Gemengd Nieuws.
Burgerlijke StandT
Een huzaar, inilitair oppasser, had liefde
opgevat voor een meisje, in dienst bij een offieier
in de Batjanstraat, te 's Hage, terwijl dat meisje
reeds verkeering had met een korporaal. Onlangs
had hij dien korporaal geslagen, toen hij hem met
het meisje ontmoette, en had daarvoor kwartier-
arrest, in afwachting van het vonnis van den
krijgsraad.
Wetende haar te kunnen spreken in den ochtend,
wanneer zij buitenshuis bezig was, ontsnapte hij
Zaterdaginorgen uit de kazerne en begaf zich,
oinstreeks half 9, uaar de Batjanstraat, sprak haar
aan en vroeg haar om haar portret, dat zij weigerde.
Na korte woordenwisseling haalde hij een revolver
voor den dag en loste 2 a, 4 sclioten h bout por-
tant op het ougelukkige meisje, dat oogenblikkelijk
neerzonk. Dadtlijk daarna richtte de man het
moordend wapen tegen zichzelven en viel doodelijk
getroffen neer, zoodat, toen de wijkagent Scherft
op het hooren dier schoten toesnelde, hij slechts
het lijk van den dader vond, dat later in een
raderbaar naar het Militair hospitaal werd overge-
braeht. Het meisje werd met de meeste zorg in
het huis waar zij diende binnengedragen en ver-
pleegd. Zij is later naar het ziekenhuis vervoerd.
Men vreest echter zeer voor haar behoud een
kogel moet in de borst onder 't hart zijn gedron-
gen, terwijl een andere de rechterzijde trof en tot
de maagstreek doordrong en de derde haar in de
dij wonde. Het was een model-revolver met 6
schoten.
Men begrijpt welke ontsteltenis deze treurige
geschiedeuis in de geheele buurt teweegbracht.
Voor de rechtbank te Assen stonden Don-
derdag vier personen terecht, beschuldigd, in den
Nieuwjaarsnacht den doodgraver Gerrit Kalter te
Koekange zoodanig geslagen en geschopt te hebben,
dat hij aan de gevolgen bezweek. Men verdacht
Kalter, vroeger de hoeve der weduwe Drost te
hebben in brand gestoken, ofschoon het onderz'oek
der justitie daarvoor geenerlei bewijs had opge-
leverd. De eisch was 1| jaar gevangenisstraf voor
ieder dier //schoppen-boeren".
Tijdens deze zaak in inistructie was, werd aan
den Offieier van Justitie een brief gericht door 45
ingezetenen van Koekange, waarin gezegd wordt:
//dat menigmaal door de ingezetenen van Koekange
na den brand in de woning van de weduwe Drost
was gewenscht, dat het Gode mocht behagen om
Gerrit Kalter weg te nemen, en dat er algemeene
blijdschap heerschte toen Kalter was heengegaan".
Onder de onderteekenaars van dat vrome schrijven
waren een lid der Staten van Drenthe en een
wethouder der gemeente Wijk.
Een 89-tal ingezetenen van den Bommel
hebben zich bij adres tot Gedeputeerde Staten ge-
wend met verzoek geen spoorwegverbinding Helle-
voetsluisRotterdam te steunen, waarbij het onbe-
lemmerd scheepvaartverkeer door het Spui niet ten
voile is gewaarborgd.
Aangezien aan de grenzen van ons land pok-
ken voorkomeB, zoo worden in de verschillende
garnizoenen de militairen in de gelegenheid gesteld
zich te doen vaccineeren of revaccineeren.
Indien het spreekwoord/Vroeg in de wei,
vroeg vet" opgaat, dan kunnen de boeren in het
noordwesten van Noord-Brabant dit jaar spoedig
met hun weivee klaar zijn, want niet alleen liggen
de weilanden over 't algemeen zoo schoon, dat zij
de veehouders tot ,/Scharen" uitlokken, maar wer-
kelijk loopt er reeds vee te grazen. Nu is het
steeds gebleken, dat het vee ,/tusschen hooi en
gras" op de stallen minder tierig is; daarom zijn
de meeste veehouders er op uit, om de koeien er
uit te jagen, als het weer en de gesteldheid van
den grond dienende zijn. Wat het laatste betreft,
is er voor vertrappen dit voorjaar geen nood, want
de landerijen hebben zelden zoo droog gelegen als
nu, terwijl een droge koude voor het vee minder
te vreezen is.
Hit gebrek aan stalvoeder behoeft dit jaar echter
bijna niemand naar den weitijd te verlangen, want
hooi is er in overvloed maar volgens het beweren
der boeren legt de voedeude kracht der buitenlucht,
bij weinig gras, meer gewicht in de schaal dan de
besle stalvoedering.
immers spoken, als ik in zoo'n boek las, kon ik
geen oog dicht doen. Wat verzin je, om zoo
iets te lezen."
/>/Och ja, tante," hernam Rhoda //de smaken
verschillen, laat mij van daag maar eens een beetje
lezen, morgen zal ik een groote wandeling met u
doen."
//Goed kind," zeide de tante, en weldra was zij
de deur uit, om haar gewone winkels te bezoeken.
Rhoda verdiepte zich in haar lectuur, en stond
verbaasd over hetgeeu zij las omtrent de geheim-
zinige macht van den wil. Wat een wonder dat
ieinand die toovermacht kan bezitten, zonder het
zelf te weten, dacht zij. Hoe vreemd, die macht
kan gedurende de korte poos, dat wij leven, in
onze hersens begraven liggen, zonder dat zij ooit
uit haar graf opgeroepen wordt. Zou ik dat ver-
mogen bezitten Als David nu eens lui werd, en
ik bezat dat vermogen, wat kon ik dan niet goed
zorgen, dat hij met lust tot den arbeid bezield
werd; doch zou dat niet akelig zijn voor den jongen,
om ongeraerkt aan den leiband van een ander te
loopen? Toch doet tante Dorothea, ondanks zich
zelve, zoo menigmaal datgene, wat ik vast wil.
Zou dat door mijn wilskracht gebeuren Laat ik
nu de proef eens nemen. Ik wil, dat tante nu naar
Oxford-straat gaat, en daar in mijn gewonen winkel
een paar handschoenen koopt. Ik heb die juist noodig.
En zoo giug het meisje met haar boek op den
schoot zitten, en hield haar geest alieen bezig met
het deukbeeld: Tante moet een paar handschoenen
voor mij koopen.
De uren verliepen gaandeweg, en tante Doro
thea kwam niet terug. Rhoda begon nu ongerust
In de vorige week, 's morgens omstreeks
7 uur, streek een roofvogel in de Choorstraat te
Utrecht neder en pakte een kleinen hond op,
waarmede hij naar den Domtoren vloog.
Gedurende de maand Maart zijn bij het
Koloniaal Werfdepot aangenomen 172 man, aan
wie f 44,250 aan handgeld werd uitbetaald.
Honderd vier en twintig jongens van de
Kweekscliool voor Zeevaart te Leiden zijn geplaatst
op Zr. Ms. fregat Admiraal van Wassenaer, ten
einde aan boord van dien bodein verder voor den
zeedienst te worden opgeleid.
Dezer dagen vingen Heldersche haringvisschers
reeds geep. Deze visch trekt anders zelden voor
het midden van April door de zeegalen naar bin-
uen, om in de wierwaarden kuit te schieten, en dan
naar de Noordzee terug te zwemmen.
De geep wordt hoofdzakelijk gevangen om tot
aas te worden gebezigd, waartoe zij flink schoon-
gemaakt en daarna in vaten gezouten wordt.
Met de geepvisscherij worden te Helder en om-
streken jaarlijks duizenden verdiend.
Op een salaris van f 3000 zonder vrije wo-
ning, of f 2400 met vrije woning, vraagt Amster
dam voor de bibliotheek der Universiteit aldaar
een bibliothecaris.
In den tuin van Eijgenraam, te Delft, wer
den in de vorige week de eerste groene konkour
mers geplukt ter verzending naar Engeland.
De Arnh, Ct. be vat het volgende ingezonden
stuk.
Eergisteren avond ongeveer 8 uur vernam ik,
dat in de nabijheid mijner woning een man door
ophanhing zich van het leven had beroofd. Ter-
stond ga ik naar de aangewezen plaats en vind
daar den ongelukkige nog hangen aan den boom.
Mijn eerste werk was natuurlijk het touw door te
snijden en hem den strop van den hals te doen.
De man leefde nog. Zijn hart klopte nog flauw
en met behulp van een der omstanders plaatste ik
hem in eene zittende houding.
Toen ik op die plaats kwam stonden daar vier
mannen omheen Maar niemand stak eene hand
uit om den ongelukkige te helpen. Hadden zij
dit gedaan, waarschijnlijk ware hij met gestorven.
Een hunner had hem willen afsnijden, maar waarom
hij het met gedaan heeft is mij niet recht duide-
lijk geworden. Van hem ontving ik echter hnlp
bij mijn moeilijk werk. Op mijne vraag, waarom
zij dit niet gedaan hebben, ontving ik ten antwoord
z/nou, ik zou je danken". Ik ergerde mij over
dat woord, dat geen gunstig getuigenis aflegde voor
hun gevoel van barmhartigheid en menschelijkheid,
maar dat zekerlijk voortkwam uit het bijgeloof,
dat helaas, nog maar al te veel leeft onder het
onontwikkelde publiek, dat men een drenkeling
niet uit het water halen en een hangende niet mag
verlossen zonder hulp of aanwezigheid der politie.
Ik weet wel, dat het bijgeloof moeilijk te be-
strijden en uit te roeien valt, maar ik zou wenscheu,
dat op de scholen het den kinderen werd ingepreut,
dat het een plicht is in dergelijke gevallen hulp
te verleenen.
Mijnheer de Redacteur, wil zoo goed zijn door
uw blad mede te werken tot het uitroeien van dit
verderfelijk bijgeloof.
De redactie teekent hierbij aan
We maken den geachten inzender ook opmerk-
zaam op art. 450 Wetboek van Strafrecht, luidende
//Hij die, getuige van het oogenblikkelijk levens-
gevaar, waarin een ander verkeert, nalaat dezen
hulp te verleenen of te verschaifen, die hij hem,
zonder gevaar voor zichzelven of anderen redelij-
kerwijs te kunnen duchten, verleenen of verschaifen
kan, wordt, indien de dood van den hulpbehoevende
volgt, gestraft met hechtenis van ten hoogste drie
maanden of geldboete van ten hoogste drienonderd
gulden."
De toeschouwers zullen zich dus wellicht nog
voor hunne leidzaamheid te verantwoorden hebben.
Schiedam, 8 April.
Gedurende de beide Paaschdagen zijn aan het
station alhier afgegeven voor beide richtingen 1755
plaatskaartjes.
te worden en dacht, dat de oude dame misschien
een ongeluk had gekregen, want niettegenstaande
zij het zwak van alle vrouwen had en gaarne naar
de dtalages van manufactuur- en hoedenwinkels
keek, bleef zij gewoonlijk nooit langer dan een uur
weg. Ten slotte, toen Rhoda doodelijk ongerust
begon te worden, werd er gebeld en Hep tante
Dorothea een oogenblik daarna hijgend de trappen
op en viel toen uitgeput in een armstoel neder.
//Ik ben er zeker van, kind," riep zij uit, toen
zij weer wat geregeld kon ademhalen, dat gij niet
anders gedacht hebt, of ik was weg. Ik was in
het geheel niet van plan, zoo ver te gaan, maar
toen ik met mijn boodschappen in de buurt klaar
was, viel het mij plotseling in, dat gij een paar
lange handschoenen noodig hadt, uit den winkel in
Oxfordstraat, en zoo richtte ik mijn schreden daar-
heen. Hier hebt gij ze, en ben ik nu geen goede
tante, om zoo ver door de brandende zon te loopen,
voor een stoute, ondankbare meid, die geen lust
heeft, met mij boodschappen te doen, maar liever
in een afschuwelijk oud boek zit te lezen." Toen
zij dit gezegd had, reikte zij Rhoda de handschoe
nen, in een papier gewikkeld, over. Zij nam die
aan, en had moeite haar schrik te ontveinzen over
hetgeen zij hoorde. Bezat zij werkelijk die macht,
en was de proef, die zij zoo maar terloops genomen
had, werkelijk met goed gevolg bekroond F Kwam
dat nu toevallig zoo uit of Zij dorst er niet
verder over na te denken, maar sloeg haar tante
aandachtig gade, die nu zoo rad mogelijk sprak.
v Ja, Rhoda," zeide zij, /;wat mij werkelijk scheelde,
weet ik niet." Tevens zette zij haar hoed af
en veegde over haar bezweet gelaat met den zak_
Met de beide Kerstdagen bedroeg dit 1436,
alzoo nu 319 meer.
Nadat de voorzitter der Schiedamsche Kunst-
vereeniging, de heer E. M. Beukers, een kort
woord tot inleiding had gesproken, en den burge-
meester uitgenoodigd had om het publiek voor te
gaan in het bezichtigen der tentoongestelde voor
werpen, is Zondagraiddag, ten 2 uur, de tentoon-
stelling van voorwerpen van kunstnijverheid en
vrouwelijke fraaie handwerken geopend. De groote
inenigte belangstellenden, die reeds nu die tentoon-
stelling hebben bezocht, konden zich overtuigen,
dat zij naar wensch was geslaagd.
Bij het binnentreden der zaal gaf het ensemble
reeds den indruk, dat het arrangement aan be-
kwame handen was toevertrouwd.
Recht tegenover den ingang is de door den heer
A. F. Gips geschilderde en ter opluistering afge-
stane plafond-decoratie aangebrachtin het midden
staat een springende fontein van den heer C. C.
Van der Heijden, omgeven door groen, en links
en rechts daarvan een viertal tafels, waarop de
voorwerpen, ter expositie toegezonden, zijn uitge-
stald. Ook in het rond der zaal tegen de wanden
zijn tafels aangebracht, waarop de ingezonden voor
werpen zijn tentoongesteld; terwijl hier en daar
tegen de muren schilderijen, teekeningen, muur-
versierselen enz. waren opgehangen. Links van de
zaal op het tooneel, staat een kurken veranda van
den heer L. Van den Toorn, en rechts een huis-
kamer- en slaapkamer-inrichting door de firma R.
Schnabel ter opluistering afgestaan.
De afdeeling vrouwelijke fraaie handwerken, be-
vat een groot aantal nummers. Jammer dat daarvan
slechts 19 stuks ter bekroning waren ingezonden,
want zeer vele der andere zijn een bekroning
overwaardig.
De heer Schiebaan met zijn electrische toestellen
trok een groote menigte rondom zijn uitstalling.
Waren er velen, die met oordeel die werkingen
konden nagaan, stellig zullen er velen geweest
zijn, die ze meer als goocheltoeren beschouwden.
Wij zullen het hierbij voorloopig laten. Die er
belang in stellen, moeten er maar heengaan. De
geringe onkosten die dit met zich brengt, worden
ruim beloond door wat men te zien krijgt.
YTnnrdiiigcn 5 April. Door den kerkeraad
der Hervormde Gemeente is het volgende zestal
geformeerd
H. J. ter Haar Romeny te Haren P. S. Meer-
burg te Kethel c. a. J. Ossewaarden te Sluis
S. L. van Stein Callenfels te HeerdeM. Gopner
te Harderwijk J. Barger te Harlingen.
Tot onderwijzeres aan de Chr. School alhier
is benoemd Mej. Haiina van der Wal en tot on-
derwijzer aan diezelfde school de heer P. Ver-
schoor te Pernis, terwijl de heer W. H. Dijkman
alhier, benoemd is tot Chr. onderwijzer te Pernis.
Te Scherpenzeel zijn drie kindertjes uit een
kool gekomen twee jongetjes en een meisje.
In Mei wordt, zooals vermeld werd, te Am
sterdam een tentoonstelling van katten gehouden.
Vermoedelijk zullen daar alleen te zien zijn Angora
katten, Cypersche katten, zwarte, witte, bonte
katten, kortom heel gewone katten.
Niet tentoongesteld zullen worden
de kat, wie de bel wordt aangehangen
de kat, die zich in het donker laat knijpen
de kat, die men niet zonder handschoenen kan
aanvatten
de kat, die uit den boom wordt gekeken
de kat, die men in den zak koopt.
Een bende zigeuners, sterk 200 personen,
welke de Belgische justitie te Visd over de Neder-
landsche grenzen trachtte te zetten, werd door de
Nederlandsche politie teruggedreven.
Te Axel in Zeeland heeft een vrouw ruim
5 dagen aaneen geslapen. Zij is herstsllende, maar
gevoelt zich sterk verzwakt. Eenige weken geleden
heeft zij een aanval van influenza te doorstaan
gehad.
Naastenliefde en deugd beloond, zou men
't kunnen betitelen. Te Berlijn stierf dezer dagen
doek. //Het denkbeeld, dat ik handschoenen moest
hebben, drong zich zoo sterk aan mij op, dat ik
het mij maar niet uit het hoofd kon zetten. Het
was of ieinand mij dat maar voortdurend in het
oor fluisterde, en of een geheimzinnige macnt mij
voortdreef. Ik schijn wel half dwaas te zijn geweest,
om zoo'n eind te gaan loopen, want alle trams
waren vol, en zoo mocht ik mijn beenen gebrui-
keu. Bij het terugkeeren, trof ik het net nog,
dat ik voor de laatste sectie een plaatsje in de tram
kon knjgen, en zoo ben ik hier, gelijk gij ziet.
Wel, Rhoda, wat scheelt u Gij kijkt heeleinaal
onthutst. Dacht gij dat tante Dorothea weggeloo-
pen was, en u voor goed verlaten had Komaan,
snijd nu eens gauw een paar krentenbroodjes voor
mij, en schenk er een glas sherry bij in. Ik ben
zoo flauw, want ik heb sedert van ochtend niets
gehad."
z/Ik zal u uw twaalf-uurtje klaar maken, tante",
zeide Rhoda.
Zij was nu blijde de kamer te kunnen verlaten,
teneinde even tot haar zelve te kunnen komen.
Er was geen twijfel meer aan, zij was met
die geheimzinnige macht bedeeld, want al wat tante
verteld had, van dien zonderlingen invloed, die
haar genoopt had, te doen, wat Rhoda begeerde,
strookte volkomeu met hetgeen zij er over gelezen
had. Wanneer zij tante Dorothea kon laten doen,
wat zij verlangde, zou zij ook een zelfde macht
kunnen uitoefenen op den man, dien zij zoo lief
had, en daartoe, meende zij, had zij wel eenigszins
het recht.
z/Ik neem een groote verantwoordelijkheid op
mij", mompelde zij. //Ofschoon ik alle onrust om.
een oud heer, een kamerbewoner, die van de men-
schen niets wilde weten. Alleen tegen de kinderen
van zijn bovenburen, een arm gezin, toonde hij
zich altijd vriendelijk. Voor eenigen tijd werd hij
ziek en toen zorgde de moeder dier kinderen en
zij zelven goed voor den ouden zonderling. Hij
deelde hen mede, dat de oorzaak van zijn ziekte
was verdriet over het verlies van bijna zijn geheele
vermogen.
Maar moeder en kinderen bleven even hartelijk
voor hem zorgen, alleen rekenden zij nu geen geld
meer voor allerlei versterkende middelen. De oude
stierf, waarop rouwende neven en nichten dadelijk
verschenen. Ilet testament werd gelezen, neef
bleek er warmpjes in te zitten, maar hij had alles
vermaakt aan de kinderen van zijn bovenburen.
Volgens bericht uit Zanzibar aan de /Times,"
hebben twee Duitsche schepen aldaar 8000 vaten
jenever aangebracht, en heeft de Britsche Oost-Afri-
kaansche Maatschappij strenge maatregelen geDomen
om langs hare kustliju den verkoop van jenever te
beletten.
Na het nemen van uitgebreide proeven,*8*
verhetten zich meer en meer stemmen tegen het
beslaan van paarden. In de Vereenigde Stateu van
Noord-Amerika zijn tochten ondernomen van meer
dan 600 KM. met paarden zonder hoefijzers. Eene
batterij van het 4e artillerie-regement had 19 dagen
gemanoeuvreerd en bij terugkeer bleek dat de
paarden, welke niet beslagen waren, niets hadden
geleden. In weerwil van regen, modder enz. gleden
de dieren weinig en verweekten de voeten niet.
Blijken deze berichten waarheid te bevatteu, dan
kan men spoedig de groote onkosten, aan het
beslaan van paarden verbonden, besparen. Voor
zoover ons bekeud is, werden in ons leger tot nu
toe geene proeven in de richting genomen.
Onder de ongemakken, waaraan de werkpaar-
den vooral dikwijls lijden, en die zelfs den dood
vaak veroorzaken, behooren de maskers, larven of
engerlingen van den paardenhorzel vooral ook ge-
noemd te worden. Meermaleu komt het voor, dat
een paard, waaraan men overigens niets ontdekt,
langzamerhand vermagert en zelfs bij het beste voe-
der mager blijft, verzwakt, en eindelijk sterft.
Wanneer men dan zoodanig het dier opent, dan zal
men larven in de maag aanwezig en vooral aan hare
wanden vastgehecht vinden.
Een oud Hollandsch hoofdofficier der cavalerie
geeft daartegen als middel aan de hand, aan het
paard, daarmede behebt, ziju voedsel en drinken
een tijd lang geheel te onthouden, het daarna zoete
melk voor te zetten en vervolgens een sterke pur-
gatie te geven. De maskers maken zich dan los
om zich aan de melk te vergasten en hebben ten
gevolge van de purgatie geen tijd zich weder vast
te hechten, om met de outlasting in groote hoe-
veelheid te worden uitgeworpen.
Eenige Hollandsche namen voor een borrel-
tje een glaasje troost der arinen, een lieete bel,
een goede bom, een boterham met rookvleesch,
een hartversterking, een schaepmannetje, een glaasje
likeur de canaille, een glas champagne militair,
courage-water, een glaasje grijze madera, een hapje,
een propje, een tikje, een spatje, een jagertje, een
ruin rpil, een kiepert, een kikkertje, een wippertje,
kozakkeuthee, een droge kraker, een slaapmuts,
een opperwachtmeester, een pierenverschrikkertje,
een glaasje volkskanker.
Ingeschreven van 3 April tot 7 April 1890.
SCHIEDAM.
ONDER1ROUWD 5, T. P. Groenendaal, 25
j. R. O. en J. Van Jeveren, 22 j. R. C. D
Schilleman, N. H., 27 j. wedr. van C. Prins en
M. Damme, 21 j. E. L.
GEBOREN 4, Sophie Wilhelmine, E. L., d.
van A. W. Tranz en E. Kwakkestein. Oost Singel.
Andries, R. C., z. van J. H. Heckers en J. Troost.
Breedstr. 5, Dina, N. H., d. van T. Van Koets-
veld en G. Jansson. Hoofdstr. Johanna, N. H.,
d. van J. H. Triel gn G. Multuur. Nieuwsticht!
(hFrans, N. H., z. van C. Van Deursen en 11. C.
trent David losmaak van tautes' gepraat, moet ik
toch zeggen, dat hij nu heel anders doet dan vroe
ger. Hij komt niet meer bij mij, zijn brieven zijn
met meer, wat zij vroeger waren. Ik heb hem
dikwerf gezegd, dat ik krachtiger wil heb dan hij
maar dat was toen in scherts en natuurlijk
met in ernsl en wat antwoordde hij mij p- Dat
was heel goed, en het zou hem, als hij eenmaal
getrouwd was, veel moeite besparen, als zijn
vrouw voor hem denken wilde. Arrne David,
kan je ook in moeielijkheden zitten De Heme!
weet, dat ik niet in je geheimen wil doordringen,
en dat mijn beweegredenen van den zuiversten aard
zijn, docli ik moet en zal je helpen. Ik weet nog
niet juist hoe dat gebeuren moet, doch ik zal
er wel raad op vinden, wees daarvan zeker."
//Ja, tante riep zij, toen de oude dame van boven
riep, waar zij toch zoo lang bleef. ,/Kom maar
bier, een goed twaalf-uurtje is al klaar. Want daar
gij van ochtend zoo'n dun boterham met je hebt
gehad, moet gij nu wel bijna flauw van den hon-
ger vallen."
Ouder gewoonte poogde zij weer vroolijk te
zijn, maar het ging niet; de taak, die zij wilde
aanvaarden, zweefde haar voortdurend voor den
geest, maar de vraag was, hoe die aan te vatten.
Tante Dorothea verslond het eene boterhammetje
voor, het andere krentenbroodje na, dronk haar
glas sherry leeg, ging toen op de canape haar
middagdutje doen, en Rhoda vatte weer haar boek
op, doch sloeg er geen oog meer in, want hare
gedachten waren elders.
(Wordt vervolgd.)