Te Oudshoorn heeft de eerste uitreiking
van diploma's aan de Zuid-Hollandsche Leerhoeve
voor Zuivelbereiding plaats gehad.
De Voorzitter der Vereeniging, die de Leerhoeve
opgericht heeft, Mr. D. Visser van Hazerswoude,
daartoe opzettelijk overgekouien, reikte ze met een
toepasselijk woord over. De geheele plechtigheid,
die niet openbaar was, werd uitsluitend door de
leeraren bijgewoond.
Van de 23 leerlingen, die aan den cursus 1889/90
badden deelgenomen (een der jongens was tusschen-
tijds wegens voortdurend wangedrag van de inricli-
ting verwijderd) mochten 14 het diploma verwer-
ven, namelijk 5 meisjes en 9 jongens. De nameu
der geslaagden zijn
Hilledina van Ham, uit Winsnm (Gron.)
Trijntje Mantel, uit Wijdeues (N.-Holl.)
IJtje Kool,
Gerarda Petronella Catharina Kaan, uit Wierin-
gerwaard (N.-Holl.)
Anje Syboltts, uit Winsum (Gron.)
Pieter Jan Visscher, uit Wieringerwaard (N.-Holl.)
Pieter Haringliuizen, uit NieuweNiedorp(N.-HolL)
Pieter Tensen, uit Schellinkhout (N.-Holl.)
Johan Godfried Potgiesser, uit Purmerend
(N.-Holl.)
Nicolaas Theodorus Teengs, uit Wieringerwaard
(N.-Holl.)
Maurits Jacobus van Lier, uit Amsterdam.
Johannes Cornelis van de Wetering uit s-Gra-
venhage.
Arend Ort, uit Oostwold (Gron.)
Muus Couwenhoven, uit de Beemster (N.-Holl.)
De diploma's zijn zeer sierlijk door den heer
Bautz te 's-Gravenhage uit de hand, met rooden
en zwarten inkt, op zwaar papier uitgevoerd. Zij
zijn onderteekend door den Yoorzitter en den Se-
cretaris der Vereeniging en tevens voorzien van
het eindoordeel van de leeraren omtrent de in de
verschillende vakken door den gediplomeerde ge-
maakte vorderingen. Over het algemeen is dit
oordeel hoogst gunstig te noemen.
Verscheidene der gediplomeerde leerlingen heb-
ben hun wensch te kennen gegeven om nog ge-
durende een jaar aan de Leerhoeve werkzaam te
mogen blijven. Hun verzoek is zonder bezwaar
door de Directie toegestaan. Enkele anderen zijn
reeds geplaatst.
Ook een tweetal der niet-gediplomeerden zul-
len den curcus nog eens in zijn geheel volgen.
Wij twijfelen niet, of in 1891 zal een diploma
ook het loon voor hun moeite zijn (Rynb.)
Door de Belgische Eegeering is aanzoek ge-
daan om een meisje met rijksbeurs als leerlinge
aan de Leerhoeve voor Zuivelbereiding te plaatsen.
Door het Bestuur der Vereeniging is op voorstel
van den raad van leeraren besloten dit verzoek toe
te staan. Het geschiedde naar aanleiding van een
bezoek door den Heer de Vuijst, landbouwleeraar
te Brussel, dezer dagen aan de Leerhoeve gebracht.
Nader verneemt men, omtrent de gerucht-
makende gebeurtenis, die verleden week te Vries
plaats greep, het volgende
De gerechtelijke inbeslagneming der gemeente-
eigendommen geschiedde op last van den aannemer
A. Van Veen (procureur mr. Willinge), die sinds
jaar en dag met jobsgeduld zit te wachten op de
uitbetaling zijner rechtmatig verdiende penningen
voor het bouwen der school te Donderen. Zooals
men weet, was door het rijk, behalve de gewoue
30 percent, nog extra f 4000 (zegge vier duizend
gulden) toegestaan en ook uitbetaald. Het zou wel
de moeite loonen, als het rijk eens naging, hoe
met dat geld was gehandeld en aan de verant-
woordelijke personen rekenschap vroeg. De volgende
gemeente-eigendommen zullen gerechtelijk worden
verkocht
1. De gemeente-opslagplaats van het N.-Willems-
kanaal.
2. Het tolhuis met daarbij behoorend land.
3. Twee bouwakkers bij de begraafplaats in ge-
bruik bij L. C. Timmermans, gemeente-veldwachter.
4. Twee armwoningen te Atchin, onder Tinaarlo,
bewoond door H. Kremer en R. Koehoorn. Ook
de gebruikers dezer goederen dus zullen de dupe
worden van het financieel wanbeheer, waaronder
waggelend, in gebukte houding, met glazerige oogen
aan, in zijn hand een presenteerblad met vier rauwe
coteletten houdende, dat hij zoo maar zonder cora-
plimenten op de knie van den generaal nederzette,
waarna hij aanstalten maakte om de kamer weder
te verlaten.
jHier kerel, wat duivel, wat beteekent dat,"
vroeg de generaal opspringende, zoodat presenteer
blad en coteletten tegen den grond vielen, een feit,
dat zeer naar den zin was van den hond, die maar
dadelijk ging probeeren of zij goed van smaak wa-
ren; En als de veteraan bleef staan, en met het
onnoozelste gezicht der wereld den generaal aankeek,
riep deze uit: //Ben je dronken kerel, heb ik je
niet gezegd, dat ik zaken met deze dame te ver-
handelen had, en dat ik voor niemand te spreken
was
„Ik ben niet dronken, generaal," antwoordde de
man deemoedig. ,,11 ziet mij ook nooit dronken,
dan als de Koningiu jarig is, ik .ben in de kamer
gekomen, waarom dat weet ik zelf niet. Ik ge-
loof, dat ik slaapwandelende ben geweest."
,/Dat uilskuiken, kind," zeide de generaal,//heeft
mooi de proef verstoord, die gij wildet nemen."
z/ln het geheel niet," zeide Rhoda glimlachend,
z/de man deed niet verkeerd. Het is niet mooi
van u, dat u zoo spoedig opvliegt, dat de cotelet
ten door den hond opgepeuzeld worden. Laat nu
Cripps maar gaan. Wij kunnen nu verder voort-
gaan met hetgeen ik u te zeggen heb."
De generaal gaf Cripps een wenk en beval, dat
hij den hond maar stil moest laten kluiven.
Cripps raapte het presenteerblad op, en ging weg
mompelende: //Ik ben slaapwandelende geweest."
deze gemeente zueht, en de gemeente-ambtenarcn
zijn nog steeds wachtende op hun driemaandelijksch
salaris
Op de westkust in Friesland, nabij Hinde-
loopen en Stavoreu worden ontzaglijke hoeveelheden
ansjovis gevaugenzoodat de zuiderzee-visschers
algemeen op die oorden afkomem De prijs is echter
laag.
Schiedam, 6 Mei.
De Maatschappij ,/tot bevordering der Toon-
kunst" Afd. Schiedam, gaf Maandagavond eene
Muziekuitvoering in Musis Sacrum.
[Ioewel het heerlijke Mei-weder naar bniten
lokt en de tijd voor uitvoeringen in zalen vocrbij
is, kon Let niet anders of velen moesten ditmaal
nog lust gevoelen naar Musis Sacrum te gaan, om
de eerste uitvoering van ,/das Eeuerkreuz'' te gaan
hooren.
Wij vermogen echter geenszins dat keurige
werk in alle details te beschrijven, daarvoor zouden
wij het nog eens moeten hooren, en toch alle aan-
wezigen zullen met ons instemmen, wanneer wij
zeggen, dat het een werk is, den componist Max
Bruch waardig.
Schijut ons de eerste afdeeling wat dor en ledig,
de 2e Afd. daarentegen is vol gloed en bezieling,
die echter niet beter kan worden vertolkt dan
met orkest, want al is de zeer moeielijke en veel
omvattende piano begeleiding zeldzaam keurig ver
tolkt door Euterpe's eerelid, den Heer R., van
Rotterdam, toch komt het werk door het orkest
eerst tot zijn recht.
De werkende leden verdienen alien lof, de koren
werden flink gezongen, liet de intonatie somtijds
wel lets te wenschen over, men zong met toewijding.
Als solisten traden op roej. Betsy Schot, van
Rotterdam, sopraan, en de heeren A. Sistermans,
van Rotterdam, bariton en P. J. Z., bas, lid der
zangvereenigiDg Euterpe.
Mej. S., met een lief, hoewel niet si erk sopraan -
geluid, zong hare partij con amore, vooral als Mary
zingt//Ave Maria, Konigin dat was overheer-
lijk schoon.
De heer Sistermans heeft een degelijk orgaan,
vooral in de lage tonen, met een zeer goede
articulatie en zuiver Duitsch accent. Enkele oogen-
blikken, vooral bij den inzet van den eersten solo,
was het niet zeer zuiver. De heer P. Z. als bas,
zong zijn bescheiden partij zeer schoon, en het
speet ons alleen, dat men hem, met zoo'n stem
begaafd, niet een grooter aandeel in de uitvoering
kon geven.
Na de pauze zongen de sopraan en de bariton
eenige liederen op hoogst verdienstelijke wijze, en
tot slot het koor uit de Paulus „0 welch eine
Tiefe des Reichthums, der Weisheit und Erkennt-
niss Gottes" etc.
Aan den volijverigen directeur, den heer L. E.
Brandts Buys, alle lof
Bij gunstig weder zal a.s. Zondag, des voor-
middags te 10 uur, in het excercitie-veld alhier,
een wedstrijd gehouden worden tusschen de Schie-
damsche cricket-club //Hermes" en de Rotterdam-
sche cricket-club //Victoria".
Zaterdagmorgen, circa 101 uur, geraakte
het paard, gespannen voor een sleeperswagen van
den heer Thijsses, op het stationsterrein alhier,
met de kalkoen van een der hoefijzers tusschen de
spoorrails. Na groote krachtsinspanuing mocht het
gelukken, het dier uit zijn benarden toestand te
verlossen. De sneltrein, komende van Rotterdam,
moest daardoor hier even stoppen.
Door de politie alhier is een persoon ter
beschikking van de justitie gesteld, die verdacht
wordt zich Zaterdagavond jl. in het Spieringhoeksche
bosch te hebben schuldig gemaakt aan feitelijke
aanranding der eerbaarheid van een 12jarig meisje.
Door het stoeien van eenige bengels werd
gisterenavond een ruit gebroken van den bakker
v. Meurs op de Hoogstraat.
Zaterdagavond vertoonden zich alhier weder
2 soldaten van het Leger des Heils. //DeOorlogs-
kreet", die zij ventten, scheen veel aftrek te hebben
gehad, daar hun voorraad na 10 uur bijna geheel
was uitverkocht.
Toen hij weg was, zeide Rhoda //Doe mij nu het
genoegen, generaal, en lees eens, wat ik op het pa
pier geschreven heb, dat in de enveloppe is."
Ofschoon nog verbaasd over hetgeen er gebeurd
was, voldeed de generaal aan haar verzoek, en las:
Ik vermeen wilskracht genoeg te hebben, om
Cripps te laten komen, en u wat uit de provisiekast
op uw knie te laten zetten.
Rhoda.
Met het papier in de hand, keek de generaal
met groote oogen en geopenden mond het meisje
aan, dat zulk een g heimzinnige wilskracht scheen
te bezitten, en riep toen uit,/Zoo iets heb ik nog
nimmer gezien."
,/Zijt gij nu overtuigd vroeg Rhoda zacht.
z/Meer dan overtuigd," hernara de generaal. //Ik
kan somtijds een half uur lang naar Cripps roepen,
zonder dat hij mij wil hooren, en dan begrijpt hij
mij, als ik hem de boodschap mee geef, nog niet.
En gij hebt het vermogen, zonder hem eens te zien,
hem de gekste dingen te bevelen, die hij dan maar
dadelijk goed uitvoert. Zoo'n ondankbare schobbe-
jak, die zet maar in eens de coteletten op mijn schoot,
en dat op bevel van een anderwaarlijk het is
mooi."
,/Aangezien gij nu van de kracht van den wil
overtuigd zijt", hernam Rhoda, /kunnen wij nu
eeDs overleggen wat ons te doen staat".
,/Wel," zeide de generaal, ,/met welk doel denkt
gij, dat David die achterbuurten bezoeken moet?"
,/Ik geloof", zeide Rhoda, ;/dat er een afschu-
welijk complot gesmeed wordt, en dat mijn arme
David het werktuig is van die samenzweerders,
die daardoor op den achtergrond kunnen blijven."
Blijkens achterstaande adverlenlie zal den
12en Mei e. k. een nieuwe cursus geopend worden
in Stenographie. Wij vestigen daar de aandacht
op, omdat de kennis daarvan voor zeer velen van
groot nut is, en in onze eeuw van zenuwachtige
haast binneu zeer korten tijd een noodzakelijkheid
zal worden. Bij onze naburen, de Duilschers, is
het reeds algemeen verspreid, zoowel in het leger
alsook op de handelskantoren. Het systeem //Stolze"
door den heer Wery onderwezen, achlen wij het
meest aanbevelenswaard, omdat het op rie verschil
lende talen toepasselijk is.
Aan de heeren Steenberg alhier, en Wap te
Rotterdam, is door den gemeenteraad van Purmerend
een terreiu gemeentegrond voor 30 jaren afgestaan,
teneinde daarop een fabriek te stichten tot berei-
ding van gecondenceerde melk, als hoofdproduct,
en boter en kaas als nevenproducten.
Ouwerschie, 6 Mei. Heden brak voor onzen
hooggeschatten dorpsgenoot, den heer A. Bolk,
den dag aan, waarop hij voor 40 jaren aanving
de belangen onzer gemeente te behartigen als
Ambtenaar ter Secretarie. Onafgebroken nam hij
gedurende dien langen tijd zijne plichten waar.
Hoe Dat weten zij het best te beantwoorden,
die in die jaren met hem in aanraking kwamen.
Steeds was de hulpvaardige, kuudige man bereid
tot helpen en voorlichten en menigeeu zal op dezen
dag zeker er gedachtig aan zijn hoe de heer Bolk
steeds een ijverig ambtenaar, een humaan mensch
toonde te zijn.
Geen wonder, dat zijne verdiensten in het openbaar
erkend worden en gelukkig mag de gedachte heeten
om aan zooveel ijver, zooveel toewijding in den dienst
der gemeente in eene optnbare vergadering van den
Gemeenteraad hulde te brengen. Zulks geschiedde he
den. Met een welprekende rede van onzen Burgemee-
ster werd aan den Heer Bolk den zoo wel verdien-
den lof gebracht en werd aan den jubilaris een
zilveren brker, mettoe passelijke inscriptie, overhan-
digd als een bewijs van diepgevoelde waardeering.
Getroffen door deze erkenning zijner verdiensten be-
antwoordde de Heer Bolk de hartelijke woorden van
den Burgemeester.
Dat de sympathie, welke de Heer Bolk zich in
onze gemeente heeft weten te verwcrven zich ook
voider niet onbetuigd heeft gelaten, behoeft ter
nauwernood vermeld. Besluiten wij deze korte
mededeeling met het uiten van den wenscb, dat de
Heer Bolk nog vele jaren met lust en ijver zijn
werk zal kunnen verrichten tot heil onzer gemeente!
Kethel, 6 Mei. De nieuw gebouwde R.-K. kerk
alhier, is heden op plechtige wijze ingewijd door
Monseigneur C. J. M. Bottemanne, Bisschop van
Haarlem.
Het feest werd Zondagmiddag te twaalf uur ge
opend door het luiden van de torenklok, op welk
signaal de vlaggen werden uitgestoken, wat al da
delijk aan het dorp een feestelijk aanzien gaf.
Bovendien was het terrein voor de kerk met groen
en vlaggen zeer netjes versierd, waar van een eere-
poort en een obelisk de hoofdpunten uitmaakten,
en die tevens voorzien waren van toepasselijke
spreuken.
De burgemeester, de pastoor en de kerkmeester
waren aan het station te Schiedam aanwezig, om
den Hoogw. Bisschop te verwelkomen, terwijl
een eerewacht van omstreeks 35 ruiters, versierd
met een sjerp in de paoselijke kleuren, geel en
wit, zich ten half zeven in de richting der stad
begaf om aan de grens der gemeente den Hoog-
waardigen Bisschop-consecrator te kunnen ontvangen.
Een zeer talrijke menigte, zoowel aan het sta
tion te Schiedam als te Kethel was aanwezig, om
getuige te zijn van deze plechtige ontvaDgst.
Ongeveer te kwart over zeven was de stoet te
Kethel, waar het Kethelsche muziekkorps voor de
pastorie stond opgesteld en het Hooge personage
met fanfares ontving. Hoewel het hlijkbaar nog
een zeer jeugdig corps was, heeft het toch zeer
veel bijgedragen tot het verhoogen der feestelijke
stemming.
Den volgenden morgen ten 7 uur nam de eigen-
lijke dienst der wijding een aanvang. Aanvankelijk
was daarbij de kerk met voor het publiek toegan-
kelijk, omdat bij het eerste gedeelte der wijding
z/Hebt gij geen vermoedens wie die personen
zijn vroeg de generaal.
z/De grootste samenzweerder," antwoordde het
meisje met een lichte rilling, //is een man, die in
hetzelfde huis met David samenwoont. Die man
heeft op dit oogenblik nog sterker wil, dan ik.
Hij zendt den jongen op die boodschappen uit, en
spreekt zoo barsch tegen hem, als of hij zijn slaaf was."
z/En hoe heet die schurk P" vroeg de generaal.
z/Craddock Lipthwaite", antwoordde Rhoda. //Ik
las dien naam op een adres, toen mijn geest daar
aan huis tegenwoordig was, om mijn armen David
aan zijn invloed te onttrekken."
De generaal schreef den naam op, vroeg het
adres, waar hij ook nota van nam en zeide, vwij
zullen dien man wel vinden en tevens er ook wel
achterkomen, welke zaken hij in die achterbuurten
laat drijven. Ik zal mij maar tot Wenlock wen-
den, die kan alles ontdekken."
z/Wenlock," zeide Rhoda, //wie is dat?"
z/Dat is een spion van de politie," antwoordde
de generaal," die den moordenaar van mijn vriend
ontdekte, toen de geheele recherche der Londensche
politie hem niet vinden kon."
z/Kan die brave man ons helpen vroeg Rhoda.
De generaal nam een portefeuille met banknoten,
sloeg er met de vlakke hand op en zeide //hier-
mede kan men alles."
z/Gij zijt wel goed," zeide Rhoda, terwijl de
hoop haar verbleekte wangen met een bios begon
te verven." Maar wanneer zult gij dien man over
die zaak spreken
z/Binnen een uur, als hij maar te huis is," zeide
de generaal bedaard.
de geheele kerk beschikbaar moest blijven. Bij
het inbrengen der heilige relequieen echter kon-
den ook de geloovigen de kerk binnentredtn, om
verder den dienst bij te wonen.
Aan het pas gewijde altaar werd nu op pontifi-
cale wijze door Mgr. Bottemanne het heilig mis-
offer opgedragen, daarbij geassisteerd door verschil
lende priesters uit de omliggende plaatsen.
Onder lien, die deze plechtige wijding bijwoon-
den, merkteii wij op den heer burgemeester S. E.
Yper, de heeren wethouders B. v. d. Eijk Dz., en
A. Landsbergen Azn., den bouwmeester der kerk
A. C. Bleijs en den aannemer van dit werk N.
Perquin.
Na afloop van den plechtigen dienst, hield Mgr.
Bottemanne een korte, maar opwekkende toespraak
tot alle aanwezigen.
Vlaartlingcn, 5 Mei. Andermaal hielden de
reeders van haringschepeu, zoowel hier als elders,
heden eene bijeenkomst in het Verkooplokaal ter
bespreking der jagerijbelangen tot eene definitieve
beslissing is het echter nog niet gekomen, dewijl
men nog op eenige bezwaren blijft stuiten. Eene
eindbeslissing zal genomen worden in eene te houden
vergadering op 16 Mei e. k.
Aan de heden alhier gehouden voorjaarsvee-
markt werden aangevoerd 25 runderen en 83 wei-
lammeren. Prijzen runderen van f 90.tot f 290.
weilammeren van f 9 50 tot f 13.50.
Handel traag.
Men schrijft ons uit Rotterdam dd. 5 Mei.
Er is tegenwoordig een straven, om de menschen
steeds de naakte werkelijkheid voor oogen te houden.
En als of die werkelijkheid nog niet droevig ge
noeg ware, zoo laat Zola, in een zijner romaus, iiet
dierlijke in den mensch ons nog eens door een ver-
grootglas zien.
Dat dierlijke bestaat, maar er is daarneven nog
iets, waarvan de mensch zich zelf niet bewust is,
maar dat niettegenstaande hij door kommer wordt
neergedrukt, hem noopl zijn liefde voor het schoone
te openbaren.
Bij al de belaugstelling, die men aan den dag
legt, omtrent vragen, die een rijzing of daling van
den loonstandaard betrefFen, bij al dat onbeteugeld
botvieren der menschelijke hartstochten, te midden
van modder, slijk en afval, ziet men die onweer-
staanbare neiging van den mensch tot het schoone
toch boven komen.
Begeef u in de achterbuurten, aanschouw daar
al de goorheid en de walgelijke tooneelen van dron-
kenschap, huiselijke twisten en burenruzie, waarin
de verdierlijkte mensch in al zijn afschuwelijkheid
uitkomt, en richt dan eens uw blikken omhopg,
dan staat gij verbaasd, want elk raamkozijn is daar
in een miniatuur bloementuin herschapen.
Men strijdt en vecht daar tegen elkander, men
gunt de buren het licht in de oogen niet, men moet
zijn vernielzucht op alle manieren uiten, maar dat
tuintje in het raam, die oase in een woestijn van
afschuwelijkheden, is overal het troetelkind van die
wilden der groote sleden.
Zorgvuldig worden die plantjes uit dat tuintje ge-
kweekt, en als er slechts een karig zonlicht tusschen
diezwartbruine daken, de vaalgrijze, vuile murenende
rookerige schoorsteeuen valt, dan poogt de mensche
lijke hand door uiterste verzorging nog veel te ver
goeden van hetgeen door plaatselijke gesteldheid
ontnomen werd.
Is die liefde tot het schoone nu geen schril
contrast tusschen zooveel afschuwelijks?
Zeker, maar het is tevens een verblijdend teeken,
dat er op wijst, dat zelfs zij, die het achterlijkst
in de algemeene ontwikkeling zijn, toch niet geheel
van gevoel voor het schoone zijn beroofd.
Het wijst op een geheimzinnig verschijnsel, het
poetische in de neiging der menschen, iets wat niet
geleerd wordt, maar aangeboren schijnt.
Ja, de dichter weet met de taal te tooveren, de
schilder toovert met zijn kleuren en met zijn ver-
deeling van licht en bruin, maar de nederige der
aarde toovert met zijn bloemen, en weet een af-
schuwelijke buurt nog een gezellig voorkomen te
geven.
Zonderling, daar waar juist alle elementen aan
wezig zijn, om het laatste greintje van poesie in
z/Cripps," riep hij, //Cripps, is je slaapwandeling
gedaan, kom hier. Gij moet een briefje naar
inspecteur Wenlock brengen."
Cripps stond verlegen en verbluft, en gaf geen
antwoord.
,/IIoort gij mij niet, slaapkop schreeuwde de
generaal, //of zijt gij nog aan het sufFen. Gij weet
toch wel het politie-bureau te vinden, waar Wen
lock te huis behoort."
j/Jawel, geDeraal, dat is diezelfde inspecteur,
welke dien Duitschen baron in arrest nam, die
valsch speelde, hij had u ook nog voor zoo'n
hoop geld afgezet."
//L)at de drommel je hale, herinner mij daar
maar niet meer aan," riep de generaal. //Gij weet
dus waar het bureau is en dat is genoeg, maak
je klaar om dadelijk het briefje weg te brengen."
Cripps knikte met het hoofd, ten teeken, dat hij
het begrepen had, en maakte, dat hij wegkwam.
,/Welnu kind," zeide de generaal tot Rhoda,
,/wees nu maar gerust en laat de zaak zijn beloop,
wij zullen er aan doen, wat wij doen kunnen."
Rhoda vatte dit op als een stiffen wenk, dat zij
hier nu niet langer noodig was. Zij nam afscheid
van den generaal, die beloofde haar van alles op
de hoogte te zullen houden, en ging welgemoed
naar huis. Eindelijk zou dan toch eens dat net
verscheurd worden, waarin haar beminde David
was verward geraakt.
Wordt v(rrolgd).