uit, om te mijmeren en dan in zijn verbeelding
Cupido te zien plaats nemen op het reuzenblad
van die wondervolle waterplant. //Weg! weg met
de bankjes," riepen een paar leden, //dat getninne-
koos is walgelijk."
,/Duldt toch, dat het zonnetje der liefde in het
water van de Victoria Regia schijne," riepen zoo
velen. „Deedt gij vroeger, toen gij nog in het
lentezonnetje van uw leven omwandeldet, niet het-
zelfde."
,/En als dat zonnetje u nu een walg is, omdat
het u weder aan schoone, vervlogen dagen van uw
leven herinnert, denkt aan hen, met wie gij weldra
in hetzelfde schuitje zult zijn, de ouden van dagen,
die daar zoo'n bekoorlijk rustpunt vinden, of denkt
aan zoo menigeen, die van het krankbed opgestaan,
zich met moeite naar dat plekje beweegt, om daar
neder te zitten en verkwikt te worden."
En de bankjes bleven.
En niettegenstaande het woelen der menschen,
en de steeds luider en luider klinkende kreten van
de ontevreden arbeiders in alle oorden der wereld
om te staken, ging Cupido rustig zijn gang, mai
mer er een oogenblik aan denkende, om met de
de slakiugswoede mede te doen.
De meest officieele bescheiden, de registers van
den burgerlijken stand ten stadhuize van de lieve
Meimaand zullen mijn waarheidsliefde staven.
Men schrijft ons uit Amsterdam d.d.|27 April.
Een merkwaardig geval zal spoedig voor de arron-
dissements-rechtbank alhier in behaudeling komen.
Een vrouw wenscht n.l. haar huwelijk ontbonden
te zien, op grond, dat haar echtgenoot geen man is.
De bedrogen schoone kwam bij haren procureur
met de raededeeling, dat ze als gold het de
meest alledaagsche zaak van de wereld ffmaar
wilde scheidenJammer voor haar noemt de
wet evenwel onder de gronden, die eene echtscliei-
ding ten gevolge kunnen hebben, niet een zoodanige
als zij opgeeft. Hoogst waarschijnlijk zal nu een
eisch tot nietigverklaring van het huwelijk wor
den ingesteld. Hierbij dient men dan aan te nemen,
dat tot de bestaanbaarheid van een huwelijk niet
alleen voldoende is, dat het niet is aangegaan tus-
schen twee personen van hetzelfde geslacht, maar
dat bovendien vereischte is voor de wettigheid van
een huwelijk, dat ieder der aanstaande echtgenooten
met volkomen reeht zich man of vrouw noemt.
Inderdaad een hoogst moeilijke kwestie, welker
beslissing algemeen met belangstelling wordt tege-
moet gezien 1
Brieven uit DEIN IIAAG.
VII.
Terwijl in verschillende beschaafde landen van
Europa de arbeidersbeweging meer en meer een
dreigend aanzien verkrijgt, en tegen den len Mei
aanst. een tijdelijke werkstaking op enorme schaal
wordt voorbereid, eensdeels als begin, als voor-
proefje van de verwezenlijking der anarchistische
droomen, anderdeels om heel den arbeidenden stand,
het prolectariaat, zooals 't wel eens wordt genoemd
met een zeer algemeen en oujuUt «uurd, gclegcn
heid te geven tot een groote manifestatie in 't
belang van de vrijmaking der zich als moderne
slaven beklagende werkmansklasse, gaan wij in
Nederland als altijd de lieve Meimaand met vol
komen gerustheid, met verlangen naar de heerlijke
lentedagen, waarin de natuur zich in al haar schoon-
heid tooit, te gemoet, overtuigd, dat op onzen
klassieken bodem der vrijheid de woekerplant der
wanorde niet tieren kan en dat de zonderlinge
vogel, dien men 't socialisme noemt, ook in Mei
niet in staat is een ei te leggen gelijk immers
alle andere vogeltjes in die inaand plegen te doen,
dat iets voor de toekomst kan uitbroeden.
Maar we hebben nieitemin toch ook iets van de
groote beweging in 't vooruitzicht. Woensdagavond
zal in het //Casino" een groote meeting plaats
hebben, waartoe de leden der Tweede Kamer en
van den gemeenteraad zelfs zijn uitgenoodigd of
zij ook verschijnen zullen is e<rn andere vraag
en waarin, natuurlijk met een inleiding van den
heer Domela Nieuwenhuis, het groote vraagstuk
van den dag, de kwestie van den normaler arbeids-
duur van acht uren per dag, zal worden besproken,
om daarna Donderdagavond nog eens, in engeren
kring, in Walhalla," onder de heeren socialisten
te worden besproken. Daartoe zal zich de deel-
neming van Nederland in de monster-demonstratie
van den arbeid over de gansche wereld, op 1 Mei,
wel bepalennu ja, misschien zal er ook elders
over het 8-uur-stelsel wat gepraat en geschetterd
wordenmaar overigens, van een generale werk
staking op 1 Mei hoort men niet. Onze ordelijke
en koelhoofdige werklui blijven stillekens aan den
arbeid en laten aan de Twentsche wevers en veen-
arbeiders in 't Noorden het genoegen, om der
wille van het socialistisch beginsel of wegens ver-
meende grieven, te luieren en honger te lijden.
Er is dan ook bijna niets onzinnigers te bedenken
d n dat 8-uur-werk-liedje van verlangen. Vraag
om u been aan de werklieden of zij er van ge-
diend zijn, 's morgens om 8 uur naar 't werk te
gaan, van 12 tot 2 uur te schaften en dan weer
van 2 tot 6 uur te werken, om het overige van
den dag en avond vrij te hebben, en 99 van de
100 zullen u aanstaren alsof ze vragen wilden,
waar ter wereld ge zulk een dwaasheid zoudt mee-
nen te kunnen toepassen. Ze zullen dadelijk zeg-
gen, dat ze, op stuk of op 't uur werkende, op
die manier onmogelijk tot een voldoend loon kunnen
komende meerderheid zal er bijvoegen, dat ze
met hun ledigen tijd geen raad zouden weten en
met angst zulk een ideaal-toestand van 8 uur arbeid,
i 8 uur rust en 8 uur genoegen zouden te gemoet
gaan, omdat ze in de laatste 8 uren allicht met
vrienden in de herberg, of met de familie thuis,
of op vischtochtjes en wandeltoeren, meer zouden
verteren dan er van het weekloon kon overschie-
tenze zouden u beleefd verzoeken om, als 't
stelsel ingang vond, alsjeblieft toch maar te mogen
werken, omdat moeder de vrouw het anders
's Zaterdagavonds niet zou kunnen bolwerken met
de wekelijksche inkoopen. En als er dan een
socialist bij kwam, die hen toeriep //geen nood,
beste jongen, naast de 8 uren werk, meet een
belangrijke loonsverhooging staanwe moeten voor
de 8 uren voortaan meer ontvangen, stellig 50 pCt.,
liefst 't dubbele, van wat ons nu voor 12 wordt
uitgekeerd," dan zouden onze Hollandsche werklui,
met hun gezonde koppeu, den dweeper of opruier
ik laat in 't midden welke naam de juiste is
hem doodnuchter toeveegen maar vriendlief, dat
is een hersenschim, dat gaat eenvoudig niet op.
Er is een natuurlijke verhouding tusschen product
en prijs, ook bij den arbeid die prijs kan wel eens,
naar omstandigheden wat verschillen, doch een
voorwerp, dat f4 waard is en in 12 uren is ver-
vaardigd, kan onmogelijk fictief in prijs worden
verhoogd tot f 8 en dat zou moeten geschieden
als de man, die 't nu in een dag afwerkt en er
f 1 80 loon voor ontvangt, er anderhalven dag aan
besteden moest, voor dien tijd f 4.05 in rekening
bracht. Gesteid al, dat de werkgever daarin wilde
treden, hij zou niet kunnen, omdat zijn artikel te
duur zou worden te duur in verhouding tot de
waardete duur om de concurrentie met den
vreemde te kunnen volhouden te duur ook met
het oog op de koopkracht der bezittende klassen
en van andere personen, wier inkorosten niet in
evenredigheid met de veel duurder wordende le-
vensbelioeften zouden stijgen.
Een oogenblik, zou de socialist roepen, een
oogenblikals de loonsverhooging dus algemeen
wordt zal er van de concurrentie met den vreemde
niets te vreezen zijn; want ook elders zal de pro-
ductie duurder worden, en aangezien niet alleen
de arbeid in den engen zin van huis-, fabriek- of
veldarbeid, maar alle loonwerk duur zal moeten
worden betaald, zal de middelklasse meer verdienen
en in staat zijn zich van het noodige, ook voor
hoogeren prijs te voorzien. Alleen 't kapitaal zal
meer worden aangetast maar wie heeft tegen-
woordig eerbied voor het kapitaal
Het ongerijmde van deze drogredenen aan te
toonen is bijna overbodig. Slechts een opmerking
is noodig, om't geheele luchtkasteel tedoen instorten.
Als alles in evenredigheid met de geeischte loons
verhooging in prijs stijgt, wat baat u dan de ver-
betering? Als ge in stede van f 12 per week er
f 18 ontvangt, maar alles 50 percent duurder moet
liter pootaardappelen zijn reeds geplant. Dat vele
nijvere handen van oud en jong daarmede bezig
zijn, behoeft geen betoog, evenals dat op deze wijze
bij de weezen, die hieraan mede arbeiden of het
dagelijks vau nabij zien, een zekere belangstelling
wordt gewekt voor alles, wat tot laud- en tuin-
bouw behoort-, die hun zeker in hun volgend
leven bij blijven zal.
Het werkliedenverbond ,/Patrimonium" dringt
er bij de Nederlandsche arbeiders op aan, zich niet
te laten oewegen tot deelneming aan betoogingen
op 1 Mei, omdat die geen nut kunnen opleveren
en enkel onrust kunnen veroorzaken.
Te Enschedo blijft het rustig. Des avonds
is er wel veel geloop op straat, vermoedelijk om
de patrouilles te zien, doch geen ongeregeldheden
komen er voor, dan somtijds het opbrengen vau
een dronken man.
De werkstakingen in de Friesche veenderijen
duren voort.
Zondag werd er te Leeuwarden een meeting
voor het maken yan propaganda voor den normalen
arbeidsdag gehouden. Het aantal deelnemers be-
droeg 7 h 8000. De rust werd niet verstoord.
Een en dertig Friesche landverhuizers klagen
in het openbaar over de behandeling, ondervonden
aan boord van het stoomschip Rotterdam der
N. A. S. M. tijdens hunnen overtocht naar Amerika.
De kok is ruw en brutaal, koffie en thee zijn niet
te drinkende aardappelen zijn volkomen oneet-
baar't is een mengelmoes van zieken, ouden,
frisschen en ongeschilden. De soep alleen is goed,
doch daar van krijgt men te weinig. De behandeling
is onfatsoenlijk.
Schiedam, 29 April.
De gymnastiek- en schermvereeniging Qlympia
alhier, hield Donderdag 24 April j.l., in het
stationskoffiehuis hare gewone jaarvergadering. Dit
het verslag, medegedeeld door den voorzitter en
penningmeester, bleek, dat de vereeniging in bloeien-
den staat verkeerde. Het getal werkende leden
was geklommen tot 19.
Besloten werd in de maand Mei een wandel-
tocht te houden in den omtrek van Utrecht.
Het bestuur werd herkozen.
De postkar heeft de vorige week al bijzonder
slecht uitgezet. Toen zij Zaterdagavond omstreeks
12 uur van het station afreed, geraakte zij, vermoe
delijk doordat het paard er van door ging, en de
koetsier het niet meer kon houden, in de Schie
nabij de spoorbrug.
De koetsier viel van den bok, doch bekwam
geen letsel, terwijl de beide bestellers, die zich in
den wagen hevonden nog juist den tijd hadden om
er uit te springen, voor dat deze geheel te water
was.
Het paard, uit den boom geraakt, zwom de ge
heele Schie af, en werd in de Konijnenbuurt nabij
de Kralon met vrij veel moeite op het droge ge-
haald en onmiddellijk naar stal gebracht.
water gevulden wagen gehaald en per andere
gelegenheid naar het postkantoor gevoerd, waar ze
bereids konden drogen. De wagen is den volgenden
morgen met betrekkelijk geringe schade aan de
Schie op het droge gehaald.
Gisterenavond circa 9 uur zonk de met
kolenasch geladen praam, van den schipper P. Schaap
uit Delft, in de Schie, tegenover het lokaal //Au
rora" op eens in de diepte, zoodat de schipper en
zijn knecht ternauwernood den tijd hadden den
vasten wal. te bereiken. De schipper lijdt nog al
veel schade door dit ongeval.
Zullen velen den Zondagmorgen als een zeer
ongeschikt oogenblik beschouwen, om door kracht
van vuistslagen zijn opinie te doen ingang vinden,
niet alzoo twee ptysonen aan de Hoofdstraat alhier.
Nog voor zich de politie in dat gevoelvolle gesprek
had kunnen mengen, waren de twee disputeerenden
reeds door een heer, daar woonachtig, gescheiden.
Op de lijst van brieven, geadresseerd aan
onbekenden, over de le helft der maand April,
verzonden van Rotterdam na»r hier komen voor
Hoogeveen, M. Albert en mej. Rollie.
wel eens een paar woordjes met dat heerschap wil-
len wisselen. Hiram, mijn arme vriend Hiram Sa-
keld, is door die schobSejakken verdonkeremaand.
Hij was wel wat hoogvliegerig en opgeblazen, en
als hij dronken was, blufte hij erger dan een lersch
hart verdragen kan, maar overigens was het een
door en door goede kerel, die geen vlieg kwaad
gedaan zou hebben, natuurlijk als die niet in zijn
zaken betrokken was."
,/Welnu, gij weet even goed als ik, dat die Hi
ram Sakeld dood in den tunnel gevonden werd,"
zeide David argeloos, daar hij niet wist, waaraan
de woede van den andere was toe te schrijven.
,/Zeker weet ik dat," zeide de ler, „en ik moet
nog weer weten, ik moet weten, wie hem gedood,
en wie hem er neergelegd heeft, en waarom dat
gedaan werdals gij daar iets van weet, zal ik het
zeer vriendelijk van u vinden, wanneer gij mij daar-
omtrent inlichtingen geven wilt." Deze laatste
woorden werden op spotachtig scherpen toon uitge-
sproken.
,/Waarlijk," hernam David kalm, //ik weet niets
meer van die geschiedenis, dan hetgeen ik er van
in de couranten gelezen heb. Ik vraag om uw
verslag, wilt gij het mij niet geven, dan moet ik terug-
keeren naar hem, die mij gezonden heeft, en zeg-
gen, waarom ik zonder antwoord terug kom."
//Loop naar den duivel met uwe beredeneerde
koelbloedigheid," riep de ler woedend. //Kom dan
binnen. Denkt gij, dat ik op straat ga praten
over dingen, die iemand aan de galg kunnen hel-
pen Kom binnen man, en toon, dat je verstand
nog niet heelemaal op den loop is."
Terwijl bij sprak, ging hij in huis, en David
volgde hem aarzelend. Zoodra hij binnen kwam,
Zoo lang de brandspuit bestaat, 2,66 lang
ook is het een dolle vreugde voor de lieve jeugd,
om het probeeren daarvan met hunne legen-
woordigheid op te luisteren. Nauwelijks zijn de
hefboomen in beweging gebracht, of daar klinkt
uit honderden kelen het uittartende//Je durreft
niet van arremoe 1" z6o lang herhaald, tot dat
een krachtige waterstraal, als antwoord op die uit-
daging, op de schreeuwers gericht wordt, en de
gewone uitroep vervangen wordt door een vervaar-
lijk gehuil. Wee dengene, die niet vast op zijn
beenen staat, want hij wordt onherroepelijk omver
geloopen, en even onherroepelijk dient hij dan tot
mikpuut voor de spuitgasten.
Maandag heeft dit feest weer plaats gehad en
zal in den loop van den zomer wel weer vele
moeders tot wanhoop brengen.
Vlaaidiiigen, 28 April. De R. K. kiesver-
eeniging Grondwet, die Zaterdagavond eene verga-
dering hield, heeft geen eigen candidaat voor den
gemeenteraad gesteid.
26 April. Aan de heden alhier gehouden
voorjaars-veemarkt werden aangevoerd 28 runderen
en 87 weilammeren. Prijzen runderen van f 148.
tot f 310.weilammeren van 7.50 tot f 14.50.
Handel tamelijk levendig.
Bij de Ned. Herv. gemeente alhier is als
predikant beroepen Ds. F. S. Meerburg, predikant
bij dezelfde gemeente te Kethel.
Men schrijlt ons uit Rotterdam, dd. 28
April.
Tot heden toe hoorde men hier gelukkig niets
vau een voorgenomen werkstaking op 1 Mei.
Dat er nu in het geheel geen sprake van staken
zou zijn, mag ik niet zeggen, zoo'n toestand zou
al te mooi wezen.
Ontevredenen zijn er altijd.
Zoo zijn er, die met leede oogen aanzien, dat
jongeheer Cupido niet met de mode meedoet, en
steeds rusteloos met pijl en boog bezig is.
Daar onze jongeheer zich aan niets stoort, wil
men het toeh niet opgeven en zal men het werk,
dat hij in de wereld brengt, het minnekoozen, met
hand en tand beletten.
Ook dit is lastig, want geen werkgever heeft
ondergeschikten in zijn dienst, die zoo veel lust
in de hun opgelegde taak hebben, als zij, die met
het pijltje van Cupido geraakt zijn.
Doch iets moet er toch gedaan worden, staken
is nu eenmaal mode. De plekjes, waar de min-
nende harten zoo gaarne vertoeven, moeten maar
minder aangenaam gemaakt worden, dan zal de
ambitie er wel wat afgaan.
Zoo redeneerden een paar leden van de diergaarde.
Men gaat naar onzen zoologischen tuin, om de
schoonheden der natuur te bewonderen. Daar de
mensch het groolste kunststuk der schepping is,
kan het niet anders, of dames en heeren, die er
elkander ontmoeten, zijn ook dikwerf genoopt el-
kander te bewonderen. Het kan niet auders, het
doel van het diergaarde-bezoek brengt het mee.
Men is spoedig in een vertrouwelijk gesprek ge-
wiRKeiu eil oupiao, uie siouieru, weet maar ai te
goed, waaar hij moet wezen, en ligt op de loer.
Zijn tooverpijltje raakt, er ontstaat sympathie, en
later wordt er maar al te dikwerf een onverbreek-
bare band op het stadhuis gelegd, als een gevolg
van het bewonderen van het natuurschoon in de
diergaarde
En in dien dieren- en plantentuin is zoo'n heer -
lijk plekje, namelijk de serre van de Victoria Regia,
een reuzenwaterplant, op welker drijvende bladeren
men een jong kind kan plaatsen zonder dat zij
onaergaan.
Daar zit men zoo rustig op de aldaar geplaatste
bankjes, in een kunstmatig onderhouden gelijk-
matige temperatuuren dat wil wat zeggen in een
land, waar men zelden van de publieke bankjes
kan profiteeren, omdat het er 6 maanden winter
is, er 3 maanden regen en wind heerschen en de
drie andere maanden nog tochtig en guur zijn.
Kan het anders, of de pareu, die zoo'n klein
tikje van Cupido gehad hebben, richten hunne
schreden naar die serre. Daar wordt te midden van
de cactusbloemen hulde gebracht aan zoo menige
schoone, bezielde bloem. Daar rust men zoo gaarne
sloot de ler de deur, en op onachtzame wijze met
zijn rechterhand achter zijn rug daartegen leuuende,
begon hij
z/Al de winkels, heerenhuizen, kantoren en bur-
gerwoniugen zijn nu bewoond door partijgenooten,
die alleen op het sein wachten, om te doen wat
hun bevolen isde andere partijgenooten zijn van
de beste wapens voorzien. Als de boel springt en
de brand breekt overal uit, zullen zij de bepaalde
punten bezetten en de revolutie beginnen; tegelij-
kertijd gaan anderen onder de soldaten, om ze
hetzij met geld, hetzij door goede woorden teoverreden,
de wapens maar te laten rusten, en als Londen dan
in doodsangsten is, omdat er elk oogenblik wat
springt, en er overal brand uitbreekt, wordt de
oude regeering van den troon gebonst en de nieuwe
geproclameerd."
Dit alles had de ler in een adem verteld, zijn
gezicht was daarbij hoogrood geworden en zijn
oogen glinsterden. Spoedig echter was die ge-
moedsbeweging over, en toen begon hij weer op
zijn gewonen, achteloozen toon
,/Zoodanig, mijnheer de zwijger, staat het nu
met de zaken, doch hoe lang het zal duren, kan
ik niet zeggende mannen zijn ontevreden, dat
zij zoolang moeten wachten. De gelden zijn er
overvloedig, dat weten zij, maar zij worden op
zulk een bekrompen wijze uitgereikt, dat velen in
geldverlegenheid zitten. De plotselinge en geheim-
zinnige dood van Hiram heeft een paniek veroor-
oorzaakt, en als de een nu maar wist, waar hij
den anderen vinden kon, dan geloof ik vast, dat zij
bij elkander zouden komen, en een paar man uit
hun midden zouden kiezen, om den geheelen toe-
leg aan de regeering mede te deelen."
z/Hebt gij een lijstje van de wijken, uummers
en bewoners der huizen, die springen en branden
moeten vroeg David, die bij de sombere voor-
spellingen van den ler heel kalm bleef.
,/Wie denkt gij, dat dit lijstjt buiten ik alleen,
kan hebben vroeg de ler, maar deed toch niets
waaruit bleek, dat hij het zou willen geven.
,/Geef op dat lijstje'', zeide David.
z/Zachtjes aan, dan breekt het lijntje niet, mijn
bedaarde vriend. Ik heb daar eens over nagedacht
en dat wil in mijn woordenboek zeggen, de grootst
mogelijke voorzichtigheid betrachten. Hoe weet
ik nu in 's hemels naam, dat gij geen lid zijt
van die overal tegenwoordige, stoute en doorslepen
broederschap, die men de geheime politie noemt.
Die broeders vau de wet kennen ons plannetje in
al zijn onderdeelen en zijn toch niet in staat, de
hand op een van ons te leggen."
,/Ik heb u toch het teeken en het wachtwoord
gegeven," zeide David, ,/dat moest u toch voldoende
wezen."
z/Dat zou het ook geweest zijn, wanneer men dien
lagen streek niet met Hiram had begaan, maar als
een kameraad zoo rerdwijnt, dan is zulks zeer ver-
dacht. Ik eisch nu als bewijs van goed vertrouwen,
dat gij mij zegt wie Revolver is en waar hij woont,"
antwoordde de ler.
David wilde alles zeggen, doch op eens scheen
het hem, dat zijn tong verstijfde. Een stem scheen
hem in zijn ooren te klinken, die riepGeen
woord daarover.''
Hij wilde dat gebod overtreden, om den ler ge
noegen te geven, maar zijn poging daartoe was
vruchteloos. Hij zweeg tegenover zijn ondervrager.
z/Wel," zeide deze, „mag ik u nu eens vragen,
of gij bereid zijt, mij die opheldering te geven
z/Ik kan u die niet geven," stamelde David.
,/Zoozeg liever, ik wil niet," zeide de ler,
//maar weet gij, wat ik nu zal doen
z/Hoe kan ik dit weten zeide David koel. ffMij
blijft niets anders over, dan weer weg te gaan, en
terug te keeren tot hem, die mij gezonden heeft,
wanneer gij geen volledig verslag wilt uitbrengen."
,/Hoor eens," riep de ler, ;/nu zult gij naar
mijn pijpen dansen en luisteren naar hetgeen ik u
zeggen zal." David, wilde hem op zijde duwen en
weggaan.
z/Sta," riep de ler en trok een pistool, hetwelk
hij op David aanlegde. ,/In deze straat storen wij
ons noch aan vreemde gezichten noch aan gelui-
den, en wanneer gij een stap doet, schiet ik u als
een hond neer."
David bleef zoo kalm, als of er niets gebeurde,
want hij had geen wilskrachthij kreeg ook geen
ingeving, wat hij nu doen moest.
z/Hoor mij," hervatte de ler, terwijl hij bleef
mikken. ,/Ik ben al die dwaasheid moede. Ik
behoorde nooit tot de dwazen, die aan de vrijheid
van Ierland geloofden, want als dat gebeurde, ge
loof ik, dat ieder baas over de geldkist zou wezen.
Ik en Hiram hebben slechts mede gedaan, omdat,
als de revolutie begint, wij een paar mooie plek
jes tot {lundering zouden krijgen. Ik ben het
wachten moede, en wat nog meer zegt, hoe langer
men draalt, hoe meer kans men heeft, dat de po
litie er lucht van krijgt. En daar gij mij nu het
adres van kapitein Revolver niet zeggen wilt, zult
gij wel zoo goed zijn, datgene mede te nemen,
wat de staatslieden een Ultimatum noemen."
(Wordt vervolgd.)
I 1 il_J L,