lienien Voor hunne zonen, zoolang die well en (lit stelsel nog huldigen; maar hij ziet niet in, dat het noodig is, daarom onze legerinrichting alweder een klad aan te wiijven, die helaas in ons land uo zoo gaarne„als waar wordi aangenomen." Hij dorft beweren, dat bij ons vele kazernes beter zijn, dan het gemiddell gekalte van overeenkomstige ge- bouwen, in landen, waar de persooulijke dienstplicht reeds is ingevoerd. Hij noodigt vaders moeders kunnen gerust mede komen om een kijkje te komen nemen, in de kazernes te Amersfoort. Men zal er aantreffenruime slaapvertrekken met goede bedden, zeer voldoende waschgelegenheid, zindelijke keukens, goed etenbrood en koffij, soep, vleesch of spek, groenten en aardappelen, het eten wordt ran borden genuttigd, het zoogenaamde ga- melle stelsel verder een doelmatige cantine, enz. In 5en woord meer lucht en licht, dan er aan- getroffen wordt, in de meerderheid der duffe wonin- gen onzer meestal overbevolkte steden. Wenscht men de kazernes zoo in te richten, dat de jeunesse doree zich t h u i s gevoelt, dan zou er nog een enkel millioentje verspild moeten worden de heer Boogaard zegt verspild; want de mili- taire oefeningstijd moet niet dienen, om vadsigheid zorgvuldig te handhavenmaar om geest en lichaam te ontwikkelen en te harden, om veerkracht aan te kweeken, om gehoorzaamheid te leeren. Bij kon. besluit is, met ingang van 1 April a. s., benoemd tot inspecteur van het lager on- derwijs in de tweede inspectie, de heer J. C. Fabius, lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal. Tengevolge deze benoemiug, zal in het district Delft eene verkiezing van een lid der Tweede Kamer moeten plaats hebben. Geef toch niet aan bedelaars Ben haveloos gekleede jongen komt te Amster dam op de tram staan. De condncteur kijkt hem eens zijdelins aan en ziet, terwijl hij zijn kaartje aanneemt, den kop van een aapje uit zijn buiszak komen. „Je schijnt gezelschap bij je te hebben," zegt hij tot den jongen. (,Mijn brood winning," antwoordt deze. ,/Nu," zegt de conducteur, terwijl hij de schamele kleeding bekijkt, ,/het vak schijnt niet veel op te leveren." En nu volgt een gesprek tusschen den conducteur en den knaap, waaruit men te weten komt, dat de jongen thans zijn ,/werkpakje" aan heeft, maar dat hij thuis betere kleeren heeft hangen. Het eenige waar hij voor zorgt, dat solide is, als hij met zijn ,/kameraadje" aan de wandeling gaat, zijn schoenen. Zijn inkomsten zijn zeer afwisselend, maar op min- stens f 17 in de week meent hij te kunnen reke- nen. Ach, als je dag aan dag van 's morgens tot 's avonds door de stad loopt, dan haal je wel wat 1 op. Ik heb uitgerekend, dat ik per week zoowat 1700 straten, stegen en grachten beloop, en nu moet het zegt hij met een ondeugenden glim- lach toch al heel slim loopen, als ik niet in elke straat een cent ophaal. Uit dit verhaal kan men zien, dat vele kleintjes een groote maken, en dat het wegschenken van een enkelen cent voor menigeen een weekloos op- levert, zooals menig bekwaam en ijverig werkman niet verdient. Daarom nogmaals: geef niet aan bedelaars! Schiedam, 7 Ma art. De Nederlandsche Maatschappij ter bevorde- ring van Nijverheid, afdeeling Schiedam, hield Woensdagavond een buitengewone vergadering met dames in Musis Sacrum, waarbij als spreker optrad de heer Dr. Bleekrode uit 's-G raven hage, met een voordracht over de concurrenten van het electrisch licht. De vergadering werd geopend door den heer G. Yisser Bzn, die mededeelde, dat de vorige Voorzitter Dr. C. J. Vaillant, niettegenstaande den drang, die was uitgeoefend om hem het tegendeel te doen besluiten, zijn verlangen had kenbaar ge- maakt, om deze betrekking neder te leggen. Dr. Y. werd thans het eere-voorzitterschap aangeboden, hetwelk door hem werd aangenomen, wat door de vergadering met applaus werd begroet. //Laat die boot maar rusten, Bob", nep Betsy, zacht en schudde onderwijl het kussen, dat hij in zijn rug had, wat op. ^Jack zal het veer wel goed bedienen, totdat gij weer op de riemen kunt zitten." z/Och 1 ochzuchtte Bob, de armen zijn krach- teloos, zij kunnen niet meer ophalen de boot vaart, en zal varen, al rusten die armen voor goed. Wij denken, dat de wereld om ons draait, maar wij verdwijnen en toch blijft de wereld zonderons draaien." ,/Hou je goed Bob", riep Jack, „gij zult de ouwe boot nog wel eens tegen wind en stroora ophalen." Bob glimlachte droevig toen zeide hij, tot zich zelven het woord richtende w Wat zijn zij toch gek met den ouden man. Hij gaat dood, omdat zijn kind niet terug komt, en nu zeggen zij, stellig, zij komt terug. Hij moppert, dat hij geen kracht meer heeft, om te roeien, en dan zeggen zij, wacht maar een beetje, ge zult wel kracht krijgen. Weet je wat, buren, de oude Musgrave zal weer op de riemen zitteD, als zijn kind terug is, maar het komt nooit terug, neen nooit." Toen boog hij het grijze hoofd op de borst, terwijl groote tranen over zijn wangen rolden. Jack deed een verschrikkelijken haal aan zijn pijp, beet onderwijl een stuk van den steel af, en zeide (/Bob, je maet zoo droevig niet zijn,.je maakt ons ook van stuur." ,/Het is slecht van mij, jongen, gij doet uw best om mij op te vroolijken. Ik ben een oude, dwar- sche knorrepot, maar ik kan het niet helpen. Vergeef het mij, Jack, en gij ook, Betsy, want gij zijt beiden zoo goed voor mij." Met een kort woord stelde daarop Dr. V. den spre ker, Dr. Bleekrode, aan de vergadering voor en drukte de verwachting uit, dat Dr. B. de verga dering nuttig en aangenaam zou bezighouden. Dat die verwachting niet teleurgesteld werd, bleek uit de aandacht, waarmede spreker gevolgd werd. Hij begon met een kort overzicht van de ver- lichting van af de vroegste tijden, toen men zich te- vreden stelde met een in hars gedoopte tak tot op deze dagen, dat het electrisch licht zijn intrede heeft gedaan. Achtereenvolgens behandelde spr. daarop de verschillende branders, die in toepassing zijn gebracht. Die branders waren op verschillende wijzen ingericht. De eerste was die, waarbij volstrekt geen lucht in de vlam werd aangevoerd. De tweede, waarbij dit wel het geval was, en de'derde, waarbij ver- warmde lucht werd aangevoerd. Bij elk dezer veranderingen werd de lichtsterkte der vlam verhoogd, wat spr. met proeven zeer duidelijk aantoonde. Na in deze categorien verschillende soorten be- sproken te hebben, was spreker genaderd tot de eigenlijke concurrenten van het electrisch licht n. 1. de lampen van Wenham, Siemens enz. en de gas- vlammen, waarin een zuurstofstroom zich ontlast en die geleid wordt over vuurvaste stoffen, als kalk enz. Deze toch bezitten de zelfde groote voor- deelen, die het electrisch licht zoo begeerlijk ma ken t. w. het rustige, intensieve licht. Nadat spr. de inrichting der genoemde lampen uit figuren had duidelijk gemaakt, welke hij, door de welwil- lendheid van den heer Mak, die ze daarvoor ter beschikking had gesteld, ook in werking kon laten zien, ging hij over tot eenige proeven volgens laatstgenoemde methode, met inwerking van zuur- stof. Spr. besloot zijn voordracht met een vergelijking tusschen electrisch licht en de nieuwste uitvindigen op het gebied van gasverlichting en kwam daar- rnede tot de conclusie, dat het gas de concurrenlie tegen het electrisch licht best kan volhouden met hoop op goeden uitslag. Ds. V. dankte den heer Dr. Bleekrode voor den nuttigon en leerzamen avond, dien hij der vergadering had bereid. Gisterenmiddag ten ongeveer If uur, viel de 7 jarige Hendrik Groeneweg in het water, langs de Noordmolenstraatwijl hijspelende langs den waterkant, achter daar geplaatste fusten wilde loopen. Arnoldus De Yries, dddr wonende, zag het ongeval, sprong gekleed te water, en bracht den drenkeling op het droge. De kleine werd daarna door een paar jongens naar zijn ouders in de Bleekerstraat gebracht. Men schrijft ons Charlois is zoo ver niet van Schiedam gelegen, en daar wordt dynamiet geborgen. Als men aan boord van schepen kruit laadt, roept men elkander toe, denkt om het roemrijk uiteinde van van Speijk. Natuurlijk niet om in vollen vredestijd diens voorbeeld te volgen, maar als een waarschuwing om vuren, licht en pijpjes uit te doen, ten einde geen luchtreisje tegen wil en dank te maken. En als men in Schiedam om dat dynamiet denkt, dan zal men wel zeggen, wij staan wel niet bloot aan een ramp als Antwerpen trof, daartoe is het een weinigje te ver van ons af, maar 500 K. G. dynamiet is geen ding om mee te spotten. Als dat boeltje daar ginder springt, worden de stukken mijlen ver weggeslingerd, en de heinel weet dan, wat wij hier al op het hoofd kunnen krijgenbest mogelijk dat zoo'n heele petroleumtank (reservoir) op den een of anderen goedrn dag, een visite uit den hemel in onze stad komt maken. Weest daarom- trent echter gerust; er is een lijvig rapport ver- schenen van deskundigen, die met dat springgoedje altijd hebben omgegaan en het dus goed kennen. Zij hebben de inwoners van Charlois, die als de boel springt, het neusje van den zalm krijgen, ge rust gesteld, zoodat men nu ook in Schiedam veilig kan slapen, zonder bevreesd te moeten zijn, dat er de eene of andere surprise uit Charlois uit de lucht zal vallen. Dynamiet en kruit zijn beide springstoffen. Wij Kom komwil je nu we je mond eens gauw houden, Bob," riep Betsy, met een tip van haar boezelaar haar oog afvegende. *Ja, zoo is het goed," zeide Jack, //met al dat praten, wordt hij maar weemoedig. Niemand mag er nu meer spreken dan jij." Weldra hoorde men het geluid van voetstappen buiten, daarop werd er hard op de deur geklopt. Men wist nu, dat het vreemdelingen waren, want de dorpelingeu liepen zoo maar bij elkander in huis, en riepen als zij dan niemand zagen//halloo of//hei z/GauwJacknaar de deur", riep Betsy, ,/mis- schien is Claribel daar. Jack ging naar de deur, en hoorde iemand vragen //Woont daar Bob Mus grave Hij die dat vroeg, was Gleddow. En Jack riep, ffja, wat is er van uw begeeren P" Maar Dick schoof hem voorbij, en toen vroegen beiden tegelijk ,/hebt gij haar gezien Dick nam Gleddow mee naar binnen, en wees hem veelbeteekenend op den veerman, die daar weer geheel versuft en wezenloos zat. ,/Is Mevrouw Carstairs er nog niet geweest vroeg de inspecteur. /,Neen." ,/Dat is vreemd. Zij is uit London afgereisd, zij heeft een kaartje naar Koolstad, dat is het naaste station, genomen, ik ben met den volgenden trein haar achterna gekomen. Zij had alhier moeten zijn." Zij keken elkander aan en werden beiden bleek, want zij waren er van overtuigd, dat, als Claribel naar haar man was gegaan, zij reeds vermoord en het geld haar ontnomen zou zijn. kunnen van beide zeggenhet is gas in vasten toe- stand. Het kruit wordt door een vonk gas. Het dynamiet wordt gas door een schok. Maar als kruit gas wordt, is daar eenigen tijd, hoe gering ook, toe noodig, maar met dynamiet niet, dat wordt in eens gas. Als ik een losse hoop kruit neem en die met een kruitloop aansteek, krijg ik een vlam, die ten hemel stijgt, en een rook van belangvtrder krijgt men een sterke zucht, maar dat is ook alles. Ont- ploft een losse hoop dynamiet, dan komt er niet veel zucht, maar er slaat dadelijk een gat in den grond. Dat ontploffen gaat zoo spoedig in zijn werk, dat er geen tijd is om de lucht in een be- paalde richting weg te drijTen; hoe harder iets weer- stand biedt aan de ontploffende kracht van dyna miet, hoe gemakkelijker het verbrijzeld wordt. Al ligt dynamiet in een gebouw en al staan de kisten, met dat goedje gevuld, op den grond, dan zal, bij een eventueel springen, het gebouw wel uit elkander gaan, doch het effect zal niet gelijk zijn aan een ontploffing met buskruitde grond, die het meeste weerstand biedt, wo'dthet meeste gehavend. Als er brand komt, ontploft het dynamiet niet, maar vat vuur enbrandtwegongeveeralsnatkr.it alleen door den schok ontploft dynamiet en men kan het nog al erg hard gooien, eer dit gebeurt gewooulijk neemt men zijn toevlucht tot knalpoeders, om het te doen ontploffen. Opgesloten kruit, slaat den boel in alle richtin- gen uit elkander en maakt een zucht, die, wanneer hij sterk genoeg is, (en dat is altijd het geval als de hoeveellieid kruit aanmerkelijk is de ontploffing een groote uitgestrektheid geeft. Dynamiet ontploft krachti er, dat is wair, doch de ontploffing strekt hare gevolgen niet ver in het ronde uit. Zoo zou men den vloer van een kamer door dynamiet kunnen stuk slaan, terwijl toch de ruiten heel bleven. Met kruit zou men dat niet kunnen doen als men daarmede den vloer met een ontploffing verbrijzelde, ging misschien de halve buurt omver. Na dit rapport, kan men zeer gerust gaan slapen want al grijpt er een ontploffing plaats, zij zal zeer plaatselijk zijn en nooit aanleiding geven, dat er het een of ander stuk rampzalig overschot van Char lois, of van zijn bewoners door een schiedamschen schoorsteen komt vallen. Ouwersohie, 9 Maart. A.s. Zondag des voor- middags geen dienst en 's namiddags 2 uur, zal Ds. Leenmans alhier optreden. Vlaardingen, 5 Bebruaai. De Vlaardingeche Stoomboot-maatschappij keert over 1889 een divi dend uit van 23 pCt. Men schrijft ons uit Rotterdam, d.d. 6 MaartOp den Noord Blaak is een nieuwe winkel van geconserveerde vruchten geopend, waarboven men het opschriftHollandCaliforniaTrading- Company, leest. Te oordeelen naar de vruchten die in de winkelkast geetaleerd zijn, gelijkt California een land van melk en honing. Alle vruchten, die in Nederland gevonden worden, schijnen ook daar te groeien, en zien er in de flessohen, waarin zij vervat zijn, zoo smakelijk uit, dat iemand de lust bekruipt, om ze eens te proeven. In den hande' worden zij in blikken afgeleverd. In de Hoofdsteeg zijn eenige platen geetaleerd uit de oude doos, die de Amsterdarasche schouw- burgbrand van 1772 voorstellen. Op een der platen is het plotseling uitslaan der vlam op het tooneel voorgesteld. De vlam grijpt. de coulissen rechts aan en stijgt in eens tot aan de lichtkroon. De acteurs zijn op het tooneel, wijken verschrikt ach teruit, waarbij een stoel omvalt. Een knecht komt door de deur van een linker-coulisse aanrennen en schijnt brand te roepen. Aan de verbaasde houding van het publiek, waaruit eenigen al over de stoelen- rijen wegvluchten, ziet men, welk een paniek er ontstaat. Dit gebeurde 11 Mei, even over half negen, 's avonds. Een ander tafereel stelt de bran- dende schouwburg iets later voor; het gezicht is genomen van de Looijersgrachtwaar men de vlammen boven de huizen ten hemel ziet stijgen. De andere platen vertoonen de ruine na den brand. In die dagen was de photographie nog niet uit- „Hoe is het met hem?" vroeg de inspecteur, op Bob wijzende. z/Wij vreezen voor het ergste," zeide Dickvhij kan het verlies van zijn dochter, maar niet van zich zetten en de dokter heeft gezegd, dat hij ver- loren is, als zij niet terug komt." ,/Ik dacht," zeide Gleddow, //dat ik in het goede spoor was, verduiveld, het is nu heelemaal mis. Ik denk, dat ik maar naar Koolstad terugkeer." Hij bleef nog een oogenblik luisteren naar Bob, die weder verwarde woorden van het geliefkooede lied van zijn vrouw begon te mompelen. z/De dag breekt aan en voor mij is nog alles duister." Plotseling, hoorde men heel in de verte, maar toch duidelijk, het geroep van //Veerman ho 1" Allen keken elkander aanzij openden de deur en luisterden, maar bleef alles dood stil in den winternacht. Alleen de oude Bob zette zijn han- den op de leuning van den armstoel en poogde op te staan. ,/Wie roept daar om overgezet te worden," schreeuwde hij, //laat mij naar mijn boot gaan, het is laat, juist als toen, toen was het nacht nu is het ook nacht Of man, of vrouw of kind, ooit „Veerman ho 1" riep, ik kwam, ik ben veertig jaar lang gekomen." ,Ga toch zitten Bob," zeide Jack terwijl hij zijn hand op den schouder van den ouden man lag, //gij zijt te ziek, om nu in de boot te gaan, en daarbij is het nacht." //Veerman ho Het geroep kwaut nu nader, was duidelijker en veel beter te onderscheiden, door een wanhopige gevonden, evenmin de kunst. om insfantanee gravures te maken, doch wanneer wij om de groote nauw- keurigheid en alles denken, die onze vaderen was aangeboren, kan men wel verzekerd zijn, dat het wel juist zoo zal zijn voorgevallen, als op de plaat is afgebeeld. De Kralingsche ijsclub had aangekondigd, ijsver- maak met electrische verlichting, op Woensdag, en zoodra de club dat annonceert, kan men er gerust op rekenen, dat het spoedig zal gaan dooien. Zoo was het nu ook weer het geval, en gelukkig dat het wat handzamer weer werd, want de nieuwe Leuven- brug moest beproefd worden en voor hem, die bij het waterpas-instrument moet staan, om de door- buigingen, bij verschillende belasting, op te meten, is het met zulk een snerpende koude geen baantje. Die Leuvenbrug is een constructie, die de ge- meente ruim 2 ton kost. Daar kan men ook wat voor hebben zal men zeggen. Voor 1856 werd men op dit punt met een pont overgezet. In 1850 kon men nog niet tot deu aanleg van een brug aldaar besluiten, maar de stad breidde zich hoe langer hoe meer in westelijke richting uithet zoogenaamde Nieuwe Werk kreeg hoe langer hoe meer bewoners, en zoo was men toch eindelijk wel verplicht, dat punt te overbruggen. Wat in 1856 een kolo.-sale brug scheen, bleek heden niet meer aan de eischen van ons druk handelsverkeer te voldoen. Er wer den tegenwoordig zulke zware lasten vervoerd, dat de brug van 1856 ze niet meer dragen kon, en dat zij langs een omweg de plaats hunner bestem- ming moesten bereiken. Nog meer, en vaart-, en rijtuig- en voetgangersverkeer is heel druk op dit punt. Aan de eene zijde moet de brug een passage voor twee rijtuigen opleveren, en breede trottoirs voor voetgangers hebben, aan de andere zijde moet hij in een oogwenk geopend en gesloten kunnen worden. Hoe die brug daar te maken? Aan afdammen was wegens de drukke vaart in de Leuvebaven niet te denken. Voor dit kolossale werk nam men nu een vergroote duikerklok, waarvan de werkkamer 22 Meter lengte op 8.6 M. breedte had. Daarmede kon men werken tot 8 Meter onder laagwater. Nog meer, terwijl men daar onder water bezig was, en de schepen druk langs de klok voeren, kon het licht gebeuren, dat zij er mede in aanvaring kwa- men, daarom moesten, voor de veiligheid der werk- lieden, beschermingspalen geheid worden. Als de klok verplaatst werd, moesten die palen natuurlijk weer op nieuw geheid worden. Hoe wordt nu het snel openen en sluiten der brug verkregen? Natuurlijk met machinerie, die echter niet met de hand, maar door den krachtigen druk van het water uit de leiding, bewogen wordt. Nu. zal men zeggen, als die machinerie hapert kan de brug niet open. Hiervoor is ook gezorgd de machinerie is dubbel, weigert het eene stel machi nes, dan gebruikt men het andere. Maar nu zou het kunnen gebeuren, dat ergens een pijp van de waterleiding sprong, of juist dat deel van de waterleiding afgesloten moest worden, hetwelk op de brug correspondeert, hoe krijgt men dan de twee kleppen omhoog, die geen peul- schilletjes zijn, maar elk 100.000 K.G. wegen, zal men vragen. Ook hiervoor is gezorgd, de machinerie kan het benoodigde water uit drie ver schillende secties der stad trekken. Er is 470.000 kilogram ijzer aan de brug ver- bruikt, en de ijzeren bovenbouw alleen kost bijna een ton. Zij is vervaardigd door de ijzergieterij z/de Prins van Oranje." Er kunnen nu lasten van 16 000 K.G. over vervoerd worden. Tegen twee uren hedenmiddag zou de brug be proefd en daarna voor het publiek verkeer geopend worden. Mij dunkt, als een stad zoo'n kolossaal stuk werk, waarop zij met recht trotsch kan wezen, rijker wordt, kon men zijn sympathie wel eens be- tuigen met de vlag uit te steken. Ik telde net vijf gebouwen, die op de Leuvehaven de driekleur ontplooiden. Aan elk einde van de brug stonden vier vlagge- stokken met de vlag opgerold, maar op slipsteek, om dadelijk los getrokken te worden, als de brug de zware draagproef goed doorstaan had. poging stond de veerman van zijn ouden stoel op, worstelde als een bezetene tegen hen, die hem wil- den terug houden, en schreeuwde ,/lk zeg je, laat mij gaan, met mooi of slecht weer, met heldere lucht of pikdonkeren nacht, als er om de boot geroepen wordt, moet de veer man uitkomen." /,Houdt U toch bedaard," riep Betsy, terwijl Jack reeds zijn peijekker aantrok, om met de boot er op uit te gaan, toen men wederom de stem hoor de, maar die nu duidelijk riep: ,/help! help!" //Help wie roept daar help gilde de oude Bob. ffDat is de stem van Claribel. Het is de»stem van mijn dierbaar kind Zij heeft gezegd, ik kom terug, en zij is daar." z/Houdt je handen thuis, los, laat mij gaan, als mijn kind om hulp roept, ben ik weer sterk en gezond en als zij om de boot roept, moet de boot uitkomen. Maak los de boot, geef mij de riemen. Ik zal haar nog eens over de ri- vier halen, het is voor mijn kind, ClaribelCla ribel de boot komt." ffEn hij liep naar den oever, of hij weer jeugdi- ge krachten had gekregen, greep de riemen, zette van wal, haalde met krachtige slagen optoen de stem nog eenmaal door de heldere en vriezende winternacht klonk, maar nu hoorde men #moord." (Wordt vervolffdj.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

De Schiedammer | 1890 | | pagina 2