Tlaarkin de perzikknoppen zwillen; bij de meeste
bloemisten boven Haarlem de hyacinten haar groe-
nen stengel overal door het dekriet of stroo steken
en op een gedeelte, waar men zeer los gedekt had,
reeds de tulpen beginnen te bloeien.
Schiedam, 14 Februari.
Donderdagmorgen, ten 11^ uur, is het stof-
felijk overechot van den heer J. Steynis Gzn
directeur van de LI. B. S. en de B.avondschool,
naar zijn laatste rustplaats gebracht. Het lijk werd
gevolgd door de leeraren van Burgeravondschool
en de leerlingen der H. B. S.
Aan het graf was een groote menigte belang-
stellenden, oud-leerlingen en autoriteiten verzameld,
ouderwelke laatsten wij opmerkten den Burgemeester,
den Stcrelaris, leden van het dagelijkseh best uur,
van den gemeenteraad, van de cotnnnssie van toe-
zicht op het middelbaar-, en van de coinmissie van
toezicht op het lager onderwijs, rector en leeraren
van het gymnasium, enz. enz. De kist, bedekt
met een aantal kransen, werd grafwaarts gedragen
door de leeraren der beide richtiugen, die onder
de directie van den overledene stonden.
Toen de kist in de groeve was neergedaald, nam
de heer W. L. Combe, oudste heraar aan de
H B 8., het woord, en herdacht de welwillend-
h. id en vriendschap, die de overledene steeds had
betoond, zoowel aan hem, die gedurende meer dan
twiutig jaar met hem gewerkt had, a s aan de
overige leeraren. Uit naam van zijn collega s rtep
hii den overledene een laatst vaarwel toe.
Daarna voerden nog het woord de jongeheer
A. M. v. d. Schalk, uit naam der leerlingen en de
heer W. F. Tak uit naain der oud-leerlingen.
De broeder des overledene, dankte daarop
alien ook uit naam der weduwe voor de vriend
schap en liefde, die de ontslapene steeds had mogen
ondervinden en waarvan hij de bewijzen op dat
oogenblik mocht ontvangen.
De plechtigheid was hiermede afgeloopen.
De herinnering aan den overledene zal nog
lang blijven voortleven, bij alien die hem van
11 D^derdagavond gaf Schiedamsch Mannenkoor
„Orpheus", in de zaal van de officieren-vereeniging,
voor hare leden en stadgenooten eene buitengewone
"''zeker was het een gelukkig idee van /Orpheus",
om eene buitengewone uitvoering ie geven en daar-
voor te kiezenNaar den Weddnjd, of de Bode
van de Harnoniehumoristisch zangspel in twee
bedrijven van J. Baptist Yalleggia Jr., muziek
van Albert Roothaan. Velen heeft zij aan zich
vt rplicht.
Wij zulleu geen uitvoerige beschnjving geven van
dit zangspel, omdat dit werk reeds voor een paar jaar
door dezelfde vereeniging is opgevoerdgeworden
en tevens aan het talrijke in de zaal aanwrzig
publiek te overbekend is.
Nelis Klont, de Bode van ,/de Harmonie was
de hoofdpersoon en, als gewoonlijk, zeer goe
in zijn element; toch mogen wij hiermede met
verzwijgen, dat hij in het begin wel wat gerekt
was en ook dat het hem beter geweest ware enkele
uitdrukkingen op eene uitvoering van „Orpheus
weg te laten. Van der Klont is veel te njk aan
snedige uitdrukkingen om bijtend te zijn.
Octave Majeur, Directeur van „de Harmonie
was een degelijke verschijning als zoodanig, en
veel beter bij stem dan bij de eerste uitvoering van
dit werk. Kakelman, de President, vervulde zijn
rol met waardigbeid en speelde zeer goed, jammer
dat zijn stem ons niet kon bekoren hoewel in de
2de afdeeling dit veel verbeterde. Van Bulk, die
zijn wraak op ;/de Harmonie" in de verhefde zijner
dochter, tevens de tenor solist van ,/de Harmonie,
koelde, heeft zich niet verloochend. ,/lk ben ook
zoo verkoudeu", bleek wel eenigszins waarheid te
bevatten, want hij was niet alti.d even zuiver.
Van der Plas, de teuor-soiist, verdient onze
waardeering. Werkelijk zong hij zeer schoon en
speelde, hoewel wat levendig, met zeer veel tact
zeer veel heeft hij tot het succes bijgedragen.
Bart Snaphaan speelde goed, de kellner was wer
kelijk zijn rol meester, geen aslranlenge kellner
kon hem verbeteren.
terwijl iemand in de salon van ongeduld verteerde,
verlangend om haar gelaat te zien, haar stem te
hooren en haar welgevormde hand te drukken.
Ten slotte verlichtte het vuur, dat opvlamde,
het zilveren presenteerblad, waarop het kaartje van
haar bezoeker lag, nu drukte zij op den knop van
een elektrische schel en zeide aan naar page, om
den bezoeker binnen te laten.
Lord Plungepool kwara binnen, en als een schijn-
sel oi) zijn flinke gestalte, zijn jeugdig openhartig
gelaaL met blauwe oogen viel, dacht Klompje
Soud," hij ziet er toch nog goed uit, ofschoon zij
evenmin liefde voor hem gevoelde, als voor den
bediende, die hem binnen het.
Zii die hem als spreker in vergadernigen, als
schrij'ver in de radicale couranten, als bonvivant
in het dagelijksch leven, als stout en gelukkig wedder
bij de sport kenden, en van zijn onmetelijke ryk-
dominen hadden gehoord, dachten, dat er geen
gelukkiger mensch op aarde kon zijn, dan Lord
Plungepool wien alles medeliep.
Doch de lord had hartzeer, in zijn bestaan was
een groote ledige ruimte, en gedurende de twee
laatste jaren werd hij er zoodanig door gekweld,
dat hij de vlucht nam, als hij een moeder met
haar dochter zag, dat hij vreesde beleefdI te zijn
tegen een dame, en dat hij met eens een blik voi r
een schoonheid van den eersten rang over had. De
lord was sraoorlijk en hopeloos verliefd op het
vrouwelijk wezen, dat men den bijnaam gaf van
'/KlnmSjn ggeheele leven had niets zijn hartstoclit
kunnen opwekken, en deze eenigste bartBtocht
verraste hem. Zij, die hem sommen hadden zien
Het tooneeltje van de juryleden heeft zeker ieder-
een voldaan. Zij zongen zeer goed en het spel,
vooral toen Van Bulk zich uit de kist liet
hooren, was voortreffelijk, en het applaus dubbel
waard; het trio van v. d. Plas, Octave Majeur
en Kakelman en de Juiyleden mogen als het best
geslaagd worden aangemerkt.
De koren werden goed gezongen, het spel was
oneindig veel beter dan bii de le opvoering, trok
zeer dikwijls onze attentie en wekte veelvuldig aller
lachlust op. Onzen dank aan „Orpheus", voor de
vele moeielijkheden in dat werk bevochten en de
studie daaraan gewijd.
Ook den directeur, den heer C. C. A. de Vliegh,
mogen wij gelukwenschen met deze zeer goed ge-
slaagde uitvoeiing. Den heer v. Ette onze hulde
voor de degelijke piano begeleiding en den heer
P. onze waardeering voor zijne adsistentie in
de ouverture.
Het repertoire van „Orphcus" op dat gebied is
zeker schaarsch, doch wij achten het voor hare leden
meer animeerend, zoo zij telken jare een dergelijk
werk ten beste geven. Misschien dat enkele wer-
kende leden, die zich zoo voor dit werk interes-
seeren, zich dan meer op de gewone uitvoeringen
lieten zien.
Woensdagavond had de vijfde bijeenkomst
plaats der leden van de volksvoorlezingen, welke
werd geopend door den president, den heer 1). Hen-
kemnans, die thans weer zelf de voorzittershamer
kon zwaaien.
De heer J. C. Sander trad als spreker op en
gaf eene beschrijving van een Indischen lijder^en
hoe in Indie niet alles „Rozengeur en Maneschijn" is.
De heer v. Leeuwen, uit Vlaardingen, gaf daarna
eenige stukjes ten beste. Bij zijn voordraclit
,Het jurkje", volgde zijn hoorders hem in de
diepste stilte bij die van ,/Een lachles" en „Oom
en Neef" wekte hij de algeuieene lachlust op.
Mej. S. gaf eenige pianostukken ten beste en
kweet zich als steeds uitstekend van de op zich
gen omen taak.
Door burgemeester en wethouders zijn tot
gemachtigden tot het aankoopen der gronden,
noodig voor de waterverversching dezer gemeente,
benoemd de heeren C. J. D. Bos, te Zoetermeer,
en P. C. Stoop van Goudswaard, te Bleiswijk.
Woensdagmorgen werd onze gemeente bezocht
door een korporaal en twee man van de veldartil-
lerie, alien te paard, terwijl de manschappe.n nog
een paard aan de hand leidden. Zij waren s rnor-
gens uit Delft, waar zij tijdelijk in garnizoen zijn,
gaan wandelrijden. Ten 12 uur ongeveer op de
iloogstraat zijnde, was men verplicht de beide
veldartilhristen van hnnne paarden te nemen, ter
voorkoming van ongelukken, daar zij blijkbaar te
veel aan Bachus geofferd hadden. Ook de kor
poraal was verplicht een gedwongen rust te nemen,
zoowel voor eigen zekerheid, als voor die van
anderen. De paarden werden iutusschen gcstald
bij den stalhouder Van Velzen, en de militairen
in arrest gebracht.
Op verzoek der politie, werden de paarden later
oo den dag door een sergeant en twee man uit
Delft, liier afgehaald, met'welk transport tegelij-
kertijd de korporaal medegenomen werd. De beide
artillerist en werden den volgenden morgen onder
politiegeleide naar hun garnizoen teruggebracht.
Het is voor hen te vreazen dat een gestrenge
straf hen wacht.
Dinsdagmiddag viel op de Iloogstraat een
der paarden, gespannen voor den molenwagen van
de „Draakmolfcn". Het paard was weer spoedig
op de been, zonder dat ongelukken plaats hadden.
[let 4-jarig meisje, Anna Iluiser, is daags
na het ongeluk, aan de bekomen brandwonden over
s'—Men schrijft ons uit Rotterdam d.d.|13 Eebr.
De maatschappij tot bevordering van toonkunst
hield in de afgeloopen week haar zoogenaamd
examen van de kunstklasse der muziekschool.
Men noemt bet examen, maar eigenlijk is het een
soiree musicale, waarbij solo's, trio s, quavtetten,
zoowel vocaal als instmmentaal voorgedragen worden.
Zijdie daarop de plankeu komeuzijn geen
beginners meer, maar staan reeds nabij het meester-
schap, zoodat datgene wat ten gehoore wordt ge
bracht juist niet de gemakkelijkste composities uit
de klassieke muziek zijn. De geheele zaal van de
societeit Harmonie (de Doelen) was propvol en de
onberispelijke en artistieke voordraclit van stukken
vol teehnische moeielijkheden, deden duidelijk
uitkomen, dat men tegenwoordig niet meer naar
het buitenland behoeft te gaan, om artist op eenig
instrument te worden. De zaal daverde dan ook
iia elke voordraclit van toejuichingen.
Men begint hier weer raar te doen. Eerst legt
mfen een pas geboren kind te vondeling in een
portaal in de Eendrachtsstraat. Het zat in een
pakje en zag er mooi vies uit. Een weduwe nam het
op en verzorgde het voorloopig, ondertusschen zat
de politie niet stil, ging aan het zoeken en vond
toch de liefhebbende inoeder. Daarna hoort men
van kaappartijen op de handelsterreinen. Terwijl
een sleeperswagen voor het hotel St. Lucas stond
af te laden, werd er heel vlug een pakje manufac-
turen gestolen, dat f 70waardehad. De volijverige
politie ging weer aan het zoeken en vond het
spoedig in een modezaakje terug. In dien tusschen-
tijd was het al driemaal van eigeuaar verwisseld.
Eerst was het geweest in handen van den dief,
daaruit was het verdwaald bij een winkeliertje,
om ten slotte weer allerspoedigst van de hand te
worden gezet, en bij een derde te verzeilen. Dan
kan men jassen gebruiken. Om die zonder betaling
te krijgen handelt men als volgt. Eerst is natuur-
lijk afgeloerd waar jassen in den gang hangen.
De dief heeft een gesloten couvert bij zich en
geeft dit over aan de meid, met verzoek den brief
aan mevrouw te laten lezen. Mevrouw doet de
enveloppe open en vindt een blaadje wit papier.
De meid moet vragen, wat dit beteekent, en in
dien tusschentijd is de besteller reeds met een
jas spoorloos verdwenen.
Een jongen uit het volk wenschte liever dood
te zijn dan soldaat te worden, ongelukkig viel hij
in de nationale militie. Een 1 tweedriewip,
daar sprong hij in het water, de redders waren
even vlug bij de hand en haalden hem er uit.
Nu had hij toch een nat pak, daarom het grapje
nog eens herhaald, al weder werd hij er uitgehaald.
Toen voelde hij dat het water koud was en liet
zich thuis brengen.
De vereeniging tot veredeling van volksvermaken
zal met Konings verjaaardag een uitstekend concert
voor het volk geven, waaraan Rotte's mannenkoor
zal meewerken. Als wij nu eens nagaan hoe wij
verleden jaar bij de treurige gezondheidstoestand
van Z. M. overal in zak en assche zaten, verwondert
het mij erg, dat men allerwege niet wat meer doet,
om dien dag eens recht feestelijk te herdenken.
De petroleumhandel gaat hier vooruit. Onge
veer 54 H.A. grond onder Charlois wordt aan
eene Amerikaansch-Duitsche petroleum-handelsmaat-
schappij verhuurd.
In den handel van sterke mannen is concurrence
gekomen; de poppen n.l. die zoo aardig voor het
raam van den gewezen manufactuurwinkel vechten,
zijn al een kwartje goedkoojer geworden. Men
verkoopt ze ook elders reeds. Daar zij ge-
makkelijk na te maken zijn, is het te vuorzien, dat
zij weldra voor een spotprijs op marktdagen aan
de kruiwagens te koop zijn. liet is alsof zij al
een voorgevoel hebben van het lot, dat hun wacht,
ten minste nu en dan beginnen zij reeds het gevecht
te staken en houden //op de plaats rust
Helaas voor den laatsten held van Waterloo hier
ter stede, die reeds op 15 jarigen leeftijd de wapens
tegen Napoleon opnam, is door een Hooger Macht
,/het plaats rust" gecommandeerd.
De overledene was Jan van Bommel, geboren 21
Mei 1795, te Schiedam. Met militaire honneurs
werd die oudstrijder ter aarde besteld.
Dat het opkomend geslacht zich spiegele aan hen,
die toonden in de ure des gevaars voor vaderland
en vorst te durven optreden, opdat zij eenmaal,
wanneer voor hen plaats rust gecommandeerd
wordt, kunnen zeggen: //Ik heb mijn plicht ge-
daan."
Men schrijft ons uit Leiden d.d. 13 Eebr.
,/En ze lieten de zaak, zooals ze was", geldt
ook weer van de op Dinsdag, 23 Januari, gehouden
raadsvergadering. Met spanning was tegemoe^
gezien, welke beslissing de //beschreveu vaderen
zouden nemen omtrent den opbouw onzer stadszaal,
maar hoe geheel anders was de uitslag 0 lezer,
hoe benijd ik u, wanneer de plaats uwer inwoning
zich de weelde niet veroorlooft, van gemeentewege
eene kostbare en ondoelmatige gelegenheid te
bieden tot het geven van muziekuitvoeringen, het
houden van vergaderingen, tentoonstellingen, enz.
Dan dreigt er geen gevaar, dat zulk een gebouw
een prooi der vlammen wordt en dan zijt gij niet
in de treurige noodzakelijkheid, gansche kolommen
wat zeg ik gansche vellen druks gevuld
te zien met buitengewoon belangrijke pleidooien
van Mijnheer A. c. s., die de geechiktheid van dit
terrein, van B. en wie het met hem eens zijn, die
de voortreffelijkheid van een andere plek growls
met klem van redenen trachten aan te toouen, als
sprake is van den wederopbouw van zulk eene
inrichting. Wij hebben er maar al te veel van
genoteu en er onder geleden. Natuurlijk wensc.li
ik u niet te veivelen met eene opsomming van de
verschillende argumenten voor en tegen de talrijke
voorstellen, daar men toch wijselijk besloten heeft,
de zaak wederom eens te verschuiven. ,/Komt tijd,
komt raad", zegt het spreekwoord. Intusschen
schijnt dit vast te staan, dat men niet voornemens
is een besluit te nemen, alvorens alles goed is
overdacht en overwogen. 't Gaat dan ook niet aan,
eenige duizenden uit te geven zonder waarborg,
dat het doel zal worden getroffen. Dezer dagen
zijn eenige raadsleden druk in de weer met t be-
spreken der mogelijkheid oni het kerkgebouw der
Waalsch-Hervormde gemeente, dat eigendom van
de stad is, doch in 1816 voor onbepaalden tijd in
bruikleen werd afgestaan, tegen behoorlijke schade-
loosstelliDg natuurlijk, terug te nemen en te slech-
ten. Het aldus vrijgekomen terrein zou dan ook
voor de nieuwe zaal kunnen worden gebezigd. Men
beweert, dat de plannen zelfs reeds zijn ontworpen.
Of het evenwel aanbeveling verdient, in de tegen-
woordige omstandigheden dergelijke grootsche
onderneiningen op 't getouw te zetten, meen ik te
mogen betwijfebn. Men vergete nimmer, dat we
hier in gansch bijzondere toestanden verkeeren en
dat het de gemeente Leiden is, welke alles zal
moeten bekostigen. Het jaar 1889 vertoont reeds
eenigen achteruitgang in het zielental, een gevolg
van den sterken aanbouw van heerenhuizen op de,
tot de omliggende dorpen behoorende, singels. ie
de daar verrezen woningen betrekken, moeten ge-
rekend worden tot de kern onzer burgerij, alien
dus belastingschuldigen. Zij zullen evenzeer genieteu
van de genoegens, door conoerten en andere uit-
gangen geboden, zonder evenwel iets bij te dragen
tot de groote lasten, onvermijdelijk verbonden aan
de stichting van 't nieuwe gebouw. Wel moet het
aunexatieplan in 1891 zijn beslag krijgen, maar
wie weet nu reeds te voorspellen, dat zulks in t
voordeel van Leiden zal uitvallen .Voeg hier nog
bij, dat het volgend jaar waarschijnlijk een batail-
lon-infanterie met den staf van het 4de regement
naar Haarlem wordt verlegd, en ge zult begrijpen,
dat onze toekomst, op dit oogenblik althans, zoo
heel veel vooruitgang en welvaart nog niet belooft.
Door die verplaatsing van een gedeelte onzer
bezetting zullen we ook ons veelgeprezen stafmu-
ziek-corps verliezen, iets, dat de meesten met smart
tegemoet zien. Booze tongen verklaren de ver-
mindering van garnizoen uit gebrek aan werk voor
zoovele manschappen, daar de wachten aanmerke-
kelijk lichter zijn geworden, nu de militaire straf-
gevangenis ingericht is tot verblijf van vrouwelijke
veroori'eelden. Aan dergelijke geruchten hecht ik
echter geen waarde, daar een bataillon infanterie
toch wel andere bezigheden zal hebben dan te
waken tegen 't ontsnappen van misdadigers
In de laatste dagen zijn wij hier eindelijk in
't genot gekomen van een telephoon. Maanden
geleden reeds had men alles in gereedheii gebracht
palen geplaatst, de geleidingen in orde gemaakt,
doch verder kwam men niet. Dit dralen kon de
wintervorst blijkbaar niet langer aauzienop een
goeden morgen ten minste ware alle draden door
hem bekleed met een dikke laag sneeuwzulk een
last was voor de meeste te zwaar en deze vielen
wiuneu of verliezeu, zoo groot, dat men daarvoor J
een kolossaal stoomschip had kunnen bouwen, zonder
dat hij een spier van zijn gelaat vertrok, zeiden,
dat hij nuch hoofd, noch hart had, dit was echter
geheel onwaar, juister had men kunnen zeggen,
dat hij beide totaal verloor, als hij Klompje Goud
zag.
En hij beminde haar nog meer wanneer zij
koud bleef, en onvriendelijk fortuin en adelijke
kroon weigerde, wanneer zij zijn vurige beden
afsloeg, wanneer zij bedankte als koningin in dat
adelijke kasteel op ie treden, om te verblijven in
die zalen, waarin de portretten hingen zijner voor-
ouders, machtige ridders en schoone statiedames,
die eenmaal de famille-diamanten der Plungepools
gedragen hadden.
Dikwijls benijdde Plungepool zijn pachters, dan
dacht hij welk gezond en gelukkig leven hij kon
hebben als hij als boer of houtvester op zijn eigen
grond leefde, met ,/Klompje Goud" als koningin
van zijn kluiswoning, om hem te begroeten, als
hij 's avonds van zijn werk kwam. Dan zag hij
haar in zijn verbeelding niet meer met goud en
diamanten getooid, maar in eenvoudige kleeding
met den omslagdoek over de ruwe japon.
En dezen avond wilde hij nogmaals zijn geluk
bij Klompje Goud" beproeven en om haar haud
vragen, ofschoon zijn verstand hem zeide, dat zij
weigeren zou en misschien nog wel op ruwe
manier. Maar toen hij binnenkwam, was er een
zonderlinge glimlach op haar lippen en keek zij
zoo vriendelijk, dat zijn hoop meer dan ooit verle-
vendigd werd.
Hij nam naast haar plaats, praatte over koetjes
en kalfjes, en roerde het doel niet aan, waarvoor
hij kwam, Hij vroeg, hoe ver het al met haar
portret was, dat zij bij den schilder liet maken,
sprak over een nieuwen armband, een meesterstuk
van smaak en bewerking, die voor haar besteld
was, enz. Maar „Klompje goud" bleef in haar
droomen verzonken.
Eindelijk maakte zij een gebaar of zij geeuwen
wilde, en zeide ,/Is het al zoo laat, of ben ik zoo
vermoeid
Hij begreep den wenk en wilde opstaan, om te
vcrtrckkcDi
Kom," zeide hij, /,ik ga naar mijn club, en
zal zien of ik daar nog iemand aantref. Wij on-
getrouwde jongelui moeten ons maar onder elkan-
der vermaken." t
Toen hij opstond, stak zij hem baar hand toe,
hij vatte die dadelijk en drukte haar teeder, en
haar in het gelaat ziende met al den ernst, die
hem bezielde, en hij was ernstiger dan men opper-
vlakkig zou zeggen, vroeg hij
„Kom zeg mij kan dit nu nooit gebeureni
Zij glimlachte nu vriendelijker dan zij ooit, bij
het doen van die vraag, gewoon was.
„Malle jongen, weet je dan nog niet, dat je
niet met je grootmoeder mag trouwen."
„Laat dat woord grootmoeder", nep Lord Plun
gepool driftig. #Wat hebben jaren met liefde te
maken Liefde ziet niet naar jaren.
x,Ik ben tien jaar ouder dan gij Plungepool,
zeide zij.
Dat antwoord gaf hem hoop, dat zij zijn voor-
stel zoo ver niet zou wegwerpen, Een vesting,
die parlementeert, dacht hij, is een gewonnen ves
ting. En lord Plungepool keek naar haar, zooals
zij daar in de rosse gloed van het vuur stond,
terwijl haar schoone gestalte hem den indruk gaf,
dat de tijd haar stellig wel lien jaar lang vergeten
had, en hij vond het heel ondankbaar van haar,
dai zij daar voortdurend over sprak het was alsof
zij den tijd wilde opwekken, om haar in zijn sloo-
pingswerk toch niet te vergeten.
,/Ik houd toch zooveel van u," zeide lnj op
smeekenden toon.
,/Er hebben mij zoo velen beminil, zeioe zij op
zulk een droeven toon, dat men onwillekeurig
medelijden met het lot van al die mannen kreeg.
Hij antwoordde met al het vuur van twee-en-
twintig-jarigen leeftijd//Niemand heeft u zoo he-
mind, als ik."
//Kom," zeide zij, „gij zijt miskocht, als gij my
huwt." Vroeger had zij nooit haar weigering met
redenen omkleedzij had altijd kortweg gezegd
,/het kan niet."
,/Welnu, die kwade koop is iets dat mij net
minst bezorgd maakt. Met u zou ik in een stal
in Amerika gelukkig kunnen leven en was het
naar uw genoegen, dan vertrokken wij morgen naar
het verrc westen. Doch gij zijt voor een dergelijk
leven te leer en uw wel-ijii is mij te veel waard.
En zij dacht weder aan het kamp in Califorme,
de goudzoekers van San-Francisco en de revolver-
schoten.
Wordt vervo'gd.)