uit, om te mijmeren en dan in zijn verbeelding Cupido te zien plaats nemen op het reuzenblad van die wondervolle waterplant. //Weg! weg met de bankjes," riepen een paar leden, //dat getninne- koos is walgelijk." ,/Duldt toch, dat het zonnetje der liefde in het water van de Victoria Regia schijne," riepen zoo velen. „Deedt gij vroeger, toen gij nog in het lentezonnetje van uw leven omwandeldet, niet het- zelfde." ,/En als dat zonnetje u nu een walg is, omdat het u weder aan schoone, vervlogen dagen van uw leven herinnert, denkt aan hen, met wie gij weldra in hetzelfde schuitje zult zijn, de ouden van dagen, die daar zoo'n bekoorlijk rustpunt vinden, of denkt aan zoo menigeen, die van het krankbed opgestaan, zich met moeite naar dat plekje beweegt, om daar neder te zitten en verkwikt te worden." En de bankjes bleven. En niettegenstaande het woelen der menschen, en de steeds luider en luider klinkende kreten van de ontevreden arbeiders in alle oorden der wereld om te staken, ging Cupido rustig zijn gang, mai mer er een oogenblik aan denkende, om met de de slakiugswoede mede te doen. De meest officieele bescheiden, de registers van den burgerlijken stand ten stadhuize van de lieve Meimaand zullen mijn waarheidsliefde staven. Men schrijft ons uit Amsterdam d.d.|27 April. Een merkwaardig geval zal spoedig voor de arron- dissements-rechtbank alhier in behaudeling komen. Een vrouw wenscht n.l. haar huwelijk ontbonden te zien, op grond, dat haar echtgenoot geen man is. De bedrogen schoone kwam bij haren procureur met de raededeeling, dat ze als gold het de meest alledaagsche zaak van de wereld ffmaar wilde scheidenJammer voor haar noemt de wet evenwel onder de gronden, die eene echtscliei- ding ten gevolge kunnen hebben, niet een zoodanige als zij opgeeft. Hoogst waarschijnlijk zal nu een eisch tot nietigverklaring van het huwelijk wor den ingesteld. Hierbij dient men dan aan te nemen, dat tot de bestaanbaarheid van een huwelijk niet alleen voldoende is, dat het niet is aangegaan tus- schen twee personen van hetzelfde geslacht, maar dat bovendien vereischte is voor de wettigheid van een huwelijk, dat ieder der aanstaande echtgenooten met volkomen reeht zich man of vrouw noemt. Inderdaad een hoogst moeilijke kwestie, welker beslissing algemeen met belangstelling wordt tege- moet gezien 1 Brieven uit DEIN IIAAG. VII. Terwijl in verschillende beschaafde landen van Europa de arbeidersbeweging meer en meer een dreigend aanzien verkrijgt, en tegen den len Mei aanst. een tijdelijke werkstaking op enorme schaal wordt voorbereid, eensdeels als begin, als voor- proefje van de verwezenlijking der anarchistische droomen, anderdeels om heel den arbeidenden stand, het prolectariaat, zooals 't wel eens wordt genoemd met een zeer algemeen en oujuUt «uurd, gclegcn heid te geven tot een groote manifestatie in 't belang van de vrijmaking der zich als moderne slaven beklagende werkmansklasse, gaan wij in Nederland als altijd de lieve Meimaand met vol komen gerustheid, met verlangen naar de heerlijke lentedagen, waarin de natuur zich in al haar schoon- heid tooit, te gemoet, overtuigd, dat op onzen klassieken bodem der vrijheid de woekerplant der wanorde niet tieren kan en dat de zonderlinge vogel, dien men 't socialisme noemt, ook in Mei niet in staat is een ei te leggen gelijk immers alle andere vogeltjes in die inaand plegen te doen, dat iets voor de toekomst kan uitbroeden. Maar we hebben nieitemin toch ook iets van de groote beweging in 't vooruitzicht. Woensdagavond zal in het //Casino" een groote meeting plaats hebben, waartoe de leden der Tweede Kamer en van den gemeenteraad zelfs zijn uitgenoodigd of zij ook verschijnen zullen is e<rn andere vraag en waarin, natuurlijk met een inleiding van den heer Domela Nieuwenhuis, het groote vraagstuk van den dag, de kwestie van den normaler arbeids- duur van acht uren per dag, zal worden besproken, om daarna Donderdagavond nog eens, in engeren kring, in Walhalla," onder de heeren socialisten te worden besproken. Daartoe zal zich de deel- neming van Nederland in de monster-demonstratie van den arbeid over de gansche wereld, op 1 Mei, wel bepalennu ja, misschien zal er ook elders over het 8-uur-stelsel wat gepraat en geschetterd wordenmaar overigens, van een generale werk staking op 1 Mei hoort men niet. Onze ordelijke en koelhoofdige werklui blijven stillekens aan den arbeid en laten aan de Twentsche wevers en veen- arbeiders in 't Noorden het genoegen, om der wille van het socialistisch beginsel of wegens ver- meende grieven, te luieren en honger te lijden. Er is dan ook bijna niets onzinnigers te bedenken d n dat 8-uur-werk-liedje van verlangen. Vraag om u been aan de werklieden of zij er van ge- diend zijn, 's morgens om 8 uur naar 't werk te gaan, van 12 tot 2 uur te schaften en dan weer van 2 tot 6 uur te werken, om het overige van den dag en avond vrij te hebben, en 99 van de 100 zullen u aanstaren alsof ze vragen wilden, waar ter wereld ge zulk een dwaasheid zoudt mee- nen te kunnen toepassen. Ze zullen dadelijk zeg- gen, dat ze, op stuk of op 't uur werkende, op die manier onmogelijk tot een voldoend loon kunnen komende meerderheid zal er bijvoegen, dat ze met hun ledigen tijd geen raad zouden weten en met angst zulk een ideaal-toestand van 8 uur arbeid, i 8 uur rust en 8 uur genoegen zouden te gemoet gaan, omdat ze in de laatste 8 uren allicht met vrienden in de herberg, of met de familie thuis, of op vischtochtjes en wandeltoeren, meer zouden verteren dan er van het weekloon kon overschie- tenze zouden u beleefd verzoeken om, als 't stelsel ingang vond, alsjeblieft toch maar te mogen werken, omdat moeder de vrouw het anders 's Zaterdagavonds niet zou kunnen bolwerken met de wekelijksche inkoopen. En als er dan een socialist bij kwam, die hen toeriep //geen nood, beste jongen, naast de 8 uren werk, meet een belangrijke loonsverhooging staanwe moeten voor de 8 uren voortaan meer ontvangen, stellig 50 pCt., liefst 't dubbele, van wat ons nu voor 12 wordt uitgekeerd," dan zouden onze Hollandsche werklui, met hun gezonde koppeu, den dweeper of opruier ik laat in 't midden welke naam de juiste is hem doodnuchter toeveegen maar vriendlief, dat is een hersenschim, dat gaat eenvoudig niet op. Er is een natuurlijke verhouding tusschen product en prijs, ook bij den arbeid die prijs kan wel eens, naar omstandigheden wat verschillen, doch een voorwerp, dat f4 waard is en in 12 uren is ver- vaardigd, kan onmogelijk fictief in prijs worden verhoogd tot f 8 en dat zou moeten geschieden als de man, die 't nu in een dag afwerkt en er f 1 80 loon voor ontvangt, er anderhalven dag aan besteden moest, voor dien tijd f 4.05 in rekening bracht. Gesteid al, dat de werkgever daarin wilde treden, hij zou niet kunnen, omdat zijn artikel te duur zou worden te duur in verhouding tot de waardete duur om de concurrentie met den vreemde te kunnen volhouden te duur ook met het oog op de koopkracht der bezittende klassen en van andere personen, wier inkorosten niet in evenredigheid met de veel duurder wordende le- vensbelioeften zouden stijgen. Een oogenblik, zou de socialist roepen, een oogenblikals de loonsverhooging dus algemeen wordt zal er van de concurrentie met den vreemde niets te vreezen zijn; want ook elders zal de pro- ductie duurder worden, en aangezien niet alleen de arbeid in den engen zin van huis-, fabriek- of veldarbeid, maar alle loonwerk duur zal moeten worden betaald, zal de middelklasse meer verdienen en in staat zijn zich van het noodige, ook voor hoogeren prijs te voorzien. Alleen 't kapitaal zal meer worden aangetast maar wie heeft tegen- woordig eerbied voor het kapitaal Het ongerijmde van deze drogredenen aan te toonen is bijna overbodig. Slechts een opmerking is noodig, om't geheele luchtkasteel tedoen instorten. Als alles in evenredigheid met de geeischte loons verhooging in prijs stijgt, wat baat u dan de ver- betering? Als ge in stede van f 12 per week er f 18 ontvangt, maar alles 50 percent duurder moet liter pootaardappelen zijn reeds geplant. Dat vele nijvere handen van oud en jong daarmede bezig zijn, behoeft geen betoog, evenals dat op deze wijze bij de weezen, die hieraan mede arbeiden of het dagelijks vau nabij zien, een zekere belangstelling wordt gewekt voor alles, wat tot laud- en tuin- bouw behoort-, die hun zeker in hun volgend leven bij blijven zal. Het werkliedenverbond ,/Patrimonium" dringt er bij de Nederlandsche arbeiders op aan, zich niet te laten oewegen tot deelneming aan betoogingen op 1 Mei, omdat die geen nut kunnen opleveren en enkel onrust kunnen veroorzaken. Te Enschedo blijft het rustig. Des avonds is er wel veel geloop op straat, vermoedelijk om de patrouilles te zien, doch geen ongeregeldheden komen er voor, dan somtijds het opbrengen vau een dronken man. De werkstakingen in de Friesche veenderijen duren voort. Zondag werd er te Leeuwarden een meeting voor het maken yan propaganda voor den normalen arbeidsdag gehouden. Het aantal deelnemers be- droeg 7 h 8000. De rust werd niet verstoord. Een en dertig Friesche landverhuizers klagen in het openbaar over de behandeling, ondervonden aan boord van het stoomschip Rotterdam der N. A. S. M. tijdens hunnen overtocht naar Amerika. De kok is ruw en brutaal, koffie en thee zijn niet te drinkende aardappelen zijn volkomen oneet- baar't is een mengelmoes van zieken, ouden, frisschen en ongeschilden. De soep alleen is goed, doch daar van krijgt men te weinig. De behandeling is onfatsoenlijk. Schiedam, 29 April. De gymnastiek- en schermvereeniging Qlympia alhier, hield Donderdag 24 April j.l., in het stationskoffiehuis hare gewone jaarvergadering. Dit het verslag, medegedeeld door den voorzitter en penningmeester, bleek, dat de vereeniging in bloeien- den staat verkeerde. Het getal werkende leden was geklommen tot 19. Besloten werd in de maand Mei een wandel- tocht te houden in den omtrek van Utrecht. Het bestuur werd herkozen. De postkar heeft de vorige week al bijzonder slecht uitgezet. Toen zij Zaterdagavond omstreeks 12 uur van het station afreed, geraakte zij, vermoe delijk doordat het paard er van door ging, en de koetsier het niet meer kon houden, in de Schie nabij de spoorbrug. De koetsier viel van den bok, doch bekwam geen letsel, terwijl de beide bestellers, die zich in den wagen hevonden nog juist den tijd hadden om er uit te springen, voor dat deze geheel te water was. Het paard, uit den boom geraakt, zwom de ge heele Schie af, en werd in de Konijnenbuurt nabij de Kralon met vrij veel moeite op het droge ge- haald en onmiddellijk naar stal gebracht. water gevulden wagen gehaald en per andere gelegenheid naar het postkantoor gevoerd, waar ze bereids konden drogen. De wagen is den volgenden morgen met betrekkelijk geringe schade aan de Schie op het droge gehaald. Gisterenavond circa 9 uur zonk de met kolenasch geladen praam, van den schipper P. Schaap uit Delft, in de Schie, tegenover het lokaal //Au rora" op eens in de diepte, zoodat de schipper en zijn knecht ternauwernood den tijd hadden den vasten wal. te bereiken. De schipper lijdt nog al veel schade door dit ongeval. Zullen velen den Zondagmorgen als een zeer ongeschikt oogenblik beschouwen, om door kracht van vuistslagen zijn opinie te doen ingang vinden, niet alzoo twee ptysonen aan de Hoofdstraat alhier. Nog voor zich de politie in dat gevoelvolle gesprek had kunnen mengen, waren de twee disputeerenden reeds door een heer, daar woonachtig, gescheiden. Op de lijst van brieven, geadresseerd aan onbekenden, over de le helft der maand April, verzonden van Rotterdam na»r hier komen voor Hoogeveen, M. Albert en mej. Rollie. wel eens een paar woordjes met dat heerschap wil- len wisselen. Hiram, mijn arme vriend Hiram Sa- keld, is door die schobSejakken verdonkeremaand. Hij was wel wat hoogvliegerig en opgeblazen, en als hij dronken was, blufte hij erger dan een lersch hart verdragen kan, maar overigens was het een door en door goede kerel, die geen vlieg kwaad gedaan zou hebben, natuurlijk als die niet in zijn zaken betrokken was." ,/Welnu, gij weet even goed als ik, dat die Hi ram Sakeld dood in den tunnel gevonden werd," zeide David argeloos, daar hij niet wist, waaraan de woede van den andere was toe te schrijven. ,/Zeker weet ik dat," zeide de ler, „en ik moet nog weer weten, ik moet weten, wie hem gedood, en wie hem er neergelegd heeft, en waarom dat gedaan werdals gij daar iets van weet, zal ik het zeer vriendelijk van u vinden, wanneer gij mij daar- omtrent inlichtingen geven wilt." Deze laatste woorden werden op spotachtig scherpen toon uitge- sproken. ,/Waarlijk," hernam David kalm, //ik weet niets meer van die geschiedenis, dan hetgeen ik er van in de couranten gelezen heb. Ik vraag om uw verslag, wilt gij het mij niet geven, dan moet ik terug- keeren naar hem, die mij gezonden heeft, en zeg- gen, waarom ik zonder antwoord terug kom." //Loop naar den duivel met uwe beredeneerde koelbloedigheid," riep de ler woedend. //Kom dan binnen. Denkt gij, dat ik op straat ga praten over dingen, die iemand aan de galg kunnen hel- pen Kom binnen man, en toon, dat je verstand nog niet heelemaal op den loop is." Terwijl bij sprak, ging hij in huis, en David volgde hem aarzelend. Zoodra hij binnen kwam, Zoo lang de brandspuit bestaat, 2,66 lang ook is het een dolle vreugde voor de lieve jeugd, om het probeeren daarvan met hunne legen- woordigheid op te luisteren. Nauwelijks zijn de hefboomen in beweging gebracht, of daar klinkt uit honderden kelen het uittartende//Je durreft niet van arremoe 1" z6o lang herhaald, tot dat een krachtige waterstraal, als antwoord op die uit- daging, op de schreeuwers gericht wordt, en de gewone uitroep vervangen wordt door een vervaar- lijk gehuil. Wee dengene, die niet vast op zijn beenen staat, want hij wordt onherroepelijk omver geloopen, en even onherroepelijk dient hij dan tot mikpuut voor de spuitgasten. Maandag heeft dit feest weer plaats gehad en zal in den loop van den zomer wel weer vele moeders tot wanhoop brengen. Vlaaidiiigen, 28 April. De R. K. kiesver- eeniging Grondwet, die Zaterdagavond eene verga- dering hield, heeft geen eigen candidaat voor den gemeenteraad gesteid. 26 April. Aan de heden alhier gehouden voorjaars-veemarkt werden aangevoerd 28 runderen en 87 weilammeren. Prijzen runderen van f 148. tot f 310.weilammeren van 7.50 tot f 14.50. Handel tamelijk levendig. Bij de Ned. Herv. gemeente alhier is als predikant beroepen Ds. F. S. Meerburg, predikant bij dezelfde gemeente te Kethel. Men schrijlt ons uit Rotterdam, dd. 28 April. Tot heden toe hoorde men hier gelukkig niets vau een voorgenomen werkstaking op 1 Mei. Dat er nu in het geheel geen sprake van staken zou zijn, mag ik niet zeggen, zoo'n toestand zou al te mooi wezen. Ontevredenen zijn er altijd. Zoo zijn er, die met leede oogen aanzien, dat jongeheer Cupido niet met de mode meedoet, en steeds rusteloos met pijl en boog bezig is. Daar onze jongeheer zich aan niets stoort, wil men het toeh niet opgeven en zal men het werk, dat hij in de wereld brengt, het minnekoozen, met hand en tand beletten. Ook dit is lastig, want geen werkgever heeft ondergeschikten in zijn dienst, die zoo veel lust in de hun opgelegde taak hebben, als zij, die met het pijltje van Cupido geraakt zijn. Doch iets moet er toch gedaan worden, staken is nu eenmaal mode. De plekjes, waar de min- nende harten zoo gaarne vertoeven, moeten maar minder aangenaam gemaakt worden, dan zal de ambitie er wel wat afgaan. Zoo redeneerden een paar leden van de diergaarde. Men gaat naar onzen zoologischen tuin, om de schoonheden der natuur te bewonderen. Daar de mensch het groolste kunststuk der schepping is, kan het niet anders, of dames en heeren, die er elkander ontmoeten, zijn ook dikwerf genoopt el- kander te bewonderen. Het kan niet auders, het doel van het diergaarde-bezoek brengt het mee. Men is spoedig in een vertrouwelijk gesprek ge- wiRKeiu eil oupiao, uie siouieru, weet maar ai te goed, waaar hij moet wezen, en ligt op de loer. Zijn tooverpijltje raakt, er ontstaat sympathie, en later wordt er maar al te dikwerf een onverbreek- bare band op het stadhuis gelegd, als een gevolg van het bewonderen van het natuurschoon in de diergaarde En in dien dieren- en plantentuin is zoo'n heer - lijk plekje, namelijk de serre van de Victoria Regia, een reuzenwaterplant, op welker drijvende bladeren men een jong kind kan plaatsen zonder dat zij onaergaan. Daar zit men zoo rustig op de aldaar geplaatste bankjes, in een kunstmatig onderhouden gelijk- matige temperatuuren dat wil wat zeggen in een land, waar men zelden van de publieke bankjes kan profiteeren, omdat het er 6 maanden winter is, er 3 maanden regen en wind heerschen en de drie andere maanden nog tochtig en guur zijn. Kan het anders, of de pareu, die zoo'n klein tikje van Cupido gehad hebben, richten hunne schreden naar die serre. Daar wordt te midden van de cactusbloemen hulde gebracht aan zoo menige schoone, bezielde bloem. Daar rust men zoo gaarne sloot de ler de deur, en op onachtzame wijze met zijn rechterhand achter zijn rug daartegen leuuende, begon hij z/Al de winkels, heerenhuizen, kantoren en bur- gerwoniugen zijn nu bewoond door partijgenooten, die alleen op het sein wachten, om te doen wat hun bevolen isde andere partijgenooten zijn van de beste wapens voorzien. Als de boel springt en de brand breekt overal uit, zullen zij de bepaalde punten bezetten en de revolutie beginnen; tegelij- kertijd gaan anderen onder de soldaten, om ze hetzij met geld, hetzij door goede woorden teoverreden, de wapens maar te laten rusten, en als Londen dan in doodsangsten is, omdat er elk oogenblik wat springt, en er overal brand uitbreekt, wordt de oude regeering van den troon gebonst en de nieuwe geproclameerd." Dit alles had de ler in een adem verteld, zijn gezicht was daarbij hoogrood geworden en zijn oogen glinsterden. Spoedig echter was die ge- moedsbeweging over, en toen begon hij weer op zijn gewonen, achteloozen toon ,/Zoodanig, mijnheer de zwijger, staat het nu met de zaken, doch hoe lang het zal duren, kan ik niet zeggende mannen zijn ontevreden, dat zij zoolang moeten wachten. De gelden zijn er overvloedig, dat weten zij, maar zij worden op zulk een bekrompen wijze uitgereikt, dat velen in geldverlegenheid zitten. De plotselinge en geheim- zinnige dood van Hiram heeft een paniek veroor- oorzaakt, en als de een nu maar wist, waar hij den anderen vinden kon, dan geloof ik vast, dat zij bij elkander zouden komen, en een paar man uit hun midden zouden kiezen, om den geheelen toe- leg aan de regeering mede te deelen." z/Hebt gij een lijstje van de wijken, uummers en bewoners der huizen, die springen en branden moeten vroeg David, die bij de sombere voor- spellingen van den ler heel kalm bleef. ,/Wie denkt gij, dat dit lijstjt buiten ik alleen, kan hebben vroeg de ler, maar deed toch niets waaruit bleek, dat hij het zou willen geven. ,/Geef op dat lijstje'', zeide David. z/Zachtjes aan, dan breekt het lijntje niet, mijn bedaarde vriend. Ik heb daar eens over nagedacht en dat wil in mijn woordenboek zeggen, de grootst mogelijke voorzichtigheid betrachten. Hoe weet ik nu in 's hemels naam, dat gij geen lid zijt van die overal tegenwoordige, stoute en doorslepen broederschap, die men de geheime politie noemt. Die broeders vau de wet kennen ons plannetje in al zijn onderdeelen en zijn toch niet in staat, de hand op een van ons te leggen." ,/Ik heb u toch het teeken en het wachtwoord gegeven," zeide David, ,/dat moest u toch voldoende wezen." z/Dat zou het ook geweest zijn, wanneer men dien lagen streek niet met Hiram had begaan, maar als een kameraad zoo rerdwijnt, dan is zulks zeer ver- dacht. Ik eisch nu als bewijs van goed vertrouwen, dat gij mij zegt wie Revolver is en waar hij woont," antwoordde de ler. David wilde alles zeggen, doch op eens scheen het hem, dat zijn tong verstijfde. Een stem scheen hem in zijn ooren te klinken, die riepGeen woord daarover.'' Hij wilde dat gebod overtreden, om den ler ge noegen te geven, maar zijn poging daartoe was vruchteloos. Hij zweeg tegenover zijn ondervrager. z/Wel," zeide deze, „mag ik u nu eens vragen, of gij bereid zijt, mij die opheldering te geven z/Ik kan u die niet geven," stamelde David. ,/Zoozeg liever, ik wil niet," zeide de ler, //maar weet gij, wat ik nu zal doen z/Hoe kan ik dit weten zeide David koel. ffMij blijft niets anders over, dan weer weg te gaan, en terug te keeren tot hem, die mij gezonden heeft, wanneer gij geen volledig verslag wilt uitbrengen." ,/Hoor eens," riep de ler, ;/nu zult gij naar mijn pijpen dansen en luisteren naar hetgeen ik u zeggen zal." David, wilde hem op zijde duwen en weggaan. z/Sta," riep de ler en trok een pistool, hetwelk hij op David aanlegde. ,/In deze straat storen wij ons noch aan vreemde gezichten noch aan gelui- den, en wanneer gij een stap doet, schiet ik u als een hond neer." David bleef zoo kalm, als of er niets gebeurde, want hij had geen wilskrachthij kreeg ook geen ingeving, wat hij nu doen moest. z/Hoor mij," hervatte de ler, terwijl hij bleef mikken. ,/Ik ben al die dwaasheid moede. Ik behoorde nooit tot de dwazen, die aan de vrijheid van Ierland geloofden, want als dat gebeurde, ge loof ik, dat ieder baas over de geldkist zou wezen. Ik en Hiram hebben slechts mede gedaan, omdat, als de revolutie begint, wij een paar mooie plek jes tot {lundering zouden krijgen. Ik ben het wachten moede, en wat nog meer zegt, hoe langer men draalt, hoe meer kans men heeft, dat de po litie er lucht van krijgt. En daar gij mij nu het adres van kapitein Revolver niet zeggen wilt, zult gij wel zoo goed zijn, datgene mede te nemen, wat de staatslieden een Ultimatum noemen." (Wordt vervolgd.) I 1 il_J L,

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

De Schiedammer | 1890 | | pagina 2