bracht I Van een en ander is proGes-verbaal op-
geinaakt, zoodat onze nachtwandelaar zich ook nog
voor het gerecht zal te verantwoorden hebben. Er
bestaat hoop, dat deze dubbele les hem voor goed
genezen zal.
Een milicien te Deventer wilde zich op de
binnenplaats der kazerue aldaar wasschen op een
daarvoor niet bestemde plek. De schildwacht ver-
bood en belette hem dit, waarop de milicien hem
beleedigde en met water in Jt gezicht wierp. Voor
deze uitspattingen heeft de jeugdige krijgsman nu
van den krijgsraad te Leeuwarden 6 maanden
detentie gekregen.
De Tweede Kamer is thans bijeengeroepen
tegeu Dinsdag 22 April aanstaande.
Daartoe bij gelegenheid der aanmunting van
pasmunt door den muntmeester uitgenoodigd, heeft
een redacteur van het TJlr. Dbl. een bezoek aan
de Rijksmunt gebracht, waarvan hij de volgende
beschrijving geeft
Het eerste bezoek gold den smeltoven, waar het
metaal in de vereischte vermenging (voor zilveren
pasmunt 640 deelen zilver en 360 deelen koper)
wordt gesmolten bij hoeveelheden van 100 kilogram
tegelijk. Het gesraolteu metaal wordt in gietblok-
ken gegoten tot staven, tinnen genaamd, wier dikte
verschilt naarmate van het muntstnk, dat er uit
vervaardigd moet worden. Van ieder gietsel wordt
een kleine hoeveelheid afgezonderd, om te onder-
zoeken of de alliage in de vereischte verhouding
is geschied.
De tinnen worden vervolgens tusschen de walsen
gelegd. Deze bewerking ondergaan zij herhaalde
malentusschen de verschillende walsbewerkingen
in, worden de tinnen af en toe in een gloeienden
oven gelegd, om aan het metaal de voor deze
bewerking gevorderde weekheid te geven. Door
vier verschillende walsmachines gaan de tinnen in
't geheel 14 a 15 maal, totdat zij tea laatste de
dikte hebben van een dubbeltje en ongeveer vier-
maal de oorspronkelijke lengte. Eene ponsmachine
slaat dan uit de tinnen, schijfjes ter grootte van
een dubbeltje uit. De hoeveelheid schijfjes, uit
6en tin komende, hangt natuurlijk af van de lengte
van de tin, wat overblijft wordt andermaal
gesmolten.
Van elk dezer schijfjes wordt het gewicht nauw-
keurig bepaald. In de vijlzaal worden zij ieder
afzonderlijk gewogen, zijn zij te licht, dan worden
zij teruggehoudenwat zij aan zwaarte te veel
hebben, wordt er afgevijld. Voor dubbeltjes is
het voorgeschreven gewicht 1,4 gram, doch er is
een speling gelaten van 14 milligram boven en
beneden dat gewichteen dubbeltje mag dus niet
zwaarder wegen dan 1,414 gr. en niet lichter dan
1,386 gr.
In de vijlzaal ondergaan de schijfjes nog een
voorbereidende bewerking voor het stempelenzij
worden namelijk ,/opgezet", d. i. het plaatje krijgt
een eenigszins dikkeren rand, die aan de buitenzijde
een weinig gekarteld is. De laatste bewerking, die
de schijfjes ondergaan, voordat zij in de muntzaal
komen, is het blancheerenom ze volledig te
zuiveren van onreinheid, worden de schijfjes, na
vooraf zijn gegloeid iu een kuip, gedurende 5
kwartier, aan de werking van verdund zwavelzuur
onderworpen.
Daarna zijn de schijfjes, blank als sneeuw, gereed
om de stempeling te ondergaan, waardoor zij tot
gemunt geld worden verheven. In de muntzaal
worden zij aan eene laatste revisie onderworpen, op
eene wijze, die ons deed denken aan het wieden
van het graanin een platte mand worden de
metalen schijfjes omhoog geworpendie te klein
zijn, vallen door de gateu in den bodem en de ove-
rigen worden zorgvuldig nagezien of zij ook uit-
wendig gebreken in den vorm vertoonen. De
schijfjes, die geschikt worden bevonden, worden
onder de stempelmachine gebracht. Deze machine
is inderdaad een toonbeeld van menschelijk vernuft.
De werkman, die over de machine het opzicht
voert, brengt de schijfjes, telkens ten getale van
ongeveer 50, in de tubeal het overige verricht
de machine zelve. Automatisch komen de schijfjes
een voor een uit de tube te voorschijn en worden
gevangenis te gaan. En nu, luister, en snauw mij
niet af, en steek ook den draak niet met mij, want
Hiram is er de man niet naar, om zich met onzin
te laten afschepen."
,/Wat wil je dan vroeg Lipthwaite.
„Ik wil weten, hoeveel geld gij in uw handen
hebt voor de goede zaak zeide de Amerikaan.
,/Ongetwijfeld meer dan negen en een half milli-
oen," antwoordde Lipthwaite, zonder dat er een
spier van zijn gelaat vertrok.
,/Komaan," zeide de Amerikaan, „dat is een
mooi stapeltje dollars. Hoor eens, ik heb besloten
de zaak te laten schieten, maar ik moet schadeloos
gesteld worden. Jij geeft mij honderd twintig
duizend gulden, ik licht mijn hielen en ga weer
iu de prairien van Amerika jagen, en laat u op
je gemak lerlaud vrij en onafhankelijk maken."
,/Ik ben blijde, dat gij zoo ronduit gesproken
hebt," zeide Lipthwaite„ongetwijfeld heeft de
politie meer gemerkt dan noodig is, en als wij niet
oppassen, zijn wij ingerekend, eer wij er om denken.
Maar jongenlief, vertreedt gij nu uw fortuin niet
met voeten. Laten wij samen deelen man, en ons
uit de voeten maken. De Eenians zullen ons
achterua zittenreken daar maar stellig op. Nu,
als wij bij elkander blijven, dan komt er een geluk
bij het ongeluk, en dan kunnen wij elkander
helpeu."
De oogen van den avonturier glinsterden, ,/spreekt
gij in ernst, mijnheer P" zeide hij.
,/Zoo emstig," zeide Lipthwaite, „dat ik al onze
fondsen in goede Engelsche banknoten heb omge-
zet, waardoor wij dadelijk weg kunnen."
„Als gij nu van zessen klaar zijt, om de plaat
gebracht op de plaats, waar de stempel zich bevindt;
daar worden zij gesloten in een ring, en te gelijk
dat de drukking van dien ring den gekartelden
rand doet ontstaan, worden de boven- en de onder-
stempel in het metaal afgedrukt. Na de stempeling
te hebben ondergaan, wordt het muntstuk weder
langs automatischen weg uit de machine verwijderd.
Zoo staan er acht machines in de muntzaal. Met
een muntmachine kunnen dagelijks ongeveer 30,000
stukken gemunt worden. Wanneer alle acht ma
chines den geheelen dag in werking zijn, kunnen
er dus 240,000 munten daags worden geslagen.
Bij standpenniugen en ook bij zilveren pasmunt
moet echter de weging van de munten met te veel
zorg geschieden, dan dat het mogelijk is, alle munt-
machines te gelijk aan 't werk te zetten. Bij bron-
zen pasmunt, waar de limite grooter is, is dat antlers;
zoo zijn onlangs van 21/2centstukken in de Munt
ruim 200,000 stukken daags geslagen.
Schiedam, 15 April.
Ten bewijze, dat de gehouden tentoonstelling
van voorwerpen van kunstnijverheid en vrouwelijke
fraaie handwerken, ook buiten onze gemeente in-
stemming en waardeering heeft gevonden, kan dienen,
dat die Zaterdagmiddag is bezocht door de centrale
commissie ter bevordering van den wedstrijd van
handswerklieden in Nederland.
Deze Commissie zal aan de besten der ingezonden
voorwerpen, bekroningen uitreiken, welke bekronin-
gen spoedig tegemoet kunnen worden gezien.
Blijkens achterstaande advertentie, zal de
heer W. A. Nijgh, advocaat te San Francisco,
morgen alhier eene lezing houden over California.
Reeds op verschillende plaatsen in ons rijk heeft
de heer Nijgh hetzelfde gedaan, en steeds werd
hij door zijn hoorders met de meeste belangstelling
gevolgd. Ook hier ter stede, wij twijfelen daaraan
niet, zal een groote schare belangstellenden aan
zijn uitnoodiging gehoor geven.
Ouwerschie, 12 April. Dit een regenbak
alhier is het lijkje van een 4-jarigknaapje opgehaald.
Vlaardingcn, 14 April. In eene druk bezochte
vergadering van de afdeeling van den Protestanten-
bond alhier werd besloten om voortaan Zondags
om de veertien dagen godsdienstoefening te houden.
Voorloopig zou daartoe de Zaal Harmonie gebruikt
worden. De eerste bijeenkomst zal plaats hebben
op 20 April, die door Dr. Hage uit Leiden zal
geleid worden. De onkosten daarvoor zullen voor
een deel bestreden worden uit de huur der zitplaat-
sen, enz. De verdeeling daarvan zal wezen als
volgt50 zitplaatsen h f 5 huur per jaar, 50 van
f 4, 50 van f 3 en 50 van f 2. Verder zouden
dan ook nog een aantal vrije plaatsen overblijven.
Ook is hier opgericht een afdeeling van de
„Vereeniging tot bevordering van Zondagsrust."
In het bestuur werden gekozen de heerends. H.
H. Barger, C. Van Leeuwen en C. Schippers.
Naar wij vernemen, is door eenige lidmaten
der Hervormde Gemeente alhier, de voormalige
school van den heer Haan aangekocht, ten einde
tot lokaliteit te worden ingericht, voor het optreden
van Ned. Hervormde predikanten van gereformeerde
richting.
Men schrijft ons uit Rotterdam dd. 14 April
Professor Verbeck vertoont nu reeds een paar
malen in den kleinen Schouwburg dingen, die
voorzeker opmerkenswaard zijn. Ze kunnen door
hen, die van de natuurkunde en de physiologie
van den mensch een studie hebben gemaakt, ook
wel gedeeltelijk worden nagedaan, maar ze zijn
toch niet te verklaren.
Ik zal beproeven of het mij mogelijk is, de
lezers er mede op de hoogte te brengen.
De gedachte ontstaat, zoo zeggen de natuur-
kundigen, door stofwisseling.
Laten wij dat eens even duidelijk maken.
Wanneer men boekenstof onder de microscoop
beschouwt, zal men somtijds daartusschen, ver-
droogde, microscopische diertjes aantreffen, die geen
teekenen van leven geven. Feitelijk zijn die beestjes
dood en kunnen zoo wel 10 jaar blijven liggen.
Als men echter de kleine gedierten bevochtigd,
to poetsen, waarom marcheert gij dan niet alleen
met al het geld af?" vroeg de Amerikaan achter-
dochtig.
,/Wel," zeide Lipthwaite, ,/omdat ik je noodig heb.
Ik zeg het nu juist zooals ik het meen. En nu,
wanneer gaan wij
De Amerikaan antwoordde weer met een andere
vraag. /Wanneer kunnen wij het geld deelen?"
Morgen ochtend" zeide Lipthwaite koel.
v Dan gaan wij morgen nacht op de boot naar
Calais," zeide de Amerikaan snel.
,/Nu ziet gij eens hoe gemakkelijk de zaken hun
beslag nemen, als de vrienden eens met elkander
spreken kunnen," zeide Lipthwaite en keerde terug
naar het station.
Zij kwamen aldaar langs verschillende wegen aan,
deden in de wachtkamer net of zij elkander niet
kenden, en toen de trein stopte, gingen zij, alsof
dat bij toeval gebeurde, weder in een zelfde coupe.
Toen men afreed, trok de Amerikaan zijn siga-
renkoker uit den zak en bemerkte tot zijn groot
verdriet, dat hij ledig was.
„Hebt gij een sigaar bij u, mijnheer vroeg hij.
,/Het spijt mij, dat ik ze niet bij mij heb,"
hernam Lipthwaite. „Ik ben zelf een hartstochte-
lijk rooker; maar ik kan je toch helpen, ik kan
je een uitstekend snuifje aanbieden, dat u den tijd
zal verdrijven, totdat gij sigaren kunt koopen."
,/Ik heb nog nooit gesnoven," zeide de Ameri
kaan. Ik heb geen lust, om er nu mee te be-
ginnen. Gij zijt immers wel zeker, dat het geld in
orde is."
„Vertrouw je mij nu niet? welaan, laten wij
als mannen van eer elkaar toch op het woord ge-
dan treedt weldra het leven in, en daarmede de
hartstochten, dezelfde die men bij den mensch
opmerktliefde en antipathie. In die dierenwereld
paart men even goedals men elkander ver-
slindt. Men kan de beestjes weer laten verdrogen,
en zoo leven en dood tal van malen laten optreden.
,/Zat het leven dan in dien droppel water?"zal
men vragen. Volstrekt niet, deze was noodig om
de stofwisseling te doen intreden, en met die stof
wisseling ontstoDd die werking des geestes, welke
de wijsgeeren instinct of verstand noemen, al naar
dat zij een dier of mensch voor hebben.
Dan moet ons eten en drinken veel invloed op
ons karakter hebben, zal men zeggen.
Daar is wel wat van aan.
Men denke maar eens aan de luchthartige, wiu-
derige Franschman, voor wien soupd maigre, uien,
brood en wijn, hoofdkostjes zijn, en aan den
Engelschman, met zijn ernst, koppigheid en han-
delsenergie. Zonder erg, denkt men, bij het zien
van een typisch Engelschman, aan beafsteak en
porter. Of aan den jongman, die weinig op een
kantoor verdient, in een schraal kosthuis zijn toe-
vlucht moet nemen, die, bij gelegenheid van een
volksfeest, met een sigaar iu het hoofd, den hoed
op een oor en den wandelstok onder den arm, de
winderigheid in persoon is, en beschouwt men daar-
tegenover den boerenknecht, met zijn weldoorvoed
uiterlijk, hoe kalm en rustig is hij in zijn houding,
alhoewel hij dadelijk vechtlustig wordt, als een
ander maar een oog te veel op zijn meisje
slaat. Volkeren, die rijst eten, zijn gewoonlijk sluw,
verradelijk, laaghartig, adres aan de Chineezen en
Indische volksslammen. Vleesch en visch etende
volken zijn gewoonlijk krijgshaftig, men denke aan
de Indianen. Er zijn er zelfs, die beweren, dat
Holland zijn heerscbappij ter zee en handelseuergie
grootendeels verloor, toen de aardappelen meer in
zwang kwamen, en dat de ellende van Ierland en
de kamperstreken van de Ieren een rechtstreeks
gevolg zijn, dat aardappelen aldaar het hoofd-
voedsel der volksklasse is.
Genoeg, de spijs is noodig voor de stofwisseling,
en //het resultaat van de stofwisseling is de gedachte."
Zonderling en onverklaarbaar is het feit, dat men
sommige zenuwachtige personen gedachten kan op-
dringen en hartstochten kan geven, die zij in ge-
wone omstandigheden niet bezitten. De kunst,
waarmede men dat te weeg brengt, noemt men het
hypnotisme.
Het opgedrongen denkbeeld, gevoel of hartstocht,
noemt men de mentale suggestie.
Personen, die daarvoor vatbaar zijn, kan men de
overtuiging schenken, dat zij van een glas zuiver
water beschonken zijn. In zulk een geval stellen
zij zich nog erger aan, dan iemand die erg boven
zijn theewater isja, als de hypnotiseur het be-
veelt, zullen zij verzet tegen de politie plegen, en
dit zal dan een verzet van de gevaarlijkste soort
zijn, omdat zij in een staat van zenuwachtige overspan-
ning verkeeren.
Men kan alles doen met den gehypnotiseerde, een
eenvoudig lucifertje kan men hem voor een draak
doen aanzien, waarvoor zijn haren te berge rijzen,
men kan zijn ledematen laten verstijven, hem het
gevoel van warmte en koude opdringen, hem wal-
gelijke kost laten verslindenhem allerlei
boodschappen laten doen, ja zelfs men kan hem
laten stelen, rooven, moorden en brandstichten.
Van het bestaan van de mentale suggestie, mag
de justitie zich voorwaar in sommige gevallen wel
eens rekenschap geven. In Frankrijk tenminste
dringt de geneeskundige facuiteit daarop sterk aan.
Hoe men hypnotiseert, zullen wij maar achter-
wege laten. Het kunstje is, wanneer het door een
leek wordt uitgeoefend, een geestelijke en lichame-
lijke moord.
De mentale suggestie wordt opgedrongen door een
woord of teeken van den hypnotiseur, en het sujet
verricht wat dezen wil. Neemt men naderhand
den toestand weg, dan herinnert het sujet zich
niets van hetgeen er met hem gebeurd is.
Is het sujet meer onder handen geweest, dan
kan men de hypnotische toestand op een vooraf be
paald uur laten intreden en weer laten ophouden,
zonder dat men bij het sujet behoeft te wezen.
looven," zeide Lipthwaite. ,/K.om nu toch morgen
bij mijgij weet toch wel waar Great Grillstraat
no. 49 is. Ik zal zorgen, dat alles gereed is."
z/Op die manier geloof ik wel, dat wij het eens
zullen worden, mijnheer", hernam de avonturier der
nieuwe wereld beleefd, en daarna verzonken beide
mannen weer in een oogenblik van stifle overpein-
zing. De trein kwam aan een station, alwaar maar
een 1/i minuut oponthoud was, dus geen gelegenheid
om sigaren te lcoopen, en toen men weer voort-
rolde, verklaarde de Amerikaan, dat hij het niet
meer zonder tabak kon uithouden. ,/Komaan, riep
hij, //geef mij maar eens een snuifje, ik zal het
toch maar eens probeeren."
Een onheilspellende glimlach vloog oyer Lipth-
waite's gelaat, terwijl hij de snuifdoos uit zijn zak
trok en aan zijn medereiziger overhandigde.
„En hoe zal het met onzen Ier gaan?" vroeg
hij, terwijl de vingers een snuifje pakten.
,/0!" zeide Lipthwaite, onverschillig, „de politie
zal hem zoeken. Ik denk, dat hij ingerekend wordt,
maar hij zal zich zoo gemakkelijk niet laten pak-
ken, hij zal zich wel dood vechten. Laat ieder nu
maar voor zichzelf zorgen."
,/Ik zeg zoo," zeide de Amerikaan op schertsendeu
toon, ,/dat er geen zaak op touw gezet wordt, of
er komen martelaars;" en terwijl hij dat zeide,
nam hij tusschen duim en wijsvinger wat snuif en
bracht deze aan de neus. Hij snoof. De Ameri
kaan was een lijk. Een bliksemstraal was niet in
staat om iemand plotselinger te dooden zelfs zonder
dat hij eenige beweging maakte, dat hij den dood,
die zoo eensklaps intrad, voelde aankomen, viel de
Amerikaan voorover als een beweginglooze massa. i
In dien toestand zullen zij dan ook een vooraf
bepaalde taak een diefstal of een moord begaan,
zelfs al verafschuwden #ij zulk een taak in gewone
omstandigheden. Treedt eenmaal het hypnotisme
in, dan is het sujet tegen wil en dank verplicht
uit te voeren, wat hem bevolen is, hij gevoelt dan
niet beter, dan of zijn eigen individualiteit verloren
is geraakt, en er een andere geest in het licliaam
huist.
Er zijn er, die beweren dat een vatbaar sujet,
dat meermalen door een persoon gehypnotiseerd is
geweest, op verren afstand van den hypnotiseur,
zonder voorafgaand bevel, iets [zal uitvoeren wat
dezen wil.
Men noemt dat hypnotisme door influentie.
Bijv. men wil dat een sujet, dat op een uur afstands
is, plotseling iemand zal slaan, zonder dat hij
daartoe vooraf bevel heeft kunnen ontvangen. Dit
zal gebeuren zeggen de voorstanders der leer van
de hypnotiseering, door influentie.
Ondervinding heeft schrijver dezes geleerd, dat
bij de hypnotiseering in misschien een van de
honderd gevallen, men reden heeft, om te vermoe-
den, dat er iets van influentie in het spel was,
doch men kon dit nooit met zekerheid constateeren.
Persoonlijk heb ik altijd aan influentie getwijfeld.
De proeven, die professor Verbeck in de kleine
Schouwburg alhier gegeven heeft, met een gehypno
tiseerde dame, schijnen, als er geen behendige
comperes in het spel zijn, onmogelijk anders dan
door influentie te kunnen gebeuren. Compereschap
schijnt echter ook onmogelijk.
De dame is gehypnotiseerd, dat ziet men dade
lijk, en bevindt zich op het tooneel, dat vol is
van het publiek, om oog in het zeil te houden.
Verbeck gaat in de zaal, vraagt aan iemand uit
het publiek, om hem eens stilletjes in het oor te
fluisteren, wat de dame moet doen. Een der hee
ren fluisterde hem in, dat zij het horlogie van
iemand die op de 4de stoel zat uit den zak zou
halen en de wijzers op 8 uur zetten. Verbeck
zegt geen woord en niemand heeft in de zaal ge-
hoord wat er afgesproken is, hij vestigt alleen maar
zijn oogen op het sujet. De dame staat langzaam
op, en doet hetgeen Verbeck in het oor gefluis-
terd is. Een ander beveelt, dat de dame
van een program een masker zal maken,
zooals de kinderen wel doen, dit voor het gezicht
zal zetten, voor boeman spelen, het daarna weg-
werpen en eens hartelijk lachen zal. Verbeck blijft
weer zijn oogen op het sujet gevestigd houden, de
dame koiat statig aan, haalt het program van den
heer, die dit gevraagd heeft, weg, maakt een
masque, door er gaten voor oogen, neus en mond
in te scheuren, maakt een verschrikkelijk boe
boe tegen het publiek, en werpt het masque onder
een krankzinnige schaterlach weg. Zoo ging de
eene opgegeven toer na de andere, zonder dat
Verbeck een woord tot zijn sujet zegt. Van het
geen er Verbeck (die in de zaal staat) in het oor
gefluisterd wordt, kan zij niets hooren. Teekens
worden er niet gemaakt, woorden worden de som-
nambule niet toegevoegd, en gedienstige geesten
kunnen er niet zijn, want de dame zit te midden
van een publiek, dat haar met argusoogen bespied.
Het ware te wenschen dat Verbeck, die wel zoo
beleefd is, zooals hij zich| in zijn taal uitdruk
de prier monsieur les medecins de se convaincre
de l'dtat de son sujet, en die een heel beschaafd
Fransch spreekt, dat hij zijn proeven voor een
geneeskundige facuiteit wilde herhalen.
Over ons geheele geestesleven en over het ver-
band tusschen lichaam en geest hangt nog zoo'n
diepen sluier, dat men elke proef, die daaromtrent
eenig licht verspreiden kan, ten hoogste welkom
mag heeten.
Voor den werkman, die alle aardsche goederen
bij den brand aan het Zwaanshals verloor, laat de
liefdadigheid zich niet onbetuigd.
Wijders schijnt hier een nieuwe tak van industrie
te zijn verrezen, die door een dame uitgeoefend
wordt, nl. planeetlegster. Ik geloof dat dit een
soort waarzeggerij is. Nu, ik meen, dat er wel
meer dan een juffrouw hier is, die onder den naam
van raad in alle zaken te kuunen geven, of onder
de hoogdravende titel van astrologiste of planeet-
De trein ging op dat oogenblik door een tunnel,
en zonder zich een oogenblik te bedenken, of
eenige ontzetting of wroeging over zijn misdaad te
hebben, opende Lipthwaite het portier zoo bedaard
mogelijk, en wierp het ontzielde lichaam uit den
trein. Met een doffe, afgrijselijke bons vloog
het lichaam tegen den tunnelwand, en viel daarna
op de rails neder.
Lipthwaite sloot de deur even kalm als bij haar
had open gemaakt, en ging weer even bedaard
zitten, alsof er niets gebeurd ware. En toen hij
weer uit den trein stapte, wandelde hij kalm naar
huis, en zeide in zichzelve, //daar zal morgen, of
misschien van avond al reeds, een mooi artikeltje
over in de couranten staan."
,/Mijn vriend, de politie-spion, zal raar op zijn
neus kijken, als hij het lijk, in plaats van den man
dien hij zoo zorgvol in het oog hield, van de lijn
ziet komen; hij zal nu waarlijk niet weten, wat
dat lijk beduidt. Wat mijn snuif betreft
ik tart den besten scheikundige van Europa, om
een spoor van vergift te ontdekkenen toch zou
iemand, ingewijd in de geheimen van het Ooster-
sche plantenrijk, op het eerste gezicht zeggen, wat
hier in het spel is geweest. De arme drom-
melHij wist niet welke profetie hij uitsprak, toen
hij zeide, dat elke zaak haar martelaars heeft, en
toch, hij zou nog meer de waarheid gesproken
hebben, als hij had gezegd, dat de verrader zijn
loon niet ontgaan kan."
(Wordt vervolgd.)