Burgerlijke Stand, Voor de verkieziug van een lid der IVeede Kamer in het hoofdkiesdistrict Goes zijn ingeleverd 2772 biljettenvan onwaarde 50. Gekozen is de heer mr. L. W. C. Kenchenius (antirevolutionair) met 1548 stemmen. Op den heer J. H. C. Heijse (liberaalj waren 1153 stemmen uitgebracht. Het getal kiezets in het district bedraagd 4051. Schiedam. 21 Maart. De gemeenteraad alhier zal Maandag 24 Maart a. s., 's namiddags te If uur, eene openbare vergaderiug houden. Tot leden der jury bij de tentooustelling van kunstnijverheid zijn door de inzenders gekozen de heeren H. A. M. Roelants, J. J. Yormer, A. No- len, L. Perquin, W. A. Hoek, I. P. Vincent en Jac. J. M. Kramer. Het was Woensdagavond een goed bezette zaal in Musis Sacrum, toen de laatste bijeenkomst van de volksvoorlezingen voor dit seizoen werd gehouden. En de velen die aanwezig waren, zullen niet onvoldaan huiswaarts zijn gekeerd. Achtereenvolgens traden op de heeren R. en H. met een paar luimige voordrachten, de heer v. K. met een paar liederen, en de jongebeer S. met een stukje op de viool. De beide laatsten werden geaccompagneerd door de altijd bereidvaardige juffrouw S. Wekten de beide eerstgenoemden herhaaldelijk den lachlust der hoorders op, de heer v. K. werd in de diepste stilte aangehoord. De jongeheer S. toonde, dat hij met succes had les genomen. De wijze waarop de voordragen stukken werden gevolgd, zij hen tot loon voor de genomen moeite. Daarna traden op eenige leden der Gymnastiek- vereeniging „01ympia" en /Palaestra", onder lei- ding van den heer Chr. Krijger. Zij voerden eenige oefeningen uit met een juistheid, waarvoor niet alleen zij, maar ook hunnen directeur alien lof verdienen. De combinatieu waren heel aardig be- dacht, en maakten een goed effect. Na de pauze werden door een tiental van hen, nog eenige oefeningen uitgevoerd met den stok, met dezelfde juistheid als de vorige. Last not least werd opgevoerd, een blijspel ge- titeldyEen kleine vergissing." Het is een geestig stukje, dat goed werd gespeeld, en het aandachtige publiek telkens een gullen lach afdwong. De acteurs verdienen alien lof. Met een hartelijke en gekruide rede sloot de President deze bijeenkomst, waarbij een welverdiend afscheidswoord werd gerieht tot haar, die zich zooveel moeite voor de volksvoorlezingen heeft getroost. Tevens deelde de President onder de roos mede, dat het volgend jaar een feestje zou gege- ven worden, ter herdenking van het 80-jarig be- staan der volksvoorlezingen. Met genoegen zagen wij, dat aan ds gymnastiek een plaatsje was ingeruimd. Immers kunnen wij daaruit afleiden, dat die een volkszaak staat te wordendat dit belangrijk gedeelte der opvoeding meer en meer tot zijn recht komt. Reeds herhaaldelijk zijn er stemmen opgegaan om dit meer algemeen te maken. En met recht. De lichamelijke ontwikkeling, die langzamerhand geheel uit het oog verloren was, is van te veel belang om niet met ernst te worden behartigd. Elken jongen, elk meisje moest de gelegenheid gegeven worden om het lichaam, zoowel door gym nastiek als door zwemmen, te kunnen ontwikkelen. Ook het zwemmen kunnen wij niet genoeg aanbe- velen en daartoe bestaat hier ter stede helaas nog geen gelegenheid. Tot nog toe, wij erkennen dit volraondig, was het moeielijk een geschikte plaats aan te wijzen, waar zulk een inrichting kon ge- plaatst worden en waar tevens helder water stroomt. Maar, wanneer eenmaal de waterververschingswerken gereed zullen zijn en alle grachteu slechts helder water zullen bevatten, dan wij twijfelen er niet aan, zal weldra een zwemschool verrijzenwelker ledental getuigenis zal aileggen van de noodzake- lijkheid van haar bestaan. Naar wij vernemen is de president van de Maatschappij tot bevordering der Nijverheid, af- deeling Schiedam, de heer G. Visser Bzn. doorde durend aan, en nu kreeg David de zekerheid, dat hij diezelfde bliksemschichten uit zijn oogen zag stralen, als liij bij bet visioen van den vorigen avond had opgemerkt. ,/Gij zijt een letterkundige, zooals ik gehoord heb", vervolgde de oude. ,/Een schoone weikkring maar velen blijven halverwege stekenen hun werken zijn dan voor altijd voor het nageslacht verloren." //Ik hoop tot de meer gelukkigen te behooren", hernam David, die hoe langer hoe minder op zijn geraak was, doch zich nog zoo goed mogelijk hield. //En mag ik nu eens vragen, wat doet gij z/Ik denk," antwoordde de oude zoo laconiek mogelijk, en nu heerschten er weder eenige oogen- blikken van diepe stilte. Toen hernam de oude weder z/Ik denk, en ik denk nogmaals, en jarenlang den- ken heeft mij geen streep verder gebracht, als toen ik reeds was in de dagen, dat nog geen wit haartje zich in mijn haren en baard vertoonde." z/En mag ik dan eens vragen," hernam David, z/Wal is dan toch wel het onderverp, dat zoo voort- durend uwe gedachten bezig houdt." z/De verloren geraakte kennis der wijzen uit vroegere eeuwen, de verborgen geheimen uit het levensproces, welke door de vorderingen van de tegenwoordige beschaving met een verachtelijken blik beschouwd worden. Dan denk ik aan die kennis van geheimzinnige krachteu, die het dubbel bestaan der menschen kunnen opwekken, die het vermogen hebben, om het lichaam in sluimerenden toestaud te brengen, terwijl de ziel naar verre oor- den vliedt. Ik denk aan de kracht van den wil n van het denkvermogen, welke kracht ons in Schiedamsche Kunst-vereeniging benoemd tot lid der jury bij de tentoonstelling van Kunstnijverheid, welke benoeming door dien heer is aangenomen. Blijkens het verslag over 1889 van de Spaar- bank, opgericht door het Nulsdepartement alhier, bedroeg gedurende dat jaar de som der iulagen f 240,946.- en die der terugbetalingen f 341,055.86. Het aantal deelhebbers op 31 December was 5815. Het kapitaal der bank bedroeg op dien datum f 1,302,018.39|, waarvan aan de deelhebbers in hoofdsom en renten verschuldigd was f 1,231,183.18, zoodat het reservefonds groot was f 70,835.21 J. Nog zijn bij de examens in de nuttige hand- werken te 's Ilage, geslaagd de dames: H. Klein, N. Dienske, fl. Van Zon, A. Van der Most en W. Wijma en J. M. Van der Vlies, alien alhier. Ouwerschie, 21 Maart. A.s. Zoudag, vm. 9]/a en nm. 2 uur, zal Ds. Leenmans voor de Herv. gemeente alhier oplreden. Vlnarriingcn. 21 Maart. Tot Ontvanger der belastingen te Ginneken is benoemd onze stadge- noot de Heer L. A. Van Giffen. Men schrijft ons uit Rotterdam d.d. 21 Maart: Een Hamburgsche reederij heeft haar be- drijfskapitaal met 3 millioen gulden vergroot. Deze reederij heeft reeds lijnen op China en Japan en zal nu ook op Nederlandsch-Indie laten varen. Met 1 December komen er 4 booten van 3500 ton, van de nieuwste constructie in de vaart. Die nu pleizier heeft een reisje onder Duitsche vlag naar Indie te doen, kan zijn hart ophalen, want zoowel op de uit- als op de thuisreis zullen zij een Ne- derlandsche haven aandoen. Dat is dus een con- curreerende vaart met de Nederl. booten. Men zegt dat het den handel ten goede zal komen, want wij krijgen daarmede een directe verbindiug met, Singapore. Ik zou het wenschelijk achten als wij zelf maar een lijn op Singapore hadden, en die Duitsche booten maar wegbleven. Zij zullen voor- zeker ook het Duitsche element (waarvan reeds in Indie niet alleen genoeg, maar zelfs overcompleet is) nog meer naar onze kolonien doen emigreeren. Hoe kan er in 's hemels naam brand in een vuilnisschuit komen, zal men vragen. Wel, om de doodeenvoudige reden, dat de lieve straatjeugi dol graag van alles, wat onder haar bereik komt, vuur- tjes stookt, en dan hard wegloopt, als de politie komt. Zoo ontstond er brand in een dergelijk vaartuig aan den Coolsingel. Bereids was er al een uur vroeger een oploop aan de Leuvehaven ge- weest, want men zag daar een vlam, die tot aan de eerste etage der huizen reikte, en men dacht niet beter, of er stond een schip in brand. Wat was echter het geval. Eenige bengels had den een hoop stroo, die daar lag, in brand gesto- ken. In zulke gevallen is de politie dan altijd goed voor het bluschwerk. De officieren van de schutterij, die over de pro- motie bij keuze per request aan den Minister ge- klaagd hebben, ontvingen dezer dagen niet alleen nul op het verzoek, maar nog een reprimands op den koop toe. Uneven uit DEN IIAAG. V. 't Zijn toch vreemde lui, die Hagenaars; dat moet ik tot mijn schande bekennen. Sedert meer dan een jaar was de gansche stad in rep en roer over de spuiings-vraag, over het al of niet, gedurende de zomermaanden, ververschen van onze grachten. De overgroote meerderheid der ingezetenen, die het tot stand komen van het kanaal, met dat doel naar zee aangelegd, met in- nige vreugde hadden begroet en die nog nooit met zooveel ingenomenheid tonnen gouds uit de stads- kas hadden zien bestemmen als voor dit werk van algemeen nut en van hygienisch belang, de over groote meerderheid had verleden jaar, toen, met het oog op de nog vrij onzekere werking van het kanaal, ter wille van de badplaats Scheveningen, besloten was in de zomermaanden niet te spuien, geen woorden scherp genoeg om dit af te keuren. Het was een schandaal, onze gezondheid, door de stinkende grachten ernstig bedreigd, minder te ont- zien dan het belang van het zeebad en enkele staat stelt dingen te volvoeren, aan welker moge- lijkheid de ongeloovige twijfelt, maar die voor den ingewijde slechts voor het grijpen liggen", en zoo voortgaande geraakte Lipthwaite hoe langer hoe meer in vuur. //O, nu begrijp ik het," zeide David, ,/gij doet zoo wat aan spiritisme, dat is een wetenschap waar voor ik noch tijd noch roeping had, om er mij aan te wijden", maar met dat al was onze jongman alles behalve op zijn gemak. //Spiritismeriep Lipthwaite met de uiterste verachting. //Denkt gij, dat ik mij met kwakzal- verij en goochelaarstoeren ophoud, die alleen gescliikt zijn, om mannen met zwakke hersens en vreesachtige vrouwen beet te nemen Neen, ik zoek naar wat beters, dan om violen en tambourins door de lucht te laten vliegen en door een onzichtbare hand te laten bespelenik roep geen klopgeesten op, die er niet zijn, en toch de geheele vergadering angst en vreeze aanjagen. Ik misleid de menschen niet, door een zoogenaamd medium allerlei onzamen- hangende volzinnen te laten verkondigen. Nog eens, ik ben geen spiritist, want ik zoek de oplos- sing van geheimzinnige verschijnselen, die ik niet kan verklaren, omdat ik geen tip van den sluier kan oplichten, waarin zij gehuld zijn. Ik denk efl blijf denken, en niettegenstaande al mijn pogen, weet ik er niets meer van, dan dat zulke vreemde verschijnselen kunnen voortggbracht worden door hen, die slechts even in den voorhof van den tem- pel der wetenschap zijn gedrongen." z/Maar waartoe is dat alles nuttig vroeg David, die, ofschoon verwonderd over den toon van diepe overtuiging, waarop de oude sprak, hem liefst niet in die afgetrokken beschouwingen volgde. hotels te Scheveningen, die misschien een paar be- zoekers minder er door zouden ontvangen. Er ontstond langzamerhand een beweging, zooals nog zelden was aanschouwd. Adressen met duizenden en duizenden liandteekeningen gingen naar den gemeenteraad, om het openen der sluizen te vragen. De beweging kwam echter op 't laatst van het badseisoen en het stedelijk bestuur hield de beslis- siug hangende totdat er weer, zonder schade voor het bad water, kon worden gespuid. Langzamerhand was de kalmte teruggekeerd en met welgevallen zag men 't water van Dellland door onze grachten stroomen. Bij het naderen van den zomer begon nu, reeds voor eenige maanden, het oude spel van voren af; nu ging de demonstratie van Scheveningen uit. Langs allerlei wegeu en met alle middelen zocht men den Raad opnieuw te bewegen om te decre- teeren, dat er ook in den aanstaanden zomer niet zou worden gespuid. De contra-manifestatie bleef niet uit. Op nieuw gingen duizenden stemmen op om toch, in 's Hemels naam, de belangen van 150000 belastingbetalende Hagenaars niet op te offeren aan de, door vele deskundigen denkbeeldig genoemde, in elk geval door niemand en niets als gegrond gebleken vrees voor schade aan Scheve ningen, tengevolge van de verontreiniging van 't water der Nooidzee. Doch het baatte niet. Voor een paar weken be- sloot de Raad quasi voorloopig en in afwach- ting van een nader onderzoek over de vraag of het badwater werkelijk door den uitgeworpen stroom van grachtwater en faecalien uit Den Haag zou worden verontreinigd, om gedurende het aan- staande badseizoen weder niet te spuien. Ik be- oordeel dat besluit en de wijze waarop 't genomen is, de invloeden waaronder en de inotieven waarmee het werd doorgedreven, niet. Ik neem het feit zooals het daar ligt. De meerderheid der Hagenaars was er duchtig over ontstemd en zwoer, bij hoog en bij laag, wraak aan de anti-spuiers; een begrijpelijke verontwaardi- ging na al het gebeurde. Wat gebeurde nu echter? Er was in een vacature in onzen gemeenteraad te voorzien; de plaats, open gevallen door het be- danken van baron Van Breugel Douglas, moest bezet worden. Wat was natuurlijker dan dat de spuiings-kwestie thans, als het ware bij volksstem- ming zou worden uitgemaakt? En de gestelde kandidaturen maakten dit zeer gemakkelijk. Van den eenen kant was de heer H. J. C. De Charro kandidaat gesteld, nadat hij, over de spui-vraag geinterpelleerd, eerlijk had verklaard dat, mocht het intestellen onderzoek tot een resultaat voeren dat het algemeen hygienisch belaug van Den Haag in deze tegenover het bijzonder belang van enkelen staat, hij niet aarzelen zou, 't voor het algemeen belang op te nemen. Dat was zoo duidelijk als men het verlangen kon. In beginsel dus is de heer De Charro dat wist men trouwens voorstan- der van de spuiing. Tegenover hem was baron Calkoen kandidaat gesteld, een man die, door zijn adellijke geboorte en kring, behoorde tot de voorstanders van de Zeebad-belangen en die dan ook, rond en open, als tegen de zomerspuiing ge- kant, werd aanbevolen. Daarnevens stond nog wel een derde, de heer Van Sandick, maar diens ge- voelen was niet bekend en zijn kandidatuur had ook een meer politiek-kerkelijke kleur. De strijd liep voornamelijk tusschen de heeren de Charro en Calkoen, tusschen de spui-voor- en tegenstanders. Welnu de Haagsche kiezers bleven voor 55 pet. tehuis! Bij de Dinsdag gehouden stemming, kwamen van de ruim 8000 kiezers 3662 ter stem- bus en van de 3632 geldig uitgebrachte stemmen kreeg de heer de Charro er 1757, baron Calkoen 1243, de heer Van Sandick 617. Daar de vol- strekte meerderheid 1817, was moet er dus een herstemming op 1 April den dag der verras- singen plaats hebben. Voor- en tegenstanders van het spuien hebben dus de gelegenheid laten voorbijgaan, om door hun stem te toonen wat zij willen. Men beweert nu wel dat de spuiings-kwestie z/Nuttig P" riep Lipthwaite. /Alles in de wereld heeft zijn nut. Is het geluk dat gij over zulk een macht kunt beschikken, in uwe oogen niets waard?" ,/Ik weet niet, waar dat geluk in zou bestaan, zeide David, en zelfs als men het een geluk kan noemen, is het dan wel geoorloofd zulke verboden middelen te gebruiken, om ons doel te bereiken Wie zal uitmaken tot hoever ons onderzoek mag gaan", antwoordde Lipthwaite. Met de weten schap, waarvan ik u spreek, kunt gij een groote heerschzuchtige natie* nederwerpen tot de diepste ellende en vernedering, en aan den anderen kant, een diep vertreden land** tot aauzienlijke macht en groolen voorspoed opvoeren. ,/Maar niemand heeft ooit zulke schoone dingen gedaan", zeide David, min of meer spottend. „Dat komt", hernam de salonbewoner, //omdat de menschen hun kennis voor hun eigen zelfzuch- tige doeleinden aanwenden. Wat mij betreft, ik geloof dat menige revolutie, het gevolg was van den krachtigen wil van den een of anderen, die bewust of onbewust van de macht, die er in de natuur verborgen is, deze ter rechter tijd wist te gebruiken." ,/Gij kunt gelijk hebben, het kan ook omge- keerd zijn," met deze woorden stond David op vervolgens maakte hij zich gereed om heen te gaan en voegde er nu hij,/Gij scbijnt nu weer beter te zijn. U spreekt mij van zaken, waarvan ik niet de minste ondervinding heb. Komaan het wordt tijd, dat ik weer aan mijn werk ga. Ik wil u groeten." De Engelsche natie. Ierland. niet den doorslag heeft gegeven dit is echter wel zoohet is van algemeene bekendheid hoe te Scheveningen deze kwestie en deze alleen is op den voorgrond gesteldhoe vanwege het Kurhaus, om dat motief, bij de kiezers is rondgeloopenmen weet evenzeer hoe in Den Haag dit vraagstuk bij zeer velen heeft gedomineerd. En dat kon ook niet anders, want de omstandigheden hadden ge- maakt, dat geen ander vraagstuk kon worden aan- gegrepen om de kiezers ditmaal op te zweepen. Van den zoogenaamd liberalen candidaat werd door de tegenpartij erkend, dat hij zijn plicht als Katho- liek behoorlijk nakwam, zijn kinderen in de Katho- lieke school laat opleiden als groothandelaar moest de heer de Charro het ditmaal in de Vcreeniging //Handel en Nijverheid" ook winnenvoor Sche- veningers was hij zoozeer de aangewezen man, dat zelfs Jhr. Clifford, een der concessionarissen voor de zeehaven, met hem op het tweetal van de Kies- vereeniging ,/s-Gravenhage" gebracht, voor hem week, om zijn verdiensten en aanspraken. En wat de tegenkandidaten betreft, de heer Van Sandick, door de anti-revolutionnairen gesteld, was vroeger ook kandidaat van de conservatieven en katholieken, maar vond, om zijn al te liberale denkbeelden, geen voldoenden steun meer. En baron Calkoen, hoewel protestant, door de katho lieken boven den heer de Charro verkozen, staat als ijverig /,Nuts" bestuurder en als oud-lid van het Hoofdbestuur van //Eigen Hulp" op een stand- punt, dat hem toch zeker meer aannemelijk moest maken voor de liberalen dan voor hun tegenstanders. Al bedankte de heer Calkoen voor eenige jaren voor het lidmaatschap van het bestuur van //Eigen Hulp", zijn sympathie voor het beginsel der coope- ratie is wel niet twijfelachtig. Men zou dan ook aan deze geheele verkiezing geen touw kunnen vastmaken, als niet de spui- kwestie domineerde. Daardoor en daardoor al leen laten zich de tegenstrijdige kandidaturen verklaren. Maar is dit zoo, dan vraag ik u of de Haagsche Kiezers, die deze gelegenheid lieten voor bijgaan om duidelijk hun wensch uit te spreken, terecht door mij vreemde lui worden genoemd Voor heden genoeg. Jan Van den Haag. Ingeschreven van 17 Maart tot 21 Maart 1890. SCIIIEDAM. ONDERTROU WD 20, C. Lapere, 23 j. N. II. en C. M. E. Van der Brugge, 22 j. N. H. M. Den Held, 22 j. N. H. en K. Van Eijk, 21 j. N. H. G. Lolkus, 24 j. N. H. en E. Van't Hoff, 25 j. N. H. H. Bergman, 55 j. N. H. en A. Roetman, 38 j. N. H. GEBOREN17, Johs. Ludovicus Josephus, R. C., z. van L. J. lieinsbroek en M. P. J. Reher- man. Hagastr. 18, Neletta Wilhelmina, N. H., d. van L. Van Pelt en J. M. Kruidenier. L. Achter- weg. Immelina Johanna, N. II., d. van A. Kloos en C. De Mos. Oude Sluis. Hendrika, R. C., d. van J. Putters en H. C. E. Schuurmans. Rott. dijk. 19, Maria Josephina Liduiua, R. C., d. van A. P. Van der Burg en C. A. Kroft. No. Vest Singel. Anthonie, N. H., z. van A. Den Hijl en E. Kraa. Rott. dijk. Margje, N. H., d. van C. Marbus en K. Van Eijk. Adrianastr. 20, Johanna Maria Josephina, R. C., d. van N. M. Kolmeijer en C. E. A. Melchers. Br. veld. Naatje, N. H. d. van G. Holswilder en D. Kluivers. Roosbeek. 21, Joseph, R. C., z. van B. Scholte en M. E. Van den Berg. Breedstr. OVERLEDEN 18, Johs. Eeijen, 1 j. en 3 m., R. C. Adrianastr. Erancijntje de Ronde, 82 j. en 16 m., N. II. Oostsingel. 19, Christoffelina Engelina den Hijl, 2 m., N. H. Kreup. str. 20, Joha. Hoeven, 39 j. en 7 m., C. G., echtg. van C. Van der Zwet. Westvest. Johs. Berus. Van der Boor, 8 m., R. C. L. Achterw. Simon Jan Van Kampen, 1 j. en 8 m., N. H, No. Molenstr. OUWERSCIIIE. GEBOREN: 18, Plermesz. van Nicolaas Visser en Neeltje Adriana Nicolai. Lipthwaite stond op zijn beurt ook op, en keek David met zijn vonkelende oogen aan. Daar kwam weer dat gevoel van den vorigen nacht terug, die rilling in elke spier en zenuwmiddelerwijl boog de oude zijn hoofd naar hem toe, en zeide grijnzend //Zoo zooheeft mijnheer Ackland geen ondervinding van die dingen. Zijt gij daar zoo heel zeker van Heb je van nacht niet iets onder- vonden, wat je niet verklaren kunt David wilde antwoorden. ,/Zwijgriep hij. ,/Gij hebt u in het hoi van den man met de geheimzinnige macht gewaagd, en nu zult gij er de gevolgen van onder- vinden." Terwijl hij sprak, bewoog hij even zijn handen, en dit was voldoende om David op de plaats waar hij stond als het ware vast te nagelen. Zonderling hij kon zich toen volkomen rekenschap geven van alles wat rondom hem gebeurde, maar hij was niet in staat, een enkel woord te uiten, of de geringste beweging te maken. ,/Hoorzeide Lipthwaite, ,/eenigen tijd geleden woonde in uwe kamer een bekende van mij, en nu wilde ik weten, hoe de nieuwe commensaal er uitzag. Door de kracht van mijn wil, bracht-ik u even een bezoek, en naar ik meen, heeft die kleine inspanning van mijne zijde, u al reeds geheel en al in de war gebracht. Het was nog zoo heel zeker niet, dat ik u voor mijn doel gebruiken kon, maar nu zie ik, dat ik u tot alles kan aanwenden. Wees maar Jet bang, ik heb u alleen maar een poos noodig. Gij zult vorstelijk beloond wordenvoor uwe diensten. Een raad waag bet nooit die geheimzin nige macht te weerstreven, diezelfde macht, die u tot eer en aanzien kan brengenkan u ook nopen u zelve in de rivier te storten, zooals Robert Mercer moest doen." Wordt vervolgd.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

De Schiedammer | 1890 | | pagina 2