5 van deze koeien gaven toen 299.4 KG. melk,
waaruit 10.4 KG. boter werd gekarnd (dus 29
KG. melk voor 1 KG. boter of 28.2 Liter voor
1 KG.) de 0 anderen gaven 351.8 KG. melk en
11.45 KG. boter (of 30.7 KG. melk voor 1 KG.
boter.)
Nu werd met het voederen van gedroogde spoe-
liug begonnen, en wel kregen de 6 laatste koeien
daarvan 1.2 KG. in water aaugeroerd tegenover 1
KG. lijukoek aan de andere 5. De eerste week
is buiten berekening gelaten, in de 2e, 3e en 4e
week van de spoelingvoedering gaven de 5 koeien
die lijnkoek kregen gemiddeld 297.8 KG. melk
per week en 10.65 KG. boter (28 KG. melk op
1 KG. boter) en de 6 koeien die spoeling kregen,
360 KG. melk en 11.27 KG. boter, (dus 32 KG.
melk voor 1 KG. boter.)
De voedering van de spoeling schijnt dus iets
meer melk te geven, maar wat minder vette, de
hoeveelheid boter is niet veel veranderd. De qua-
liteit er van was uitinuntend (waarover later nog
bijzonderheden) en dit bleef zoo gedurende de vol-
gende weken der proef, waarin de melk der koeien
ieder voor zieh niet meer dagelijks gewogen werd.
De proefneming met kalveren, die op twee boer-
derijen plaats heeft, levert tot nu toe zeer bevre-
digende resultalenop een derde boerderij wordt
ze nu met nieuwmelkskoeien voortgezet. Later
volgt een uitvoering verslag met alle bijzonderheden.
De grond onder het nieuwe Centraalstation
te Amsterdam is nog aan bet werk. Nieuwe scheu-
ren in het kostbare gebouw bewijzen dit, zeg „de
Standaard."
De vorige week kwam een moeder met haar
zuigeling van 4 weken, een natuurlijk kind, van
Hardingsveld naar Gorichem, om hem ter verzorgiug
en opvoeding aan een haar ter hand gesteld adres
te bezorgen, daar zij de middelen miste, om voor
zich en haar kind in het levensonderhoud te voor-
zien. Echter wilde de vrouw, naar wie zij verwezen
was, het kind niet ontvangen, zoodat zij geuoodzaakt
was, om het ter verpleging aan andere kinderlievende
menschen aan te bieden. Niet onmiddellijk slaagde
zij in haar poging, toen eindelijk J. S. en zijn echt-
genoote, hoewel zelven met a c h t kinderen geze-
gend, niet aarzelden zich over het kind te ontfermen.
Zijn echtgenoote wijdt zich met een liefde en een
zorg aan haar pleegkind, alsof zij zich met den
van haar eigen kinderen bezighoudt. De vuurmand,
de luierkorf en alle voorwerpen, die bij de komst
van een wereldburger worden gebruikt, zijn weder
in dienst genomen. De man moet met handenar-
beid zijn brood verdieneu.
Iu de proyincie Drenthe zijn de plannen tot
oprichting van boterfabrieken aan de orde van den
dag. Van een boterfabriek te Dalen is de eerste
steen gelegd, die te Smilde is aanbesteed. Plannen
tot oprichting van dergelijke fabrieken zijn meer
of minder tot rijpheid gekomen in de gemeenten
Havelte, Hoogeveen en Nijeveen, terwijl men zelfs
voornemens is iu de gemeente De Wijk een tweede
fabriek te stichten. Tot nog toe zijn het slechts
de vruchtbaarste streken, waar een zuivelfabriek
reden van bestaan heeft. Oud-Drenthe dingt nog
naar den prijs van uitstekende boter.
Een Rotterdamsch confectie-magazijn, dat al
wegens „verhuizing," „verbouwing", „vertrek naar
elders enz. enz. „uitverkocht," had, heeft nu een
uitverkoop aangekondigd wegens ,/huiselijke on-
eenigheid."
De hooge-drukwaterleiJing te Oud-Beierland
keert een dividend uit van 3£ percent.
Jl. Zondag middag vond men in de Bicker-
straat te Amsterdam een persoon op eene boven-
kamer in eene zittende houding, gestikt in de je-
never.
Op 1 Maart jl. waren in de Heldringge-
stichten 880 meisjes en kinderen geplaatst, ais
op Steenbeek 44, Magdalena- en kinderhuis 61,
Bethel 50, Talitha Kumi 166, Opleidiugshuizen
27 en Normaalschool 32. Sedert de oprichting
van deze gestichten tot heden zijn daarin nu reeds
4217 meisjes en kinderen geplaatst geweest, als
op Steenbeek 1406, Magdalena- en Kinderhuis 339,
Bethel 842, Talitha Kumi 170, Opleidingshuizen
28 en Normaalschool 342. Een-en-twiutig aan-
vragen tot plaalsing zijn nu weder ontvangen.
Een tolgaarder werd onlangs door den kan-
tonrechter te Delft veroordeeld, omdat hij den
publieken weg had versperd door niet te voldoen
aan het verzoek van een wielrijder om den tolboom
te opeuen, maar dezen toe te voegen „doe het
zelf". De Hooge Raad echter heeft die uitspraak
vernietigd en beslist, dat het feit niet strafbaar is,
omdat nergens aan tolgaarders is voorgeschreven,
voor personen, die geen tol behoeven te betalen,
hetzij ze op een rijwiel zitten of niet, den tolboom
te ontsluiten.
Drie paren ooievaars hebben iu het Haagsche
Bosch het oude nest weder betrokken.
Aan 's Rijks raunt te Utrecht zijn lhans de
werkzaamheden hervat van de aanmunting, voor
een bedrag van f 50,000 van 2| centsstukken,
terwijl ook nog zilveren pasmunt zal worden ge-
maakt van 25- en 10-centsstukken.
Door 26 veehouders in Friesland is aan het
hoofdbestuur der Friesche Maatschappij van Land-
bouw een adres ingediend, waarin zij wijzen op de
concurrentie, welke hun wordt aangedaan door de
boterfabrieken, welke zich thans ook toeleggen op
het maken van Friesche kaas, en welke fabrieks-
kaas in gehalte verre achterstaat bij de door hen
op de gewone wijze vervaardigde.
Aangezien beide soorten kaas geheel in denzelf-
den vorm in den handel worden gebracht, verzoe-
ken de adressanten aan het hoofdbestuur, om in
hun belang en in dat van den handel naar midde
len om te zien, waardoor het onderscheid tusscheu
de door hen gemaakte en de fabriekskazen duide-
lijk zichtbaar is, door b.v. aan de fabrikanten van
laatstgenoemde kaas de verplichting op te leggen,
deze met den naam hunner fabriek te waarmerken.
Door de Kon. Nederlandsche Grofsmederij te
Leiden wordt over het afgeloopen jaar 8 percent
dividend uitgekeerd.
Den heer J. C. Fabius is, met ingang van
1 April a.s., op zijn verzoek, eervol ontslag uit den
militaireu dienst verleend.
Naar het Vaderlaud verneemt, bestaat het
voornemen, dat de Maatschappij tot Nut van Jt
Algemeen en de Vereeniging „Volksonderwijs"
naar aauleiding van het tot stand komen der nieuwe
schoolwet zullen samenwerken om de nadeelige
gevolge dier wet voor het openbaar onderwijs zoo-
veel mogelijk te neutraliseeren.
De eerste bezending afgesneden hyacinten
kwam dezer dagen op de Londensche markt. Naar
een Engelsch blad mededeelt, is de toevoer van
deze geurige bloemen weer even groot als in vroegere
jaren en schijnen de Haarlemsche bollenkweekers
hun wensch om alleeu bollen en geene afgesneden
bloemen meer naar den vreemde te verzenden, ge
heel te hebben moeten opgeven.
De Delftsche kooplieden in aardappelen heb
ben een vergadering gehouden en besloten om met
het stelsel van ineteu, dat hun nadeelig was, te
breken, en het met de aaubieding der nieuwe
aardappels eens met het wegen te probeeren.
Men schrijft aan het Rbl. van Het Loo,
dd. 22 Maart
H. M. de Koningin en het Prinsesje ontvingen
hedennamiddag te 2 uren Mevrouw de douairiere
gravin Bentinck met twee kleindochtertjes bij zich
ten paleize.
Reeds te halfdrie stelde prinses Wilhelmina hare
jeugdige bezoeksters, met haar in een open rij-
tuig gezeten, in de gelegenheid hare schatten te
bewonderen. Allereerst de vijf jonnies, welke tot
dat doel in de rijbaan werden binnengeleid. Daarop
werd een bezoek gebracht aan de witte damherten
in den hertenkamp en 2an de zich in de nabijheid
daarvan bevindende talrijke rashonden. Vervolgens
werd het chalet der Prinses bezichtigd met zijn
rijken inhoud van allerlei aard en met zijne leven-
dige omgeving van kippen, duiven, eenden en
konijnen, alsook de bijbehoorende bloemen- en
druiveutrekkassen.
Per Koninklijk Nederlandsche Locanlspoor aan
het station Het Loo aangekomen, keerden de be
zoeksters te 4.48 per Oosterspoor naar Middachten
terug, waartoe een hofrijtuig haar naar het station
te Apeldoorn overbracht.
Het N. v. d. I)., dat de gunstige berichten
omtrent 's Konings gezondheidstoestand kan mede-
deelen, voegt daaraan toe
„In 's Konings onmiddellijke omgeving is men
ten stelligste overtuigd van den goeden staat zijner
gezoudheid, zoodat er reeds sprake van is, dat de
Hofhouding in den loop van den zomer naar
's Graveuhage zal terugkeeren. Mocht dit al ge-
wenscht zijn met het oog op het ta'rijke personeel,
dat huisgezin en verwanten daar heeft, 's Konings
blijkbare voorliefde voor ,/lIet Loo''en de gunstige
invloed van de buitenlucht zullen oorzaak kunnen
zijn, dat het vertrek nog verschoven wordt."
Schiedam, 25 Maart.
Al heeft men een lantaarn bij zich, daar-
door is men nog niet gevrijwaard tegen misloopen.
Dit ondervond de brievenbesteller Bosman, die bij
de bezorging der brieven, aan de Ouwerschiesche
weg te water geraakte.
Op zijn hulpgetoep kwamen spoedig menschen
uit hunne woningen, en brachten hem op het
droge. Zijn lantaarutje was hij echter kwijt.
Toen G. v. d. Hoeven, die in de Baan alhier
woont, Maandagmorgen omstreeks 9 uur door de
Boterstraat kwam, kreeg hij plotseling zulk een
hevige pijn in de lendenen, dat hij niet meer
voort kon gaan. Na bij zijn schoonouders te zijn
binnengebracht, moest hij per rijtuig naar zijn woniug
vervoerd worden.
Gisteren middag, ten ongeveer half een,
geraakte een rijtuig van den stalhouder Van Velzen,
bij het uit den stal brengen, te water in de Nieuwe
Haven. Met behulp van den schipper van een aldaar
liggende schuit, werd het rijtuig weer op den kant
geheschen. Alleen een trede werd bij dit ongeval
beschadigd.
Vlaardingen, 23 Maart. Heden morgen over-
leed aan een slepende ziekte een onzer meest ge-
achte ingezetenen, de heer Dr. F. C. R. Bentfort,
in den ouderdom van 60 jaren. Meer dan dertig
jaar is hij als geneesheer met onverdroten ijver en
liefde tot de lijdenden, werkzaam geweest.
Ook in vele andere betrekkingen wist hij zich,
door nauwgezette plichtsbetrachting, de vriendschap
en achting zijner medeburgers waardig te maken;
Zijn heengaau zal door elkeen, die hem kende,
diep worden betreurd.
De heer dr. F. C. R. Bentfort heeft, om
gezondheidsredenen, ontslag gevraagd en verkregen
als wethouder en lid van den Gemeenteraad.
Men schrijft ons uit Rotterdam, c'd. 24
MaartEenigen tijd geleden moest de politie een
einde maken aan een vreeselijk geschreeuw. Twee
vereenigingen konden het met elkander niet eens
worden en nu meende men, dat, daar alle rede-
neeringen toch niet hielpen, hij, die de grootste
keel opzette, de baas was; dienteugevolge hoorde
men aan de eene zijde brullenj/Weg met de
Union" en aan de andere, ,/weg met de Neder
landsche vlag".
Een van die bootwerkersvereenigingen is nu te
niet, waartoe het geschreeuw stellig weinig, mcar
de slechte staat van de kas bepaald veel heeft
bijgedragen. Het kon ook niet anders. President
en secretaris moesten uit de kas onderhouden wor
den, die daardoor voordurend mager bleef. Giften
of gaven van anderen kwamen niet in, want nie-
rnand vond het prettig, werklieden in zijn dienst
te hebben, die, zonder dat er bepaald verschil
met hun patroon bestaat, kunnen gaan staken,
eenvoudig omdat de order daartoe uit Londen is
gekomen. En de werklieden zelven hadden ook
stem. *Het was omdat gij moest. Om eens te
beproeven, hoeveel mijn macht over u ging, oefende
ik een heel geringe wilskracht op u uit, en die
had al dadelijk zoo'u invloed op u, dat, toen ik de
meid met een boodschap zond, gij haar als een
hondje achterna liept. Komaan, verzet je niet
langer David Acland, het is toch nutteloos. Zit,
ontbijt, en maak je dan klaar om mijn orders uit
te voeren. Er is al veel te veel tijd verbeu
zeid."
Mijn heer Lipthwaite," riep David woedend, //het
is een geluk voor u, dat gij een oud man zijt,
anders zou ik u uw onbeschoftheid betaald zetten.
Blijf in den vervolge uit mijn weg, of het zal ver-
keerd met u afloopen," en met een vasten stap
liep de jonge man naar de deur.
z/Nietige worm," antwoordde Lipthwaite verach-
telijk, zelfs aan de lichaamskracht, waarop je zoo
trotsch zijt, heb je niets, ook die moet buigen voor
de macht, die ik tegen u aanwend," en plotseling
een schrede naar David doende, greep hij hem bij
den schouder en trok hem krachtig achteruit.
David Acland, ofschoon niet groot, was stevig
gebouwd, terwijl zijn spierkracht door het aanhou-
dend beoefenen der gymnastiek, gestaald was. Zoo-
dra hij den greep voelde, die hem tegenhield,
draaide hij zich om, en deed een vuistslag naar
het gelaat van zijn tegenpartij. Lipthwaite ver-
roerde geen vin en toch voelde David tot zijn groo-
ten schrik, dat zijn arm tegen zijn lijf viel, alsof
de hand van een reus dien had afgewend en neer
gestagen. Hij verloor half hit bewustzijn, en toen
hij weer wat bij kennis kwam, zag hij, dat hij aan
de ontbijttafel zat, terwijl zijn gastheer dood kalm
hem toevoegde ,/Eet, want gij hebt een lange reis
voor u."
,/Ik heb geen trek," riep Acland, wel op mor-
renden toon, maar tegelijkertijd tijd toch erg neer-
geslagen door het vreemde, dat er weer met hem
plaats had gehad.
,/Eet, ik wil het," riep de vreemde man onge-
duldig, en David moest door een zonderlingen
invloed tegen wil en dank gehoorzamen. Het was
waarlijk een goed ontbijt, en ondanks zich zelf, at
David als een wolf.
,/En nu", zeide Lipthwaite, toen hij klaar was,
,/luisterIk zal u van daag met een boodschap
naar eenige goede vrienden zenden. Gij zult dat
doen Terwijl hij sprak, keek hij met bliksetnende
oogen naar den jongen man, en maakten zijne han-
den weer eenige van die geheimzinnige bewegingen,
die hij vroeger ook al eens met zulk goed gevolg
had aangewend,
David Acland krotnp weg. „0 stellig zal dat
gebeuren," kermde hij. Ik kan niet anders dan
gehoorzamen. Geef mij de boodschap maar, en
zeg mij, waar ik naar toe moet."
,/Stil, nu geef ik nog geen orders, als het tijd
is, zult gij ze krijgen. Als een voorproefje van het-
geen u te wachten staat, zeg ik niet, waar gij naar
toe moet, en krijgt gij ook geen boodschap mee.
Mijn wil zal u brengen, waar gij wezen moet eh
zal u laten zeggen, wat gij zeggen moet, als het
oogenblik om te spreken voor u gekomen is. Volgt
mijn raad en antwoordt kort en bondig, of gij
krijg' een koyel door hot hoofd, eo dan moet ik
weer een ander snjet zoeken."
Toen liij hem dien raad gaf, nam hij een met
marokijnleder overtrokken doosje uit zijn zak, en
op een veer drukkende, sprong het open. David
zag nu, dat zich daarin een zeer natuurlijk nage-
maakte, geemailleerde wesp bevond, die, als men
op een knopje drukte, begon te brommen. Dat
brommende geluid meende David ook den vorigen
avond gehoord te hebben, toen hij zoo vreemd
begon te worden. Dit doosje moest hij bij zich
steken.
,/Ga", riep Lipthwaite, naar de deur wijzende
en David Acland was eerder op straat dan hij zelf
wist. Hij wandelde, poogde te denken, maar het
scheen dat zijn hoofd hem den dienst weigerde.
Het was alsof een geheime macht zijn voetstap-
pen leidde, en alsof een andere geest zijn doen en
laten bestuurde. Esn stem scheen in zijn oor te
fluisteren ,/Marshgate straat 13", en een gevoel,
waarvan hij zich geen rekenschap kon geven, joeg
hem in oostelijke richting voort. Als een ledepop,
die opgewonden is, schreed hij voort, bevond zich
eindelijk in een straat, waar hij nooit te voren
geweest was, zonder ieraand naar den weg te heb
ben gevraagd, en nu zag hij dat het Marshgate
straat was.
Geen fatsoenlijk Londenaar, die ooit in die buurt
kwam. Het was een nauwe, vuile steeg, met
kleine, van morsigheid zwart uitziende huizen, vol
slijk en modder, bezaaid met potscherven en kools-
bladen, terwijl hier en daar een doode kat in de
goot lag. Men zag er bijna niemand, alleen ver-
toonde zich nu en dan voor een raam een woest
uitziend gelaat, dat snel teruggetrokken werd. Door
openstaande deuren zag men gangeu en binnen-
piaatsen, waar allerlei natte lompen en lorren te
drogen hingen. Aan het eene eind van de straat
was het onmisbare bierhuis, aan hst andere eind
het even onmisbare pandjeshuis.
In gewone omstandigheden zou Acland ge-
weifeld hebben, eer hij zich in zulk een onaange-
naam riekende steeg had begeven, maar heden
was hij daar totaal onverschillig onderhij liep
maar door als een machine, die opgewonden is, en
die, voor no 13 gekomen, stoppen zou. Zoo kwam
hij voor no 13 en stond stil. Tegen de algemeene
regelen van de steeg, waar men zoo maar zonder
bellen of kloppeu in huis scheen te loop?n, was
hier een schelknop. David trok er aan, zonder
dat hij het zelf wilde en een luid gebel weergalmde
door het huis. Hij wachtte eenige minuten, het
scheen, dat er behoedzaam een raam boven zijn
hoofd werd opgeschoven, om eerst eens te zien,
wie er was. Zonderling, hij werd niet ongeduldig,
toen hij wachten moest, hij was niet begeerig om
ztjn boodschap over te brengen al wat hij wensch
te, was, dat hij maar spoedig van dat akelige
gevoel af zou zijn, dat al zijn doen en laten re-
gelde, en dat hij maar weer zooals voorheen mocht
wezen. Eindelijk werd de deur geopeud, door een
klein meisje op sloffen, wier hoofd bijna geheel
onder een groote, vuile muts verdween.
,/Wien moet gij hebben, mijnheer vroeg zij,
niet erg vriendelijk.
Tot op dit oogenblik had David niet het ge-
ringste denkbeeld, wat hij zou moeten zeggen, maar
zoodra de vraag gedaan was, werd hem het ant-
woord als het ware ingegeven
,/Ik moet Hiram Sakeld spreken," zride hij.
[Wordt vervo'gd.)
Maandagmiddag hield de gemeenteraad alhier haar
aangekondigde vergadering.
Tegenwoordig waren 17 leden. (Er bestaan 2 vacatures).
Na opening der vergadering, worden de notulen der vorige
vergadering door den secretaris voorgelezen en daarop onver-
anderd goedgekeurd.
Hierop was aan de orde, het onderzoek van de geloofsbrie-
ven der nienwbenoemde raadsleden, de heeren D. F. W. Prins
en H. Swart, waartoe door den Voorzitter werden benoemd
de heeren Loncq, wethouder, Van Erpecum en Knappert.
Het resnltaat van dat onderzoek was, dat by monde van den
heer Loncq tot toelating werd geadviseerd.
Door den heer Van Erpecum werd de vraag gesteld, of na
dit advies, de raad nog had te beslissen over die toelating,
waarop door den Voorzitter werd aangetoond, dat de gemeente-
wet daartoe zelfs een hoofdelyke stemming vergt. Hierop
werd met algemeene stemmen tot toelating besloten.
Goedgekeurd werd het voorstel van B. en W., tot vaststellen
van het tweede snppletoir kohier der plaatselpke directe
belasting, dienst 1889, teneinde het aanstonds ter goedkeuring
te kunnen zendea aan de Gedeputeerde Staten dezer provincie.
Thans waren aan de orde 4 ontwerpen tot wyziging der
gemeente-begrooting voor 1889 en 1890.
De eerste drie ontwerpen werden achtereenvolgens en zonder
bespreking aangenomen, Omtrent het 4e ontwerp wenschte
de heer Den Breems inlichtingen te vragen. In de eerste
plaats wenschte hy te weten, of de in het vorige jaar gevo-
teerde leening van f 50.000, werkelyk was aangegaanzoo
ja, welk gebruik er van die gelden gemaakt was en wat met
de thans gevraagde f 50.000 beoogd W8rd.
De Voorzitter antwoordde hierop, dat die leening ten
vorigen jare werkelyk was aangegaan, dat uit die gelden de
onkosten bestreden waren, ontstaan door het vorrichten van
opeubare werken, zooals het bouwen van de school, het huisje
van den havenmeester en m. a. Deze leening moest slechts
dienen om die post te kunnen afsckryven op de begrooting
van 1889 en over te breugen op die van 1890. Hierop werd
ook dit ontwerp goedgekeurd.
Als nu zoudenin behandeling komende ontwerpen verordening
op de helling van plaatselyke directe belasting onder den
naam van Straatgeld en van Spuigeld, met de daarop betrek-
kelyke bescheiden.
Daartegen werd bezwaar gemaakt door den heer Visser,
die het beter oordeelde, daarmede tot e> n volgende vergade
ring te wachten, in de eerste plaats, omdat dan de nieuw-
benoemde leden daarbij hun stem zouden kunnen uitbrengen,
en in de tweede plaats, omdat de tyd, na het inkomen van
het laatste rapport, te kort was geweest, om over dit be-
langryk punt een bepaalde overtuiging te hebben verkregen.
De heer Den Breems was van dezelfde meening en onder-
steunde daarom ernstig het voorstel van den heer Visser, tot
verdaging.
De Voorzitter verzette zich met den meesten nadruk tegcn
dit voorstel, omdat het behandelen van dit onderwerp zeer
urgent was. Immers er moest een leening gesloten worden
door de gemeente, en hoe zou daartoe overgegaan kunnen
worden, wanneer niet tevens kan worden aangegeven, waaruit
die bestreden moest worden? De 28en vervalt de vorige
leening; er was dus tot uitstellen geen tyd meer. Hy kan
dan ooi in dit geval geen afstand djen van zyn rechl, om
de volgorde der te behandelen punten te regelen. Niettegen-
staande dit betoog, bleven de beide heeren by hun verzoek;
slechts enkele dagen verzochten zij. Ook de heer Van Erpecum
schaarde zich aan huune zyde, door te verklaren, dat, wan
neer heden het onderwerp in behandeling kwam, hy zich
van stemming zou moeten onthouden, omdat de gelegenheid
hun had ontbroken om zich behoorlyk te hebben kunnen
voorbereiden.
De heer Schuurman gaf hierop in overweging, om hetzy
Dinsdag of Woensdag, opnieuw byeen te komen, teneinde
alsdan te behandelen. Na eenige discnssie werd daartoe
besloten.
Het ernstig streven om het beste te bereiken, blykt uit
deze discussie ten duidelykste.
Thans was aan de orde de rekening van het beheer der
fondsen, herkomstig van de vernietigde gilde alhier over 1889.
Aangezien de voorzitter en de wethouders Nolet en Loncq
respectievelyk voorzitter en leden van de commissie, belast
met het beheer van genoemde fondsen, zyn, verlaten zy de
zaal en wordt het presidium waargenomen door den heer
Loopuyt, als oudste wethouder.
De rekening wordt daarop onveranderd goedgekeurd, waar-
na de genoemde heeren in de zaal terugkeeren.
Eveneens werd vervolgens goedgekeurd de rekening der
Earner van Koophandel en Fabrieken over 1889.
Op voorstel van Bnrgemeester en Wethouders werd nu be
sloten, tot aanschaffing van e. n rader-brancard, en die te
plaatsen daar, waai dit het meest geschikt zal blyken.
Een dergelyke brancard is aan het ziekenhuis, en heeft,
volgens mededeeling van den vooizitter f 114 gekost.
Op het adres van N. Van der Sluis, om toskenning eener
gratificatie als in vorige jaren, werd gunstig beschikt.
Naar aanleiding van dit adres, vroeg de heer Tak, of op
het ontvangen der sluisgelden ook controle beslond. Het
hleek dat die controle werd uitgeoefend door den hoofd-
commies Valk. Hoewel de heer Tak in geenen deele de
betrouwbaarheid van dien ambtenaar in twytel wilde trekken,
gaf hy in overweging of het niet beter zou zijn, een andere
controle in te voeren, wcarbij niet behoeft te worden afge-
gaau op de eerlykheid van ecu ambtenaar.
Hierna deelde de Voorzitter mede, dat in de overeenkomst
met de Nederl. Bell, telephoon Maatschy., eenige wyziging
was gebracht, behoudens de goedkeuring van den raad. Die
wyziging is opgenomen met het oog op mogelyke concurrentie.
Deze toch zullen de materialen der maatschappij moeten over-
nemen volgens taxatie van drie deskundigen. De raad hechtte
aan deze wyziging haar goedkeuring.
Voorts deelde de Voorzitter nog mede, dat door den heer
Inspecteur van het stoomwezen was afgekeurd, de ketel van
het stoomgemaal aan en vrocg diensvolgens machtiging
voor B. en W., tot aanschaffing van een nieuwen ketel. Die
machtiging werd zonder stemming verleend.
Voorts kwamen nog in, adressen van verschillende personen
om te worden geplaatst op de kiezerslysten, en twee adressen
met verzoek om daarop eenige namen te schrappen, welke
adressen alien zyn aangehouden om te worden behandeld in
een volgende vergadering.
Nadat bovenstaande was afgehamleld, ging de raad over
tot een zitting met gesloten deuren.
Woensdag middag ten 2 uur komt de raad opnieuw bijeen
om over de ontuerp-verordening op de heffing van plaatse
lyke directe belasting, onder den naam van Straatgeld en
Spnigeld te beslissen, terwjjl dan tevens zullen behandeld
worden die punten, welke nu onafgedaan bleven.