N°. 14. Eerste Jaargang.
Zaterdaa* 1 Febrnari 1S0O.
VERMETEL SPEL.
BINNENLAND.
Abonnementsprijs:
Per drie maanden.0O
franco per post. 1.
voor Het Buiten-
land1.55
Afzonderlijke nnmmers. .05
Versehijnt WOENSDAG en ZATERDAG.
Uitgever:
C. J. BLOMMEHDAL,
Boterstraat, E, 342,
SCHIEDAM.
Prijs der Advertentien
Van 1—6 regels —.50. Iedere regel meer.10
Groote letters naar plaatsruimte.
Driemaal plaatsing wordt tegen tweemaal berekend.
Familieberichtenper annonce —.40
Dienst
,-.S5
Men schrijft uit Apeldoorn ran 27 Januari
Dat H.K.II. Prinses Wilhelinina in zooverre
hersteld was, dat H. D. al Haar lessen heeft
kunnen hervatten, werd reeds vroeger gemeld.
Nu dezen middag reed H. K. H. om half twee
voor het eerst uit en kwam om 2 uur op het
Paleis terug. Gerust mag hieruit dus worden
afgeleid, dat H.K.II. geheel hersteld is.
H.M. de Koningin moet zich echter door een
lichte ongesteldheid, zware vcrkoudheid, sedert
eenige dagen ontzien.
Niettegenstaande er door een half dozijn
kiesvereenigingen heel wat drukte over is gemaakt,
kwamen Dinsdag te Amsterdam slechts 4858 van
de 19.387 kiezers op ter benoeming van een lid
der Prov. Staten.
Gekozen is de heer Kalff (lib.) met 2517 stem-
men. De heer Aug. Hendrichs (kath.) had 1474,
de heer Hovy (anti-rev.) 716 steramen.
Volgens den Delftschen studentenalmanak
zijn aan de Polytechnische School voor het cur-
susjaar 1889/90 ingeschreven 237 studenten, van
welke 161 leden zijn van het korps. Van die 237
studeeren voor civiel-ingenieur 33, burgerlijk ing.
1, werktuigkundig ing. 54, mijn-ing. 11, scheeps-
bouwkundig ing. 2, technoloog 13, civiel en bouwk.
ing. 33civiel bouwk. en werktuigk. ing. 1
scheepsb. en werkt. ing. 13, civiel en werkt. ing.
2, mijn en werkt. ing. 1, werkt. ing. en ijker 1,
technoloog en ijker 1 en verschillende studie-
vakken 69.
Voor 1 Juli moeten de provinciale griffien
gereed zijn met haar deel in den arbeid der volks-
telling en de uitkomsteu daarvan, aan hetdeparte-
ment van Binnenl. Zakeu zijn toegezonden.
De afd. Rotterdam, Schiedam en omstreken
der Holl. Maatschappij van Landbouw heeft in een
adres aan de Tweede Kamer gewezen op het recht,
dat, indien de landbouw zou moeten beschermd
worden, de veehouders aanspraak hebben zouden, om
evenzeer te worden bevoordeeld, als het voorstel-
Balhman nu de graanbouwers wil doen.
Gelijk recht vraagt het adres voor alienmoet
er werkelijk hulp verleend worden, hetwelk het
echter ontkent, dan hebben de gebruikers van de
1,300,000 bunders grasland evenveel aanspraak
daarop, als die van 860,000 bunders bouwland
van welke het wetsontwerp eigenlijk nog slechts
de helft zou onderstennen.
//Terwijl het eene groote onbillijkheid mag heeten,
dat tot eene twijfelachtige bevoordeeliug van enkelen
het geheele Nederlandsche volk, en van dit wel
voornamelijk het minder bevoorrechte gedeelte, in
den vorm van verhoogde broodprijzen, belasting
moet betalen, zal op geen bedrijf die druk zoo
zwaar gevoeld worden, als op dat van den veeboer",
zegt het adres, dat concludeert tot verwerping van
het voorstel.
De schippersvereeniging //Schuttevaer" hield
eergisteren te Rotterdam hare algemeene vergadering.
Niet minder dan 41 belangen der schipperij
stonden op de agenda, kwamen ook werkelijk aan
de orde en werden zelfs alien afgedaan. Onder
de genomen besluiten behooren de volgende lo.
bij de regeering aan te vragen, eene sleepboot
beschikbaar te stellen aan de Noordergeul met het
oog op het nog met 70 meter verleugen van den
strekdam2o. de bevoegde autoriteit te ver-
zoeken, het licht op de punt van Rozenburg te
voorzien van een roede ruit tot betere verkenning
bij het inloopen van de Noordergeul3o. nog-
maals aan de Rhijnspoorweg-maatsch. te verzoeken, bij
nacht een licht te plaatsen op de spoorwegbrug te
Voorburg, omdat het seinlicht niet aan het doel be-
antwoordt4o. andermaal pogingen aan te wen-
den tot verkrijging van abonnementstarief te
's Gravenhage, daar hetgeen er thaus wordt betaald
door de schipperij enorm hoog isen 5o. zich
tot het gemeentebestuur van Delft te wenden met
verzoek om de hooge heffing van havengeld voor
doorvarende schippers, die niet laden of lossen,
alzoo geen kade gebruiken, te verminderen en een
jaarbriefje uit te reiken aan hen, die bij voorbeeld
dagelijks of meermalen passeeren, voor een derde
van het thans bestaande tarief.
De commissie voor volks- en schoolbaden te
Haarlem, heeft aan den gemeenteraad een adres
gericht, houdende verzoek om aan de nieuw te
bouwen openbare school een inrichting tot het
verstrekken van douchebaden aan schoolkinderen
toe te voegen.
De kustwacht te Kijkduin rapporteert, dat
hij Zondagmiddag, omstreeks 4 uur, een groot schip
met voile zeilen uit zee op de Zuidergronden heeft
zien aanstormen. Weinige oogenblikken later was
het op den Amerikaanschen bol gestrand. Om
half vijf vertrok de sleepboot Hercules, met de
reddingboot op sleeptouw, van Nieuwediep naar de
strandingsplaats. Daar aangekomen, was echter,
aldus schrijft men, niets meer van het schip te
ontdekken. Men vermoedt, dat het onmiddellijk
met man en muis is verongelukt. Omtrent naam
of nationaliteit is tot heden niets bekend geworden.
Men meldt uit Callantsoog van 26 Januari:
Gisteren nacht te ongeveer twee uren geraakte
op het strand het ijzeren 2500 tons viermastschip
Loch Moidarl, van Glasgow, komende van Pisagnai
in Chili en bestemd naar Hamburg, geladen met
salpeter.
De vloed, de storm, de vreeselijk hooge zeeen
en de branding maakten het der bemanning der
reddingbooten van Callantsoog en Petten onmogelijk,
den tocht naar het schip te wagen, hoe hartver-
scheurend ook de opvarenden in het want oin hulp
schreeuwden.
Ook de stoomboot Hercu'es, van Nieuwediep,
welke spoedig op de plaats des onheils was, kon
niets tot redding aanwenden. De vuurpijlen, die
werden afgeschoten, misten alien hun doel. Slechts
e6n kwam er over het schip, doch ongelukkig was
juist van die eene de lijn gebroken. De pijlen van
het station Petten werden toen gerequireerd, doch
juist vddr deze ter bestemder plaatse waren, sloeg
het schip uit elkander, en vond de bemanning, 30
personen in getal, haren dood in de golven. Slechts
twee van de equipage zijn door een eigenboot be-
houden. Vijf personen hadden zich daarin ge-
waagd, doch al spoedig sloeg zij om, zoodat slechts
twee het leven redden, een jongen van omstreeks
17 jaar en een bejaarde man.
Dal de zee te slecht was om den tocht met de
reddingboot te wagen, werd algemeen door de toe-
gestroomde kustbewoners van Petten tot Helder
erkend, doch dat alle vuurpijlen haar doel misten,
bracht groote teleurstelling en algemeene verslagen-
heid teweeg.
In de vorige week waren van het Utrechtsche
garnizoen zooveel soldaten door influenza aange-
tast, dat het groote hospitaal te klein werd. Toen
werden alle herstellenden, tot spoedige genezing,
op half rantsoen gesteld en mochten zij de kazernes
niet verlaten. Dit middel werkte niet alleen op
de herstellenden, maar had ook het verrassend
gevolg, dat het aantal ziek wordenden in enkele
dagen met negen tienden verminderde.
Het is opmerkelijk, hoe de influenza op de
sigarenfabriek der firma Philipsen en Van Hussen
te Kuijk voorkomt. Op een der lokalen van de
tweede verdieping werdeu al de werklieden (onge
veer 20) op een dag door de ziekte aangetast,
terwijl bij de overige werklieden derzelfde fabriek
nog geen geval zich tot nu toe voordeed.
De Qeneeskundige Courant meent, dat zij aan
haar plicht te kort zou doen, door niet ernstig op
te komen tegen het plan, om bij gelegenheid van
den verjaardag des Konings, op 19 Pebruari, een
vuurwerk in het Malieveld te 's-Gravenhage af
te stekenomdat 19 Pebruari zich niet eigent
voor een avondfeest op een open veld, waar het
publiek, meer dan een uur aan de koude lucht
bloolgesteld, onbewegelijk staat te bibberen van
vocht en koude.
Wij kennen zegt het blad den grijzen
Oranjevorst, die Zijn volk zoo lief heeft en gewis
niet met de nationale gezondheid zal spotten, er
te goed voor, dan dat Hij, zelfs ter wille van Zijn
feestdag, de volksgezondheid op zoo'n zware proef
zal willen stellen.
De slechte gezondheidstoesland der laatste dagen,
teweeggebracht door de influenza, heeft dit orgaan
deze regelen in de pen gegeven.
Men leest in de //Haagsche Sprokkelingen"
in het Utr. Dbl.
Er is toch maar geen beter middel om
de menschen
dan
van iets te overtuigen,
de vrees voor ,/mageren Hein". Alle be-
roep op gezond verstandaesthetica enz. enz.
was buiten machle om de meerderheid te bewegen,
zich aan te sluiten bij den bond der tegenstanders
van het zotte en redelooze hoed-afnemen op de
straat. Zorgetoosheid en traditie hechtten de mees-
ten zoodanig aan den zwierigen zwaai, dat zij er
maar niet toe konden besluiten om er afstand van
te doenzij vonden 't wel volkomen waar, dat
het mal is, in naam der wellevendheid te eischen,
dat een nr edemensch zich eene gevaarlijke verkoud-
heid op den hals haalt, maar bleven toch hun
hoed afnemen't stond zoo gek, zoo aanstellerig
meenden ze daar verandering in te willen
brengen.
Doch daar kwam de influenza, en met haar het
advies der doctoren, om zich toch vooral te wach-
ten voor kou-vatten. En daar zag men dag aan
dag in de couranten, dat de een voor en de ander
na werkelijk als slachtoffer eener longontsteking
viel. En zie, welk eene verandering eensklaps in,
of lieverop de hoofden onzer aan de traditie ge-
hechte Nederlanders Hunne hoeden zitten, voor
het grootste gedeelte, als vastgenageldeen enkele
maal, voor het aangezicht van een superieur of
anderen hooggeplaatste, mogen gewoonte, onwille-
keurige beweging, eerbied of overblijfsel van Pran-
kische onderdanigheid (volgens den Budapesther
hoogleeraar) nog sterker zijn dan de vrees voor 't
veege lijf, over 't algemeen heeft eensklaps de
waarheid zich een weg gebaand en is de hoed
,/inamovible1' geworden, zonder dat dit aan de
hartelijkheid der groeten iets te kort doet.
Maar voor hoe lang Zal het besef de
heerschappij der influenza overleven, of met haar
weer wegsterven Zal de eerste beweging van
verluchting bij het verdwijnen der ziekte niet zijn,
heel diep den hoed voor haar af te nemen Ik zou
het vreezen, ware het niet, dat thans een
paar buitenlandsche geleerden zich de zaak hebben
aangetrokkennu is er althans uitzicht op, dat de
beweging opgang zal maken, daar de Nederlander
toch altijd nog wat meer hecht aan wat uit den
vreemde komt.
Laten we hopen, dat dit de heilzame uitwerking
der influenza zijn zal.
Dezer dagen werd gemeld, dat de heer J.
Cock van de Exploitatie-maatschappij f 50.000 had
ontvangen als schadeloosstelling voor het hem
overkomene bij het spoorwegongeluk van Ruinerwold.
Zij, die zich reeds verheugd hadden met de kans,
welke dus scheen te bestaan, om nog eens een
halve ton rijk te worden, hebben hunne idealen
echter nog wat ter zijde te zettenhet bericht was
verzonnende heer Kock zooals hij eigenlijk
heet spreekt het tegen.
Door de koninklijke stijfselfabriek te Rozen-
daal is ongeveer een millioen kg. beschadigde rijst
F£3 LTIDLHTOOr.
14) NAAR het Engelsch bewerkt door
KAREL VAN OUWERSCH1E.
Het gerammel van sleutels trok zijn aandacht.
In een oogeublik had hij ze gegrepen. ,/Nu naar
den lessenaar,'' mompelde hij, de drommel mag
weteu, wat de goede sleutel is."
Haastig zocht hijhij paste den kleinsten op het
slot. Het ging niet. Hij beproefde een anderen,
het ging ook niet, hoe hij ook vloekte. Toen hij
den derden probeerdeging het slot gemakkelijk
open. Nu ging de deur achter hem ook open.
Plotseling draaide hij zich om.
Daar stond de nieuwe knecht.
Dudley behield zijn tegenwoordigheid van geest
en riep uit;/Gauwbreng water, mevrouw Car-
stairs ligt buiten kennis."
,/Daar, in dien beker, op tafel bij haar, is water.
Dat is een schrijftafel, mijnheer," zeide de nieuwe
knecht doodkalm.
Zij maakten samen haar gelaat en polsen nat.
Na een poos opende zij de oogen.
Een zenuwachtige, onderdrukte, half krankzin-
nige lach, met op elkander geklemde tanden, kwam
op haar gelaat.
yArme vrouw", riep de knecht, op doffen toon,
terwijl hij Claribels' hand wreef, //het lijkt wel, of
ze een geest gezien heeft."
(/Lompe bemoeial", mompelde Dudley in zich
zelven. „Ahzij komt bij En zich toen
tot den knecht wendende, zeide hijMevrouw Car-
stairs wordt al beter, ga nu maar heen."
En de nieuwe knecht ging heen doch bleef
door het sleutelgat loeren.
Tenslotte kwam Claribel bij kennis. Wild rond-
starende, fluisterde zij werktuigelijk„lk zag
zjjn gezicht, en hoorde zijn stem Toen zij zag,
dat zij in Dudley's armen lag, begon zij weer
zenuwachtig te lachen.
z/O! droom ik nu, of heb ik gedroomd
ffNeen, Claribel, het is geen droom," zeide Dud
ley zoo lieftallig mogelijk, „houd u bedaard, dan kan
ik u alles vertellen."
Zij sloeg haar arm om hem, noemde hem bij
zijn naam, en kuste zijn gelaat onophoudelijk, om
zich maar te verzekeren, dat zij niet droomde, en
dat zijn gelaat geen visioen was. Dan ontsnapten
haar telkens de bevend uitgesproken kreten O
dat ik niet wakker wordwat zal ik dan weenen,
dat die schoone droom, zoo spoedig weer ge-
daan is."
,z Dudley," riep zij hartstochtelijk, ,/verlaat mij
niet. Ik ben banggeef mij uw hand. Ja, uw
lippen zijn warm, gij leeftO hoe kon ooit droef-
heid, zoo in blijdschap veranderen. Gij gaat nooit
meer weg neen nooit P"
Langzamerhand werd zij kalmer, en zeide:
,/Vertel mij de geheele geschiedenis. Hoe is die
verschrikkelijke vergissing mogelijk geweest. Ik
begrijp er niets van. Hoe kon Majoor Punter
zich zoo vergissen, dat hij niet zag, dat gij de
doode niet waart
z/Ochl lieve! de kist was al dicht, toen Punter
kwam," antwoordde hij, ,/maar, dat is zoo'n vreemde
en lange geschiedenis Claribel, wij hebben op het
oogenblik zooveel met elkander te praten, later
zal ik u dat eens op mijn gemak vertellen. Voor
het oogenblik zij het u genoeg te weten, dat uw
man nog in het laud der levenden is. Hij leeft,
om u te beminnen."
Geen acht gevende op zijn ontwijkende ant-
woorden, leunde zij met haar hoofd op zijn borst
en riep uit: ,/leef en bemin mij, dat is meer dan
genoeg."
//Nu'', sprak hij, //Claribel, bemint ge mij?"
//Van ganscher harte!"
pVertrouwt gij mij?"
z/Blindelings!"
z/Gij zult mij gehoorzamen, hoe vreemd u mijn
verzoek moge toeschijnen
z/Ik zal gehoorzamen," antwoordde zij. ffIk weet,
dat hetgeen gij vraagt, billijk en rechtvaardig is."
Vervloekt," dacht hij, ,/ik had liever, dat zij
niet zoo drommels braaf was."
z/Hebt gij Punter van daag nog gezien?"
z/Ja, hij is op het oogenblik nog hier in huis."
z/Goed, hij heeft u papieren ter hand gesteld?"
z/Ja, ik heb ze afgeteekend en ontving een assig-
natie voor twee honderd veertig duizend gulden.
Ik heb dat geld ontvangen en naar de bank ge-
bracht, maar Majoor Punter dacht, dat de bank
niet solide genoeg was, en toen heb ik het geld
gisteren weer, op zijn raad, gelicht en er banknoten
voor gekregen. Wat ben ik blij, nu heb ik mijn
man weer, en de levensverzekering-maatschappij
krijgt haar geld terug."
Dudley Carstairs had al van af het eerste oogen
blik daarvoor gevreesddaarom zeide hij,/Gij
deedt beter, met mij dat geld te geven."
,/Ja," zeide zij driftig, „en gij brengt het zoo
spoedig mogelijk naar het kantoor, en vertelt den
menschen, dat zij hun geld kunnen houden. Nu
winnen wij beiden, maar mijn winst is de grootste."
Zij ging naar de schrijftafel, doch scheen erg te
schrikken.
,/Mijn sleutels, zij zijn weg!"
,/Toch niet, ze liggen op tafel."
z/Hoe vreemd, ik draag ze toch altijd aan mijn
ceintuur-ring."
Zij wilde de lessenaar openen, toen de deur
weer open ging en de nieuwe knecht zich vertoonde.
Het was duidelijk, dat hem die betrekking vreemd
was, want hij kwam zonder kloppen binnen.
/Mevrouw, er is een heer voor u," zeide hij.
z/Hij zegt, dat hij een dringende boodschap voor
u heeft. Hij heeft een boodschap van uw vader."
Claribel uitte een kreet haar man een ge-
smoorden vloek.
z/Zijn naam vroeg Claribel met pen kloppend
hart.
//Mijnheer Bramley," was het antwoord.
z,Laat hem dadelijk boven komen."
z/Neen, zeg dat hij even wacht," riep Dudley
haastig. Maar het was te laat. De knecht was
al verdwenen en reeds hoorde men den bezoeker
de trap opkomen.
Dudley mompelde een stortvloed van verwen-
schingen. Toen riep bij uit, haastig de deur slui-
tende //Claribel, dat bezoek komt mij niet gelegen.
Zeg, kan ik niet door een andere deur weg
z/Ja," antwoordde zij, //door die deur kom je in
DE SCHIEDAMMER.
A A KB IKD TNG EN
AANVUAGEN