwaarts te tre- den, waar buitengewone leden en burgerij en leden der vereeniging met den directeur zoo samenwerken. Na deze inleiding werd door een dame aan de vereeniging een krans overhandigd,welke de woorden: ,/Hulde aan Palaestra" bevatte. Hierop werden eenige oefeningen uitgevoerd, die slechts kort aanhielden. Die uitvoering verdient echter alien lof. Daarop overhandigden een vijftal dames, den voorzitter, uit naara der Schiedamsche dames een verguld zilveren medaille. ,/Het was //hun aangenaam zulks te doen, daar Palaestra z ch ,steeds hoffelijk tegenover de dames had gedragen. //Wilde de vereeniging er nog iets anders in zien ,/dan een beantwoording hunner hoffelijkheid, dan /moest zij het beschouwen als een aanmoediging ,/om voort te gaan op den ingeslagen wegom //het lichaam te blijven oefenen en daardoor te „trachten op hen de klassieke spreuk toepasselijk ,/te maken Een gezonde ziel woout in een ge- ,/Zond lichaam." De heer R. antwoordde, dat het hem een groote eer was, dit kostbaar kleinood voor de vereeniging te aanvaarden, temeer, daar het een bewijs was, dat Palaestra niet vergeten wordt. Voor 5 jaar mocht de vereeniging de banier ontvangen van de Schiedamsche schoonen, thans zal het hem hoogst aangenaam zijn het eeremetaal daaraan te hechten. Het zal hem en de leden zijner vereeniging voor- zeker een aanmoediging zijn, om die banier getrouw te blijven. Het overige aan den avond mag goed geslaagd heetenen het gymnastisch intermezzo verdient wel een woord van lof. Het was zeer aardig bedacht. Hierna werd der vereeniging nog een krans overhandigd uit naam der eereleden. Aan bewijzen van sympathie heeft het dus waarlijk niet ontbroken. Het program ma sloot met plaslische standen, die en deu uitvoerders en den schepper alle eer aandoen. Wij hopen, dat de vereeniging /Palaestra" nog vele zulke avonden mag viereti, hetgeen voorzeker zal geschieden, wanneer, zooals de heer R. zich uitdrukte, de heer Krijger en de leden zoo goed blijven harmonieeren. Dat doen de dokters wel meer. Schrijf dat niet aan inenschlievendheid toe in dit geval. De kosten van uw rais enz. beschouw die als kosten van een proef, die dokter Lebas in het belang van de wetenschap wil nemen. Kom, de zon is onder, t wordt donker, laten wij near binneu gaan." VI. De jeugdige weduwe. Er was een week voorbijgegaanzonder dat Claribel tijding van haar man had gekregen. Zij was onder de hoede van majoor Punter in Londen gekouien, en hij had haar geleid naar een van die groote en prachtige gebouwen, die het nieuwe ge deelte van de wereldstad tot een wijk van paleizen maken. Punter dacht, dat, als men een kleiner en meer afgelegen verblijf uitzochtmen zich wel eens een iastig onderzoek op den hals kon halen. In de reusachtige gebouwen, zooals de omtrek van Charing Cross aanbiedt, kunnen de bewoners van de kamers, die suite aan suite vortnen, even goed in afzondering leven, als in een villa, die aan een verlaten landweg staatals men onbekend wil blijven, dan moet men in geeu dicht bevolkte buurt gaan wouen. Claribel kwam voor het eerst in haar leven in Londen; haar verdriet over de afwezigheid van Dud ley zou veel grooter zijn geweest, als al dat nieuwe haar niet aangetrokken had dit had ten gevolge, dat zij de wereldstad doorkruiste met den zelfden ijver en nieuwsgierigheid, die zich meester maakt van den toerist, die dat moderne Babijlon bezoekt. Wat haar het meeste trof, waren de coutrasten in de Londensche samenleving. Nergens ter wereld wordt grooter rijkdom naast Zaterdagavond 1.1. gaf de hoogste klasse der volkszaugschool van het N. 0. G. hare jaarlijksche openbare les. Na ouders, voogden en belangstellenden harte- lijk welkom geheeten te hebben, was de voorzit ter genoodzaakt iets onaangenaams mede te deelen het vervallen van het eerste nummer van het programma wegens ongesteldheid (welke behoeft niet gezegd te worden) der dame, die dit num mer ten beste zou geven. Van de uitgevoerde nummers behooren vooral genoemd te worden: //God zij met u", ,/DeDuit- sche knaap" en „Het liefste plekje." Een zeer aardig kinderstukje besloot dezen voor velen gezelligen avond. Vooral de rollen van ,/Sientje de dienstmeid", „Toon de Schoenpoetser" en ,/Jonker Frans" werden op een zeer verdien- stelijke wijze vervuld. Naar wij vernemen, zal den kiuderen de volgende week een pleizierig avondje bereid worden. Maandag is aan het centraal administratie- gebouw der Holl. IJzeren-Spoorwegmaatschappij te Amsterdam aanbesteed het veranderen van de Kraanbrug over de Delftshavensche Schie in eene plaatijzeren draaibrug met daaraan verbondeu wijziging van den onderbouw. Raming f 66,000. Van de 17 inschrijvers was de minste de heer H. Wienhoven alhier, voor f 63,800. In het Museum der Vereeniging voor Ge schiedenis en Knnst, op de Nieuwe Haven te Rot terdam, zijn teutoongesteld eenige proeven van kunstsmeedwerk, vervaardigd op de fabriek van de firma G. J. Vincent Co. alhier. Men vindt er ijzeren hekken, welke op de tentoonstelling te Amsterdam in 1883 werden bekroond met de zil veren medaille, en waarvan het grootste, evenals een ander, dat ook hier is geexposeerd, te Ant- werpen in 1885 de gouden medaille verwierf. Ver- der is er een gesmeed ijzeren raam voor een vuur- scherm en een dito bloemenstandaard. Ook liggen er eenige photographieen, genomen naar andere dergelijke werken, door deze fabriek geleverd, zoo als de kolossale fontein die te Amsterdam is ge weest, de lantaarndrager voor het Nieuwe Zieken- huis te dezer stede, twee traphekken voor het administratiegebouw van de Hollandsche Spoorweg- maatschappij, te Amsterdam. Deze tak van kunstnijverheid, die hier te lande zoo lang heeft gebloeifl en op eene verbazende hoogte stond, is, blijkens deze tentoonstelling, niet geheel in vergetelheid geraakt. De ontwerpen zijn fraai, de uitvoering is somtijds wat zwaar, maar meestal gelukkig; slechts de verflaag, welke de werken bedekt, doet, ook voor de kleur, geen goed. Moge de firma Vincent door de belangstelling van het publiek aangespoord worden, om voort te streven op den door haar ingeslagen weg. De influenza breidt zich hier ter stede meer en meer uit Reeds een groot aautal personen zijn door deze ziekte aangetast. Zaterdag middag, toen Brouwer, de bode op Vlaardingen door de Boterstraat reed, kreeg diens paard plotseling een kuur om achteruit te loopen, waardoor de wagen tegen het hek van den heer Backer, apotheker, aanreed. Door het wringen brak het lemoen, zoodat het paard moest worden uit- gespannen. Bij het recht halen van den wagen kwam Brouwer in aanraking met het losstaande paard, dat, hierdoor opnieuw schrikkende, achteruitsloeg en hem een hevigen slag in de palm van de hand gaf, zoodat een bloedende wond ontstond, die zoo era- stig is, dat die hand heden nog onbruikbaar is. Men schrijft ons uit Rotterdam d.d. 30 Dec. Wij leven hier nog in een land van belofte. In de meesfe steden van Europa klagen de win- keliers steen en been over de groote slapte in al le zaken. Anders werd er met kerstmis in Ber- lijn, Weenen, Parijs enz. druk verkocht, maar nu roepen daar de neringdoenden, zoowel de grooten als de kleinen, ,er zit geen geld meer onder de menschen." Aan de eenen kant hebben zij geen ongelijk, iedereeu heeft meer of minder geld in industrieele ondernemingen, en zoolang er gestaakt wordt, verdient noch arbeider noch patroon, en waar niet verdiend wordt is geen kooplust. Een andere oorzaak is, dat in de meeste landen van Europa de menschen met keel- en hoofdpijn e:i koortsachtige aandoeniugen een paar dagen te bed moeten liggen. Van dat alles merken wij in de Maasstad niets. Na twee feestdagen hebben de menschen gewoon lijk het een en ander aan een extratje uitgegeven. en veelal merken dan de ondernemers van public- ke vermakelijkheden nog een week daarna, dat het er, zoo als zij zich uitdrukken, zoo best niet meer aauzit. Nu, Zaterdagavond kon men in de Opera niet merken, dat het kerstmis geweist was, zij was goed bezet, niettegenstaande de entreeprijzen ver- hoogd waren. j nijpende armoede, meer schoonheid naast atschu- weiijke leelijkheid, mooier plekken naast smerige vlekken, giooter menschlievendheid naast grover dierlijkheid aangetroffen. Zij zag duizenden mannen en vrouwen, die hun heele leven op lieten gaan in hun werk, duizenden doelloos ronddwalen, wanhopig naar werk zoekende anderen, die om niets dachten dan hun tijd te dooden met pret en vermaak anderen wederom, die dag en nacht, onder nijpende zorg gebukt, moeite hadden om onder rusteloozen arbeid lichaam en ziel bijeen te houden. Nog nimmer had Claribel zoo veel paleizen en zoo veel hutten aan- schouwd, of zoo veel verwijfden gezien, die hunne verschroinpelde wangen nog een rozeukleurtje gaven, tegenover zoo veel ingevaTen kaken, die van een laugzamen hongerdood spraken. Get was een zon- derlinge gewaarwording voor haar, juweilen te zien dragen, welke een koning niet. zou kunnen koopen, door vrouwen, die in de elegantste rijtuigen geze- ten, bespannen door paardtn van het i delste ras, van genot naar genot rijdende, en niet ver van daar de bibberende verschoppelinge, gehurkt in de scha uw van ten portaal, haar stervend wicht te- vergeefs aan" de uitgedroogde borst drukkende om het te verwarnien. Zij was een week in Londen geweest, toen Pun ter, die haar dagelijks bezocht, haar op zekeren morgen een telegram van Dudley toonde, waarin de majoor verzocht werd, zoo spoedig mogelijk te Nizza te komen. ,/Vertrek nog van avond," stond er in de de- peche, ,/ik heb Claribel geschreven." //Ik begrijp niet, wat er gaande is," hernam de De oorzaak hier van was, dat een gewezen koet- sier uit Weenen zou zingen. Dat heerschap wist vroeger zelf niet, met welk een heerlijk orgaan hij bedeeld washij hield zich nog bij zijn wagen en paarden, toen op zekeren dag een muziekkenner hem hoorde zingen, en dadelijk merkte, dat de natuur hem bijzonder bedeeld had. De koetsier kreeg musicale leiding, leerde naar de regels der kunst zingen en krijgt nu handen met goud, als hij zich maar even laat hooren, ook hier heeft hij uitstekend voldaangeen opleiding, maar alleen moeder na tuur heeft zijn stem een ongekunstelde frissche schoonheid gegeven, die elk verbaasd. Op kerstdag heeft men een operette gegeven waarin een heel aardige en zonderlinge vertoo- ning voorkwam. Er werd op een reusachtig sehaak- bord, met levende personen, als schaakfiguren aan- gekleed, schaak gespeeld. De zoogenaamde kleine komedie, op de Coolsin- gel, trakteert de menschen zoo nu en dan eens op allerverschrikkelijkste drama ;s. Nu werd op Kerst dag Judas vertoond. Het stuk heeft niet in 't ininst betrekking op Nederlandsche toestanden, maar heeft in Frankrijk dienst moeten doen, als granaatschot tegen de krankzinnigen-wet. Wie gaar- ne eens iets verschrikkelijks ziet, kan zich hier vergasten, een duel wordt uitgevochten onder zwaar onweer, er komt het inwendige van een krankzinnigen gesticht op het tooneel, waarin de dwazen zoo akelig doen, dat men er zelf akelig van wordt. Eindelijk komt het mooiste van alles, de directeur van het gesticht is zoo'n schelm en zoo'n lagen schobbejak, dat een persoon als wre- kende engel optreedt, de dwazen losmaakt en het publiek het groote genot verschaft te zien, hoe of het toegaat, als men door een hoop ontketende krankzinnigen wordt omgebracht. De artisten, die anders heel natuurlijk spelen, schenen zich bij die slotecene wel een weinig te schamen om het natuurlijk doen, want dan zou het ook waarlijk al te grof zijn geweest. Er was eens een tijd, dat de schoorsteenvegers, sjouwers, turfdragers, aschkarrelieden, lorrenzoekers enz., niet zoo beschaafd waren als thans, de scho- len waren toen ook niet zoo goed als nu. Dat deze toen likkebaarden van genot, bij het zien van stukken, waarin minstens een stuk of zes per sonen op de ijselijkste wijze door vergif of dolk opgeruimd werden, laat zich hooren. Voorzeker zou ook dit stuk hier totaal in het water vallen, niettegenstaande het uitstekende spel der artisten, als het geheel niet door een goeden komiek gered werd. Deze weet het zoo aan te leggen, dat al dat ijselijke een groot reliefje wordt. Dit neemt niet weg, dat men een directie, die met uitsteken de artisten zulke stukken opvoert, wel met haar wansmr.uk mag condolceren. Dat de milde giften voor de armen, tijdens de arbeiders-beweging, niet zoo goed gevloeid hebben als anders, is te begrijpen. //Velen riepen, ik geef niets, men heeft geld genoeg, anders zou men niet gaan stakenIn de hervormde gemeente heeft men nu met het Kerstfeest een buitenge wone collecte gehouden om de armen te bcleelen, deze bracht weer op f2140, wel een bewijs dat er nog menschenliefde is. Het stoomschip Winsloe" is gisteren namid- dag, geassistc 3rd door drie sleepbooten, van Helle- voetsluis naar Rotterdam vertrokken. De lading is, voor zoo ver zichtbair, beschadigd, en van het aan boord zijnde vee zijn ruim 20 schapen door de doorgeatane ellende gestorven. In de ma- chinekamer stond van vier tot vijf voet water. Men schrijft ons van den Hoek van Holland, d.d. 30 December. December schijnt met hare heldere en zonnige winterdagen het oude jaar te willen tooien met een kroon van ijsdia- manten, om ons menschen eenigszins schadeloos te stellen voor de vele sombere en droefgeestige tij- den, die wij moesteu doorleven, toen zij ons in mist en nevel hulde. Wanneer de winterzon zoo helder en vriendelijk aan den blauwen hemel staat, en ons doet droomen van ijsvermaak en winter- avondpret, dan denken we met huivering terug aan die sombere November- en Decemberdagen, waarop de zon niet zichtbaar, de wereld om ons zoo eng en treurig was. En dan is het niet vreemd, dat wij, aan de boorden van den oceaan gezeten, onbeteugeld op 't veld der herinnering voortgaan en den zeeman volgen, die met vorschend oog en beklemd hart in anstige spanning op de zilte wateren ronddrijft. Wij denken aan de vree- selijke schokken, waarmee de zeekasteelen van on ze dagen elkaar hebben beloopen wij wonen in onze verbeelding de verschrikkelijke z^erainpen, door aanvaring veroorzaakt, bij, stellen ons de ra deloosheid voor van hen, die den bodem onder hunne voeten voelen wegzinken, en denken in die stemming met vreugde aan onzen misthoorn, di.i de verdoolden toeroepthier is de behoudende haven Maar ook alleen mel die gevoelens in 't majoor met een verbaasd voorkomen, waarna hij wat opgeruimder vervolgde: ,/Ik verouderstel, dat hij mij voor zaken daar ginds wil hebben." Claribel werd doodelijk beangst. Dudley had haar gevraagd, om redenen, die hij bij zijn terug- komst voldoende zou verklaren, aan haar vader niets te schrijven, tot hij in Londen zou zijn, wanneer zij samen naar den ouden man zouden gaan, om vergiffenis te smeeken. In Punter had zij ieinaud gevonden, die haar voortdurend op de liefderijkste en dienstvaardigste wijze ter zijde stond geen wonder, dat zij, nu hij op het punt stond te vertrekken, meer dan ooit gevoelde, dat zij, zonder eenige hulp, verlaten in de wereldstad stond. Wat de majoor betreft, hij had groote achting en diep medeiijden voor die vrouw opgevatzij was een nieuw verschijnsel op zijn levensbaan. Claribel was zoo ophartig en vol vertrouwen, had zooveel liefde voor haar man, zooveel achting voor zijn vriend, dat Punter, die van den beginne af aan niet erg met Dudley Carstairs plan was weggeloopen, daar nu meer dan ooit een tegenzin in kreeg. z/Het is een schandelijk schelmstuk," bromde hij in zich zelven, toen hij het hotel verliet om naar Nizza te gaan. //Als ikomhem kaartspelenmoest, ik zette geen dubbeltje inongelukkig genoeg heeft die duivelsche kerel mij zoo in zijn macht, dat tegenstand bieden op mijn eigen ongeluk zou uitloopen." Deu volgenden morgen kwam er een brief voor Claribel, dien zij met grooten schrik inzag. Dudley had koude gevat op reis naar Nizza, en lag nu in een armoedige woning ziek. Hij had Punter getelegrafeerd, om by hem te komen, ten einde hart kunnen we met welwillendheid denken aan de vreeselijk donderende stem van dien loeienden os, die spot met het stemmetje van zijne Schie damsche broers. Menigeen heeft in minder goede oogenblikken, wanneer de teerheid zwesg in 't harte, het eigenbelang zijne stem verhief en er niet gedacht werd aan 't lot van arme zeelieden en zwer- vende visschers, die brullende veiligheidsklep ver- wenscht, die de rustige bewoners der Westlandsche dreven in hun slaap wakker brulde, de paarden op den weg deed schrikken, zoodat zij weigerden voort te gaan, en die den wandelaar in de spook- achtige nevelwereld, waarin hij voortging, deed ont- stellen. Hoe verse! lillend oordeelt en gevoeld toch de mensch al waar den toestand, waarin hij verkeert! Den zeeman, die zoekt naar een veilige haven, en zonder dat zijne zeemanschap en ervaring hem baten, aan 't noodlot is prijsgegeven, klinkt die toon van den loeienden hoorn melodieus in 't oor, en geen muziek kan hem in die oogenblikken van angstige spanning aangenamer zijn. Doch wij, die het land bewonen en ons niet kunnen vergissen in den weg, dien we moeten volgen, ook al hangt de nevel zwaar neder, wij schrikken van het een- tonig eu geweldig geloei, en morren tegen de nieu we inrichting, wanneer zij onze nachtrust soms onderbreekt of onze gehoorzenuwen wat al te krach- tig aandoet. Maar wie nadenkt, zal de kleine on- geriefelijkheden, aan nuttige inrichtingen verbonden, voor lief nemen en zich troosten met de gedachte, dat door den tijd het loeiend gebrul, dat van uit den Hoek uren in 't roud weerklinkt, wel gewoonte zal worden. En is dit niet het geval, voor de veiligheid en het heil van velen zal hij zich dan wel eene minder aangename muziek wil len getroosten. EERSTE KAMER. De Eerste Kamer hield Vrijdag jl. eene korte zitting, allereerst ter beeediging van den heer Mr. H. Zillesen als commiesgriffler. De benoemde, die met 1 Januari in functie Ireedt, werd door den Voorzitter geluk gewenscht, die de hoop uitsprak. dat hij zijne betrekking een lange reeks van jaren zou mogen vervullen ten nutte der Kamer en tot heil des Vaderlands. Zaterdag deed de Kamer een groot pantal kleinere ont werpen zonder discussie af. Over de vijf ontwerpen be- treffende afwijking van de gemeentewet ten amzien van Vlissingen, Edam, Hoorn, Purmerend en Alkmaar, werd slechts een korte discussie gevoerd tusschen den heer Van der Bruggen, die de wik- en weegloonen voor den landbouw te drukkend achtte, en den Minister Mackay, die de ont werpen verdedigde. Overeenkomstig de door den heer Muller uitgesproken meening dat het politiek debat over de Indische begrooting bij hoofds. X op betere wijz^ kon plants hebbtn dan thans, waarna de Minister van Kolonien zich ten alien tijde tot debat be reid verklaarde, werd over die begrooting geene discussie ge voerd en deze zonder stemming goedgekeurd. De Kamer ging tot 13 Januari uiteen. Wij herinneren ons een scenewelke ons door een onzer collega's, die er van hield in de achter- buurten van een onzer groote steden rond te zwer- ven, om het volksleven te leeren kennen, werd medegedeeld. Hij vroeg aan een vrouw, die hem welwillend tal van inlichtingen had verschaft, zoo zonder erg, hoeveel belasting zij wel betaalde. Dat woord scheen een vreeselijke uitwerking te hebben zij, die hem zooveel inlichtingen verschaft had en de behulpzaamheid en dienstvaardigheid in persoon was geweest, zette zich in postuur, maakte met haar handen een beweging, of zij juffrouw Poes ware geworden, en riepzoo, ben jij van de belasting? waarna zij een verzameling scheldwoorden ten beste gaf, die onzen vriend een buitensporig hoogen dunk gaven van hare virtuosi teit op dat gebied zeg dan aan den ontvanger en z\jn rakkers, dat hier geen roode cent te halen is." Deze geschiedenis kwam ons weer in de gedachte toen wij vernamen, hoe de Spanjaarden met de ont- vangers omspringen. Is het ontvangerschap in ons vaderland geen baantje, als men te doen krijgt met lieve vrouwtjes zooals onze collega er eene ontmoet- te, dan komen wij tot de overtuiging, dat het in S P A N J E nog veel minder begeerlijk is. Uit de berichten, die van daar tot ons komen, hooren wij, dat het daar niet bij bedreigingen blijft, maar dat het er zoo grof toegaat, dat de ontvanger, met de militaire macht bij zich, de dubbeltjes moet zien te krijgen. Dit is gtbeurd anno Domine 1889 in de provincie Saragossa. Ook keizer van B RAZILIE is geen baantje. Als een ambtenaar zijn vaderland trouw en eerlijk dient, krijgt hij pensioen. Als men vijftig jaar lang zijn vaderland als keizer dient, en zijn verdiend loon offert aan instellingen ten algemeenen nutte, of aan werken van liefdadigheid, en daarna weg wordt gestuurd, heeft men natuurlijk de hangende zaken af te doen, en na afloop daar- van zouden zij samen terugkeeren. Zij wilde naar haar man vliegen, om hem op te passen doch aan het slot van den brief stond z/Wacht tot ik terug kom, liefste, want ziek of ge. zond, in elk geval, ik kom terug met Punter, waarna wij samen in rust en vrcde aan den oever van de rivier, bij uw vader, weer op ons verhaal zullenkomen. En zoo wachtte zij, geslingerd tusschen hoop en vrees, de toekomst af, voortdurend in zenuw- achtige spanning verkeerende. Dagen gingen er voorbij zonder tijding. Twee maal schreef zij aan haar man, en kreeg geen antwoord; worstelend tegen de schrikkelijke vrees, die zich van haar meester maakte, poogde zij zich gerust te stellen met de hoop, dat hear brieven hem niet waren geworden, om dat hij reeds op de terugreis was. Eindelijk kwam majoor Punter terugmaar alleen. Zij vloog hem tegemoet met de wanhoop op het gelaat. z/Waar is mijn man waar is hij waar- om is h'j niet meegekomen vroeg zij snikkend. De majoor zag haar sprakeloos aan, zij merkte op, dat. hij heel ernstig keek. //Zeg iriij toch, is hij ziek?" riep zij hartstoch- telijk, ,/ja, ik zie het wel, hij is ziek." z/Hij is heel erg ziek geweest," sprak de majoor plechtig. „Mevrouw Carstairs, ik ben belast met de vreeselijke taak, om een beroep te doen op uw verstand, waardoor gij alleen in staat zult zijn, een treurige tijding gelaten te dragen uw man is doodziek helaas mevrouw hij is reeds dood." Claribel uitte een vreeselijken gil, en viel in onmacht. (Wordt vervolgdj

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

De Schiedammer | 1890 | | pagina 2