bracht I Van een en ander is proGes-verbaal op- geinaakt, zoodat onze nachtwandelaar zich ook nog voor het gerecht zal te verantwoorden hebben. Er bestaat hoop, dat deze dubbele les hem voor goed genezen zal. Een milicien te Deventer wilde zich op de binnenplaats der kazerue aldaar wasschen op een daarvoor niet bestemde plek. De schildwacht ver- bood en belette hem dit, waarop de milicien hem beleedigde en met water in Jt gezicht wierp. Voor deze uitspattingen heeft de jeugdige krijgsman nu van den krijgsraad te Leeuwarden 6 maanden detentie gekregen. De Tweede Kamer is thans bijeengeroepen tegeu Dinsdag 22 April aanstaande. Daartoe bij gelegenheid der aanmunting van pasmunt door den muntmeester uitgenoodigd, heeft een redacteur van het TJlr. Dbl. een bezoek aan de Rijksmunt gebracht, waarvan hij de volgende beschrijving geeft Het eerste bezoek gold den smeltoven, waar het metaal in de vereischte vermenging (voor zilveren pasmunt 640 deelen zilver en 360 deelen koper) wordt gesmolten bij hoeveelheden van 100 kilogram tegelijk. Het gesraolteu metaal wordt in gietblok- ken gegoten tot staven, tinnen genaamd, wier dikte verschilt naarmate van het muntstnk, dat er uit vervaardigd moet worden. Van ieder gietsel wordt een kleine hoeveelheid afgezonderd, om te onder- zoeken of de alliage in de vereischte verhouding is geschied. De tinnen worden vervolgens tusschen de walsen gelegd. Deze bewerking ondergaan zij herhaalde malentusschen de verschillende walsbewerkingen in, worden de tinnen af en toe in een gloeienden oven gelegd, om aan het metaal de voor deze bewerking gevorderde weekheid te geven. Door vier verschillende walsmachines gaan de tinnen in 't geheel 14 a 15 maal, totdat zij tea laatste de dikte hebben van een dubbeltje en ongeveer vier- maal de oorspronkelijke lengte. Eene ponsmachine slaat dan uit de tinnen, schijfjes ter grootte van een dubbeltje uit. De hoeveelheid schijfjes, uit 6en tin komende, hangt natuurlijk af van de lengte van de tin, wat overblijft wordt andermaal gesmolten. Van elk dezer schijfjes wordt het gewicht nauw- keurig bepaald. In de vijlzaal worden zij ieder afzonderlijk gewogen, zijn zij te licht, dan worden zij teruggehoudenwat zij aan zwaarte te veel hebben, wordt er afgevijld. Voor dubbeltjes is het voorgeschreven gewicht 1,4 gram, doch er is een speling gelaten van 14 milligram boven en beneden dat gewichteen dubbeltje mag dus niet zwaarder wegen dan 1,414 gr. en niet lichter dan 1,386 gr. In de vijlzaal ondergaan de schijfjes nog een voorbereidende bewerking voor het stempelenzij worden namelijk ,/opgezet", d. i. het plaatje krijgt een eenigszins dikkeren rand, die aan de buitenzijde een weinig gekarteld is. De laatste bewerking, die de schijfjes ondergaan, voordat zij in de muntzaal komen, is het blancheerenom ze volledig te zuiveren van onreinheid, worden de schijfjes, na vooraf zijn gegloeid iu een kuip, gedurende 5 kwartier, aan de werking van verdund zwavelzuur onderworpen. Daarna zijn de schijfjes, blank als sneeuw, gereed om de stempeling te ondergaan, waardoor zij tot gemunt geld worden verheven. In de muntzaal worden zij aan eene laatste revisie onderworpen, op eene wijze, die ons deed denken aan het wieden van het graanin een platte mand worden de metalen schijfjes omhoog geworpendie te klein zijn, vallen door de gateu in den bodem en de ove- rigen worden zorgvuldig nagezien of zij ook uit- wendig gebreken in den vorm vertoonen. De schijfjes, die geschikt worden bevonden, worden onder de stempelmachine gebracht. Deze machine is inderdaad een toonbeeld van menschelijk vernuft. De werkman, die over de machine het opzicht voert, brengt de schijfjes, telkens ten getale van ongeveer 50, in de tubeal het overige verricht de machine zelve. Automatisch komen de schijfjes een voor een uit de tube te voorschijn en worden gevangenis te gaan. En nu, luister, en snauw mij niet af, en steek ook den draak niet met mij, want Hiram is er de man niet naar, om zich met onzin te laten afschepen." ,/Wat wil je dan vroeg Lipthwaite. „Ik wil weten, hoeveel geld gij in uw handen hebt voor de goede zaak zeide de Amerikaan. ,/Ongetwijfeld meer dan negen en een half milli- oen," antwoordde Lipthwaite, zonder dat er een spier van zijn gelaat vertrok. ,/Komaan," zeide de Amerikaan, „dat is een mooi stapeltje dollars. Hoor eens, ik heb besloten de zaak te laten schieten, maar ik moet schadeloos gesteld worden. Jij geeft mij honderd twintig duizend gulden, ik licht mijn hielen en ga weer iu de prairien van Amerika jagen, en laat u op je gemak lerlaud vrij en onafhankelijk maken." ,/Ik ben blijde, dat gij zoo ronduit gesproken hebt," zeide Lipthwaite„ongetwijfeld heeft de politie meer gemerkt dan noodig is, en als wij niet oppassen, zijn wij ingerekend, eer wij er om denken. Maar jongenlief, vertreedt gij nu uw fortuin niet met voeten. Laten wij samen deelen man, en ons uit de voeten maken. De Eenians zullen ons achterua zittenreken daar maar stellig op. Nu, als wij bij elkander blijven, dan komt er een geluk bij het ongeluk, en dan kunnen wij elkander helpeu." De oogen van den avonturier glinsterden, ,/spreekt gij in ernst, mijnheer P" zeide hij. ,/Zoo emstig," zeide Lipthwaite, „dat ik al onze fondsen in goede Engelsche banknoten heb omge- zet, waardoor wij dadelijk weg kunnen." „Als gij nu van zessen klaar zijt, om de plaat gebracht op de plaats, waar de stempel zich bevindt; daar worden zij gesloten in een ring, en te gelijk dat de drukking van dien ring den gekartelden rand doet ontstaan, worden de boven- en de onder- stempel in het metaal afgedrukt. Na de stempeling te hebben ondergaan, wordt het muntstuk weder langs automatischen weg uit de machine verwijderd. Zoo staan er acht machines in de muntzaal. Met een muntmachine kunnen dagelijks ongeveer 30,000 stukken gemunt worden. Wanneer alle acht ma chines den geheelen dag in werking zijn, kunnen er dus 240,000 munten daags worden geslagen. Bij standpenniugen en ook bij zilveren pasmunt moet echter de weging van de munten met te veel zorg geschieden, dan dat het mogelijk is, alle munt- machines te gelijk aan 't werk te zetten. Bij bron- zen pasmunt, waar de limite grooter is, is dat antlers; zoo zijn onlangs van 21/2centstukken in de Munt ruim 200,000 stukken daags geslagen. Schiedam, 15 April. Ten bewijze, dat de gehouden tentoonstelling van voorwerpen van kunstnijverheid en vrouwelijke fraaie handwerken, ook buiten onze gemeente in- stemming en waardeering heeft gevonden, kan dienen, dat die Zaterdagmiddag is bezocht door de centrale commissie ter bevordering van den wedstrijd van handswerklieden in Nederland. Deze Commissie zal aan de besten der ingezonden voorwerpen, bekroningen uitreiken, welke bekronin- gen spoedig tegemoet kunnen worden gezien. Blijkens achterstaande advertentie, zal de heer W. A. Nijgh, advocaat te San Francisco, morgen alhier eene lezing houden over California. Reeds op verschillende plaatsen in ons rijk heeft de heer Nijgh hetzelfde gedaan, en steeds werd hij door zijn hoorders met de meeste belangstelling gevolgd. Ook hier ter stede, wij twijfelen daaraan niet, zal een groote schare belangstellenden aan zijn uitnoodiging gehoor geven. Ouwerschie, 12 April. Dit een regenbak alhier is het lijkje van een 4-jarigknaapje opgehaald. Vlaardingcn, 14 April. In eene druk bezochte vergadering van de afdeeling van den Protestanten- bond alhier werd besloten om voortaan Zondags om de veertien dagen godsdienstoefening te houden. Voorloopig zou daartoe de Zaal Harmonie gebruikt worden. De eerste bijeenkomst zal plaats hebben op 20 April, die door Dr. Hage uit Leiden zal geleid worden. De onkosten daarvoor zullen voor een deel bestreden worden uit de huur der zitplaat- sen, enz. De verdeeling daarvan zal wezen als volgt50 zitplaatsen h f 5 huur per jaar, 50 van f 4, 50 van f 3 en 50 van f 2. Verder zouden dan ook nog een aantal vrije plaatsen overblijven. Ook is hier opgericht een afdeeling van de „Vereeniging tot bevordering van Zondagsrust." In het bestuur werden gekozen de heerends. H. H. Barger, C. Van Leeuwen en C. Schippers. Naar wij vernemen, is door eenige lidmaten der Hervormde Gemeente alhier, de voormalige school van den heer Haan aangekocht, ten einde tot lokaliteit te worden ingericht, voor het optreden van Ned. Hervormde predikanten van gereformeerde richting. Men schrijft ons uit Rotterdam dd. 14 April Professor Verbeck vertoont nu reeds een paar malen in den kleinen Schouwburg dingen, die voorzeker opmerkenswaard zijn. Ze kunnen door hen, die van de natuurkunde en de physiologie van den mensch een studie hebben gemaakt, ook wel gedeeltelijk worden nagedaan, maar ze zijn toch niet te verklaren. Ik zal beproeven of het mij mogelijk is, de lezers er mede op de hoogte te brengen. De gedachte ontstaat, zoo zeggen de natuur- kundigen, door stofwisseling. Laten wij dat eens even duidelijk maken. Wanneer men boekenstof onder de microscoop beschouwt, zal men somtijds daartusschen, ver- droogde, microscopische diertjes aantreffen, die geen teekenen van leven geven. Feitelijk zijn die beestjes dood en kunnen zoo wel 10 jaar blijven liggen. Als men echter de kleine gedierten bevochtigd, to poetsen, waarom marcheert gij dan niet alleen met al het geld af?" vroeg de Amerikaan achter- dochtig. ,/Wel," zeide Lipthwaite, ,/omdat ik je noodig heb. Ik zeg het nu juist zooals ik het meen. En nu, wanneer gaan wij De Amerikaan antwoordde weer met een andere vraag. /Wanneer kunnen wij het geld deelen?" Morgen ochtend" zeide Lipthwaite koel. v Dan gaan wij morgen nacht op de boot naar Calais," zeide de Amerikaan snel. ,/Nu ziet gij eens hoe gemakkelijk de zaken hun beslag nemen, als de vrienden eens met elkander spreken kunnen," zeide Lipthwaite en keerde terug naar het station. Zij kwamen aldaar langs verschillende wegen aan, deden in de wachtkamer net of zij elkander niet kenden, en toen de trein stopte, gingen zij, alsof dat bij toeval gebeurde, weder in een zelfde coupe. Toen men afreed, trok de Amerikaan zijn siga- renkoker uit den zak en bemerkte tot zijn groot verdriet, dat hij ledig was. „Hebt gij een sigaar bij u, mijnheer vroeg hij. ,/Het spijt mij, dat ik ze niet bij mij heb," hernam Lipthwaite. „Ik ben zelf een hartstochte- lijk rooker; maar ik kan je toch helpen, ik kan je een uitstekend snuifje aanbieden, dat u den tijd zal verdrijven, totdat gij sigaren kunt koopen." ,/Ik heb nog nooit gesnoven," zeide de Ameri kaan. Ik heb geen lust, om er nu mee te be- ginnen. Gij zijt immers wel zeker, dat het geld in orde is." „Vertrouw je mij nu niet? welaan, laten wij als mannen van eer elkaar toch op het woord ge- dan treedt weldra het leven in, en daarmede de hartstochten, dezelfde die men bij den mensch opmerktliefde en antipathie. In die dierenwereld paart men even goedals men elkander ver- slindt. Men kan de beestjes weer laten verdrogen, en zoo leven en dood tal van malen laten optreden. ,/Zat het leven dan in dien droppel water?"zal men vragen. Volstrekt niet, deze was noodig om de stofwisseling te doen intreden, en met die stof wisseling ontstoDd die werking des geestes, welke de wijsgeeren instinct of verstand noemen, al naar dat zij een dier of mensch voor hebben. Dan moet ons eten en drinken veel invloed op ons karakter hebben, zal men zeggen. Daar is wel wat van aan. Men denke maar eens aan de luchthartige, wiu- derige Franschman, voor wien soupd maigre, uien, brood en wijn, hoofdkostjes zijn, en aan den Engelschman, met zijn ernst, koppigheid en han- delsenergie. Zonder erg, denkt men, bij het zien van een typisch Engelschman, aan beafsteak en porter. Of aan den jongman, die weinig op een kantoor verdient, in een schraal kosthuis zijn toe- vlucht moet nemen, die, bij gelegenheid van een volksfeest, met een sigaar iu het hoofd, den hoed op een oor en den wandelstok onder den arm, de winderigheid in persoon is, en beschouwt men daar- tegenover den boerenknecht, met zijn weldoorvoed uiterlijk, hoe kalm en rustig is hij in zijn houding, alhoewel hij dadelijk vechtlustig wordt, als een ander maar een oog te veel op zijn meisje slaat. Volkeren, die rijst eten, zijn gewoonlijk sluw, verradelijk, laaghartig, adres aan de Chineezen en Indische volksslammen. Vleesch en visch etende volken zijn gewoonlijk krijgshaftig, men denke aan de Indianen. Er zijn er zelfs, die beweren, dat Holland zijn heerscbappij ter zee en handelseuergie grootendeels verloor, toen de aardappelen meer in zwang kwamen, en dat de ellende van Ierland en de kamperstreken van de Ieren een rechtstreeks gevolg zijn, dat aardappelen aldaar het hoofd- voedsel der volksklasse is. Genoeg, de spijs is noodig voor de stofwisseling, en //het resultaat van de stofwisseling is de gedachte." Zonderling en onverklaarbaar is het feit, dat men sommige zenuwachtige personen gedachten kan op- dringen en hartstochten kan geven, die zij in ge- wone omstandigheden niet bezitten. De kunst, waarmede men dat te weeg brengt, noemt men het hypnotisme. Het opgedrongen denkbeeld, gevoel of hartstocht, noemt men de mentale suggestie. Personen, die daarvoor vatbaar zijn, kan men de overtuiging schenken, dat zij van een glas zuiver water beschonken zijn. In zulk een geval stellen zij zich nog erger aan, dan iemand die erg boven zijn theewater isja, als de hypnotiseur het be- veelt, zullen zij verzet tegen de politie plegen, en dit zal dan een verzet van de gevaarlijkste soort zijn, omdat zij in een staat van zenuwachtige overspan- ning verkeeren. Men kan alles doen met den gehypnotiseerde, een eenvoudig lucifertje kan men hem voor een draak doen aanzien, waarvoor zijn haren te berge rijzen, men kan zijn ledematen laten verstijven, hem het gevoel van warmte en koude opdringen, hem wal- gelijke kost laten verslindenhem allerlei boodschappen laten doen, ja zelfs men kan hem laten stelen, rooven, moorden en brandstichten. Van het bestaan van de mentale suggestie, mag de justitie zich voorwaar in sommige gevallen wel eens rekenschap geven. In Frankrijk tenminste dringt de geneeskundige facuiteit daarop sterk aan. Hoe men hypnotiseert, zullen wij maar achter- wege laten. Het kunstje is, wanneer het door een leek wordt uitgeoefend, een geestelijke en lichame- lijke moord. De mentale suggestie wordt opgedrongen door een woord of teeken van den hypnotiseur, en het sujet verricht wat dezen wil. Neemt men naderhand den toestand weg, dan herinnert het sujet zich niets van hetgeen er met hem gebeurd is. Is het sujet meer onder handen geweest, dan kan men de hypnotische toestand op een vooraf be paald uur laten intreden en weer laten ophouden, zonder dat men bij het sujet behoeft te wezen. looven," zeide Lipthwaite. ,/K.om nu toch morgen bij mijgij weet toch wel waar Great Grillstraat no. 49 is. Ik zal zorgen, dat alles gereed is." z/Op die manier geloof ik wel, dat wij het eens zullen worden, mijnheer", hernam de avonturier der nieuwe wereld beleefd, en daarna verzonken beide mannen weer in een oogenblik van stifle overpein- zing. De trein kwam aan een station, alwaar maar een 1/i minuut oponthoud was, dus geen gelegenheid om sigaren te lcoopen, en toen men weer voort- rolde, verklaarde de Amerikaan, dat hij het niet meer zonder tabak kon uithouden. ,/Komaan, riep hij, //geef mij maar eens een snuifje, ik zal het toch maar eens probeeren." Een onheilspellende glimlach vloog oyer Lipth- waite's gelaat, terwijl hij de snuifdoos uit zijn zak trok en aan zijn medereiziger overhandigde. „En hoe zal het met onzen Ier gaan?" vroeg hij, terwijl de vingers een snuifje pakten. ,/0!" zeide Lipthwaite, onverschillig, „de politie zal hem zoeken. Ik denk, dat hij ingerekend wordt, maar hij zal zich zoo gemakkelijk niet laten pak- ken, hij zal zich wel dood vechten. Laat ieder nu maar voor zichzelf zorgen." ,/Ik zeg zoo," zeide de Amerikaan op schertsendeu toon, ,/dat er geen zaak op touw gezet wordt, of er komen martelaars;" en terwijl hij dat zeide, nam hij tusschen duim en wijsvinger wat snuif en bracht deze aan de neus. Hij snoof. De Ameri kaan was een lijk. Een bliksemstraal was niet in staat om iemand plotselinger te dooden zelfs zonder dat hij eenige beweging maakte, dat hij den dood, die zoo eensklaps intrad, voelde aankomen, viel de Amerikaan voorover als een beweginglooze massa. i In dien toestand zullen zij dan ook een vooraf bepaalde taak een diefstal of een moord begaan, zelfs al verafschuwden #ij zulk een taak in gewone omstandigheden. Treedt eenmaal het hypnotisme in, dan is het sujet tegen wil en dank verplicht uit te voeren, wat hem bevolen is, hij gevoelt dan niet beter, dan of zijn eigen individualiteit verloren is geraakt, en er een andere geest in het licliaam huist. Er zijn er, die beweren dat een vatbaar sujet, dat meermalen door een persoon gehypnotiseerd is geweest, op verren afstand van den hypnotiseur, zonder voorafgaand bevel, iets [zal uitvoeren wat dezen wil. Men noemt dat hypnotisme door influentie. Bijv. men wil dat een sujet, dat op een uur afstands is, plotseling iemand zal slaan, zonder dat hij daartoe vooraf bevel heeft kunnen ontvangen. Dit zal gebeuren zeggen de voorstanders der leer van de hypnotiseering, door influentie. Ondervinding heeft schrijver dezes geleerd, dat bij de hypnotiseering in misschien een van de honderd gevallen, men reden heeft, om te vermoe- den, dat er iets van influentie in het spel was, doch men kon dit nooit met zekerheid constateeren. Persoonlijk heb ik altijd aan influentie getwijfeld. De proeven, die professor Verbeck in de kleine Schouwburg alhier gegeven heeft, met een gehypno tiseerde dame, schijnen, als er geen behendige comperes in het spel zijn, onmogelijk anders dan door influentie te kunnen gebeuren. Compereschap schijnt echter ook onmogelijk. De dame is gehypnotiseerd, dat ziet men dade lijk, en bevindt zich op het tooneel, dat vol is van het publiek, om oog in het zeil te houden. Verbeck gaat in de zaal, vraagt aan iemand uit het publiek, om hem eens stilletjes in het oor te fluisteren, wat de dame moet doen. Een der hee ren fluisterde hem in, dat zij het horlogie van iemand die op de 4de stoel zat uit den zak zou halen en de wijzers op 8 uur zetten. Verbeck zegt geen woord en niemand heeft in de zaal ge- hoord wat er afgesproken is, hij vestigt alleen maar zijn oogen op het sujet. De dame staat langzaam op, en doet hetgeen Verbeck in het oor gefluis- terd is. Een ander beveelt, dat de dame van een program een masker zal maken, zooals de kinderen wel doen, dit voor het gezicht zal zetten, voor boeman spelen, het daarna weg- werpen en eens hartelijk lachen zal. Verbeck blijft weer zijn oogen op het sujet gevestigd houden, de dame koiat statig aan, haalt het program van den heer, die dit gevraagd heeft, weg, maakt een masque, door er gaten voor oogen, neus en mond in te scheuren, maakt een verschrikkelijk boe boe tegen het publiek, en werpt het masque onder een krankzinnige schaterlach weg. Zoo ging de eene opgegeven toer na de andere, zonder dat Verbeck een woord tot zijn sujet zegt. Van het geen er Verbeck (die in de zaal staat) in het oor gefluisterd wordt, kan zij niets hooren. Teekens worden er niet gemaakt, woorden worden de som- nambule niet toegevoegd, en gedienstige geesten kunnen er niet zijn, want de dame zit te midden van een publiek, dat haar met argusoogen bespied. Het ware te wenschen dat Verbeck, die wel zoo beleefd is, zooals hij zich| in zijn taal uitdruk de prier monsieur les medecins de se convaincre de l'dtat de son sujet, en die een heel beschaafd Fransch spreekt, dat hij zijn proeven voor een geneeskundige facuiteit wilde herhalen. Over ons geheele geestesleven en over het ver- band tusschen lichaam en geest hangt nog zoo'n diepen sluier, dat men elke proef, die daaromtrent eenig licht verspreiden kan, ten hoogste welkom mag heeten. Voor den werkman, die alle aardsche goederen bij den brand aan het Zwaanshals verloor, laat de liefdadigheid zich niet onbetuigd. Wijders schijnt hier een nieuwe tak van industrie te zijn verrezen, die door een dame uitgeoefend wordt, nl. planeetlegster. Ik geloof dat dit een soort waarzeggerij is. Nu, ik meen, dat er wel meer dan een juffrouw hier is, die onder den naam van raad in alle zaken te kuunen geven, of onder de hoogdravende titel van astrologiste of planeet- De trein ging op dat oogenblik door een tunnel, en zonder zich een oogenblik te bedenken, of eenige ontzetting of wroeging over zijn misdaad te hebben, opende Lipthwaite het portier zoo bedaard mogelijk, en wierp het ontzielde lichaam uit den trein. Met een doffe, afgrijselijke bons vloog het lichaam tegen den tunnelwand, en viel daarna op de rails neder. Lipthwaite sloot de deur even kalm als bij haar had open gemaakt, en ging weer even bedaard zitten, alsof er niets gebeurd ware. En toen hij weer uit den trein stapte, wandelde hij kalm naar huis, en zeide in zichzelve, //daar zal morgen, of misschien van avond al reeds, een mooi artikeltje over in de couranten staan." ,/Mijn vriend, de politie-spion, zal raar op zijn neus kijken, als hij het lijk, in plaats van den man dien hij zoo zorgvol in het oog hield, van de lijn ziet komen; hij zal nu waarlijk niet weten, wat dat lijk beduidt. Wat mijn snuif betreft ik tart den besten scheikundige van Europa, om een spoor van vergift te ontdekkenen toch zou iemand, ingewijd in de geheimen van het Ooster- sche plantenrijk, op het eerste gezicht zeggen, wat hier in het spel is geweest. De arme drom- melHij wist niet welke profetie hij uitsprak, toen hij zeide, dat elke zaak haar martelaars heeft, en toch, hij zou nog meer de waarheid gesproken hebben, als hij had gezegd, dat de verrader zijn loon niet ontgaan kan." (Wordt vervolgd.)

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

De Schiedammer | 1890 | | pagina 2