N". 25. Eerste Jaargang. Woensdag 12 Ma art, 1R0O. VERMETEL SPEL. B I N N E N L A N D. Abonnementsprijs: Per drie m.aandeii.00 franco per post. 1. voor h.et Bniten- land1.65 Afzonderlijke nummers. .05 Verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG. Uitgever C. J. BLOMMEKDAL, Boterstraat, E, 342, SCHIEDAM. Prijs der Advertentien Van 1—6 regels f —.BO. Iedere regel meer. .10 Groote letters naar plaatsruimte. Driemaal plaatsing wordt tegen tweemaal berekend. Familieberichtenper annonce .40 Dienst Zij, die zich inct het vol- Send kwartaal, aanvangeilde W» 1 April a. s., op (lit blad wenechen te aboniiccren, outvangen de nog tot (lien datum verschijuende nuinmers GRATIS. FHUlLIiElTOlV KAEEL VAN 0UWERSCH1E. XXVI. Besluit. By Kon. beslait is de kapitein der artillerie J. C. Eabius, lid der Tweede Kamer, op non- activiteit gesteld, ingaande op den dag zijner neder- legging van het lidmaatschap der Tweede Kamer. Onder de oefeningen, welke gedurende dezen zomer gehouden zullen worden, zal vermoedelijk ook behooren eene manoeuvre der cavalerie langs den Gelderschen Use], waarbij de rivier ook zwem- mende zal worden overgetrokken. Mocht zulks plaats hebben, dan zal het corps pontonniers hierbij de noodige hulp verleenen. In het jaarboekje der Kon. Ned. zeemacht 1888-1889, zijn opgenomen de rapporten der ge- dane reizen door het stoomschip Alkmaar, stoom- schip Dolfijn en zeilvaartuig Argus, tusschen 1 Oc tober 1888 en October 1889 tot bescherming der visscherij. Zr. Ms. gaffelschoener Argus is den len dezer aan de marinewerf te Willemsoord in dienst ge steld onder bevel van den luit. ter zee le kl. J. H. Mijer, waardoor het houden van politietoezicht op de visschersvloot in de Noordzee alsnu door twee oorlogschepen wordt waargenomen. Het schijnt in het plan van het Departement van Marine te liggen, beide schepen eerstdaags geruimen tijd zee te doen kiezen, men spreekt van eenige maanden, waarbij zij beurtelings om de Noord en Zuid van de Noordzee zullen ver- toeven tot bescherming der visschersvloot. De overneming van den Rhijnspoorweg door den Staat, die een half jaar geleden al bijna een voldongen feit werd geacht, schijnt in den lateren tijd niet zoo zeker meer te worden geacht. De Haagsche correspondent der Zulph. Ct. schrijft dienaangaande //Ieder erkent, dat de tegenv oordige toestand in vele opzichten gebrekkig is, maar velen vinden den prijs, waarvoor verbetering zal verkregen worden te hoog. De Rhijnspoorweg-Maatschappij heeft nl. een prijs bedongen, vrijwat boven de werkelijke waarde die zij vertegenwoordigt. De Staat zou er nl. voor geven zes millioen, drie ton balanswaarde en des- kundigen beweren, dat de balans reeds zeer is ge- flatteerd. Er is dan ook een nota te wachten, J Claribel reisde naar station Koolstad in angst en vreeze. Zij bad haar man verwacht en den geheimzinnigen sluier, (lien zijn bestaan omgaf, willen oplichten, want alles mll&kte haar doodelijk onge- rust. Zij had verlangd, naar haar vader terug te keeren, om hem vergiffenis te vragen voor de vlucht uit het ouderlijke huis, en hem dan weer een vaderlijken kus af te smeken. Het oogenblik van wederzien zou weldra aan- brekenzij beefde als een riet. Toen zij Dudley Carstairs voor de laatste maal had gezien, was er iets in zijn oogen, dat zij er vroeger nooit in gezien haddie blik had iets onheilspellends, wat, wist zij niet, en zijn stem was ietwat barsch en beve- lend, hetwelk een schrikkelijk contrast opleverde, met den liefelijken en zachten toon, waarmede hij haar hart gewonnen en haar ziel in verrukking had gebracht. Zij rilde er van, als zij een oogenblik er aan twijfelde, of die man wel de ridderlijke edelman was, die niets kon doen, dat tegen eer en deugd streed. Dan dacht zij aan haar vader, en verwonderde zich over haar eigen groot vertrouwen op zijn toe- geeflijkheid. Als zij haar armen om zijn hals sloeg en hem vertelde, welk een bitter berouw zij had over hare afdwaling, zou dan alles vergeven zijn Tot op dit oogenblik twijfilde zij daar niet aan. Immers de verloren zoon, ver van huis en neder- geworpen bij de zwijnen, besloot op te staan en wederom die liefde op te zoeken, waarvan hij zich waarin betoogd wordt, dat de Minister van Finan- cien voor den Rhijnspoorweg veertien ton te veel wil geven. Aan de beursnoteering kan men trouwens ook wel zien, dat de aandeelhouders bij goedkeu- ring van het contract van overneming van veel beter conditie zouden worden. Yoordat de onder- handelingen begonnen, stonden de aandeelen 85 it 90 percentin de laatste weken werden ze ver- handeld voor 115 a 118, en wordt de wet aan- genomen, dan zullen ze, naar men zegt 125 waard zijn. Maar hoe groot zal de teruggang zijn als de wet eens verworpen wordt Door het hoofdbestuur der schippersver- eeniging Schuttevaer is een adres verzonden aan het gemeentebestuur van 's-Gravenhage, ten einde te verkrijgen vermindering van havengeld door het invoeren van abonnement, vaarbij men zich per jaar kan verbiuden, daar het havengeld te 's-Gra- venhage zeer hoog is. Waar b.v. een schuit, groot 50 ton, de havens van Rotterdam ieder en dag kan aandoen tegen een jaarlijksch havengeld van 20 gulden, zou dit voor Den Haag bedrageu de som van f 546 per jaar. Ook is een adres verzonden aan den gemeente- raad van Leiden, ten einde gedurende de winter- maanden voor het opeuen der bruggen een dagdienst te ^rkrijgen van 6 uren 's morgens tot 8 uren 's avonds, daar die dienst, zooals hij nu is inge- richt, van voormiddag 8 tot 'savonds 5, veel te beperkt is. Tevens wordt daarin verzocht eene betere be- diening dier bruggen in den nacht, daar nu de brugwachters eerst aan het politie-bureau in de stad moeten geroepen worden. Aan den gemeenteraad van Delft is een rekest verzonden, met verzoek om vermindering van ha vengeld aldaar, daar het havengeld zeer hoog is, en zelfs moet worden voldaan, wanneer men geen gebruik van kaden of ligplaatsen maakt. Als een zeldzaam staaltje van stipte controle deelt men uit Waddingsveen mede, dat een persoon, die als getuige in Amsterdam moest optreden, f 0.10 minder aan getuigengeld ontving dan een ander, die slechts eenige hnizen van hem af wooDde. Men oordeelde dat de eerste persoon dichter bij Amsterdam zijn verblijf hield dan de ander. De v6<5r eenige maanden te Londen opgerich- te u Bacon Curing" vleeschmaatschappij is nu inder daad in staat van liquidatie. De drie Nederlandsche varkensslachterijen, die zij voor ruim f 1.200.000 overnam, waren nl. bij nader onc'erzoek gebleken, nauwelijks een vijfde gedeelte van de inbrengsom waard te zijn en nadat in de vorige alg. vergadering gedreigd was met scherpe maatregelen tegen de oprichters, hebben de zen nu dezer dagen in eei.e minnelijke liquidatie toegestemd en bestaat thans het uitzicht, dat de aandeelhouders een groot deel van hun kapitaal zullen terugontvangen. Door de ,/Vereeniging tot bevordering van het Vreemdelingenverkeer" te Arnhem is dezen win ter een rijweg van Rozendaal over de heuvelen van Beekhuizen naar De Steeg aangelegd, welke weg aan fraaiheid van uitzichten, alle rijwegeu in ons land verre overt reft. Dat alien, die van de kostelooze broodbe- deeling te Amsterdam gebruik maken, dat niet zouden behoeven te doen, zoo zij hun geld niet naar de Vergunning brachten, bleek weer Qp stui- tende wijze in de Kalverstraat, waar een drietal armoedig gekleede jonge kerels arm in arm zwaaiden en brulden„We gane na de broodbedeeling 1" Men zal op den Singel echter wel zoo verstandig geweest zijn, zulke kostgangers af te wijzen 1 De schuttersraad te Zutphen heeft vonnis ge- wezen in de zaak van 39 leden der schutterij, beklaagd van ,/gedrag tegen de ondergeschiktheid," het ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen en de be- klaagden daaraan schuldig verklaard, en, onder aan- neming van verzachte ide omstandigheden, alle be- klaagden to! geldboete veroordeeld, voor degenen die een rang bekleeden van f 2,50 en voor de schutters van f 1. Men is druk aan het afbreken van het voor- malige Centraalstation te Amsterdam. Slechts de kap van het perron is van den bovenbouw nog over. Mag men in een trein den noodrem overhalen, wanneer men door daarin aanwezige medereizigers met slagen bedreigd wordt? Deze vraag werd dezer dageri aan het oordeel van den kantonrechter te Amsterdam onderworpen. Uit het onderzoek bleek, dat een persoon in den avond van 25 Dec. 11. plaats genomen hebbende in den trein van xAmsterdam naar Haarlem, door eenige te Halfweg ingekomen beschonken reizigers werd las- tig gevallen en door een van hen telkens met sla gen werd bedreigd, waarop hij den trein liet stilstaan door den noodrem over te halen. Door den hoofd- conducteur werd deswege proces-verbaal tegen hem opgemaakt. De ambtenaar van het O. M. vorderde veroordeeling eener boete van f 4. De beklaagde werd echter ontslagen van rechts- vervolging, op grond dat de dagvaarding geen straf- baar feit inhoudt, daar er is ten laste gelegd, dat bekl. den rem heeft overgehaald, zonder dat er ge- vaar of voor den trein of voor de zich daarin be- vindende personen bestond; terwijl men volgens de wet eerst strafbaar is wanneer er geen vermoeden van gevaar is. Door de Voleudammer visschers (circa 250 botters zijn daar in gebruik) wordt tegenwoordig niets verdiend. Voor Edam, tot welke gemeente Volendain behoort, heeft de achteruitgang van be- doeld visschersdorp groote bezwaren. De haven aldaar eischt dit jaar belangrijke uitdieping en een noodige verbetering aan dijken enz., maar het is voor Edam niet doenlijk, de kosten te betalen. Te minder nu Edam, door de verplaatsing van den houthandel naar Zaandam, zoo zwaar in zijn financien is getroffen. De heer C. van Drimnielen en mej. E. A. Van DrimmeleuDrimrnelen te Drimnielen, vier- den in de vorige week bun koperen bruiloft. Er is sprake van een ,/sehoonheidsconcours" in den a. s. zomer te Scheveningen. Onder het opschrift „Een mooie-meiden-markt." schrijft de Haagsche Couranl naar aanleiding hier- van het volgende Dat ontbrak er net precies aaneen uitstalling, een markt van schaamtelooze vrouwen uit alle dee- len van de //halve wereld," die zich voor geld te kijk geven. Een internationale verzameling vrouwen, die uit hare schoonheid geld kloppendat moet Sche veningen inderdaad tot het geliefkoosde H Kurort" der Europeesche lichtmissen komen makeD, nu 't met de groote speelbank niet lukken wilde, ons tot het Monaco van het Noorden te maken. Inderdaad, 't was noodig om er angstig voor te waken dat geen greintje Haagsch vuil naar Scheve ningen zou kunnen afdwalen. Gelijk men weet, is tegenwoordig de quaestie aan de orde, of de gewoonte om te groeten door het afnemen van den hoed aanbevelenswaardig is of door een andere moet worden vervangen. In een gezelschap werd daar onlangs lang en breed over gediscussierd, totdat eindelijk een der gasten de opmerking maakte: ,/Bij ons op het dorp is het al jaren lang de gewoonte slechts op Zon- en feestdagen den hoed voor elkander af te nemen." ffWel, dat is interessant," sprak een ijveraar voor de invoering der nieuwe mode. *Wat mag daarvan wel de rede zijn?" tfOch," was het antwoord, //door de week dragen de lui bij ons meestentijds een pet." afgewend hadmaar toen hij weder op die plaat- sen kwam, die zoo onveranderd waren gebleven, terwijl hij zelf zoo veranderd was, weifelde hij toen niet in zijn voornemen Was hij niet bevreesd, dat het aangezicht, hetwelk hij vroeger zoo vol teedere liefde voor zich gezien had, nu een strenge en bestraffende uitdrukking zou aannemenwas hij niet bang, dat hij de deur gesloten zou vinden, voor hem, die daar helaas, eens meester was geweest. En zoo duurde die angst en vreeze, totdat de deur in het gezicht kwam, en daar ginder ook die gestalte verseheen, waarnaar hij zoo vurig verlangde, nog dezelfde, alleen wat meer gebogen door kommer en verdriet, en die zoo zeer bedroefde vader liep naar hem toe, en viel hem om den hals, en kuste hem. Zou haar vader haar zoo om den hals vallen en kussen, en haar ten overstaan van alien welkom heeten, alles vergetende, behalve dat zij zijn kind was En als de trein al brommende, zuchtende en snorrende de ruimte verslond, bad zij in stilte, dat God haar helpen zou. Zij hield het telegram van Dudley in haar hand. Het was vreemd en geheimzinnig, eveD als zijn heele bestaan. Zij moest niet den naasten weg naar haar vaders huis nemen. Als zij in Koolstad kwam, moest zij een omweg maken en hem aan den tegen- overgestelden oever van de Dass ontmoeten, dicht bij dien ouden dam, waar het water zich overheen stortte, en waar hij haar bij het ruischen der wate- ren, voor het eerst zijn liefde beleed. Daar zouden zij elkander tegen tien uur ontmoeten nn als gehuwd paar, om de veerboot roepen, en als man en vrouw over de oude rivier naar haars vaders huis gaan. Eindelijk had zij Koolstad bereikt, en om de uren te verdrijven, die er nog verloopen moesten, eer het tien sloeg, wandelde zij naar het dorp. Het was een wandeling van verscheidene uren, zelfs al koos men den naasten weg. Claribel, die noch bij haar vader, noch bij haar vrienden wilde terugkee- ren, zonder echtgenoot, was volkomen tevreden met het plan, nam zelfs een omweg, ging reeds de ijze- ren brug bij Koolstad over, om aan den anderen oever van de Dass te komen. Het was een heldere koude winternacht, de maan scbeen aan den wol- keloozen hemel en verspreidde een licht, alsof het dag was, en deed de rijp op heggen en boomen en op de gevels van de enkele huizen schitteren, alsof er een wit poeder met duizend diamanten over was gestrooid. Zij stapte flink door, zoodat haar wan- gen gloeiden tegen den adem van den snerpenden noordenwind. Ten slotte bereikte een gebruisch, dat heel uit de verte kwam, haar oor het werd al duidelijker, naarmate zij voortschreed en bracht haar tot de ervaring, dat de stuw of dam aan de Dass, nog maar ruim twintig minuten gaans ver was. Toen splitste zich de weg in een jaag- en gang- pad, en toen zij de bocht van de rivier bereikte, ver- toonde zich daar in de verte de andere oever, met een rij huizen, wier gevels en daken donker tegen de heldere lucht afstaken, terwijl een enkel met rijp bedekt dak, als er het maanlicht op viel, weer des te helderder uitkwam. Daar stond de kerktoren, die naar den hemel wees, en waarnaast haar lieve moeder rustte, en daar, dicht bij den oever, stond het huisje, waarin Claribel geboren werd. Daar waren de trappen, waar de menschen, die over het veer gingen, in en uit de boot stapten. Had die boot daar nu gelegen,--dan zou Claribel, zooals zij zoo dikwerf in vroegere dagen deed, er werktuigelijk mede naar de overzijde geroeid hebben. Zij was bijna thuis. Geen 50 meter verder, brulden de wateren die over den stuwdam vlogen met onstuimig geweld vielen zij neder, en geleken een kokende zee, waaruit het schuim opvloog en waarachter zich weer tal van kolken vormden, die aantoonden, hoe lang de stroomdradeu nog tegen elkan der kampten, voordat zij weer rustig hun weg naar zee vervolgden. Hoe glad en effen, dacht Claribel, vloeit hier de rivier, het is alsof zij in het zilveren maanlicht voortdommeltdan wordt die stroom hoe langer hoe sneller, en verandert in een donderenden waterval, die een schrikkelijken kamp tegen zichzelven voert. Het gelijkt wel het beeld van mijn leven. In de verte sloeg de dorpsklok, het was de eerste slag van tien uur daar stond plotseling Dudley Carstairs voor haar. Zij schrok, en zou neergezegen zijn, als hij haar niet in zijn armen had opgevangen. Zij had uren geloopen om hem te ontmoeten, had gedurende vele weken in droevig verlangen uitgezien, of hij niet kwam, en nu dat oogenblik daar was, schoot hij als een struikroover van achter de boomen. Dit gaf haar een gevoel van onbestemde vrees, het was haar alsof liaar een groot gevaar bedreigde. En hij geleek noch in zijn gelaatstrekken, noch in zijn blik, noch in zijn stem iets op den man, die blijde is, weder bij zijn vrouw te zijn integen- deel, zijn stem was hard als metaal, zijn oogen glin- sterden woest. //Gij zijt stipt," zeide hij, ,/dat komt goed, er is geen tijd te verliezen." j/Laten wij dan maken, dat wij thuis komen," riep Claribel bevend. „Hebt gij alleen gereisd?" vroeg hij argwanend, op gejaagden toon. Was dit nu Dudley, dien zij gekend had, als zoo lief, zoo hoffelijk, zoo Voorkomend Deze man had de stem van een toornigen dwingeland, de oogen van een woedenden tijger. Ja, Dudley," antwoordde zij, //geheel alleen, een vervelende reis, de hemel geve, dat dit de laatste is, die ik zonder u doe 1" „Ja," zeide hij, veelbeteekenend met het hoofd knikkend, ,/de laatste, ongetwijfeld, het is je laatste geweest." Hij had haar niet eens gekust, en, vreemd genoeg, zij vroeg er niet omvoor het eerst begon zij nu de nijpende koude van den winternacht te ge- voelen. //Dudley, zijt gij boos?" vroeg zij nu. A ANBIEDINGEN AANYHAGEN -.85 25) NAAR HET ENGELSCH BEWERKT DOOR

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

De Schiedammer | 1890 | | pagina 1