5 van deze koeien gaven toen 299.4 KG. melk, waaruit 10.4 KG. boter werd gekarnd (dus 29 KG. melk voor 1 KG. boter of 28.2 Liter voor 1 KG.) de 0 anderen gaven 351.8 KG. melk en 11.45 KG. boter (of 30.7 KG. melk voor 1 KG. boter.) Nu werd met het voederen van gedroogde spoe- liug begonnen, en wel kregen de 6 laatste koeien daarvan 1.2 KG. in water aaugeroerd tegenover 1 KG. lijukoek aan de andere 5. De eerste week is buiten berekening gelaten, in de 2e, 3e en 4e week van de spoelingvoedering gaven de 5 koeien die lijnkoek kregen gemiddeld 297.8 KG. melk per week en 10.65 KG. boter (28 KG. melk op 1 KG. boter) en de 6 koeien die spoeling kregen, 360 KG. melk en 11.27 KG. boter, (dus 32 KG. melk voor 1 KG. boter.) De voedering van de spoeling schijnt dus iets meer melk te geven, maar wat minder vette, de hoeveelheid boter is niet veel veranderd. De qua- liteit er van was uitinuntend (waarover later nog bijzonderheden) en dit bleef zoo gedurende de vol- gende weken der proef, waarin de melk der koeien ieder voor zieh niet meer dagelijks gewogen werd. De proefneming met kalveren, die op twee boer- derijen plaats heeft, levert tot nu toe zeer bevre- digende resultalenop een derde boerderij wordt ze nu met nieuwmelkskoeien voortgezet. Later volgt een uitvoering verslag met alle bijzonderheden. De grond onder het nieuwe Centraalstation te Amsterdam is nog aan bet werk. Nieuwe scheu- ren in het kostbare gebouw bewijzen dit, zeg „de Standaard." De vorige week kwam een moeder met haar zuigeling van 4 weken, een natuurlijk kind, van Hardingsveld naar Gorichem, om hem ter verzorgiug en opvoeding aan een haar ter hand gesteld adres te bezorgen, daar zij de middelen miste, om voor zich en haar kind in het levensonderhoud te voor- zien. Echter wilde de vrouw, naar wie zij verwezen was, het kind niet ontvangen, zoodat zij geuoodzaakt was, om het ter verpleging aan andere kinderlievende menschen aan te bieden. Niet onmiddellijk slaagde zij in haar poging, toen eindelijk J. S. en zijn echt- genoote, hoewel zelven met a c h t kinderen geze- gend, niet aarzelden zich over het kind te ontfermen. Zijn echtgenoote wijdt zich met een liefde en een zorg aan haar pleegkind, alsof zij zich met den van haar eigen kinderen bezighoudt. De vuurmand, de luierkorf en alle voorwerpen, die bij de komst van een wereldburger worden gebruikt, zijn weder in dienst genomen. De man moet met handenar- beid zijn brood verdieneu. Iu de proyincie Drenthe zijn de plannen tot oprichting van boterfabrieken aan de orde van den dag. Van een boterfabriek te Dalen is de eerste steen gelegd, die te Smilde is aanbesteed. Plannen tot oprichting van dergelijke fabrieken zijn meer of minder tot rijpheid gekomen in de gemeenten Havelte, Hoogeveen en Nijeveen, terwijl men zelfs voornemens is iu de gemeente De Wijk een tweede fabriek te stichten. Tot nog toe zijn het slechts de vruchtbaarste streken, waar een zuivelfabriek reden van bestaan heeft. Oud-Drenthe dingt nog naar den prijs van uitstekende boter. Een Rotterdamsch confectie-magazijn, dat al wegens „verhuizing," „verbouwing", „vertrek naar elders enz. enz. „uitverkocht," had, heeft nu een uitverkoop aangekondigd wegens ,/huiselijke on- eenigheid." De hooge-drukwaterleiJing te Oud-Beierland keert een dividend uit van 3£ percent. Jl. Zondag middag vond men in de Bicker- straat te Amsterdam een persoon op eene boven- kamer in eene zittende houding, gestikt in de je- never. Op 1 Maart jl. waren in de Heldringge- stichten 880 meisjes en kinderen geplaatst, ais op Steenbeek 44, Magdalena- en kinderhuis 61, Bethel 50, Talitha Kumi 166, Opleidiugshuizen 27 en Normaalschool 32. Sedert de oprichting van deze gestichten tot heden zijn daarin nu reeds 4217 meisjes en kinderen geplaatst geweest, als op Steenbeek 1406, Magdalena- en Kinderhuis 339, Bethel 842, Talitha Kumi 170, Opleidingshuizen 28 en Normaalschool 342. Een-en-twiutig aan- vragen tot plaalsing zijn nu weder ontvangen. Een tolgaarder werd onlangs door den kan- tonrechter te Delft veroordeeld, omdat hij den publieken weg had versperd door niet te voldoen aan het verzoek van een wielrijder om den tolboom te opeuen, maar dezen toe te voegen „doe het zelf". De Hooge Raad echter heeft die uitspraak vernietigd en beslist, dat het feit niet strafbaar is, omdat nergens aan tolgaarders is voorgeschreven, voor personen, die geen tol behoeven te betalen, hetzij ze op een rijwiel zitten of niet, den tolboom te ontsluiten. Drie paren ooievaars hebben iu het Haagsche Bosch het oude nest weder betrokken. Aan 's Rijks raunt te Utrecht zijn lhans de werkzaamheden hervat van de aanmunting, voor een bedrag van f 50,000 van 2| centsstukken, terwijl ook nog zilveren pasmunt zal worden ge- maakt van 25- en 10-centsstukken. Door 26 veehouders in Friesland is aan het hoofdbestuur der Friesche Maatschappij van Land- bouw een adres ingediend, waarin zij wijzen op de concurrentie, welke hun wordt aangedaan door de boterfabrieken, welke zich thans ook toeleggen op het maken van Friesche kaas, en welke fabrieks- kaas in gehalte verre achterstaat bij de door hen op de gewone wijze vervaardigde. Aangezien beide soorten kaas geheel in denzelf- den vorm in den handel worden gebracht, verzoe- ken de adressanten aan het hoofdbestuur, om in hun belang en in dat van den handel naar midde len om te zien, waardoor het onderscheid tusscheu de door hen gemaakte en de fabriekskazen duide- lijk zichtbaar is, door b.v. aan de fabrikanten van laatstgenoemde kaas de verplichting op te leggen, deze met den naam hunner fabriek te waarmerken. Door de Kon. Nederlandsche Grofsmederij te Leiden wordt over het afgeloopen jaar 8 percent dividend uitgekeerd. Den heer J. C. Fabius is, met ingang van 1 April a.s., op zijn verzoek, eervol ontslag uit den militaireu dienst verleend. Naar het Vaderlaud verneemt, bestaat het voornemen, dat de Maatschappij tot Nut van Jt Algemeen en de Vereeniging „Volksonderwijs" naar aauleiding van het tot stand komen der nieuwe schoolwet zullen samenwerken om de nadeelige gevolge dier wet voor het openbaar onderwijs zoo- veel mogelijk te neutraliseeren. De eerste bezending afgesneden hyacinten kwam dezer dagen op de Londensche markt. Naar een Engelsch blad mededeelt, is de toevoer van deze geurige bloemen weer even groot als in vroegere jaren en schijnen de Haarlemsche bollenkweekers hun wensch om alleeu bollen en geene afgesneden bloemen meer naar den vreemde te verzenden, ge heel te hebben moeten opgeven. De Delftsche kooplieden in aardappelen heb ben een vergadering gehouden en besloten om met het stelsel van ineteu, dat hun nadeelig was, te breken, en het met de aaubieding der nieuwe aardappels eens met het wegen te probeeren. Men schrijft aan het Rbl. van Het Loo, dd. 22 Maart H. M. de Koningin en het Prinsesje ontvingen hedennamiddag te 2 uren Mevrouw de douairiere gravin Bentinck met twee kleindochtertjes bij zich ten paleize. Reeds te halfdrie stelde prinses Wilhelmina hare jeugdige bezoeksters, met haar in een open rij- tuig gezeten, in de gelegenheid hare schatten te bewonderen. Allereerst de vijf jonnies, welke tot dat doel in de rijbaan werden binnengeleid. Daarop werd een bezoek gebracht aan de witte damherten in den hertenkamp en 2an de zich in de nabijheid daarvan bevindende talrijke rashonden. Vervolgens werd het chalet der Prinses bezichtigd met zijn rijken inhoud van allerlei aard en met zijne leven- dige omgeving van kippen, duiven, eenden en konijnen, alsook de bijbehoorende bloemen- en druiveutrekkassen. Per Koninklijk Nederlandsche Locanlspoor aan het station Het Loo aangekomen, keerden de be zoeksters te 4.48 per Oosterspoor naar Middachten terug, waartoe een hofrijtuig haar naar het station te Apeldoorn overbracht. Het N. v. d. I)., dat de gunstige berichten omtrent 's Konings gezondheidstoestand kan mede- deelen, voegt daaraan toe „In 's Konings onmiddellijke omgeving is men ten stelligste overtuigd van den goeden staat zijner gezoudheid, zoodat er reeds sprake van is, dat de Hofhouding in den loop van den zomer naar 's Graveuhage zal terugkeeren. Mocht dit al ge- wenscht zijn met het oog op het ta'rijke personeel, dat huisgezin en verwanten daar heeft, 's Konings blijkbare voorliefde voor ,/lIet Loo''en de gunstige invloed van de buitenlucht zullen oorzaak kunnen zijn, dat het vertrek nog verschoven wordt." Schiedam, 25 Maart. Al heeft men een lantaarn bij zich, daar- door is men nog niet gevrijwaard tegen misloopen. Dit ondervond de brievenbesteller Bosman, die bij de bezorging der brieven, aan de Ouwerschiesche weg te water geraakte. Op zijn hulpgetoep kwamen spoedig menschen uit hunne woningen, en brachten hem op het droge. Zijn lantaarutje was hij echter kwijt. Toen G. v. d. Hoeven, die in de Baan alhier woont, Maandagmorgen omstreeks 9 uur door de Boterstraat kwam, kreeg hij plotseling zulk een hevige pijn in de lendenen, dat hij niet meer voort kon gaan. Na bij zijn schoonouders te zijn binnengebracht, moest hij per rijtuig naar zijn woniug vervoerd worden. Gisteren middag, ten ongeveer half een, geraakte een rijtuig van den stalhouder Van Velzen, bij het uit den stal brengen, te water in de Nieuwe Haven. Met behulp van den schipper van een aldaar liggende schuit, werd het rijtuig weer op den kant geheschen. Alleen een trede werd bij dit ongeval beschadigd. Vlaardingen, 23 Maart. Heden morgen over- leed aan een slepende ziekte een onzer meest ge- achte ingezetenen, de heer Dr. F. C. R. Bentfort, in den ouderdom van 60 jaren. Meer dan dertig jaar is hij als geneesheer met onverdroten ijver en liefde tot de lijdenden, werkzaam geweest. Ook in vele andere betrekkingen wist hij zich, door nauwgezette plichtsbetrachting, de vriendschap en achting zijner medeburgers waardig te maken; Zijn heengaau zal door elkeen, die hem kende, diep worden betreurd. De heer dr. F. C. R. Bentfort heeft, om gezondheidsredenen, ontslag gevraagd en verkregen als wethouder en lid van den Gemeenteraad. Men schrijft ons uit Rotterdam, c'd. 24 MaartEenigen tijd geleden moest de politie een einde maken aan een vreeselijk geschreeuw. Twee vereenigingen konden het met elkander niet eens worden en nu meende men, dat, daar alle rede- neeringen toch niet hielpen, hij, die de grootste keel opzette, de baas was; dienteugevolge hoorde men aan de eene zijde brullenj/Weg met de Union" en aan de andere, ,/weg met de Neder landsche vlag". Een van die bootwerkersvereenigingen is nu te niet, waartoe het geschreeuw stellig weinig, mcar de slechte staat van de kas bepaald veel heeft bijgedragen. Het kon ook niet anders. President en secretaris moesten uit de kas onderhouden wor den, die daardoor voordurend mager bleef. Giften of gaven van anderen kwamen niet in, want nie- rnand vond het prettig, werklieden in zijn dienst te hebben, die, zonder dat er bepaald verschil met hun patroon bestaat, kunnen gaan staken, eenvoudig omdat de order daartoe uit Londen is gekomen. En de werklieden zelven hadden ook stem. *Het was omdat gij moest. Om eens te beproeven, hoeveel mijn macht over u ging, oefende ik een heel geringe wilskracht op u uit, en die had al dadelijk zoo'u invloed op u, dat, toen ik de meid met een boodschap zond, gij haar als een hondje achterna liept. Komaan, verzet je niet langer David Acland, het is toch nutteloos. Zit, ontbijt, en maak je dan klaar om mijn orders uit te voeren. Er is al veel te veel tijd verbeu zeid." Mijn heer Lipthwaite," riep David woedend, //het is een geluk voor u, dat gij een oud man zijt, anders zou ik u uw onbeschoftheid betaald zetten. Blijf in den vervolge uit mijn weg, of het zal ver- keerd met u afloopen," en met een vasten stap liep de jonge man naar de deur. z/Nietige worm," antwoordde Lipthwaite verach- telijk, zelfs aan de lichaamskracht, waarop je zoo trotsch zijt, heb je niets, ook die moet buigen voor de macht, die ik tegen u aanwend," en plotseling een schrede naar David doende, greep hij hem bij den schouder en trok hem krachtig achteruit. David Acland, ofschoon niet groot, was stevig gebouwd, terwijl zijn spierkracht door het aanhou- dend beoefenen der gymnastiek, gestaald was. Zoo- dra hij den greep voelde, die hem tegenhield, draaide hij zich om, en deed een vuistslag naar het gelaat van zijn tegenpartij. Lipthwaite ver- roerde geen vin en toch voelde David tot zijn groo- ten schrik, dat zijn arm tegen zijn lijf viel, alsof de hand van een reus dien had afgewend en neer gestagen. Hij verloor half hit bewustzijn, en toen hij weer wat bij kennis kwam, zag hij, dat hij aan de ontbijttafel zat, terwijl zijn gastheer dood kalm hem toevoegde ,/Eet, want gij hebt een lange reis voor u." ,/Ik heb geen trek," riep Acland, wel op mor- renden toon, maar tegelijkertijd tijd toch erg neer- geslagen door het vreemde, dat er weer met hem plaats had gehad. ,/Eet, ik wil het," riep de vreemde man onge- duldig, en David moest door een zonderlingen invloed tegen wil en dank gehoorzamen. Het was waarlijk een goed ontbijt, en ondanks zich zelf, at David als een wolf. ,/En nu", zeide Lipthwaite, toen hij klaar was, ,/luisterIk zal u van daag met een boodschap naar eenige goede vrienden zenden. Gij zult dat doen Terwijl hij sprak, keek hij met bliksetnende oogen naar den jongen man, en maakten zijne han- den weer eenige van die geheimzinnige bewegingen, die hij vroeger ook al eens met zulk goed gevolg had aangewend, David Acland krotnp weg. „0 stellig zal dat gebeuren," kermde hij. Ik kan niet anders dan gehoorzamen. Geef mij de boodschap maar, en zeg mij, waar ik naar toe moet." ,/Stil, nu geef ik nog geen orders, als het tijd is, zult gij ze krijgen. Als een voorproefje van het- geen u te wachten staat, zeg ik niet, waar gij naar toe moet, en krijgt gij ook geen boodschap mee. Mijn wil zal u brengen, waar gij wezen moet eh zal u laten zeggen, wat gij zeggen moet, als het oogenblik om te spreken voor u gekomen is. Volgt mijn raad en antwoordt kort en bondig, of gij krijg' een koyel door hot hoofd, eo dan moet ik weer een ander snjet zoeken." Toen liij hem dien raad gaf, nam hij een met marokijnleder overtrokken doosje uit zijn zak, en op een veer drukkende, sprong het open. David zag nu, dat zich daarin een zeer natuurlijk nage- maakte, geemailleerde wesp bevond, die, als men op een knopje drukte, begon te brommen. Dat brommende geluid meende David ook den vorigen avond gehoord te hebben, toen hij zoo vreemd begon te worden. Dit doosje moest hij bij zich steken. ,/Ga", riep Lipthwaite, naar de deur wijzende en David Acland was eerder op straat dan hij zelf wist. Hij wandelde, poogde te denken, maar het scheen dat zijn hoofd hem den dienst weigerde. Het was alsof een geheime macht zijn voetstap- pen leidde, en alsof een andere geest zijn doen en laten bestuurde. Esn stem scheen in zijn oor te fluisteren ,/Marshgate straat 13", en een gevoel, waarvan hij zich geen rekenschap kon geven, joeg hem in oostelijke richting voort. Als een ledepop, die opgewonden is, schreed hij voort, bevond zich eindelijk in een straat, waar hij nooit te voren geweest was, zonder ieraand naar den weg te heb ben gevraagd, en nu zag hij dat het Marshgate straat was. Geen fatsoenlijk Londenaar, die ooit in die buurt kwam. Het was een nauwe, vuile steeg, met kleine, van morsigheid zwart uitziende huizen, vol slijk en modder, bezaaid met potscherven en kools- bladen, terwijl hier en daar een doode kat in de goot lag. Men zag er bijna niemand, alleen ver- toonde zich nu en dan voor een raam een woest uitziend gelaat, dat snel teruggetrokken werd. Door openstaande deuren zag men gangeu en binnen- piaatsen, waar allerlei natte lompen en lorren te drogen hingen. Aan het eene eind van de straat was het onmisbare bierhuis, aan hst andere eind het even onmisbare pandjeshuis. In gewone omstandigheden zou Acland ge- weifeld hebben, eer hij zich in zulk een onaange- naam riekende steeg had begeven, maar heden was hij daar totaal onverschillig onderhij liep maar door als een machine, die opgewonden is, en die, voor no 13 gekomen, stoppen zou. Zoo kwam hij voor no 13 en stond stil. Tegen de algemeene regelen van de steeg, waar men zoo maar zonder bellen of kloppeu in huis scheen te loop?n, was hier een schelknop. David trok er aan, zonder dat hij het zelf wilde en een luid gebel weergalmde door het huis. Hij wachtte eenige minuten, het scheen, dat er behoedzaam een raam boven zijn hoofd werd opgeschoven, om eerst eens te zien, wie er was. Zonderling, hij werd niet ongeduldig, toen hij wachten moest, hij was niet begeerig om ztjn boodschap over te brengen al wat hij wensch te, was, dat hij maar spoedig van dat akelige gevoel af zou zijn, dat al zijn doen en laten re- gelde, en dat hij maar weer zooals voorheen mocht wezen. Eindelijk werd de deur geopeud, door een klein meisje op sloffen, wier hoofd bijna geheel onder een groote, vuile muts verdween. ,/Wien moet gij hebben, mijnheer vroeg zij, niet erg vriendelijk. Tot op dit oogenblik had David niet het ge- ringste denkbeeld, wat hij zou moeten zeggen, maar zoodra de vraag gedaan was, werd hem het ant- woord als het ware ingegeven ,/Ik moet Hiram Sakeld spreken," zride hij. [Wordt vervo'gd.) Maandagmiddag hield de gemeenteraad alhier haar aangekondigde vergadering. Tegenwoordig waren 17 leden. (Er bestaan 2 vacatures). Na opening der vergadering, worden de notulen der vorige vergadering door den secretaris voorgelezen en daarop onver- anderd goedgekeurd. Hierop was aan de orde, het onderzoek van de geloofsbrie- ven der nienwbenoemde raadsleden, de heeren D. F. W. Prins en H. Swart, waartoe door den Voorzitter werden benoemd de heeren Loncq, wethouder, Van Erpecum en Knappert. Het resnltaat van dat onderzoek was, dat by monde van den heer Loncq tot toelating werd geadviseerd. Door den heer Van Erpecum werd de vraag gesteld, of na dit advies, de raad nog had te beslissen over die toelating, waarop door den Voorzitter werd aangetoond, dat de gemeente- wet daartoe zelfs een hoofdelyke stemming vergt. Hierop werd met algemeene stemmen tot toelating besloten. Goedgekeurd werd het voorstel van B. en W., tot vaststellen van het tweede snppletoir kohier der plaatselpke directe belasting, dienst 1889, teneinde het aanstonds ter goedkeuring te kunnen zendea aan de Gedeputeerde Staten dezer provincie. Thans waren aan de orde 4 ontwerpen tot wyziging der gemeente-begrooting voor 1889 en 1890. De eerste drie ontwerpen werden achtereenvolgens en zonder bespreking aangenomen, Omtrent het 4e ontwerp wenschte de heer Den Breems inlichtingen te vragen. In de eerste plaats wenschte hy te weten, of de in het vorige jaar gevo- teerde leening van f 50.000, werkelyk was aangegaanzoo ja, welk gebruik er van die gelden gemaakt was en wat met de thans gevraagde f 50.000 beoogd W8rd. De Voorzitter antwoordde hierop, dat die leening ten vorigen jare werkelyk was aangegaan, dat uit die gelden de onkosten bestreden waren, ontstaan door het vorrichten van opeubare werken, zooals het bouwen van de school, het huisje van den havenmeester en m. a. Deze leening moest slechts dienen om die post te kunnen afsckryven op de begrooting van 1889 en over te breugen op die van 1890. Hierop werd ook dit ontwerp goedgekeurd. Als nu zoudenin behandeling komende ontwerpen verordening op de helling van plaatselyke directe belasting onder den naam van Straatgeld en van Spuigeld, met de daarop betrek- kelyke bescheiden. Daartegen werd bezwaar gemaakt door den heer Visser, die het beter oordeelde, daarmede tot e> n volgende vergade ring te wachten, in de eerste plaats, omdat dan de nieuw- benoemde leden daarbij hun stem zouden kunnen uitbrengen, en in de tweede plaats, omdat de tyd, na het inkomen van het laatste rapport, te kort was geweest, om over dit be- langryk punt een bepaalde overtuiging te hebben verkregen. De heer Den Breems was van dezelfde meening en onder- steunde daarom ernstig het voorstel van den heer Visser, tot verdaging. De Voorzitter verzette zich met den meesten nadruk tegcn dit voorstel, omdat het behandelen van dit onderwerp zeer urgent was. Immers er moest een leening gesloten worden door de gemeente, en hoe zou daartoe overgegaan kunnen worden, wanneer niet tevens kan worden aangegeven, waaruit die bestreden moest worden? De 28en vervalt de vorige leening; er was dus tot uitstellen geen tyd meer. Hy kan dan ooi in dit geval geen afstand djen van zyn rechl, om de volgorde der te behandelen punten te regelen. Niettegen- staande dit betoog, bleven de beide heeren by hun verzoek; slechts enkele dagen verzochten zij. Ook de heer Van Erpecum schaarde zich aan huune zyde, door te verklaren, dat, wan neer heden het onderwerp in behandeling kwam, hy zich van stemming zou moeten onthouden, omdat de gelegenheid hun had ontbroken om zich behoorlyk te hebben kunnen voorbereiden. De heer Schuurman gaf hierop in overweging, om hetzy Dinsdag of Woensdag, opnieuw byeen te komen, teneinde alsdan te behandelen. Na eenige discnssie werd daartoe besloten. Het ernstig streven om het beste te bereiken, blykt uit deze discussie ten duidelykste. Thans was aan de orde de rekening van het beheer der fondsen, herkomstig van de vernietigde gilde alhier over 1889. Aangezien de voorzitter en de wethouders Nolet en Loncq respectievelyk voorzitter en leden van de commissie, belast met het beheer van genoemde fondsen, zyn, verlaten zy de zaal en wordt het presidium waargenomen door den heer Loopuyt, als oudste wethouder. De rekening wordt daarop onveranderd goedgekeurd, waar- na de genoemde heeren in de zaal terugkeeren. Eveneens werd vervolgens goedgekeurd de rekening der Earner van Koophandel en Fabrieken over 1889. Op voorstel van Bnrgemeester en Wethouders werd nu be sloten, tot aanschaffing van e. n rader-brancard, en die te plaatsen daar, waai dit het meest geschikt zal blyken. Een dergelyke brancard is aan het ziekenhuis, en heeft, volgens mededeeling van den vooizitter f 114 gekost. Op het adres van N. Van der Sluis, om toskenning eener gratificatie als in vorige jaren, werd gunstig beschikt. Naar aanleiding van dit adres, vroeg de heer Tak, of op het ontvangen der sluisgelden ook controle beslond. Het hleek dat die controle werd uitgeoefend door den hoofd- commies Valk. Hoewel de heer Tak in geenen deele de betrouwbaarheid van dien ambtenaar in twytel wilde trekken, gaf hy in overweging of het niet beter zou zijn, een andere controle in te voeren, wcarbij niet behoeft te worden afge- gaau op de eerlykheid van ecu ambtenaar. Hierna deelde de Voorzitter mede, dat in de overeenkomst met de Nederl. Bell, telephoon Maatschy., eenige wyziging was gebracht, behoudens de goedkeuring van den raad. Die wyziging is opgenomen met het oog op mogelyke concurrentie. Deze toch zullen de materialen der maatschappij moeten over- nemen volgens taxatie van drie deskundigen. De raad hechtte aan deze wyziging haar goedkeuring. Voorts deelde de Voorzitter nog mede, dat door den heer Inspecteur van het stoomwezen was afgekeurd, de ketel van het stoomgemaal aan en vrocg diensvolgens machtiging voor B. en W., tot aanschaffing van een nieuwen ketel. Die machtiging werd zonder stemming verleend. Voorts kwamen nog in, adressen van verschillende personen om te worden geplaatst op de kiezerslysten, en twee adressen met verzoek om daarop eenige namen te schrappen, welke adressen alien zyn aangehouden om te worden behandeld in een volgende vergadering. Nadat bovenstaande was afgehamleld, ging de raad over tot een zitting met gesloten deuren. Woensdag middag ten 2 uur komt de raad opnieuw bijeen om over de ontuerp-verordening op de heffing van plaatse lyke directe belasting, onder den naam van Straatgeld en Spnigeld te beslissen, terwjjl dan tevens zullen behandeld worden die punten, welke nu onafgedaan bleven.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

De Schiedammer | 1890 | | pagina 2