N°. 21. Eerste Jaargang.
Woensdag 26 Februari 1890.
VERMETEL SPEL.
BINNENLAND.
Abonnementsprijs:
Per drie maandenf .0O
franco per post. 1.
voor h.et Buiten-
land.1.55
Afzonderlijke nummere. .05
Versehijnt WOENSDAG en ZATERDAG.
Uitgever:
C. J. BLOMMEIDAL,
Boterstraat, E, 342,
SCHIEDAM.
Prijs der Advertentien
Yan 1—5 regels —.50. Iedere regel meer.10
Groote letters naar plaatsruimte.
Driemaal plaatsing wordt tegen tweemaal berekend.
Pamilieberichtenper annonce f.40
Dienst
De Ministers Mackay en De Savornin Loh-
man hebben gisteren middag ora 1 uur in handen
des Konings op „het Loo" den eed afgelegd.
Denzelfden dag had de overdracht van de porte-
feuilles plaats.
Het feestje, Woensdag op bet Loo gegeven
voor H. K. H. de Prinses, is best geslaagd. Er
waren ongeveer 20 kinderen gevraagd uit Apeldoorn,
Deventer en Zutfen. Alle kinderen kregen geschen-
ken van eene tombola. Ten slotte konden de
kleinen hun hart ophalen aan een bal.
De Minister van Binnenlandsche Zaken brengt
ter kennis van de besturen der bijzondere lagere
scholen, die voornemens zijn aanspraak te maken
op de Rijksbijdrage, bedoeld bij artikel 54bis der
wet tot regeling van het lager onderwijs, dat o. a.
zijn vastgesteld de vereischte modellen voor de op-
gaven en voor de aauvrage, en dat van af 3 Maart
1890 een exemplaar van die modellen met daarbij
behoorende nota is te verkrijgen bij den arrondis-
sements-schoolopziener, in wiens ambtsgebied de
school gevestigd is.
De N. R. Ct. verneemt, dat het ontwerp
van wet betreffende den militairen dienstplicht
dezer dagen de departementen, die daarbij betrok-
ken zijn, verlaten heeft, en dat de heer Mackay
deze wetsvoordracht nog in zijne qualiteit van
minister van binnenlandsche zaken onderteekend
heeft.
Yolgens den Zuid-Hollander zal de heer
Gleichman den nieuwbenoemden Minister van Bin
nenlandsche Zaken (den heer Lohman) in de Tweede
Earner interpelleeren over de wijze, waarop deze
Minister de schoolwet zal toepassen in verband met
diens schrijven, namens de anti-revolutionaire Ka-
merclub, gericht tot de besturen der Christelijke
scholen.
De redactie van den Slandaard verklaart zich
bereid om bijdragen in ontvangst te nemen tot het
aanbieden aan den aftredenden Minister van Kolo-
nien, mr. Keuchenius, van een huldeblijk ,/Voor
den onverschrokken moed en de onwankelbare
trouw, waarmee hij, ook als Minister des Konings,
voor de eere van den Christus en voor de roeping
van het Christelijk Nederland in onze Oost-Indische
bezittingen is opgekomen."
R jkspo&tspaarbank. Het bedrag bij de Post-
spaarbank ingelegd, tijdens de maand Januari beliep:
in 1882 195.552.05J
1883 283.446.01 J
1884 384.594.54
1885 452.968.22
1886 588.023.44J
1887 755.849.74J
1888 880.347.97
1889 „l. 123.107.75
De som, die in Januari 1890 werd ingelegd,
FEUILIjHTOlSr.
KAREL VAN OUWERSCH1E.
bedraagt f 1.210.998.90J zegge circa 1J millioen.
Het afdeelingsverslag der Tweede Kamer over
het wetsontwerp op het dragen van wapenen beaut-
woordende, verklaart de Minister van Justitie, niet
te kunnen toegeven dat dit ontwerp nadeel aan den
rustigen burger zou berokkenen waar gegronde rede-
nen bestaan om op zelfverdediging bedacht te zijn,
kan machtiging gegeven worden, om zich te wape
nen. Maar het dragen zelf van wapenen levert
reeds een groot gevaar voor de algemeene veilig-
heid op.
De Minister heeft intusschen eenige bepalingen
van het ontwerp gewijzigd.
Duidelijker is gedefinieerd, dat het vervoer van
een behoorlijk verpakt wapen aan ieder vrijstaat.
Gehandhaafd wordt in de opnoeming van de wape
nen de toevoeging //en dergelijke voorwerpen"; maar
onaannemelijk wordt het geacht, dat de dragers van
een zakmesje in den vorm van een dolkmes, of van
gewone wandelstokken, krachtens deze wet zouden
worden bemoeielijkt j daarentegen is het volstrekt
niet kwaad dat de z. g. ,/ploerten-dooders" onder
de bepalingen dezer wet zullen worden begrepen.
De Minister van Oorlog acht een verbods-bepa-
ling tegen het dragen van wapenen door militairen
buiten dienst in deze wet niet op hare plaats, maar
verklaart, krachtig werkzaam te zullen blijven om,
vooral door maatregelen van preventieven aard, daar-
uit te ontslane misbruiken zooveel mogelijk te voor-
komen en beteugelen.
Eene uitzondering is nog gemaakt ten behoeve
van de deelnemers aan vrijwillige oefeningen in den
wapenhandel, die onder militaire leiding, doch bui
ten het verband van vereenigingen plaats hebben,
welke reeds waren uitgezonderd.
Jagers zullen ook een hartsvanger bij zich mo-
gen hebben.
De ,/Vereeniging voor Volksbaden" te Am
sterdam is door een gift van f 10,000 in staat
gesteld tot den bouw van een badhuis, op het
voormalig Karthuizer Kerkhof, over te gaan. Aan
deze gift is de voorwaarde verbonden, dat in den
gevel van het badhuis een gedenkteeken zal ge-
plaatst worden, waarin, zonder vermelding van den
naam des schenkers, zal gegrift worden,/Ter
herinnering aan den zeventigsten verjaardag van
onzen geeerbiedigden Koning en aan de feesten in
de maand April 1887 gevierd".
In overeenstemming hiermede werd besloten
indien Z. M. dit goedkeurt, dit eerste badhuis van
de Yereeniging voor volksbaden, te noeinen
Koning Willemsbadhuis."
De laagste prijs van het bad zal op 6 cents be-
paald worden.
Een Nederlander moet een geheel nieuw
veiligheidstoestel voor spoorwegen uitgedacht en
daarvoor in verschillende Staten van Europa en
Amerika octrooi aangevraagd hebben.
Na ruim 36 jaren in tuchthuis en gevangenis
te hebben doorgebracht, was de 59 jarige J. H.
Rohde op 3 October des vorigen jaars weder ont-
slagen met een uitgaanskas van f 273. Hij nam
zijn intrek bij eenvoudige burgerlieden te Amsterdam
en noemde zich commissionair, maar ging bij voor-
keur des avonds uithij zeide dat hij wel eens
's nachts uitbleef, doch dan behoefde men zich
niet ongerust te maken, daar hij voor zaken naar
Naarden ging. Maar op 29 December werd R.
weder gevangen genomen, verdacht van verschillende
diefstallen bij nacht door iniddel van braak en
Donderdag stond hij weder terecht wegens drie
diefstallen, waarvoor het 0. M. 10 jaren en 8
maanden gevangenisstraf eischte.
Op zijn 70 - jaar, als hij dit haalt, zal dezs
treurige man dan 47 jaren gevangenisstraf achter
den rug hebben. Zeven-en-veertig van de zeventig
jaren
Van het ten vorigen jare in het menu der
soldaten-menages opgenomen vischrantsoen (haring
of audere visch bij het middageten) wordt zoo
weinig gebruik gemaakt, dat het in het voornemen
ligt, de daaromtrent gemaakte bepalingen in te
trekken.
Een boer, niet ver van Doetinchem woon-
achtig, heeft, zonder octrooi er voor aan te vragen,
een nieuw middel uitgevonden om boter te fabri-
ceeren. Hij verkocht namelijk op de markt een
groote kluit boter, waarvan het binnenste zeer
kunstig door gekookte aardappelen was vervangen.
De politie bemoeit er zich weer mede.
Aan 's Rijks werf le Willemsoord zullen
alsnog in de eerste helft dezes jaars een 130 werk-
lieden worden onlslagen, nadat reeds op Oudejaars-
avond 70 werklieden werden bedankt.
Voor velen een treurig vooruitzicht
Postzegels verzamelen
In het onderwijsblad De Vacature worden
eenige belangrijke opmerkingen gemaakt over de
liefhebberij van kinderen om postzegelverzamelin-
gen aan te leggen.
Het blad zegt o. a.
Het komt ons voor, dat wat vroeger bij de
jeugd een onschuldige en niet onnuttige liefhebberij
was, thans in een passie dreigt te ontaarden, die de
aandacht van ouders en opvoeders vereischt, omdat
zij in menig opzicht verkeerde neigingen in de
hand werkt. In de eerste plaats wijzen wij op het
gevaar, dat er in gelegen is, dat iets wat uit den
aard der zaak een aardigheid of een ontspanning
moet zijn, al den vrijen tijd, dien een jongen heeft,
in beslag neemt, al zijn gedachten vervult en het
onderwerp van zijn gesprekken is in huis en bui-
tenshuis.
Zoodanige overdrijving werkt schadelijk op den
leerlust en op de harmonische ontwikkeling van
den geest.
Doch er is een tweede, niet minder groot gevaar
aan de liefhebberij verbonden.
Zij geeft aanleiding tot geknoei en oneerlijkheid.
Bestond er vroeger alleen een ruilhandel tusschen
de verschillende verzamelaars, tegenwoordig ver-
koopen de jongens elkander postzegels voor geld.
En dit achten wij paedagogisch ten hoogste af
te keuren. Hoewel wij het wenschelijk achten, de
jeugd door een gering zakgeld de waarde van geld
te leeren kennen en hen er aan te gewenuen, de
vrije beschikking te hebben over een zekere som,
hoe gering ook, moet dat zakgeld toch eenigszins
blijven onder de controle en het toezicht der ouders.
Deze moeten kunnen nagaan, hoeveel hun kinderen
verteren en waar het verteerde geld aan besteed is.
Die controle nu wordt door de postzegelverzame-
ling totaal onmogelijk.
Kooplust en snoeplust worden in de hand gewerkt,
en zoo wordt een bron geopend voor oneerlijke
practijken, die de oorzaak van onuitputtelijk ellende
kan worden. Men kan toch moeielijk van de
ouders vergen, dat zij in bijzonderheden op de
hoogte zijn van de postzegelverzameling hunner
kinderen het is hun niet mogelijk na te gaan, of
postzegels verkocht zijn, ten einde aan snoeplust
of koopzucht bot te vieren en de gelegenheid maakt
den diefheeft een jongen in zijn album een mid-
del in de hand om ieder oogenblik aan geld te
komeD, dan mist hij vaak de zedelijke kracht, om
aan die verleiding weerstand te bieden.
Een ander gevaar is het koopen van postzegels
van kameraden zonder in het bezit te zijn van
geld. Hoe dikwijls koopen jongens niet postzegels,
die zij beloven over enkele dagen te zullen betalen,
terwijl zij inderdaad geen geld hebben of in staat
zijn over eenigen tijd te betalen. Aan hoevele
g6V&rcn Staan zij dan niet bloot ©n ho© groot. IS
dan niet de verleiding zich geld uit moeders beurs
toe te eigenen, of zich langs andere oneerlijke
weg geld te verschaffen.
Onlangs werd de eerste bediende van een
bankiershuis te 's Gravenhage, dus vertelt een Bel-
gisch blad, door de influenza of griep aangetast.
Hij liet dit ten minste aan zijne patroons weten,
die in den jongen man, welke tot zeer achtens-
waardige familie behoorde, onbeperkt vertrouwen
stelden.
Na een dag of acht begon men te vreezen, dat
de ziekte wel eens verergerd kon zijn, en stelde
een onderzoek in. Groot was de verbazing der
patroons, toen zij hoorden, dat de zieke de stad
had verlaten. Eerst toen kwam men er toe om
de boeken eens op te nemen en ontwaarde weldra,
dat de eerste bediende zich aan verduisteringen
had schuldig gemaakt, tot een gezamenlijk bedrag
van twintigduizend gulden. De dief schijnt naar
Zuid-Amerika te zijn vertrokken.
Te Oud-Beierland wordt door den heer Hei-
lema voor eigen rekening een kerk gebouwd, welke
voor den tijd van vijf jaar aan de Ned. Ger. Gem.
(doleerende) is verhuurd.
De honger werd hem Werkelijk de baas.
Doe mede, wilde zeggen, vergast u nu eens
goed en smaak daarna nog eens het genot van u
verzadigd te gevoelen. Hij weifelde. Maar in
zijn verbeelding zag hij weer de gelaatstrekken van
dat kind, hij meende weer die stem hem te hooren
toeroepentoen draaide hij zich om en vluchtte
weg, alsof men hem voor zijn vroegere schelm-
stukken achtervolgde.
Toen zocht hij een stille plek op, vond daar
een gang, trok snel demi-saison en jas uit, maakte
van de jas een pakje, trok zijn demi-saison weer
aan, knoopte die tot boven toe dicht en liep naar
de eerste bank van leening de beste, die in de
buurt was, om er van te maken, wat er van te
maken was.
Toen ontmoette hij Claribel.
Beide schrikten.
z/Waar is Dudley, Majoor vroeg zij, toen de
ontroering van de onverwachte ontmoeting wat be-
daard wasen Claribel ontstelde op nieuw toen Pun
ter antwoordde,/lk weet niet waar hij is, ik
kan het zelfs niet gissen."
ffZeg mij", hernam zij hartstochtelijk, vwat
kent dit alles? Eerst moest Dudley naar
Nizza, toen kwam zijn doodstijding, ik zie hem
terug en hij verdwijnt op nieuw. Is er gevaar
Zijn hier kwade bedoelingen in het spel Ik
snak er naar om naar mijn vader terug te
keerenmaar hoe kan ik, als ik in dergelijke
angst en vreeze zit, naar mijn vader gaan
De majoor aarzelde. Wat Dudley ook gedaan
had, hoe vast hij besloten had niet meer met hem
mee te doen, hij had toch van zijn kant geen zin
de rol van verrader te vervullen. Hij zag, dat
er kwaad boven haar hoofd hing, en hij droeg
die vrouw een eerbied toe, zooals hij nog nooit
een vrouwelijk wezen sedert zijn moeders dood
geeerbiedigd had. Immers, ook zij was het, die
door haar lieftalligheid krachtig zijn begeerte, om
weer eerlijk man te worden, versterkt had.
Ten slotte zeide hijUWat ook uw vrees of ver-
moeden is en ik zeg u, er is genoeg grond
voor beiden geloof mij, uw wijste en zekerste
besluit is, naar uw vader te gaan. Meer kan ik
op dit oogenblik niet zeggen." En zonder iets meer
er bij te voegen, maakte hij dat hij wegkwam,
liep een straatje rond, en toen hij zeker was, dat
Claribel niet meer te zien was, ging hij in de
bank van leening, haalde eenige stuivers op zijn
jas, ging er in een restauratie voor eten, zich zelve
afvragende, hoe lang het nu wel weer zou duren,
eer hij op nieuw wat te eten kreeg.
Op zijn weg naar huis, dacht Punter zich te
preseflteeren voor een paar betrekkingen, welke hij
dien dag in de courant geannonceerd had gezien. Of
het baai)tje geschikt of ongeschikt was, deed minder
ter zakein de laatste dagen bood hij zich als een
wanhopende, maar overal voor aan. Toen hij in
de straat kwam, waar het adres voor de vacante
betrekkiog was, zonk zijn hart hem in de schoenen,
toen de kolossale groep sollicitauten voor de deur,
hem reeds van verre weeswaar hij wezen
moest.
Om de schimpscheuten, die hij daar moest hoo
ren, zooals: ,/Voor hoeveel minder dan een ander
wil jij het doen?" ,/Ben jij ook al werkeloos
/Heeft je patroon je weggejaagd en meer Jiefe-
lijkheden, die zijn mede-sollicitanten hem naar het
hoofd wierpen, gaf hij al niet meer. De Majoor
bleef als een bulhond voor de deur wachten, toen
een der sollicitanten vertelde, dat het postje al
was weggegeven, maar toch met alle macht drong,
om maar vooraan te komen.
z/Als het postje al weg is, waarom blijven gij en
de anderen dan nog voor de deur staan vroeg de
majoor.
z/Wel, wij moeten onze papieren toch terug
hebben."
z/Ik denk, dat de uwe niet eens waard zijn, er
zoolang op te wachten," zeide de majoor bedaard,
waarop de ander hatelijk wilde uitvallen, maar
afgeschrikt door het vastberaden voorkomen en
den dreigenden blik van Punter, hield hij zich in
en trad terug.
Een voor een werden de sollicitanten door het
kantoor van een groot magaziju in een binnenka-
mer gelaten. Daar zat het hoofd der firma, een
industrieel uit Manchester, die er zoo wat even
oud uitzag als de Majoor, ofschoon hij inderdaad
veel jonger was, hetgeen daaraan was toe te schrij
ven, dat de jaren alleen ons niet oud maken.
Toen hij den Majoor aanzag, zeide de industrieel
dadelijk//Ik geloof dat gij te oud voor die be-
trekking zijt."
z/Ik dacht", zeide Punter, „dat u dat niet gezegd
zou hebben. Zij zeggen dat allemaal, en onder-
tusschen ben ik morgen weer een daagje ouder.
Dat is een gebrek, dat met den tijd niet beter,
maar wel erger wordt. Verschoon mij, dat ik u
lastig gevallen heb, ik heb de eer u te groeteu".
,/Blijf even," zeide de industrieel, die in de wijze
waarop Punter zijn woorden critiseerde een weldadige
afleiding vond, nadat hij duizende smeekgebeden
om maar in dienst te treden en de ops^mming
van alle onmogelijke bekwaamheden voor de be-
trekking had moeten hoorenmisschien schuilde
bij dien industrieel achter dat stroeve gelaat wel
een medelijdend hart, en had hij te doen met een
zucht, die Punter loosde, toen hij hoorde, dat hij
al bij \oorbaat afgewezen werd.
ffHet salaris dat ik kan geven, is natuurlijk met
betrekking tot het eenvoudige werk, dat gij te
verrichten hebt, heel klein, te gering voor iemand
zooals u, om van te leven."
z/Indien het nog minder is, dan hetgeen ik in
de laatste weken verdiend heb", zeide de Majoor,
z/dan is het al verduiveld weinig."
De industrieel keek Punter eenige oogenblikken
scherp aan, bleef in gedachten verzonken, en vroeg
toen.
z/Kunt gij boekhouden
De majoor bedacht zich een oogenblik, en ant
woordde behoedzaam//Zoowat van de Man-
chesterschen handel weet ik nog weinig."
z/Ik geloof, dat gij verstand hebt van rekenin-
gen opmaken
DE SCHIEDAMMER.
A A KB IKD IN GEN
AANVRAGEN
-35
21) NAAR HET EnGELSCH BEWERKT DOOR