Het getieim van een Vader
N°. 13. Eerste Jaargang.
Woensdas: 20 Januari 1S0O.
VERMETEL SPEL.
33e BON
BINNENLAND.
Abonnementsprjjs:
Verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG.
Uitgever:
C. J. BLOMMEHDAL,
Boterstraat, E, 342,
SOHIBDAM.
Prijs der Advertentien
Van 1—5 rogols .50. Iedere regel meer. .10
Groote letters naar plaatsruimte.
voor het Premicwerk
KAREL VAN OUWERSCH1E.
DE SCHIEDAMMER.
Per drie maanden.00
franco per poet. 1.
voor het Bniten-
land 1.55
Afzonderlijke nummers. .05
M
M
Driemaal plaatsing wordt tegen tweemaal berekend.
Familieberichtenper annonce —.40
Dienst
AAKBIEDINGEN
AANTUAGEN
-.S5
Oorspr. Roman van Mevrouw SILVE,
is afgedrukt in ons nomrner van Zaterdag, 18
Januari j.l. Zij die hiervan wenschen gebruik te
maken gelieven te zorgen, dat de Bon ingevuld
en vergezeld van 40 of 50 cents voor 31 Januari
aan ons Bureau bezorgd is. De aflevering geschiedt
in de eerste dagen van Februari.
T)E UITGEVER.
In zijn memorie van antwoord op bet verslag
der Eerste Kamer zegt de minister van ooilog, dat
ons land zeer goed verdedigbaar is. Hij vertrouwt,
dat de offers, daarvoor gevorderd, gewillig zouden
worden gebracbt. De Hollandsche waterlinie, over
de te groote uitgestrektheid waarvan men waar-
schijnlijk een ongunstig oordeel vormde, is zeer goed
te verdedigen, mits de vereischte levende strijdkrach-
ten aanwezig zijn. Meerdere concentratie van ver-
dedigiug als bij de wet van 1874 is geschied, zou
belangrijke besteede sommen als nutteloos besteed
maken en geen vermindering van jaarlijksche uit-
gaven met zich brengen. De minister bestrijdt de
meening, als zou het buiten de verdedigingslinien
gelegen deel des lands voetstoots aan iederen aan-
valler worden prijsgegeven. Het ligt wel degelijk in
de bedoeling ook dat te verdedigen, doch daarvoor
dient de toestand onzer levende strijdkrachten gun-
stiger te worden. Schoot men dan nog tekort tegen-
over een overmachtigen vijand, dan zijn de verdedi
gingslinien daar, om verder voortrukken te beletten.
Ten aanzien vail de remonte deelt hij mede, dat
het aantal aangeschafte paarden kleiner is dan vroeger,
omdat niet alle vroeger aangekochte paarden geschikt
bleken. Met de binnenlandscbe remonteering wenscht
hij geregeld voort te gaan en langs dezen weg de
paarden voor het remonte-depot, althans voor een deel,
te verkrijgen. Buitenlandsche remonteering heeft
schaduwzijden. Er zal naar getracht worden, daarvan,
althans wat de artilleriepaarden betreft, geheel af
te zien.
Aangaande de plaats waar het remonte-depot moet
zijn gevestigd, geeft de minister te kennen, dat
Milingen daartoe zeer geschikt is. Mocht echter blij-
ken, dat een deel der vrij gekomen terreinen van het
voormalig rijksgesticht Ommerschans gunstiger is,
dan zal de verplaatsing daarheen, of de vestiging
van een tweede depot aldaar, worden overwogen.
In dat geval zal het gevraagde crediet voor de uit-
breiding van het depot te Millingen niet besteed en
gelden voor een depot te Ommerschans worden
aangevraagd.
De Minister van Waterstaat enz. deelt in
zijn antwoord op bet begrootingsverslag der Eerste
Kamer mede, dat weldra een voorstel tot herzienirig
van de postwet de Tweede Kamer zal bereiken,
waarbij zal voorgesteld worden, verhooging van het
maximumgewicht van gedrukte stukken, die voor
4 cent port mogen worden verzonden, alsook, dat
bij de wettelijke regeling van den telefoondienst
weder ter hand zal nemen.
De veranderingen, welke de vergar'erzaal van
de Tweede Kamer thans ondergaat, mogen eerder
eene restauratie worden geheeten. Deze is echter
over twee zbtingen verieeld. Thans worden alle
zetels en tafels opnieuw bekleed, niet met groen
laken rnaar met bronskleurig fluweel.
Op 't einde van dit jaar zullen de troon en het
bureau van den Voorzitter geheel van aan
zien veranderen. Beiden zullen dan in den stijl
Louis XV op prachtige wijze worden ingericht.
Het tegenwoordig tapijt zal vervangen worden
door een van Perzisch dessin.
Door den minister van financien is aan den
architect P. J. H. Cuijpers opgedragen de vervaar-
diging eener teekening voor nieuwe muntbiljetten,
die iets kleiner zullen zijn dan de bestaande.
Het bedrag der belastbare opbrengst van de
ongebouwde eigendommen bedroeg op 20 October
jl. in ons land f 46.505.795 (zonder de centen)
en in Zuid-Holland f 7.145.748, tegen resp.
f 46.520.014 en f 7.143.602 op dien datum van
1888.
De te heffen belasting voor 1890 beloopt
f 5 545.090, waarvan voor onze provincie f 923.663.
De conclusie, waartoe men langzamerhand
tamelijk algemeen komt, is deze dat de groote,
fameus mooi ingerichte volkstelling vrijwel mislukt
zal blijken te zijn, daar de fraaie telkaarten met
hare anderhalf dozijn vragen voor den eenvoudigen
man veel te geleerd, te ingewikkeld werden inge
richt en tot noodeloozen omslag voerden.
De ingezetenen te 'sHage, bij wie men vergat
de kaarten af te halen, mogen ze nu, blijkens
publicatie van B. en W., zelf terugbrengen.
Behalve eenige min of meer grappige aardig-
heden heeft de groote volkstelling toch ook zij
't indirect wel eenig nut opgeleverd. Een
teller deelt nl. (in de N. R. Ct.) eenige opmer-
kingen mede, die hij bij zijn ommegang maakte.
Het heeft mij in mijn hart gespeten,schrijft
hij o. a., dat ik zoo doorgaand de Hollandsche
(iramers spreekwoordelijk geworden) netheid ver-
loochend zag. Ik weet niet welken vorm ik er
aan geven moet, maar ik zou willen dat drievierde
der Hollandsche vrouwen, die ik zag, iets over-
namen van de behaagzucht, die hare Fransche
zusters bezielt, ook in het huwelijk eene behaag
zucht, die ten doel heeft, den man een vroolijken
lach op het gelaat te brengen, waar hij zijn wijfje
even frisch en net in den huwelijks- als in den
verlovingstijd ziet. Ik mag niet in bijzonderheden
treden, om niet te onbescheiden van uwe plaats
ruimte gebruik te maken, maar ik kan den totaal-
indruk, dien velen op mij inaakten, niet beter onder
woorden brengen, dan door hetgeen ik voortdurend
meende te hooren ,/Ziezoo, we zijn eenmaal getrouwd,
nu komt het er niet meer op aan En is dat goed
voor de huiselijkheid van den man, voor de toekomst
der kinderen
Verder maakt hij eenige behartenswaardige
opmerkingen over de //arken", waarin de menschen
worden samengeperst, opdat de huiseigenaar toch
maar veel huur van zijn perceel zal maken.
De Keizer van Rusland is, naar verzekerd
wordt, door de Nederlandsche en Fransche regee-
riugen uitgenoodigd, de beslechting als arbiter op
zich te nemen van het tusschen haar gerezen
geschil betreffende de grensregeling van Suriname
en Fransch-Guyana.
In denLeidschen Gemeenteraad werd Donder-
dag het voorstel van eenige Raadsleden, om's Gra-
venstein voor een stadsgehoorzaal te verbouwen,
voorloopig ingetrokken. Een voorstel, om aan de
Fransche gemeente het gebruik van het kerkge-
bouw op te zeggen, werd in handen van het
Dagelijksch Bestuur gesteld, tot een juridisch
onderzoek. Ook dit voorstel staat in verband met
den bouw. Bedoeld kerkgebouw is naast de
afgebrande gehoorzaal gelegen.
De machinale vlaspinnerij te Groningen snort
en bromt weer als naar gewoonte. De werksta-
kers hebben het hoofd in den schoot gelegd en
zijn weder aan het werk getogen. Deze uikomst
is natuurlijk daaraan te wijten, dat men inzag, bij
langer verzet toch niets te winnen, en men tevens
ondervond, hoe moeielijk het is, vooral in dezen
tijd van het jaar, zonder verdiensten te leven.
Intusschen moet ook het tact volte optreden der
directie worden in rekening gebracbt. Met de
grootste openhartigheid heeft zij aan de Redactie
van de Provincial Groninger Courant inzage van
de boeken vergund. De Redactie is daardoor in
staat gesteld geworden te constateeren, dat er wel
boeten worden opgelegd maar ook premien worden
uitgekeerd, en dat de premien meer beloopen dan
de boeten. Zeo stond gedurende de drie laatste
maanden van het vorige jaar in de oude droogzaal
tegenover f 2.35 aan boeten f 24 aan premien, in
de haspelzaal tegenover f 11.17 aan boeten f 35.05
aan premien. Alles tezamen genomen, bedroegen
de boeten zoowat de helft van de premien. Het
uitgebreide en met cijfers volgepropte artikel, waar
in de Redactie verslag van hare bevindingen deed,
eindigde met de volgende woorden
//Het doet tot de quaestie, of billijke loonen ge-
geveu worden niets af, of de betrokken industrie
goede winsten afwerpt of niet; doch natuurlijk
heeft dit op het oordeel van het werkvolk groo-
ten invloed. Men meent, dat de aandeelhouders
zich in weelde baden, en de waarheid is, dat de
Maatschappij zich in de laatste jaren, tengevolge
van de groote concurrentie en van andere voor
hare industrie zeer ongunstige omstandigheden,
slechts met groote moeite en veel inspanning heeft
staande kunnen houden, zoodat aandeelhouders in
de laatste zes jaren, 1883 1888 (de resultaten
van het laatste jaar zijn nog niet bekend) slechts
gemiddeld 3.46 pet. kon worden uitgekeerd, te
zamen in die jaren f 3-0.120. In diezelfde zes
jaren werd alleen aan de werklieden in den vorm
van werkloon uitbetaald f 177.352.46. Deze cij
fers maken kommentaar overbodig."
Men weet, waardoor de werkstaking is uitge-
lokt. Zij is eene vrucht van de nieuwe arbeids-
wet, welke aan de arbeidsters verbiedt langer dan
11 uur te werken, en dus deze stukwerkster, welk
vroeger tot 9 uur konden doorwerken, thans om
7 uur op slraat zendt en zoo van de verdiensten
van twee uur arbeids berooft. Talrijke uitzonde-
ringen zijn er op de vaste regels, die door de wet
gesteld zijn, toegelaten. Te vergeefs hebben di
rectie en //gezamenlijke werklieden der fabriek"
aan de wetgevende macht verzocht, ook hier die
vaste regels niet te doen gelden bepalingen waar
van ongehuwde vrouwen boven de 16 jaar en even-
eens weduwen de noodzakelijkheid niet kunnen in-
zien. De werkgever heeft het goed bedoeld, maar
met goede bedoelingen alleen komt men niet ver.
Belangrijke cijfers
In het jaar 1889 was de aanvoer van zeevisch
te Harlingen als volgt3,365,800 stuks haring,
219,840 st. schelvisch, 2533 st. kabeljauw, 61,072
st. rog, 39,421 st. tong, 6814 st. tarbotten en
grieten, 700 st. flinten, 12,000 st. bliek, 5 st.
steur, 51 st. zalmen, 500 st. groote zeehanen,
109,342^ KG. bakschol, 25,675 KG. scharren,
1322^ KG. bot, 700 KG. groote schol, 78,440
balen mosselen, 8521 balen cockles. 7886 balen
alikruiken, 391 manden garnalen, 17 manden bete-
lingen, 69 manden kleine zeehanen, 10 id. pieter-
mannen, 44 bakken paling.
De haring, alsook de bliek, flinten, scharren,
kleine zeehanen en pietermannen gingen grooten-
deels naar de rookerijen alhier. De schelvisch,
kabeljauw, tong, tarbot en grieten werden bijna
uitsluitend door opkoopers naar onderscheidene
plaatsen in Nederland verzonden, terwijl rog en
steur meest naar Belgie gingen.
De mosselen, cockles, alikruiken, garnalen, paling
en oesters, werden alle naar Londen en Hull ver-
scheept.
Naar het D. v. Z.-H. verneemt, heeft de
heer J. Cock, een der bij de spoorwegramp te
Ruinerwold zwaarst gekwetsten, thans van de maat
schappij tot exploitatie van staatsspoorwegen de som
van f 50.000 als schadevergoeding ontvangen. De
heer Cock, voorheen een krachtig'jongmensch, p. m.
25 jaren, oefende een bloeienden stroohandel
FUUILXiBTON.
13) NAAR HET EnGELSCH BEWERKT DOOR
De oogen van de goedhartige meid werden voch-
tig, zij moest ze met de hand afvegen.
Om haar te troosten pakte de nieuwe knecht
haar om het middel, en zeide vleiend
vZeg eens, Anna Mariehoe zou je dat beval-
len, de eene maand vrijster, en de andere maand
bruid Dat is beter. Kom wat zeg je?"
,/Ga toch heen, stoutert 1" riep Anna Marie,
maar rukte zich toch niet los.
(,Hedan een lief huisje in het groen buiten
London, een lief tentwagentje, zwart met rood
afgezet, een vlugge hit er voor, nu en dan eens
samen een portie biefstuk met ale in de restauratie
gebruiken, maar Zaterdag* 's avonds aan het hoekje
van den haard, het nieuws van de week met
elkauder bepraten. Dat is je voorland."
De electrische schel had al eenige oogenblikken
als razeud in den gang gerinkeld met een zucht
vloog Anna Marie de trap op, waDt dat voorland,
met dat mooie luchtkasteel in het groen, scheen
haar heel best te bevallen.
De nieuwe knecht stond een oogenblik in diep
gepeins; blijkbaar tooverde hij zich ook datzelfde
luchtkasteel voor den geest, dat hij Anna Marie
voorgespiegeld had. Toen schudde hij krachtig
zijn hoofd en riep
z/OpgepastTe drommel, dat had ik nooit van
je gedachtGelukkig, dat al de mooie gezichtjes
ter wereld geen spaak in het wiel kunnen steken."
Claribel en Dolly Danvers kwamen binnen, en
de nieuwe bediende schoof de kamer uit.
Toen Claribel in haar stoel neerviel en haar
gtlaat in haar zakdoek verborg, om haar tranen,
die weder te voorschijn kwamen, af te vegen, klom
Dolly op haar schoot, en haar kleine armen om
haar slaande, fluisterde zij
^Mevrouw Carstairs, huil nu asjeblieft niet meer.
Als u zoo huilt moet ik ook hufilen.''
z/Lieveling riep Claribel al weenend, //och ik
heb toch zoo'n verdriet
z/De meeste menschen, die lief en vriendelijk zijn,
hebben verdriet," zei Dolly in gedachten verzonken.
z/Ach, het is misschien juist, omdat zij verdriet
hebben, dat zij lief en vriendelijk zijn," zeide Cla
ribel, de kleine aanhalende.
Het was zoo'n troost voor haar, die kleine bij
zich te hebbenhaar kinderlijk gekeuvel, haar
medelijden en liefde goten balsem in de wond van
Claribel. Als wij in de oogen der onschuldige
kinderen kijken, schijnt de hemel niet zoo ver meer.
vJe houdt van mij Dolly, niet waar?" vroeg
Claribel, en tot antwoord omarmde de kleine haar
z66, dat er indrukken in de poezele armpjes kwamen.
,/Ik houd van U," zeide Dolly. ,/Sedert de
engeltjes ma hebben weggenomen, heb ik nog nooit
van ieinand zoo veel gehouden. Gij zijt zoo heel
anders als andere menschen, die wel eens knorren
en boos zijn. Omevrouw Carstairs, ik wou eerst
wel ma terug hebben, maar, als dat niet kan,
dan zou ik wel altijd bij u willen blijven." En
Dolly's groote oogen werden nog grooter bij deze
gedachte.
Claribel streek het golvende, blonde haar van
het kind glad en kuste haar hartelijk. //Lieveling
hernam zij, //misschien gaan wij, heel ver van hier,
samen wonen in een oud maar lief huisje, waar
de rozen tegen de muren opklimmen, aan de oevers
van een breede rivier, waarin het zonnetje zich
spiegelt, en waarover scheepjes met helder witte
zeilen varen. Daar zijn velden, waarop goud ge-
strooid schijnt door al de boterbloemen, of die als
met sneeuw bedekt schijnen door al de madeliefjes.
Daar zingt de leeuwerik 's morgens zoo hoog in de
lucht, dat gij hem haast niet zien en nog maar
even hooren kunten als de avond valt, ziet gij
de kraaien moede naar haar nesten vliegen, die zij
in de groote eiken en olmen hebben gemaakt,
welke hunne schaduwen over de helder groene,
golvende weilanden werpen."
Dolly klapte in haar handjes bij dit heerlijke
vooruitzicht, maar opeens keek zij bedrukt, en
zeide
z/Ik geloof, dat de griffier het niet zal toestaan
z/Wie is dat?" vroeg Claribel.
«0hij is alles, weet u, behalve rechter."
Claribel stond verbaasd. Toen zeide Dolly
//U moet weten, ik ben een pupil van de kan-
selarij, want ik sta onder voogdij van de recht-
bank. Ik kan dat niet helpen. Dat is niet altijd
zoo geweest, maar toen mama stierf, gaven zij mij
aan de rechtbank over. Ik denk, dat er geld in
het spel is, dat ik, als ik grooter ben, zal krijgen.
Weet u, tante (papa's zuster) en oom Johan (ma
ma's broer) zijn daarover aan het procedeeren,
ofschoon zij tegen mij zoo vriendelijk raogelijk
zijn. Ik heb er geen verstand van, maar ik meen,
dat ik nog lang onder voogdijschap der rechtbank
blijf. Ik meen wel, totdat ik een en twintig
jaar ben."
z/Wel, wanneer het moet, zullen wij met tante
naar dien griffier gaan, en dan zullen wij hem
vragen, of je bij mij mag blijven. Komlieverl!"
zeide Claribel, //laat ik je nu eens aan je moeie-
lijke lessen helpen."
Dolly werd, als uit den hemel, weer naar de
aardsche beslommeringen teruggevoerd. Zij her-
innerde zich die vervelende leerboeken, die in de
kamer van Majoor Punter lagen te zwerven.
z/Laat ons gaanzeide Dolly echter, recht
blijde nu hulp te krijgen. De luie Majoor wilde
mij helpen, maar moest het opgeven, toen wij aan
het rekenen gingen. De gewone breuken, zeide
hijwaren meer dan gewoonzij waren ge-
meen."
Hand aan hand verlieten zij de kamer. Nauwe-
lijks waren zij weg of Majoor Punter trad binnen.
Hij wierp een Snellen blik om zich en bemerkende,
dat de kamer ledig was, wenkte hij iemand, die
op de trap stond te wachten.
In een wip was Dudley Carstairs in de kamer.
XV. De geliefde doode.
Dudley was als een dief binnen geslopen hij
wierp een scherpen blik door de kamer van Clari
bel, en zeide tot Punter
z/Maak, dat je zoo gauw mogelijk wegkomt
zie het zoo aan te leggen, dat zij hier komt.
Door welke deur kan ik in jou kamer komen P"