BI NH E S L A N D.
STATEN-GENERAAL.
BUI TEN L A N D,
Panamakanaal-plannen nog niet upgeeitzulk een
welverdiende eereplaats innemen.
Eindigen wij niet, zonder voor vorstenhuis, ge-
west en gemeente 's Hemels zegeningen af te
smeeken in 't straks aanvangend jaar.
En moge ook voor onze lezers en lezeressen
milde zegen, voorspoed en huiselijk geluk in
1890 zijn weggelegd
Eerstdaags zal bij de Holl. Spoor weg Maat-
schappij aan het hoofdbureau en enkele stations,
aan jongelingen van 15 18 jaren gelegenheid
gegeven worden, opgeleid te worden voor den sta
tions- en den administratieven dienst der Maat-
schappij.
Het bestuur van //De Unie Een school mot
den bijbel" heeft aan de correspondenten en bestu-
ren van de locale comite's der ,/Unie", als ant-
woord op de gedane vragen de noodige inlichtin-
gen gegeven omtrent de bepalingen der nieuwe
wet op het lager onderwijs, waarmede de besturen
en onderwijzers aan de „scholen met den bijbel",
die eene rijksbijdrage verlangen, te rekenen hebben.
Te Delft doen zich in de laatste dagen ook
vele gevallen van influenza voor. De zieke heeft
zoowel te Weenen als te Parijs een ernstiger ka-
rakter aangenomen. Er komt dikwijls longaandoe-
ning bij. Te Lissabon zijn er 2000 lijders in de
hospitalen. Te Parijs zijn er op een dag 393 aan
overleden.
In de Van der Duynstraat te 's Hage heeft
men het lijkje gevonden van een pasgeboren kindje
het was in papieren gewikkeld, en het wicht bleek
met een scherp voorwerp in't hart te zijn gestoken.
Naar den bedrijver van dezen laaghartigen kinder-
moord wordt ijverig gezocht.
Schiedam. 31 December.
Zaterdag-avond j. 1. gaf de gymnastiek- en
Schermvereeniging Palaestra" een uitvoering. Eigen-
lijk was het't 2e. gedeelte van het feest van dezen
zoraer in het schutterland, doch thans meer in ei-
gen kring.
Zooals gewoonlijk was ook nu de zaal netjes met
groen versierd. Een twaalftal turners, met de prach-
tige banier der vereenigiug vooraf, trad ten tooneele
en de voorzitter heette alien welkom. Hij schetste
in het kort de geschiedenis der vereeniging, wees
er op, hoe de Schiedamsche burgerij steeds had
medegewerkt om „Palaestra" te steunen, en dat,
het gemakkelijk wordt gemaakt voorwaarts te tre-
den, waar buitengewone leden en burgerij en leden
der vereeniging met den directeur zoo samenwerken.
Na deze inleiding werd door een dame aan de
vereeniging een krans overhandigd,welke de woorden:
,/Hulde aan Palaestra" bevatte.
Hierop werden eenige oefeningen uitgevoerd, die
slechts kort aanhielden. Die uitvoering verdient
echter alien lof. Daarop overhandigden een vijftal
dames, den voorzitter, uit naara der Schiedamsche
dames een verguld zilveren medaille. ,/Het was
//hun aangenaam zulks te doen, daar Palaestra z ch
,steeds hoffelijk tegenover de dames had gedragen.
//Wilde de vereeniging er nog iets anders in zien
,/dan een beantwoording hunner hoffelijkheid, dan
/moest zij het beschouwen als een aanmoediging
,/om voort te gaan op den ingeslagen wegom
//het lichaam te blijven oefenen en daardoor te
„trachten op hen de klassieke spreuk toepasselijk
,/te maken Een gezonde ziel woout in een ge-
,/Zond lichaam."
De heer R. antwoordde, dat het hem een groote
eer was, dit kostbaar kleinood voor de vereeniging
te aanvaarden, temeer, daar het een bewijs was,
dat Palaestra niet vergeten wordt. Voor 5 jaar
mocht de vereeniging de banier ontvangen van de
Schiedamsche schoonen, thans zal het hem hoogst
aangenaam zijn het eeremetaal daaraan te hechten.
Het zal hem en de leden zijner vereeniging voor-
zeker een aanmoediging zijn, om die banier getrouw
te blijven.
Het overige aan den avond mag goed geslaagd
heetenen het gymnastisch intermezzo verdient
wel een woord van lof. Het was zeer aardig
bedacht.
Hierna werd der vereeniging nog een krans
overhandigd uit naam der eereleden. Aan bewijzen
van sympathie heeft het dus waarlijk niet ontbroken.
Het program ma sloot met plaslische standen,
die en deu uitvoerders en den schepper alle eer
aandoen.
Wij hopen, dat de vereeniging /Palaestra" nog
vele zulke avonden mag viereti, hetgeen voorzeker
zal geschieden, wanneer, zooals de heer R. zich
uitdrukte, de heer Krijger en de leden zoo goed
blijven harmonieeren.
Dat doen de dokters wel meer. Schrijf dat niet
aan inenschlievendheid toe in dit geval. De kosten
van uw rais enz. beschouw die als kosten van een
proef, die dokter Lebas in het belang van de
wetenschap wil nemen. Kom, de zon is onder,
t wordt donker, laten wij near binneu gaan."
VI. De jeugdige weduwe.
Er was een week voorbijgegaanzonder dat
Claribel tijding van haar man had gekregen. Zij
was onder de hoede van majoor Punter in Londen
gekouien, en hij had haar geleid naar een van die
groote en prachtige gebouwen, die het nieuwe ge
deelte van de wereldstad tot een wijk van paleizen
maken. Punter dacht, dat, als men een kleiner
en meer afgelegen verblijf uitzochtmen zich
wel eens een iastig onderzoek op den hals kon halen.
In de reusachtige gebouwen, zooals de omtrek van
Charing Cross aanbiedt, kunnen de bewoners van
de kamers, die suite aan suite vortnen, even goed
in afzondering leven, als in een villa, die aan een
verlaten landweg staatals men onbekend wil
blijven, dan moet men in geeu dicht bevolkte buurt
gaan wouen.
Claribel kwam voor het eerst in haar leven in
Londen; haar verdriet over de afwezigheid van Dud
ley zou veel grooter zijn geweest, als al dat nieuwe
haar niet aangetrokken had dit had ten gevolge,
dat zij de wereldstad doorkruiste met den zelfden
ijver en nieuwsgierigheid, die zich meester maakt
van den toerist, die dat moderne Babijlon bezoekt.
Wat haar het meeste trof, waren de coutrasten
in de Londensche samenleving.
Nergens ter wereld wordt grooter rijkdom naast
Zaterdagavond 1.1. gaf de hoogste klasse der
volkszaugschool van het N. 0. G. hare jaarlijksche
openbare les.
Na ouders, voogden en belangstellenden harte-
lijk welkom geheeten te hebben, was de voorzit
ter genoodzaakt iets onaangenaams mede te deelen
het vervallen van het eerste nummer van het
programma wegens ongesteldheid (welke behoeft
niet gezegd te worden) der dame, die dit num
mer ten beste zou geven.
Van de uitgevoerde nummers behooren vooral
genoemd te worden: //God zij met u", ,/DeDuit-
sche knaap" en „Het liefste plekje."
Een zeer aardig kinderstukje besloot dezen voor
velen gezelligen avond. Vooral de rollen van
,/Sientje de dienstmeid", „Toon de Schoenpoetser"
en ,/Jonker Frans" werden op een zeer verdien-
stelijke wijze vervuld.
Naar wij vernemen, zal den kiuderen de volgende
week een pleizierig avondje bereid worden.
Maandag is aan het centraal administratie-
gebouw der Holl. IJzeren-Spoorwegmaatschappij
te Amsterdam aanbesteed het veranderen van de
Kraanbrug over de Delftshavensche Schie in eene
plaatijzeren draaibrug met daaraan verbondeu
wijziging van den onderbouw. Raming f 66,000.
Van de 17 inschrijvers was de minste de heer H.
Wienhoven alhier, voor f 63,800.
In het Museum der Vereeniging voor Ge
schiedenis en Knnst, op de Nieuwe Haven te Rot
terdam, zijn teutoongesteld eenige proeven van
kunstsmeedwerk, vervaardigd op de fabriek van de
firma G. J. Vincent Co. alhier. Men vindt
er ijzeren hekken, welke op de tentoonstelling te
Amsterdam in 1883 werden bekroond met de zil
veren medaille, en waarvan het grootste, evenals
een ander, dat ook hier is geexposeerd, te Ant-
werpen in 1885 de gouden medaille verwierf. Ver-
der is er een gesmeed ijzeren raam voor een vuur-
scherm en een dito bloemenstandaard. Ook liggen
er eenige photographieen, genomen naar andere
dergelijke werken, door deze fabriek geleverd, zoo
als de kolossale fontein die te Amsterdam is ge
weest, de lantaarndrager voor het Nieuwe Zieken-
huis te dezer stede, twee traphekken voor het
administratiegebouw van de Hollandsche Spoorweg-
maatschappij, te Amsterdam.
Deze tak van kunstnijverheid, die hier te lande
zoo lang heeft gebloeifl en op eene verbazende
hoogte stond, is, blijkens deze tentoonstelling, niet
geheel in vergetelheid geraakt. De ontwerpen zijn
fraai, de uitvoering is somtijds wat zwaar, maar
meestal gelukkig; slechts de verflaag, welke de
werken bedekt, doet, ook voor de kleur, geen goed.
Moge de firma Vincent door de belangstelling
van het publiek aangespoord worden, om voort te
streven op den door haar ingeslagen weg.
De influenza breidt zich hier ter stede meer
en meer uit Reeds een groot aautal personen zijn
door deze ziekte aangetast.
Zaterdag middag, toen Brouwer, de bode op
Vlaardingen door de Boterstraat reed, kreeg diens
paard plotseling een kuur om achteruit te loopen,
waardoor de wagen tegen het hek van den heer
Backer, apotheker, aanreed. Door het wringen
brak het lemoen, zoodat het paard moest worden uit-
gespannen. Bij het recht halen van den wagen kwam
Brouwer in aanraking met het losstaande paard, dat,
hierdoor opnieuw schrikkende, achteruitsloeg en
hem een hevigen slag in de palm van de hand gaf,
zoodat een bloedende wond ontstond, die zoo era-
stig is, dat die hand heden nog onbruikbaar is.
Men schrijft ons uit Rotterdam d.d. 30 Dec.
Wij leven hier nog in een land van belofte.
In de meesfe steden van Europa klagen de win-
keliers steen en been over de groote slapte in al
le zaken. Anders werd er met kerstmis in Ber-
lijn, Weenen, Parijs enz. druk verkocht, maar nu
roepen daar de neringdoenden, zoowel de grooten
als de kleinen, ,er zit geen geld meer onder de
menschen." Aan de eenen kant hebben zij geen
ongelijk, iedereeu heeft meer of minder geld in
industrieele ondernemingen, en zoolang er gestaakt
wordt, verdient noch arbeider noch patroon, en
waar niet verdiend wordt is geen kooplust. Een
andere oorzaak is, dat in de meeste landen van
Europa de menschen met keel- en hoofdpijn e:i
koortsachtige aandoeniugen een paar dagen te bed
moeten liggen.
Van dat alles merken wij in de Maasstad niets.
Na twee feestdagen hebben de menschen gewoon
lijk het een en ander aan een extratje uitgegeven.
en veelal merken dan de ondernemers van public-
ke vermakelijkheden nog een week daarna, dat
het er, zoo als zij zich uitdrukken, zoo best niet
meer aauzit.
Nu, Zaterdagavond kon men in de Opera niet
merken, dat het kerstmis geweist was, zij was
goed bezet, niettegenstaande de entreeprijzen ver-
hoogd waren.
j nijpende armoede, meer schoonheid naast atschu-
weiijke leelijkheid, mooier plekken naast smerige
vlekken, giooter menschlievendheid naast grover
dierlijkheid aangetroffen.
Zij zag duizenden mannen en vrouwen, die hun
heele leven op lieten gaan in hun werk, duizenden
doelloos ronddwalen, wanhopig naar werk zoekende
anderen, die om niets dachten dan hun tijd te
dooden met pret en vermaak anderen wederom,
die dag en nacht, onder nijpende zorg gebukt,
moeite hadden om onder rusteloozen arbeid lichaam
en ziel bijeen te houden. Nog nimmer had
Claribel zoo veel paleizen en zoo veel hutten aan-
schouwd, of zoo veel verwijfden gezien, die hunne
verschroinpelde wangen nog een rozeukleurtje gaven,
tegenover zoo veel ingevaTen kaken, die van een
laugzamen hongerdood spraken. Get was een zon-
derlinge gewaarwording voor haar, juweilen te zien
dragen, welke een koning niet. zou kunnen koopen,
door vrouwen, die in de elegantste rijtuigen geze-
ten, bespannen door paardtn van het i delste ras,
van genot naar genot rijdende, en niet ver van
daar de bibberende verschoppelinge, gehurkt in de
scha uw van ten portaal, haar stervend wicht te-
vergeefs aan" de uitgedroogde borst drukkende
om het te verwarnien.
Zij was een week in Londen geweest, toen Pun
ter, die haar dagelijks bezocht, haar op zekeren
morgen een telegram van Dudley toonde, waarin
de majoor verzocht werd, zoo spoedig mogelijk te
Nizza te komen.
,/Vertrek nog van avond," stond er in de de-
peche, ,/ik heb Claribel geschreven."
//Ik begrijp niet, wat er gaande is," hernam de
De oorzaak hier van was, dat een gewezen koet-
sier uit Weenen zou zingen. Dat heerschap wist
vroeger zelf niet, met welk een heerlijk orgaan hij
bedeeld washij hield zich nog bij zijn wagen en
paarden, toen op zekeren dag een muziekkenner
hem hoorde zingen, en dadelijk merkte, dat de natuur
hem bijzonder bedeeld had. De koetsier kreeg
musicale leiding, leerde naar de regels der kunst
zingen en krijgt nu handen met goud, als hij zich maar
even laat hooren, ook hier heeft hij uitstekend
voldaangeen opleiding, maar alleen moeder na
tuur heeft zijn stem een ongekunstelde frissche
schoonheid gegeven, die elk verbaasd.
Op kerstdag heeft men een operette gegeven
waarin een heel aardige en zonderlinge vertoo-
ning voorkwam. Er werd op een reusachtig sehaak-
bord, met levende personen, als schaakfiguren aan-
gekleed, schaak gespeeld.
De zoogenaamde kleine komedie, op de Coolsin-
gel, trakteert de menschen zoo nu en dan eens op
allerverschrikkelijkste drama ;s. Nu werd op Kerst
dag Judas vertoond. Het stuk heeft niet in 't
ininst betrekking op Nederlandsche toestanden,
maar heeft in Frankrijk dienst moeten doen, als
granaatschot tegen de krankzinnigen-wet. Wie gaar-
ne eens iets verschrikkelijks ziet, kan zich hier
vergasten, een duel wordt uitgevochten onder
zwaar onweer, er komt het inwendige van een
krankzinnigen gesticht op het tooneel, waarin de
dwazen zoo akelig doen, dat men er zelf akelig
van wordt. Eindelijk komt het mooiste van alles,
de directeur van het gesticht is zoo'n schelm en
zoo'n lagen schobbejak, dat een persoon als wre-
kende engel optreedt, de dwazen losmaakt en het
publiek het groote genot verschaft te
zien, hoe of het toegaat, als men door een hoop
ontketende krankzinnigen wordt omgebracht. De
artisten, die anders heel natuurlijk spelen, schenen
zich bij die slotecene wel een weinig te schamen
om het natuurlijk doen, want dan zou het ook
waarlijk al te grof zijn geweest.
Er was eens een tijd, dat de schoorsteenvegers,
sjouwers, turfdragers, aschkarrelieden, lorrenzoekers
enz., niet zoo beschaafd waren als thans, de scho-
len waren toen ook niet zoo goed als nu. Dat
deze toen likkebaarden van genot, bij het zien
van stukken, waarin minstens een stuk of zes per
sonen op de ijselijkste wijze door vergif of dolk
opgeruimd werden, laat zich hooren. Voorzeker
zou ook dit stuk hier totaal in het water vallen,
niettegenstaande het uitstekende spel der artisten,
als het geheel niet door een goeden komiek gered
werd. Deze weet het zoo aan te leggen, dat al
dat ijselijke een groot reliefje wordt. Dit neemt
niet weg, dat men een directie, die met uitsteken
de artisten zulke stukken opvoert, wel met haar
wansmr.uk mag condolceren.
Dat de milde giften voor de armen, tijdens de
arbeiders-beweging, niet zoo goed gevloeid hebben
als anders, is te begrijpen. //Velen riepen, ik geef
niets, men heeft geld genoeg, anders zou men
niet gaan stakenIn de hervormde gemeente
heeft men nu met het Kerstfeest een buitenge
wone collecte gehouden om de armen te bcleelen,
deze bracht weer op f2140, wel een bewijs dat
er nog menschenliefde is.
Het stoomschip Winsloe" is gisteren namid-
dag, geassistc 3rd door drie sleepbooten, van Helle-
voetsluis naar Rotterdam vertrokken. De lading
is, voor zoo ver zichtbair, beschadigd, en van het
aan boord zijnde vee zijn ruim 20 schapen
door de doorgeatane ellende gestorven. In de ma-
chinekamer stond van vier tot vijf voet water.
Men schrijft ons van den Hoek van Holland,
d.d. 30 December. December schijnt met
hare heldere en zonnige winterdagen het oude
jaar te willen tooien met een kroon van ijsdia-
manten, om ons menschen eenigszins schadeloos
te stellen voor de vele sombere en droefgeestige tij-
den, die wij moesteu doorleven, toen zij ons in
mist en nevel hulde. Wanneer de winterzon zoo
helder en vriendelijk aan den blauwen hemel staat,
en ons doet droomen van ijsvermaak en winter-
avondpret, dan denken we met huivering terug
aan die sombere November- en Decemberdagen,
waarop de zon niet zichtbaar, de wereld om ons
zoo eng en treurig was. En dan is het niet
vreemd, dat wij, aan de boorden van den oceaan
gezeten, onbeteugeld op 't veld der herinnering
voortgaan en den zeeman volgen, die met vorschend
oog en beklemd hart in anstige spanning op de
zilte wateren ronddrijft. Wij denken aan de vree-
selijke schokken, waarmee de zeekasteelen van on
ze dagen elkaar hebben beloopen wij wonen in
onze verbeelding de verschrikkelijke z^erainpen,
door aanvaring veroorzaakt, bij, stellen ons de ra
deloosheid voor van hen, die den bodem onder
hunne voeten voelen wegzinken, en denken in die
stemming met vreugde aan onzen misthoorn, di.i
de verdoolden toeroepthier is de behoudende
haven Maar ook alleen mel die gevoelens in 't
majoor met een verbaasd voorkomen, waarna hij
wat opgeruimder vervolgde: ,/Ik verouderstel, dat
hij mij voor zaken daar ginds wil hebben."
Claribel werd doodelijk beangst. Dudley had
haar gevraagd, om redenen, die hij bij zijn terug-
komst voldoende zou verklaren, aan haar vader
niets te schrijven, tot hij in Londen zou zijn,
wanneer zij samen naar den ouden man zouden
gaan, om vergiffenis te smeeken. In Punter had
zij ieinaud gevonden, die haar voortdurend op de
liefderijkste en dienstvaardigste wijze ter zijde stond
geen wonder, dat zij, nu hij op het punt stond
te vertrekken, meer dan ooit gevoelde, dat zij,
zonder eenige hulp, verlaten in de wereldstad stond.
Wat de majoor betreft, hij had groote achting
en diep medeiijden voor die vrouw opgevatzij
was een nieuw verschijnsel op zijn levensbaan.
Claribel was zoo ophartig en vol vertrouwen, had
zooveel liefde voor haar man, zooveel achting voor
zijn vriend, dat Punter, die van den beginne af aan niet
erg met Dudley Carstairs plan was weggeloopen,
daar nu meer dan ooit een tegenzin in kreeg.
z/Het is een schandelijk schelmstuk," bromde
hij in zich zelven, toen hij het hotel verliet om
naar Nizza te gaan. //Als ikomhem kaartspelenmoest,
ik zette geen dubbeltje inongelukkig genoeg
heeft die duivelsche kerel mij zoo in zijn macht,
dat tegenstand bieden op mijn eigen ongeluk zou
uitloopen."
Deu volgenden morgen kwam er een brief voor
Claribel, dien zij met grooten schrik inzag. Dudley
had koude gevat op reis naar Nizza, en lag nu in
een armoedige woning ziek. Hij had Punter
getelegrafeerd, om by hem te komen, ten einde
hart kunnen we met welwillendheid denken aan
de vreeselijk donderende stem van dien loeienden
os, die spot met het stemmetje van zijne Schie
damsche broers. Menigeen heeft in minder goede
oogenblikken, wanneer de teerheid zwesg in 't
harte, het eigenbelang zijne stem verhief en er niet
gedacht werd aan 't lot van arme zeelieden en zwer-
vende visschers, die brullende veiligheidsklep ver-
wenscht, die de rustige bewoners der Westlandsche
dreven in hun slaap wakker brulde, de paarden
op den weg deed schrikken, zoodat zij weigerden
voort te gaan, en die den wandelaar in de spook-
achtige nevelwereld, waarin hij voortging, deed ont-
stellen.
Hoe verse! lillend oordeelt en gevoeld toch de
mensch al waar den toestand, waarin hij verkeert!
Den zeeman, die zoekt naar een veilige haven,
en zonder dat zijne zeemanschap en ervaring hem
baten, aan 't noodlot is prijsgegeven, klinkt die
toon van den loeienden hoorn melodieus in 't oor,
en geen muziek kan hem in die oogenblikken van
angstige spanning aangenamer zijn. Doch wij, die
het land bewonen en ons niet kunnen vergissen
in den weg, dien we moeten volgen, ook al hangt
de nevel zwaar neder, wij schrikken van het een-
tonig eu geweldig geloei, en morren tegen de nieu
we inrichting, wanneer zij onze nachtrust soms
onderbreekt of onze gehoorzenuwen wat al te krach-
tig aandoet. Maar wie nadenkt, zal de kleine on-
geriefelijkheden, aan nuttige inrichtingen verbonden,
voor lief nemen en zich troosten met de gedachte,
dat door den tijd het loeiend gebrul, dat van
uit den Hoek uren in 't roud weerklinkt, wel
gewoonte zal worden. En is dit niet het geval,
voor de veiligheid en het heil van velen zal hij
zich dan wel eene minder aangename muziek wil
len getroosten.
EERSTE KAMER.
De Eerste Kamer hield Vrijdag jl. eene korte zitting,
allereerst ter beeediging van den heer Mr. H. Zillesen als
commiesgriffler. De benoemde, die met 1 Januari in functie
Ireedt, werd door den Voorzitter geluk gewenscht, die de
hoop uitsprak. dat hij zijne betrekking een lange reeks
van jaren zou mogen vervullen ten nutte der Kamer en tot
heil des Vaderlands.
Zaterdag deed de Kamer een groot pantal kleinere ont
werpen zonder discussie af. Over de vijf ontwerpen be-
treffende afwijking van de gemeentewet ten amzien van
Vlissingen, Edam, Hoorn, Purmerend en Alkmaar, werd
slechts een korte discussie gevoerd tusschen den heer Van
der Bruggen, die de wik- en weegloonen voor den landbouw
te drukkend achtte, en den Minister Mackay, die de ont
werpen verdedigde.
Overeenkomstig de door den heer Muller uitgesproken
meening dat het politiek debat over de Indische begrooting
bij hoofds. X op betere wijz^ kon plants hebbtn dan thans, waarna
de Minister van Kolonien zich ten alien tijde tot debat be
reid verklaarde, werd over die begrooting geene discussie ge
voerd en deze zonder stemming goedgekeurd.
De Kamer ging tot 13 Januari uiteen.
Wij herinneren ons een scenewelke ons door
een onzer collega's, die er van hield in de achter-
buurten van een onzer groote steden rond te zwer-
ven, om het volksleven te leeren kennen, werd
medegedeeld. Hij vroeg aan een vrouw, die hem
welwillend tal van inlichtingen had verschaft, zoo
zonder erg, hoeveel belasting zij wel betaalde. Dat
woord scheen een vreeselijke uitwerking te hebben
zij, die hem zooveel inlichtingen verschaft had en de
behulpzaamheid en dienstvaardigheid in persoon was
geweest, zette zich in postuur, maakte met haar
handen een beweging, of zij juffrouw Poes ware
geworden, en riepzoo, ben jij van de belasting?
waarna zij een verzameling scheldwoorden ten beste
gaf, die onzen vriend een buitensporig hoogen dunk
gaven van hare virtuosi teit op dat gebied zeg dan
aan den ontvanger en z\jn rakkers, dat hier geen
roode cent te halen is."
Deze geschiedenis kwam ons weer in de gedachte
toen wij vernamen, hoe de Spanjaarden met de ont-
vangers omspringen. Is het ontvangerschap in ons
vaderland geen baantje, als men te doen krijgt met
lieve vrouwtjes zooals onze collega er eene ontmoet-
te, dan komen wij tot de overtuiging, dat het in
S P A N J E
nog veel minder begeerlijk is. Uit de berichten,
die van daar tot ons komen, hooren wij, dat het
daar niet bij bedreigingen blijft, maar dat het er
zoo grof toegaat, dat de ontvanger, met de militaire
macht bij zich, de dubbeltjes moet zien te krijgen.
Dit is gtbeurd anno Domine 1889 in de provincie
Saragossa.
Ook keizer van
B RAZILIE
is geen baantje. Als een ambtenaar zijn vaderland
trouw en eerlijk dient, krijgt hij pensioen. Als men
vijftig jaar lang zijn vaderland als keizer dient,
en zijn verdiend loon offert aan instellingen ten
algemeenen nutte, of aan werken van liefdadigheid, en
daarna weg wordt gestuurd, heeft men natuurlijk
de hangende zaken af te doen, en na afloop daar-
van zouden zij samen terugkeeren.
Zij wilde naar haar man vliegen, om hem op
te passen doch aan het slot van den brief stond
z/Wacht tot ik terug kom, liefste, want ziek of ge.
zond, in elk geval, ik kom terug met Punter, waarna
wij samen in rust en vrcde aan den oever van de
rivier, bij uw vader, weer op ons verhaal zullenkomen.
En zoo wachtte zij, geslingerd tusschen hoop
en vrees, de toekomst af, voortdurend in zenuw-
achtige spanning verkeerende. Dagen gingen er
voorbij zonder tijding. Twee maal schreef zij aan
haar man, en kreeg geen antwoord; worstelend
tegen de schrikkelijke vrees, die zich van haar
meester maakte, poogde zij zich gerust te stellen
met de hoop, dat hear brieven hem niet waren
geworden, om dat hij reeds op de terugreis was.
Eindelijk kwam majoor Punter terugmaar alleen.
Zij vloog hem tegemoet met de wanhoop op
het gelaat.
z/Waar is mijn man waar is hij waar-
om is h'j niet meegekomen vroeg zij snikkend.
De majoor zag haar sprakeloos aan, zij merkte
op, dat. hij heel ernstig keek.
//Zeg iriij toch, is hij ziek?" riep zij hartstoch-
telijk, ,/ja, ik zie het wel, hij is ziek."
z/Hij is heel erg ziek geweest," sprak de majoor
plechtig. „Mevrouw Carstairs, ik ben belast met de
vreeselijke taak, om een beroep te doen op uw
verstand, waardoor gij alleen in staat zult zijn, een
treurige tijding gelaten te dragen uw man is
doodziek helaas mevrouw hij is reeds dood."
Claribel uitte een vreeselijken gil, en viel in
onmacht. (Wordt vervolgdj