Het geheim van een fader N°. 12. Eerste Jaargang. Zaterdao; 25 Jannari 1RQO. VERMETEL SPEL. 13 O 3XT BINNENLAND. Abonnementspry s: Versehijnt WOENSDAG en ZATERDAG. Uitgever: C. J. BLOMMEIDAL, Boterstraat, E, 342, SOHIBDAM. Prijs der Advertentien voor het Preuiiewerk: FJsaiijXjEiTosr. KAREL VAN OUWERSCH1E. DE SCHIEDAMMER Per drie maanden ,0O franco per post. 1.— voor bet Bni ten- land 1.65 Afzonderlijke nummers. —.05 Van 1—5 regels/— .60. Iedere regel meer. 10 Groote letters naar plaatsruimte. Driemaal plaatsing wordt tegen tweemaal berekend. Familiebericiitenper annonce f.40 Dienst AANBTEDINGKN AANVKAGEN -.35 Oorspr. Roman van Mevrouw SILVE, is afgedrukt in ons nommer van Zaterdag, 18 Januari j.l. Zij die hiervan wenschen gebruik te maken gelieven te zorgen, dat de Boil ingevuld en vergezeld van 40 of 50 cents voor 31 Januari aan ons Bureau bezorgd is. De aflevering geschiedt in de eerste dagen van Februari. DE UITGEVER. Z. M. de Koning en H. M. de Koningin hebben van Hd. bijzondere belangstelling blijk ge- geven door het beschermheerschap te aanvaarden van de tentoonstelliug ter voorkoming van ongeluk- ken in fabrieken en werkplaatsen, die in de maanden Juni, Juli en Augustus in het ,/Paleis voor Volks- vlijt" te Amsterdam zal gehouden worden. Men meldt uit den Haag, dat de Voorzitter der Tweede Kamer hersteld is, en dat de Kamer denkelijk tegen 18 Februari bijeengeroepen zal wor den. Voor deze bijeenkomst verwacht men het antwoord op het verslag over de belastingvoorstel- lenBorgesius c. s. Weldra zal het afdeelingsverslag over het voor- stelBahlman (graanrechten) inkomeu. Oorlog. Men onthield zich in de afdeelingen der Eerste Kamer van meer uitvoerige gedachtenwisseling over het hoofdstuk zelf, met het oog op de te verwach- ten voorstellen, betreffende de verliooging onzer weerbaarheid. Men hoopte, dat deze voorstellen spoedig de Vertegenwoordiging zouden bereiken. In eene andere afdeeling hadden enkele leden be- zwaar deze begrooting goed te keuren. Zij zagen niet in, dat ons vaderland verdedigbaar was bij de groo te uitgebreidheid, die men blijft geven aan onze li- nien. Z66 uitgebrei.le liuien waren niet behoor- lijk te verdedigen. Zij wenschlen een stelsel van meerdere concentratie en vroegen, waarom ook Utrecht niet prijs zoude worden gegeven, wanneer toch ook de overige gewesten buiteu verdediging worden gelaten. Deze meening bleef niet zonder tegenspraak. Men achtte ons land zeer goed verdedigbaar, al zoude die verdediging aanzienlijke offers vorderen. De posterijen in de Eerste Kamer. Bij de bespreking van het belang der Zondags- rust met betrekking speciaal tot den postdienst, waarschuwden in de afdeelingen der Eerste Kamer sommigen tegen al te groote beperking, waardoor het publiek belang zijne schade kon lijden. Het denk- beeld werd geopperd, om voor brieven, die op Zoridag moesten besteld worden, bijzondere postzegels, b.v. van 2£ cent, te bezigen, zoodat men dan wist, welke brieven tot Maandag kondert blijven liggen. Overigens kon zoo meende men de dienst voor het persoueel verlicht worden door het aan- stellen van meerdere beambten en zoodoende den dienst te verdeelen. Aangemoedigd werd de Re- geering in haar streven tot lotsverbetering van de mindere beambten, vooral van de postboden en brievengaarders. Voor den bekenden beambte bij de posterijen te Warffum werd een jaarlijks terug- keerende gratificatie verlangd.# Het minimum gewicht van de drukwerken, voor een halve cent verzonden, wilde men tot 40 gram verhoogd hebben. Wettelijke regeling van den telefoondienst werd gevraagd. De Kamer van koophandel te Apeldoorn heeft een adres gezonden aan de Tweede Kamer, waarbij zij er op aandringt, de voorgestelde wet van mr. B. M. Bahlmann, #ter voorziening in den kwijnenden toestaud van sommige takken van land- bouw," niet tot wet te willen verheffen, en wel op de volgende gronden dat de geheele Veluwe eene graau-invoerende streek is, daar men de op- brengst van den bodem het voordeeligst kan ver- krijgen door indirecten korenverkoop, nl. door vleesch- productie in den vorm van vette varkeDS enz. Voor de arbeidende klasse is deze graanbelasting eene broodbelasting te noemenbeter zou men doen, door het eerste levensonderhoud, het brood, zoo goedkoop mogelijk te maken. //Lodgers" hebben er aan te denken, dat zij zich vodr 15 Februari hebben aan te melden, wanneer zij op de kiezerslijsten willen gebracht worden, ook wanneer zij er ten vorigen jare op gestaan hebben. Herhaaldelijk is in den laatsten tijd de vraag gesteld, of kleermakers, schoenmakers, naaisters enz. des avonds na 7 uren (voor de naaisters, die des voormiddags te 8 uren met de werkzaamhedeu doen beginnen, des avonds na 8 uren) door de bij de wet beschermde personen de afgewerkte goederen bij de klanten mogen laten thuis bezorgen. Naar aanlei- ding daarvan doet ieinand in de ,/Gemeentestem" de volgende vraag ,/Mag een schoen maker zijn 14 jarigen leerjongen, die niet bij hem inwoont, des avonds na 7 uren nog schoenen bij de klanten laten thuis brengen Daarop antwoordt de redactie z/Het ontkennend antwoord op de gedane vraag volgt van zelf uit de omstandigheid, dat bedoelde leerjongen niet bij zijn meester inwoont. Om dus niet in overtreding der wet te komen is het den werkgi-vers aanbevolen, de afgewerkte goederen des avonds na de gewone arbeidsuren niet door de bij wet beschermde personen bij de klanten te doen thuisbezorgen en hen zelfs die uren geen bood- schappen meer voor bet bedrijf tedoen verrichten. Men schrijft uit Londen aan het Ar. v. d. D: Natuurlijk neraen de vooruitzichten voor de we- deropening van den vrijen veehandel lusschen Ne- derland en Engeland met den dag toe. ledereen, die met de omstandigheden bekend is, weet ook, dat, naarmate het mond- en klauwzeer in Duitsch- land verder van de Nederlandsche grenzen wijkt, het voorwendsel, krachtens 't welk Engeland de belemmerende bepalingen tegenover ons handhaaft, verdwijnt, totdat eindelijk het punt bereikt wordt, waarop men gevoegelijk wel niet anders kan doen dan ze intrekken. Dit voorwendsel is nu eenmaal gebruikt, en men mag trachten ons zoolang mo gelijk uit te sluiten is eenmaal het //gevaar'' ver genoeg geweken, dan hernemen wij opnieuw onze oude rechten. Wat de landbouwers in Groot-Brittanie thans trachten te bereiken, is een geheel verbod van den invoer van ailes wat als slachtvee wordt ingevoerd. Men wil de vreeiudelingen dwingen niet langer levend vee te zenden. Het onderwerp werd in de laatste weken aanhoudend in de Times en in de verschillende Engelsche landbouwbladen bespro- ken, en uit alles blijkt, dat men dezen weg uit wil. Een groote woordenslrijd begon in de Times over het voorstel om te beginnen met den invoer van levend vee uit Ierland te verbieden of althans de eerste maatregt-len te nemen voor den invoer van een handel in geslacht vleesch van daar. De heer Moreton Tewen kwam krachtig hiertegen op. Hij voerde aan, dat zulk een maatregel noodlot- tig zou zijn voor den Ierschen veehandel, dat het vleesch bij vervoer indroogt, dat Londen en ande re groote steden den „afval" der slachterijen zou den verliezen, die thans voor de behoeftigen zulk een goedkoop voedsel vormt, en dat de verbrui- kers, vooral in den zomer, levend vee en geen geslacht vee vragen. Al deze argumenten, die natuurlijk ook geheel eft al voor onzen veehandel gelden, werden door zekeren Heer Tallerman in alle opzichlen bestreden. Men schrijft uit Den Haag In alle dagbladen is melding gemaakt van het groote bedrag, waarvoor leden der Witte Societeit ingeschreven hebben op de door commissarissen uil geschreven amortisatie-leening. Het cijfer is te groot om te onthouden, rnaar ik meen, dat voor elken gevraagden gulden zoowat een half millioen was aangeboden. De zaak was natuurlijk eene aar- digheid, maar meer nog dan met haar, beb ik mij geamuseerd met de bespiegelingen, die ik er over in de cou'anten heb gelezen. Een moralist, wiens spijsverteringsorganen blijkbaar niet in orde zijn, meende, dat zulk een buiteusporiginschrijven inoest ge- straft worden, door aan de uitschrij vers der geldleening de bevoegdheid te geven de inschrijvers aan bun aan bod te liouden. Dwazer kan het al niet 1 Wat zouden de commissarissen van de Witte Societeit, die f 250.000 noodig hebben, met honderd dui- zend millioen beginnen Hun gebouw afbreken en 't in goud, zilver en edelgesteente weer optrek- ken misschien of wel, dit sommetje verdeelen, zoodat alle le len milli-millionairs werden, waarnaast de Rothschilds en de van der Bilten als bedelaars zouden staan Eigenlijk begrijp ik niet best, wat de buitenwereld met onze societeitsgr. open te ma ken heeflwanneer wij ons zelf en e.kander on- derling op voor ons en anderen volkomen onscha- delijke wijze vermaken, dan behoeft Jan of Piet er toch niet dadelijk bij te komen om met een door de constipatie beklemde stem te roepen dat mag nietdat is ongepermiteerddaar moest iets aan gedaan worden Er zijn al behoeven wij societeitsleden ons nog niet volmaakt te achten dingen, die meer de ergernis verdienen dan deze. Daar hebt ge bij- voorbeeld dat geval van het betooverd kind onder den rook van Amsterdam. Ook onder den rook van den Haag vindt men dergelijke dingen. Kort geleden nog, kwam het onder 's Gravenzande of Naaldwijk voor, dat, van een aan den Maasdijk wonend gezin een van de kinderen ziek geworden en, volgens de uitspraak van den ,/duivelbanner", betooverd of betjoend was. De plechtigheid met den zwarten haan werd door dezen opperpriester der geheime wetenscliap in het huisje verricht, en op een gegeven oogenblik moest de toovenaar of too- verheks binnentredeD, die dan een warm onthaal bij de aanwezige vrienden en geburen vinden zou en gedwongen worden de betoovering te doen ophouden. Het oogenblik was gekomen, de deur gaat open, en binnen treedtde burgemeester der ge- meente, die zijne tournee maakt langs den Maasdijk en bij het duivelbannend gezelschap vuur vraagt voor zijne sigaar of in 't voorbijgaan een praatje komt maken. Tableau Dit plolseling tegenover elkander staan, van den drager van het wettig ge- zag in de moderne maatschappij en debekrompen- lieid en domheid der duistere middeleeuwen, bracht zelfs de welgezinde duivelbanuers van de wijs, en verhinderde hen hunne goede voornemens tegen den betjoender op den burgemeester ten uitvoer te leggen. Te Hoorn, waar de influenza zeer hevig heerscht, begint de ziekte langzamerhand af te nemen. Opmerkelijk is het, dat in de Rijkswerkinrichting met ruim 575 verpleegden, geen enkel geval van griep is voorgekomen. In de week van 29 December tot 4 Januari overleden te Amsterdam 219; van 5 tot 11 Jan. 362; van 12 tot 19 Jan. 466 personen. Onbekende ziek ten der ademhalingsorganen en longonlsteking eischten de meeste offers. Terwijl in gewone tijden het sterfte cijfer 29.9 op de 1000 is, bedroeg dit cijfer van 5 tot 11 Januari 50.3, en van 12 tot 19 Januari 64.1 od de 1000. v 12) NAAR HET ENGELSCH BEWERKT DOOR Toeu stond zij op, keek den onbekende scherp aan, en herkende inspecteur Gleddow. Zij gingen uaar een stillen hoek. //Wat wilt gij vroeg zij op stroeven toon. /Tijding van den Graaf." z/Hij is dood I" iris dat alles, wat gij weet #Nu ja, hij is zoo dikwijls dood." i/Waar stierf hij hum hum *Ik geloof te Nizza." wis dat alles, wat gij mij kunt vertellen P" z/Dat is alles." z/Veronderstel dat ik beter op de hoogte ware." z/Welnu dan, vertel wat ge weet z/Weet ge wel, dat hij, voor hij stierf, nose trouwde z/Klompje Goud" verbleekte, en sprong terug, alsof zij met een dolk gestoken ware. Een oogen blik was haar adem beklemd, toen riep zij//niet waar z/Wel waar! Hij trouwde onder denzelfden naam waaronder hij stierf Hier hebt ge een copie van de trouwac'.e." z/De schurk," mompelde ,/Klompje Goud" bin nen 's monds. ,/Maar hij zal er voor boeten!" z/Gij twijfeldet nog al aan de waarheid," zeide de inspecteur met een glimlach. ,/Klompje Goud" zeide uiets, scheurde haar balboekje in tweeen, schreef op het eene blad een adres en gaf dat aan den inspecteur. z/Gij weet even goed als ik," zeide zij tusschen hare op elkander geklemde tanden, //dat wat ik u nu openbaar, de ellendeling zelf niet uit mij gekre- gen zou hebben; maar hij heeft mij valsch be- handeld.*' Zij stond op en wikkelde zich in haar bont. Toen zij in haar rijtuig langs de prachtig verlichtte winkels reed, liet zij zich snikkend in de kussens vallen, terwijl tranen haar langs de wangen strooin- den, want zij had dien man bemind. Anderen hadden eer en rijkdom aan haar voeten gelegd, zij had ze afgewezen, uitgelachen, bespot. Maar een man, die haar beheerschte, die haar dwingeland en haar demon was, had zij bemind. Hij was haar eerste en eenigste liefde geweest. Zij had hem bemind met een liefde, die haar hart verteerde en haar leven tot een onstuimige zee maakte. Die liefde zou alleen uitsterven, als zij overging in een even bartstochtelijken haat. En in den nu volgenden nacht geschiedde zulks. XIV. De nieuwe knecht. z/Kijkwat loop je hard, als er op 93 gescheld wordt. Ja, zusjelief, ontken het maar niet, je bent dolgraag bij dien majoor Punter." Met deze woor- den sprak de knecht van de tweede verdieping in CiaribePs hotel, het nette kamermeisje Biddings aan. z/Ik zeide Fiddings, hartelijk lachende. „Wie heeft er ooit zoo iets gehoord P zooeven nog ging de majoor uit, en evenmin nu, als bij andere ge- legenheden, heb ik een woord tegen den man ge- zegd." //I)at is het juist, waarover ik nit mijn humeur benhij streelde je onder je kin en jij zeidet er niets van." z/Hij 1 mij streelen Ja, gij! Anna Marie Fiddings! werd onder de kin gestreeld, en als ik hem er weer op betrap, dan gooi ik hem den trap af. Ontken het nu Ml 1 eens I z/lk zal het niet ontkennen. Ik heb altijd veel van militairen gehouden. Wat zou er van onze altaren en haardsteden worden, zegt de dichter, wanneer er geen militairen waren zeide Anna Marie met vuur. z/Ja! ja 1 een keukenhaard zonder soldaat, als mijnheer en mevrouw uit zijn, is een onding nietwaar P z/Dat wil zeggen," zeide Anna Marie scherp, z/dat zijn hoogheid, de nieuwe knecht, mij de wet wil voorschrijven wat ik doen en laten moethet is mooi, mijnheer is hier pas twee dagen en doet nu reeds alsof hij al twee jaar hier was." z/Als gij een gewone meid waart," zeide de knecht, terwijl hij ijverig poetste, „had ik hier wel twee- honderd jaar kunnen zijn, en dan had iedereen, van af den schoenpoetser tot den hoogste in huis, je onder de kin kunnen strijken en jij hebt een prachtige kin, en zoo kan ik het niet verdragen, dat iemand anders je onder je kin streelt dan ik zelf," en hij voegde maar dadelijk de daad bij het woord. z/Zeg eens 1 Anna Marie, hoe lang denk je wel, dat mevrouw Carstairs hier nog blijft //Och! lieve jongen, ik geloof, dat dit niet lang meer zal duren," riep Anna Marie met een zucht. //O! Johan als ik haar zie, krimpt mijn hart wel eens weg. Toen zij hier een maand geleden voor het eerst kwam, was zij zoo vroolijk en blij, omdat zij dacht, dat haar man elken dag zou komenin plaats nu dat hij kwam, bracht majoor Punter de boodschap/Mijnheer Carstairs is dood en begraven in een vreemd land //Ja", zeide de nieuwe knecht op medelijdenden toon, //het moet voor haar een verschrikkelijken slag zijn geweest, het arme vrouwtje z/En dan", zeide Anna Marie, die, als men het over Claribel had, altijd in vuur geraakte, ,/och zij is zoo'n allerliefste dame. Zij vraagt mij nooit iets, zonder eerstals je blieft Anna Marie, te zeggen; en hebt gij het gedaan, dan klinkt het: ik dank uen dan lacht zij u zoo vriendelijk toe. Zulk een beleefde dame, bij wie je aaD al haar doen en laten kunt zien, dat ze van goede afkomst is, bedien je voor je pleizier." Anna Marie had wel een beperkten gezichtskring, maar zij sloeg den spijker toch op den kop. Het zekerste kenmerk van een welopgevoed mensch, is die hoffelijkheid tegenover minderen, die de parvenu nooit anders dan tegenover hen, die een trap hooger op den maatschappelijken ladder staan, in acht neemt. Anna Marie vervolgde nu z/Zie eens, hoe zij van die kleine Dolly Danvers houdt, die hier bij haar tante is. Juist omdat dit kind haar vader en moeder verloren heeft, schijnt zij er zoo van te houden. Ik geloof, dat de

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

De Schiedammer | 1890 | | pagina 1