verhooging voor liet droogmaken der turf per dag- w-erk te vragen. De bazen hebben tot de werklieden de vraag gericht, of zij volgens het contract wenschen te blijven werken. De een is met het contract te- vreden, terwijl de ander zich vereenigt met het besluit der socialistische werklieden vereeniging. Het gevolg is, dat thans het werk geheel stilstaat. Hedenmorgen togen de veenwerkers, mannen en vrouwen, rustig door het dorp. Uit Deventer is onder aanvoering van kapitein Staring, een detachement infanterie, groot 60 man, naar Appelscha vertrokken, om daar de rust te handhaven bij de werkstaking. Vele boeren, koemelkers en verdere belang- hebbenden te Grouw en uit otnliggende plaatsen zijn overeengekomeu bij de aldaar in Juui te houden groote landverhuring geen bod te doen, indien niet de strijk- en verhooggelden vervallen en bepaald wordt, dat de administratiekosten zullen komen ten laste der verhuurders. Eene verklaring in dien geest van 92 handteekeningen voorzien, wordt aan de grootste verhuurders gezonden als kennisgeving. De heer A. Bakker, te Helenaveen, heeft de eerste erwten van den kouden grond aan Z. M. den Koning aangeboden. Woensdag j.l. kwam de Commissaris des Konings in Drente te Yries, teneinde er de ge- meenteraadszitting bij te wonen. Doch zijn reis was te vergeefs, daar al de raad^eden weigeren met den burgemeester te vergaderen, tenzij gedwongen door Art. 49 der Gemeentewet. Zooals men weet, staat de gemeente Vries in een slecht blaadje, wegens haar berooiden financi- eelen toestand. Door den Senaat der Leidsche Hoogeschool is Dinsdag j.l. het doctoraat in de theologie honoris causa verleend aan M. A. Gooszen, hoogleeraar in de godgeleerdheid vanwege de Nederlandsche Hervormde Kerk, te Leiden. Schiedam, 16 Mei. Dinsdagmorgen woei een stuk plank van de kap van den korenmolen //De Hoop" aan de Plan- tage en kwam terecht in het raamkozijn der wo- ning van den heer I. B. Nolet aldaar, zonder schade of ongelukken te veroorzaken. Donderdagnamiddeg circa 4 uur viel een 13-jarige jongen tusschen de balken achter de werf van de firma v. d. Elst alhier te water; gelukkig dat het ongeval werd opgemerkt en hij onmiddel- lijk kon worden gered, zoodat hij er met een nat pak afkwam. Een 17-jarige jongedochter viel ongeveereen uur daarna eveneens te water in een sloot aan den Buitenhavenweg, bij het bloemen plukken. Ook zij deed enkel een nat pak op, daar zij er eveneens onmiddellijk werd uitgehaald. Hedenmorgen circa 10s/4 uur, schrok hetpaard van de firma Ensvelt te Vlaardingen, voor een molenwagen gespannen, op de Koemarkt alhier voor de aankomende tram. Het paard sloeg op hoi, doch werd bij den Rotterdamschen dijk ge- grepen door Leendert Van Baarle, die het daar ook tot staan bracht. Gelukkig liep alles zonder ongelukken af. De koetsier was op zijn plaats blijven zitten. Ouwerschie, 16 Mei. A.s. Zondag, voorm. 91/., en nm. 2 uur, zal Ds. Leenmans voor de Herv. gemesnte alhier optreden. Vlaardingen, 14 Mei. In de Zaterdagavond gehouden vergadering van de alhier gevestigde IJsclub werd medegedeeld, dat het aantal leden steeds toenemend is en thans 236 bedraagt. De rekening en verantwoording over het afgeloopen jaar aanwijzende een batig slot werd met algemeene stemmen goedgekeurd. Maaudagnamiddag geraakte aan den Zuid- buurtschen weg voor de woning van den bouwman P. H. een wagen met paard in de sloot. Op dien wagen bevondeu zich een boerenknecht en eene boerendienstbode, die beiden met hunne kleederen en verdere bezittingen van hun boer waren ver trokken om elders dienst te zoeken. De kast van de meid en de kist van den knecht geraakten daarbij van den wagen in het water. Met zeer veel moeite moeht men er eindelijk in slagen het paard onge- deerd en den wagen gedeeltelijk beschadigd, op den kant te brengen. De kist van den knecht en de kast waren intusschen opengeraakt en de daarin bewaarde kleedingstukken en sieraden raakten in en onder de modder, zoodat het veel moeite kostte alles te vindeu, wat dan ten slotte ook onmogelijk bleek. Ten minste de dienstbode was haar meeste gouden en ziiveren sieraden kwijt, en dat hare kleederen verschrikkelijk geleden hadden, spreekl van zelf. Men schrijft ons uit Rotterdam dd. 15 Mei: De bewoners van Kralingen, klagen over den last, dien zij van de Rotterdamsche gasfabriek heb ben. Natuurlijk ruikt het alles behalve aaugenaam in de nabijheid van zoo'n reuzen-etablissement, en is daar de lucht voor aainborstigen heel moeielijk te verdragen. Een van de nadeelen van gas is, dat de grond in de nabijheid der leidingen er totaal mede ge'im- bibeerd (doortrokken) wordt, waardoor de boomen het mettertijd te kwaad krijgen en sterven. Een ander nadeel van het gas is, dat de verlich- ting der stad of van een groot deel daarvan en de kleine industrie, die 'gasmotoren gebruikt, van een enkel fabriek afhaukelijk is, waardoor kwaadwillige stakers in staat zijn een halve stad te dupeeren. Electrisch licht, dat door machines oortgebracht wordt, die door heel de stad verdeeld zijn, dat geheel reukeloos is, dat de boomen geen kwaad doet, maar zooals men zegt, ze nog een beetje helpt groeien, zou dus zeer veel verbetering aan- brengen. Toch zullen de gasfabrieken geen krimp geven en den strijd tegen het electrische licht, tot het uiterste toe vol houden. Zoo zijn nu wederom onze pleinen van gaslan- taarns voorzien, die verbazend veel licht geven. Een Wenhamlamp moge goed verlichten, maar deze nieuwe lantaarns geven nog meer schijnsel en ver lichten grooter oppervlak dan een Wenhamlamp. Elke lantaarn heeft drie vlammen, die als een waaier uitloopen en een groote driehoekige, afge- stompte vlainkroon van hooge intensiteit vormen. Daar alle licht, dat door de kap van den lantaarn gaat, toch verloren is, zoo wordt deze gesloten en voorzien van een witten reflector, welke de naar boven gerichte stralen naar de straat terugkaatst. Dat onze pleinen met een dergelijke schoone verlichting een vroolijk aanzien hebben, behoeft geen betoog. Men schrijft ons uit Leiden, d.d. 15 Mei Na een deels ook gedwongen stilzwijgen van eenige maanden, neem ik thans de pen wederom ter hand om mijne zoo plotseling afgebroken kro- niek voort te zetten. Maar waar zal ik beginnen? Zal ik, oude dingen oprakelende, vertellen, dat hier eene tentoonstelling is gehouden van voor- werpen, door werklieden en leerlingen uit Leiden en omstreken vervaardigd, en hoe daar zeer veel schoons en wezenlijk merkwaardigs te aanschouwen was, terwijl bovendien het oor gestreeld werd door de opwekkende tonen der rnuziek? (want elken middag was er concert ookGeen sterveling zou lust gevoelen, daarvan ben ik overtuigd, met deze gebeurtenissen, welke reeds lang tot de geschiedenis behooren, zich thans nog bezig te houden. Mij gaat het al evenzoo, dus iets anders. Dan de annexatie? Eilieve! was er maar iets over mede te deelen! 15 April is hier de commissie gekozen, doch de stemgerechtigden hebben door hunne slechte opkomst zeer weinig belangstelling getoond, mede een gevolg van de onzekerheid, waarin men ten aanzien van de meening, te dezer zake gekoesterd door de candidaten der drie kiesvereenigingen, ver- keerde. Daar waren voor-, maar ook tegenstan- ders onder, dat wist men; doch wie? en hoeveel? deze vraag kon niemand volledig beantwoorden. Tot nu toe heeft de aldus verkozen commissie nog niet vergaderd; ook hiervan is dus niet veel be- langrijks te verhalen. Vroeger had ik in de stads- zaal nog al een dankbaar onderwerp, maar daar- omtrent is thans in dit blad bijna alles reeds meegedeeld, namelijk, dat zij voor ruim 11/3 ton zal worden opgebouwd, terwijl nader zal worden z/Wel, mijnheer," zeide de spion na eenig na- denken, //ik heb nog nooit reden gehad om het geloof in geesten te omhelzen, of te bestrijden, het komt niet in ons vak te pasdaar ik nu nooit een spook gearresteerd heb, geloof ik ook niet, dat zij bestaan." z/Goed," zeide de generaal, en maakte een ge- baar voor den spion om niet verder daar op door te draven. „Ik vraag u alleen maar, of gij aan geestelijken invloed gelooft z/Meent u invloed van geestrijk vocht P" zeide de man, die niet wist hoe of hij het had. z/Uilskuiken," riep de generaal, „\k meen er mede, of gij gelooft aan wilsvermogen, aan den invloed van den sterken geest over den zwakkeren." z/Dank u voor uw compliment," hernam Wen- lock met een grijns. //Maar u moet weten, ik ben van domrne familie, ik had een grootje, die als zij wilde weten, wat of den volgenden dag gebeuren moest, altijd eerst de kaart legd^. Daar- door ben ik altijd dom gebleven." wHet kan mij niets schelen, wat gij gelooft of niet gelooft," zeide de generaal, //maar als politie- man moet gij weten, hoe of ik achter alles ben geko- men, zit stil en luister." Toen vertelde de generaal in korte trekken, wat Rhoda had medegedeeld, ,/en nu," zeide hij, toen hij geeindigd had, ,/wat zegt gij er van Wenlock wiegelde op zijn stoel, maar aarzelde steeds een antwoord te geven. z/Welnu," vroeg de generaal, //hebt gij de spraak verloren z/Ik hoop, dat u niet boos zult worden, als ik mijn meening zeg?" zeide Wenlock. z/Waar zijt gij anders voor hier gekomen zeide de generaal. z/Dan vermoed ik, dat de jonge dame met den heer Acland geengageerd is," zeide Wenlock. z/Dat kan een dwaas wel gissen," antwoordde de generaal bits. z/Dan is de heele zaak geleuter," zeide de spion. z/Wat zeide de generaal te gelijk verwonderd en kwaad, z/Ja," zeide Wenlock, zonder zich aan den toorn van den generaal te storen, //meisjesgeleuter, anders niet. De jonkman had verhevene ideeen, zoo als de meeste jongelieden tegenwoordig hebben. Zij hebben hem verteld van de rechten van Ierland, van een volk, dat uitgezogen wordt, van Engelsche overheerschers en met al dien beuzelpraat heeft hij Fenian's begrippen gekregen, toen is hij op verga- deringen geweest, en heeft zijn neus wat dieper in de zaken gestoken dan raadzaam was. Later heeft hij ingezien, dat hij daarmede wel eens achter slot kon komen, toen is hij bang geworden en heeft hij alles aan zijn meisje verteld. Deze is op hooge beenen naar u toegekomen, om u te verzoeken hem uit den brand te redden, maar daar zij graag den jongen zonder kleerscheuren uit die zaak zag, ver- zon zij dat sprookje, dat hij door den wil van een ander in complotten geraakt was. En u, generaal, moogt beiden nog al lijden en hebt u laten bepra- ten, om hem uit den nood te redden." //Ohernam de generaal, na een poos over die woorden nagedacht te hebben,/is dat nu uw meening?" z/Ja, mijnheer," was het korte antwoord van den spion. overwogetl of electrische verlichting aan tebevelen is. Misschien had er aan kunnen zijn toegevoegd, dat de verwarming niet meer door middel van kachels (eene verouderde methode, gelijk men alge- meen oordeelde) maar door een centranl verwar- mingstelsel zal plaats hebben. We krijgen m. a. w. eene zaal, geheel beantwoordende aan de eischen des tijds. Proficiat! Zoo zou ik kunnen voortgaan met onderwerpen aan te stippen, waarover weinig of niets te zeggen valt, doch waartoe meer gevergd van 't geduld van dien enkelen lezer, die zich misschien de moeite nog getroost deze regelen vluchtig even door te loopen? Hoe zal het hem belang kunnen inboezemen, dat 't feestgebouw zijne voltooiing, althans wat 't uiterlijk betreft, met rasse schreden nadert; dat het door gloeilampjes zal worden ver- licht, terwijl booglainpeu de duislernis op het terrein zullen verdrijven. Aanvankelijk zou alles worden afgebroken, zoodra de maskerade en wat daarop volgt geeindigd is. Thans is echter beslo- ten, de tent tot einde van Juli te laten staan; in de kerinisweek zullen er dan voorstellingen in wor den gegeven door een cafd-chantant, dat tot nu toe bij die g.degenheid zijn intrek nam in de stadszaal. Daarna zal het perk weer in zijne oude gedaante worden hersteld. Het nieuw te stichten museum voor geologie en mineralogie, dat, zooals eerst was vastgesteld, zou verrijzen op de puinhoopen van't feestgebouw, zal thans ergens anders worden ge- plaatst. Gelijk overal elders door de sociaal-democraten het volk (d. i. natuurlijk die klasse van lieden, welke door handenarbeid den kost verdient) was opgewekt, 1 Mei als rustdag te beschouwen, zoo waren ook hier reeds zeer bijtijds onder de fabrieks- werkers in grooten getale uitnoodigingen verspreid, waarin werd aangedrongen op eene algemeene werkstaking op dien datum, om aldus instemming te betuigen met den normalen arbeidsdag van 8 uren. Voor zoover mij bekend is, heeft geen enkele fabrikant het noodig geoordeeld, door vermaningen of bedreigingen tegen dezen maatregel te waar- schuwen en toch heeft niemand aan de uitnoodiging gehoor gegeven. Trouwens korter arbeidstijd zou hier onvermijdelijk tot lager weekloon leiden, aan- gezien overal per stuk wordt gewerkt en betaald. Wel wordt den goedgeloovigen voorgespiegeld, dat bij algemeene toepassing opslag van tractement het gevolg moet wezen, maar of er thans nog zulke groote winsten worden behaald op de fabrieken, dat dit alles er af zou kunnen, is op zijn minst genomen, twijfelachtig. Neendan is meer heil te verwachten van maatregelen van anderen aard. Daarmede bedoel ik bij v. het verzekeren van werk lieden tegen ongelukken. Bij vele aanbestedingen hier is dit reeds als voorwaarde opgenomen, nu onlangs nog bij die van de feesttent, doch thans zal ook de gemeente dien eisch stellen aan aanne- mers van gemeentewerken, terwijl een bedrag van f 150 op de begrooting zal worden uitgetrokken om ook de stadswerklieden te verzekeren. In de volgende raadszitting zal eene beslissing in dezen geest worden genomen. Dan zal tevens worden voorzien in eene sinds jaren bestaande behoefte. Leiden heeft geene straatbesproeiing, omdat het zoo lastig en kostbaar is, het daarvoor benoodigde wa ter te krijgen! Thans heeft echter de duinwater- maatschappij zich bereid verklaard dat te leveren. De besproeiing zal dan plaats hebben door middel van de openbare brandkranen, in alle gedeelteu der stad verspreid. Ongetwijfeld een zeer groote verbetering Brieven uit DEN HAAG. VIII. Tegenover het deerlijk fiasco der sociaal-demo craten met hun 1 Mei-beweging, is de groote belangstelling, die een andere demonstratie heeft gewekt, van beteekenis voor de kennis van ons volkskarakter. Ik bedoel de deelneming aan de bijeenkomst van het Leger des Heils, die Maandag j.l. hier plaats had, bij gelegenheid van de over- komst van den generaal, den heer Booth. Wie zoowel de begroeting in het lokaal //Tivoli" op het Hofspui de oude danszaal van Joosten z/En gij gelooft dus niet aan wilsvermogen z/Geen oogenblik." z/En dus gelooft gij ook niet, dat dejongedame het vermogen heeft, dat zij voorgeeft te bezitten z/Wat de dame aangaat," zeide Wenlock, ,/het zou onbeleefd zijn, tegen haar iets aan te voerenik wil alleen maar in het midden brengen, dat dames heel veel doen voor den man, op wien zij een goed oogje hebben." z/Ik twijfelde eerst even goed als u aan dat ver mogen," zeide de generaal, //maar nu zal ik u iets vertellen, wat ik zelf van haar ondervonden heb." Nu werd het feit van Cripps met de cotelet verteld. z/Het zal afgesproken werk met Cripps zijn geweest," zeide de inspecteur. De generaal wilde daar nu niet verder op aan- dringen en zeide //g\j zijt en blijft een ongeloovige. Ik kan u het geloof niet geven, zie den jongen uit die zaak te redden." ,/Nu u aldus praatvolg8arne," antwoordde Wenlock ffmaar als dat jonge meisje het vermogen heeft, om den jongen zich alles te laten herin- neren, wat hij slaapwandelende heeft gedaan, laat zij dan dat vermogen maar stil laten rusten, want het zou tot zijn nadeel wezen." ,/Wat bedoelt gij daarmede vroeg de generaal. ,/Dat is mijn zaak," was het antwoord, //en," vervolgde hij, //geloof mij op mijn woord, ik zeg dit om den jonkman zijn best wil. Tenzij dat er een wonder gebeurt, is Acland heel spoedig in handen der politie, en hoe minder hij van de zaken weet in de oogenblikken, dat hij niet betooverd is, zooveel te beter." tfDoe zooals gij wilt," antwoordde de generaal. als de avondmeeting in ons Gebouw voor K. en W. bijwoonde, moet ongetwijfeld een diepen indruk hebben ontvangen van de geestdrift, die bij zoovele honderden door de werkzaamheid van het Leger des Heils wordt opgewekt. Wanneer men nagaat hoevelen geregeld de samenkomsten van 't heils- leger bij wonen in 't lokaal, waar vroeger Bachus en Terpsichore den scepter zwaaiden; als men ge- zien heeft hoe honderden mannen en vrouwen uit de volksklasse een werkdadig aandeel namen aan de //betooging" van Maandag, waaruit blijkt, dat zij reeds opgenomen zijn in den kring der Salva- tionisteu en wanneer men dan nagaat welke de strekking is van deze beweging, die zich over schier alle rijken der aarde heeft weten uit te breideu, dan zeg ik, dat dit, tegenover het socialisme, een heuglijk, een merkwaardig versehijnsel is. Toen ik eenige jaren geleden te Londen, voor de eerste maal een oefening van de Salvationarmy bijwoonde en de //troepen" toevallig in Battersea- park eens met muziek en vaandels zag front maken om een openlucht-parade te houden, verbaasde ik mij niet enkel over deze echt Engelsche excentri- citeit, maar ik vond er iets in wat naar heilig- schennis gelijkt. En ook later nog oordeelde ik zoo over het Leger des Heils, dat straatdeuntjes kiest om het verhevenste te bezingen en grappige verhaaltjes in de plaats van ernstige preeken stelt om de zondaren op die manier te bekeeren. Noch de thce-avondjes, waarbij 't publiek wordt onthaald onder het gebed en gezang, noch de manier om als in een cafe-chantant 't publiek op te zweepen om het refrein van de jolige wijsjes met gods- dienstige teksten onder begeleiding van viool en clarinet of piston mee te zingen, konden mij verzoenen met deze pogingen om de menschen te verbeteren. Maar ik ben langzamerhand door de feiten over tuigd. Let men op het onberekeubaar nut, dat door het Heilsleger wordt gesticht, zoowel tot op- beuring van gevallen vrouwen als tot verzorging van arme verlatenen en ontslagen gevangenen zoowel tot zedelijke verhefling van verwaarloosde kinderen als tot aansporing der onverschillige en ontevreden menigte om zich in het hen beschoren lot met blijdschap te schikken en met den dichter Pope te zeggen//whatever is is right," dan moet men sympathie koesteren voor deze onderneming, voor dezen veldtocht tegen 't kwaad. Er is, in hetgeen generaal Booth, een oud, eerbiedwaardig man, met vaderlijk uiterlijk en langen grijzen baard, een man, die zich en zijn familie als't ware gansch aan den dienst van 't Heilsleger opolfert en die zijn predikambt heeft laten varen, om op zijn eigen manier de menschen tot 't goede te brengen, zich naar de woorden gedragende van Frederik de Groote: z/Iedereen zal op zijn eigen houtje zalig worden,'* er is in hetgeen de opperbevelhebber van het Heilsleger zegt, veel waars. Wat de politie en de kerk door kerker en dogma niet vermogen, dat doen de mannen van de salvation-army met hun vroolijke liedjes en guitige voordrachten Ze brengen het gespuis, dat van God noch gebod wil weten, wat nooit in een kerk komt en met het strakke gelaat en den zalvenden toon van een do mine spot, toch op den goeden weg. Ik sprak dan ook na de meeting van Maandag een onzer meest geachte predikanten, die met bewondering over deze be weging zich uitliet en erkendegeneraal Booth doet aan de maatschappij meer goed dan alle kerken te zamen wat wij niet vermogen, zei de predikant, dat kan hij, omdat hij het lagere volkje weet te pakken. Werkelijk voegde de geachte Evangelie- dienaar er bij, wij dominees hebben de fout van te meenen, dat alleen ons recept goed is voor de zieke maatschappij, maar ik beschouw Booth als een geestelijk homoopaatzijn middelen zullen op den duur hetzelfde effect hebben als de onze, maar ze zullen beter vat hebben op de gestellen, die reeds door 't socialistisch vergif zijn aangetast. Ik meende over dit onderwerp dat hier nog al aan de orde is een enkel woord te moeten zeggen; in de beschrijving van de meeting, die door duizenden werd bijgewoond, zal ik niet treden. Men weet [uit vroegere verslagen hoe het er toegaat: levendig, luidruchtig, zonder plechtigheid. Doch En nu zult gij wel zoo goed zijn handelend op te treden z/Morgen begin ik den veldtocht," hernam Wen lock, //en dan zal ik spoedig verslag van den toe- stand van zaken geven. Goeden morgen, generaal." Toen vertrok de inspecteur, zonder moeite te doen om Cripps goeden dag te zeggen. XVII. Ongeloof beschaamd. Matthew Wenlock, dacht 's avonds eens op zijn gemak na, over de vreemdsoortige geschiedenis, welke generaal Warmington hem verteld had. Hoe meer hij de zaak overwoog, hoe meer zijn verstand zich verzette tegen de mogelijkheid, dat de eene mensch zooveel invloed over den anderen kan hebben, dat men zijn daden niet meester is. ,/Het zijn praatjes voor den vaak," mompelde hij en stopte opnieuw zijn pijp, die hij, tijdens hij in gedachten verzonken zat, had laten uitgaan. //Zulke uitvluch- ten," vervolgde hij, ,/zijn zoo lomp mogelijk en zullen den jonkman niet redden van de straf voor zijn feiten. Het spijt mij voor hem, want het was waarlijk een fatsoenlijke jongen. Ik kan er niets aan doen, maar als ik hem zonder kleerscheuren uit dat complot kan krijgen, dan ben ik zulk een groot man, dat de wereld te klein voor mij is. Het eerste ding, dat er nu gedaan moet worden, is een visite aan dien Craddock Liphtwaite te brengen. Nu hoop ik maar, dat ik beter als Sam Britton zal slagen. Ik heb een goed denk- beeld, ik ga met lokaas werken en ga het maar vast in orde brengen." Wordt vervolgd.)

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

De Schiedammer | 1890 | | pagina 2