onpasselijkheid en neiging tot braken en ging vroeg naar bedden volgenden morgen vond de moeder hem dood. De knaap was in een begrafenisfonds voor f 125 verzekerd. Naar men verneemt heeft wijien Dr. Mr. Van den Bergh, in leven Ned. Ger. (doleerend) predikant te V oorthuizen, aan de doleerende kerk aldaar vermaakt f 5000 voor het bouwen eener kerk en pastorie, f 3000 voor eventueele proces- kosten en f 2000 voor de scholen met den Bijbel te Voorlhuizen en Zwartebroek, benevens een jaar- lijksche bijdrage aan ieder der beide scholen van f 300, tot zoolang de beide kinderen van den over- ledene meerderjarig zijn. De beweging der bakkersgezellen gedurende dezen winter doet, zegt de Ned. Bakk. C/., hare nadeelige gevolgen reeds gevoelen. Nooit heeft de bakkersgezel in de provincien vernomen, dat te Amsterdam zulke hooge loonen gegeven worden. Gepasseerden winter heeft hij dit in alle couranten kunnen lezen, en nu April, het tijdstip, waarop veel jaarhuren in de provincien afloopen, achter den rug is, komen uit alle provincien bakkersge zellen naar Amsterdam, om ook van die mooie loonen te komen genieten. Dat deze vele aanbie- dingen van personeel op de loonen drukken, be- hoeft nauwelijks gezegd te wordenwij weten gezellen aan te wijzen, die dooi goedkoopere krach- ten werden vervangen. Het College voor Zeevisscherijen zal dit jaar zijne jaarlijksche algemeene vergadering houden te Scheveningen, 30 en 31 Mei, in het Hotel Ranch. J. Spoelstra, van Marssum, heeft Woensdag de eerste nieuwe aardappelen van den kouden grond den Commissaris des Konings in Friesland aange- boden. De oudste bewoonster van Roermond, de wed. Wilms, is overleden. Zij bereikte den leeftijd van 99 jaren en 4 maanden. In tegenwoordigheid van verschillende auto- riteiten werden Woensdag, ter beproeving van het nieuwgebouwde fort Diemerdam, daar de eerste schietproeven genomen met de zware kanonnen, daar aanwezig. De kogels vlogen over het fort Pampus de Zuiderzee in. Men berekent, dat in ons land op den leell tusschen 20 en 50 jaar jaarlijks 5245 personen aan tering sterven, dat is 61°/0 van de sterfte op dien leeftijd. Het aantal sterfgevallen aan die ziekte be- neden de 20 jaar is ook zeer aauzienlijk. Aan in- richtingen als Ventnor, Gorbersdort, Falkenstein, Davos enz. geneest zoo word', beweerd van elk viertal teringlijders gemiddeld een. Quatre Bras eu Waterloo. H. De Prins reed met die tijding terug naar zijn hoofdkwartier en van daar weer naar generaal Wel lington te Brussel. Bij de her< ogin van Riohmond zou dien avond bal zijn, en de Prins, die wel van een pretje hield, maar in de ure des gevaars liever te midden der zijnen was, scheen geen plan te hebben dat bal bij <o wonen, want hij gaf in zijn hoofdkwartier te kennen, dat hij dien avond weer zoo als ge- woonlijk tegen 7 uur terug zou zijn. Als er wat gebeurde, lag de divisie van den Prins het eerste aan de beurt. Nu zal men opmerken, dat de Prins nog zeer jong was, 22]/s jaar, en dus vragen, was deze in staat den overweldiger het hoofd te bieden? Toch was de Prins al vier jaar in dienst en had zijne opleiding niet op de academie, maar onder Wellington op het slagveld in Spanje genoten. Wellington noemde hem spoedig een zijner meest geschikte stafofficieren, en droeg hem, toen hij ongeveer een jaar in dienst was, reeds voor de gouden eere-medaille voor. Dit was een onderschei- ding gelijkstaande met de Militaire Willemsorde met dit onderscheid, dat men de medaille niet k in krijgeu, of men moest bevelhebber van een afdee- ling" zijn geweest. Wellington was karig met het uitdeelen van decoraties, dus wij mogen wel aan- neinen, dat er heel wat gebeurd is, alvorens die veldheer naar Engeland schreef, //hij (de Prins) valt nu niet juist in de termen voor die decoratie, maar hij verdient ze toch." In 1813 zien wij den Prins door Wellington be- last met een zending naar Engeland, om mededee- lingen te doen omtrent de situatie van het leger en de details der krijgsverrichtihgen in Spanje, een zending, waartoe het talent van een stafofficier noodig is, om er zicli naar behooren van te kwijten. Voegt men nu hier nog bij, ilat den Prins in Spanje een paard onder bet lijf doodgesciioten werd, en hij daar dus reeds blijk van de onversshrokkeulicid gegeven had, waardoor hij later zulke onwaardeer- bare diensten zou bewijzen, dan blijkt het, dat Wellington wel wist wat hij deed toen hij den Prins als chef van de veldwacht over zijn gekan- tonneerd en verspreid leger benoemde. Keeren wij terug tot de gebeurtenissen op 15 Juni. De Prins rapporteert zijn bevinding aan den Hertog, en schijut nog in den loop van den dag een bericht te hebben onlvangeu van een lichte schermutseliiig, gevolgd door het aftrekken van den vijand. De Hertog en de Prins zijn beiden van meeuing, dat er niets dan een gewoon klop- partijtje aan de grenzen heeft plaats gehad. Z, K. H. moest hedenavond het bal maar met zijn bezoek vereeren, moet de hertog gezegd hebben, en zijn reis naar zijn kwartier Braine le Comte uitstellen, de elite van Engeland en Brussel verschijnt heden avond en mankeert nu Oranje dan valt het heele bal in duigen. Oranje gevoelt, dat hij tegenover de adelijke landgenoote van zijn bevelhebber de e'iquette moet in acht nemen. Er is geen gevaar, de meester zal wel scherper zien dan hij. De Prins belooft, dat hij komen zal, maar liever toch was hij te midden van zijn troepen. Eerst denkt hij om zijn volk, dat nog onder de wapenen staat. De generaal en chef pret maken en het volk onder de wapens blijven, dat gaat niet op. Laat de troepen maar inrukken, schrijft bij den chefs van den generalen staf, maar morgen, om vier uur, moet alles weer onder de wapens zijn. De Hertog van Wellington, schrijft hij aan Gene raal de Constant Rebecque, wil dat ik hier blijve, maar uiterlijk een uur ben ik van nacht weer in inijn hoofdkwartier terug. Oranje was op het bal, maar de geest van Oranje was op het krijgsveld. In dien tusschentijd was Napoleon stilletjes met zijn arinee over de grens getrokken, en had de Pruisische legermacht al den eersten stoot onder- vonden. Zij was reeds geretireeid. In het Hoofdkwartier weet men tegen 10£ uur nog niet veel meer, dan dat Charleroi bedreigd wordt en Pruisische voorposten zijn aangevallen. Er worden voorbereidende maatregelen genomen, om de troepen wat meer samen te trekken. Zij moeten om een uur opmarcheeren naar Nivelles, een weinig Oostelijk van Quatre Bras gelegen. Voor bet overige kon men niets doen, dan afwachten de dingen, die komen zouden. Het bal nam een aanvang en was zeer geani- meerd. Onverwacht ontvangt de Hertog van Wel lington in de balzaal een brief van den Pruisischen generaal Bliicher, met het bericht, dat hij morgen waarschijnlijk door de geheele armee van Napoleon aangevallen zal worden. Eenige oogenblikken later komt er een renbode, in de gedaante van een kapitein, die het vlugste paard had, bij den Prins, en vertelt, dat de vijand zich reeds vertoond had ten zuiden van Quatre Bras. Zonder dat men nog dadelijk zich rekeuschap had gegeven van het gewicht van dat punt, rap- porteerde generaal baron de Constant Rebecque, dat hij reeds begonnen was met troepen op Quatre Bras samen te trekken. Het bal was geeindigd, of liever ieder sloop weg, want het eeue militaire bevel na het audere volgde, de dansers hadden niet eens tijd hun dames behoor- lijk vaarwel te zeggen, sommigen konden zich niet eens verkleeden, zelfs de Hertog werd nog dien dag, die daarop volgde, in hetzellde toilet als in de balzaal gezien. Oranje was voor twee uur in den nacht nog in zijn hoofdkwartier te i raino 'le Comte. Er is nu overal alarm. Verscheidene geructiten zijn in omloop, dat de vijaDdelijkheden van mee gewicht zijn, dan men greep van dien man, zij voelde reeds zijn iuvloed maar al te zeer, en vreesde reeds voor dien wil, welke krachtiger dan de hare was, te zullen be- zwijken. Maar haar zwakheid was slechts van korten duur, en al haar geestkracht ontwik- kelende, keek zij hem stoutmoedig aan, en riep ,/Uw tafreel van de toekomst heeft niets aan- lokkelijks voor mijzelfs aan de zijde van den v man, dien ik bemin, zou zulk een verheven stand- punt mij* niet kunnen behagen besef nu eens hoe afschuwelijk mijn lot zou wezen, als ik zulk een standpunt in de Maatschappij moest innemen aan de zijde van hem, dien ik haat en veracht. Iloud op met uw ijdel pogen, en zeg mij kort en bon- dig, wilt gij David uit de boeieu ontslaan, waarin gij hem geklonken hebt ,/Kunt gij die dwaze liefde niet uit uw hart bannen," riep Lipthwaite met een grijns. ,/Doch dat is niets, dat zal toch spoedig genoeg gebeuren. Onderwijl gaat gij niet weg, of wij zullen eerst eens zien, wie de sterkste is. Dwaze meid, met mijn halve wilskracht ontnam ik u uw David, en als ik mijn geheelen wil op u gebruik, kunt gij mij niet weer- staan. Rhoda Harding, uw lot is beslist, nu gij u hier gewaagd hebt, want David is u nu voor altijd kwijt." Was het vtrbeelding of werkelijkheid, Rhoda had weder dat zelfde gevoel, dat haar vroeger in haar kamer overvallen was, het scheen als of weder- om die duizer.de lichtende puntjes voor haar oogen dansten en alsof die vormelooze massa op nieuw aanwezig was. Zij rilde en werd zoo bleek als een doode. //Victoria," riep Craddock, //gij behoort mij nu met lichaam en ziel toe, kom, bied niet langer legenstand, het is toch vruchteloos, laat ik mijn overwinning vieren, en u met uw nederlaag con- doleereu met den kus der liefde." Hij liet haar middel los en wilde haar omhelzen. Iu doodsangst greep Rhoda hem bij zijn baard en duwde zijn hoofd op zijde. Zij wilde om hulp schreeuwen, maar de tong scheen in haar rnond verstijfd, zoodat zij geen geluid kon geven. z/Voor den duivel laat los," riep Craddock, die een onuitstaanbare pijn had, door dat de krachtige meisjishand zijn baard bijna uitrukte. Op eens schoot het Rhoda als een lichtstraal door haar ziel, dat David daar aan huis was, en dat zij het ver- mogen had, om hem bij haar te laten verschijnen. Haar besluit was nu genomen, en haar voile wilskracht te baat nemende, eischte zij, dat haar verloofde haar te hulp zou komen. Nauwelijks was die eisch in haar geest gedaan of een haastige stap was hoorbaar op den trap, er werd aan de deur geklopt, en toen er geen binnen geroepen werd, vloog deze opeu en trad Acland in de kamer. Het tooneel, dat hij nuzag vervulde hem met verbazing en woede. Craddock Lipthwaite had nog altijd Rhoda omvat, om haar te kusse/n, en de krachten van het meisje om hem af te weren raakten uitgeput. Maar zoodra zij haar David zag, was het alsof zij nieuwe krachten kreeg, en daardoor kon zij roepeu „Gered, gered, lieve David help." Als een leeuw sprong de jonkman op Craddock toe, en rukte zijn arm van het meisje af, zoodat zij los kwam, toen greep hij hem bij de keel en oppervlakkig denkt. Nivelles of Quatre Braswaren vroeger, (om een verzamelpunt voor de verspreid e troepen te hebben) als punt van opmarsch aange- wezen, ais er iets gaande was. De generaal Bern- hard, tlertog van Saksen Weimar, had van den officieder Marechaussee gehoord, dat Charleroi reeds door de Pruisen, die daar iagen, was ont- ruimd, daaruit door de Eranschen verdreven. Hij wac'tit B-iet .eens de order uit het hoofdkwartier af, maar was op eigen houtje reeds op marsch naar Quatre Bras gegaan. Hij geeft daarvan rapport aan de divisie-generaal de Perponcher. //Goed zoo," zegt deze, ,/staan blijven waar je staat, ik zal je nog een paar bataillons versterking sturen." Gene raal de Constant nu van Perponcher vernemende, wat er gebeurd was, keurt het ook goed. Vervol- gens had er te Frasnes (5/4 uur zuidwaarts van Quatre Bras), waar een voorpostenketen van de macht te Quatre Bras stond, 's avonds tegen 6 uur al een aanval van de Franschen plaats gehad. Ter- wijl alles op Quatre Bras wordt samengetrokken, en de generaals inzien, dat men, door dit punt te houden, meester van den weg op Namen blijft en daardoor Bliicher kan te hulp komen, of hulp van dezen kan krijgen, komt de order van Wellington om te Nivelles, oostelijk van Quatre Bras, samen te trekken. De drommel, zegt generaal Perponcher, papa Wellington weet niet, wat er te Frasnes is voorgevallen, anders zou hij dien order niet geven. En zoo liet hij in strijd met het bevel het bataillon jagers van Grunebosch nog om twee uur naar Quatre Bras oprukken. De Prins hoorde toen hij in zijn hoofdkwartier kwam, dien berg rapporten aan, en keurde alles wat de generaals op eigen houtje in zijn afwezigheid gedaan hadden goed. Hij keurde het ook goed, dat de order van Wellington om de troepen op Nivelles samen te trekken niet uitgevoerd was, en was het er mede eens, dat men Quatre Bras moest zien te be'nouden. Na nog eenige beschikkingen gemaakt te hebben, reed hij naar Quatre Bras, waar hij 's morgens te 6 uren aankwam. Zoodra de dag aan den hemel kwam, waren daar de poppen reeds aan het dansen gegaan. Het kanon donderde reeds, toen de Prins dat punt bereikte. Aan Wellington kwam het rapport, dat men in strijd met zijn bevelen alles op Quatre Bras in plaats van op Nivelles had samengetrokken, de ervaren, voorzichtigfe krijgsman fronste even de wenkbrauwen, daoht na, hij moest dien Nederland- schen generaals met hun chef, den Prins, toch gelijk geven, en nu luidde hpt kommando: Alles naar Quatre Bras." Het was gemakkelijk gezegd alles naar Quatre Bras, maar de troepen moesten van uren ver uit hunne kantonnementen komen. 4630 man Nederlandsche troepen met 8 kanon- stukken staan om 6 uur in den morgen van den I6en te Q.uatre Bras. 5 kwartier a l'/2 uur gaans zuidwaarts van Quatre Bras, staat bij Frasnes reeds 5000 man infanterie en 1800 man cavalerie der Franschen, welk laatste wapen in die dagen vrij wat meer te beteekenen had dan nu. De Prins heeft geen enkel ruitertje. Was Van Merlen er maar met zijn brigade lichte ruiterij, maar Van Merlen was nog ver af in Z.-W. richting. Drie stukken van de acht zijn reeds in het vuur. De jagers van Grunebosch zijn ook al aa.n het kloppen geweest. Laten wij om's hemels wil dat boeltje maar eens eerst gaan verkenuen, zeide de Prins, dan kunnen wij zien wat wij doen moeten. Laat dat toch aan de staf over, Prins, smeekte generaal de Constant, ziet gij niet, hoe de Fransche ruiters hunne karabijnen op u aanleggen? Oranje was aan dat oor hoorende doof, hij liet de ruiters bedaard op hem schieten, verkende en zag, dat alles iu den omtrek door cavalerie en infanterie bezet was. Wat men van plan was,, wist hij niet, evenrain, wie de geduchte oorlogsman (Maarschalk Ney, bijgenaamd de dapperste derdapper- sten) was, die tegenover hem stond. De drommel, denkt de Prins, zoo meteen sturen zij mij al die ruiters op mijn dak en die slaan smeet hem naar de ander zijde van de kamer. Rhoda strompelde naar de tafel met een gevoel of zij elk oogenblik buiten keunis zou raken, maar toen zij met de eeue hand een oogenblik op de ta fel geleund had, kwam zij tot haar zelve en was zij weer het moedige meisje van voorheen. Lipthwaite had wel wat anders te doen, dan om Rhoda onder zijn invloed te houden. David was nu een tijger van verwoedheid, en als hij niet oppaste, werd hij door den jonkman nog dood geslagen. Plotseling een sprong op zijde doende, om den slag van den jonkman, die een os geveld zou hebben, te ontwijken, green hij hem behendig aan en poogde hem op den gronirte smijten. Lipthwaite was ijzer- sterk, maar nu had hij zijn meester gevonden, want eer hij er aan dacht lag hij zelf op den vloer, en was de knie van den jonkman op zijn borst geplaatst, die met oogen glinsterend van woede zijn borstbeen trachtte te verbrijzelen. z/Onbeschofte slaaf," zeide Lipthwaite met be- nauwd geluid en vestigde zijn blik op den jonkman. ,/Hoe durft gij dat te doen. Ga dadelijk de kamer uit, en dan zal ik uw gedrag vergeven. Hoort gij mij niet, ik wil het." David liet hem los en barstte in een spotlach uit. ,/Is die man krankzinnig," riep hij. ,/Hoe durft hij nog zulke dwaze taal tegen mij uitkramen. Heeft het pak slaag, dat ik hem toegediend lieb, zijn zin- nen beneveld, dat hij mij nog durft te kommandee- ren. Ja," zeide hij, „ik za lde kamer uitgaan, maar het zal zijn om die jonge dame te begeleiden, die gij hier heen gelokt en beleedigd hebt. Ik zal die eerst in veiligheid brengen, en dan kom ik terug, om nog eens afrekening te houden." dat handje volk, dat ik (hier heb, als kaf door elkander. Hij denkt, wij zullen ze eens beet nemen. In vroeger dagen was het de gewoonte om maar t/10 van de hoofd macht in voorposten en tirailleurs op te lossen. De Prins lost nu bijna zijn geheele troep in tirailleurs en voorposten op, en laat van tijd tot tijd zijn troepen zich anders kleeden. De Franschen, die overal op voorposten en tirail leurs stuiten, en naar hun meening telkens andere troepen zien, hebben geen gedachte, dat iemand zoo dwaas zal zijn zoo tegen alle regelen der krijgs- kunst in, zijn troepen bij kleine hoopjes te gaan verspreiden. Daar zit een macht van belang denkt Ney en de Keizer heeft zijn mannetjes te hard noodig, om ze bij heele hoopen te laten neerschie- ten. Houdt ze maar zoo'n beetje aan den praat, zegt hij tot zijn volk, wij zullen eerst wat meer macht aan laten rukken, voor dat wij onzen neus in dat wespennest steken. De prins ziet den vijand weifelen met den aanval, de voorposten tirailleeren wel onophoudelijk, maar van doordringen of avanagj-ren is geen sprake. Oranje denkt, misschigu heeft men mij bij den neus. Mogelijk is dat allemaal een schijnvertooning om mij bezig te houden, en heeft men het op Ni velles gemunt. Wij hebben tegen de order van Wellington ge- handeld, en nu zal het ons zuur opbreken. Tegen 10 uur komt Wellington te Quatre Bras. Wat moet ik doen? vraagt de prins. Wellington kon ook al niet veel zeggen omtrent de plannen van de tegenpariij. Hij maakt er zich af met te zeggen, //ga je gang maar, het is in goede handen, en rijdt naar Sombref, om Bliicher te spreken. Maar om een uur kwam de aap uit de mouw. Ney had toen ruim 15 duizend man infanterie, 1800 ruiters en 38 kanonnen bij elkander, en daar- mede kon men de kans wageu. In dien tusschentijd waren er troepen te Quatre Bras aangekomen en bedroeg de legermacht van den prins 6800 man infanterie en 16 kanonnen, maar steeds ontbrak nog de ruiterij. Napoleon zelf is een paar uur gaans meer Oost- waarts met Bliicher bezig en vecht bij Fleurus, en Ligny, Ney zou de Engelschen tegenhouden, om te beletten, dat zij de Pruisen te hulp kwamen, of nog beter pogen zich met zijn legermacht, tusschen de Engelschen en de Pruisen te plaatsen. Om dat te kunnen doen, moet de stelling bij Quatre Bras in zijn handen zijn. De Pruisen werden dien dag deerlijk geslagen, en waren nu beide corpsen van elkander afgesneden, dan zou morgen de beurt aan Wellington gekomen zijn, welke zoodoende, niet eens tijd krijgende om zijn troepen op te stellen, eveneens ongenadig op zijn japon zou hebben gehad. Het was door de ijz^ren volharding, waarmede te Quatre Bras stand gehouden werd, dat de leger- opstelling te Waterloo mogelijk werd. Generaal Gneisenau, de Moltke, van het begin dezer eeuw, getuigt openhartig, dat de mannen van Quatre Bras de redders van Europa zijn geweest. Twee uur van daar stonden de Pruisen op het punt totaal vernietigd te worden, want reeds was hij geslagen, toen er een heel legercorps van het slag veld van Ligny moest afmarcheeren, om Ney een handje te helpen bij Quatre Bras. Dat hierdoor de Pruisen lucht kregen is te be- grijpen, eveneens dat daardoor weer een weinigje harder bij Quatre Bras gevochten moest worden. (Wordt vervolgd.) Schiedam, 26 Mei. Het belangrijkste onderwerp, of liever gezegd, het meest besproken onderwerp, is deze week in onze gemeente het Leger des Heils. Reeds sedert eenigen tijd werden door de in Rotterdam uitgezette veldwacht circulaires gezonden, mannen om net terrein te verkennen en door het verspreiden van den ,/Oorlogskreet," de gemoe- deren aan het gisten te brengen. Daar verscheen het strooibiljet met de kennis- geving, dat het Koninklijk leger was opgerukt en Vrijdagavond een hevig vuur zou openen tegen de //Kom Rhoda," riep hij, bood het nu bevende meisje zijn arm aan, geleidde haar de kamer uit, en was weldra met haar op straat, waarna zij zich gezamenlijk met haastige schreden ^an het huis verwijderden, waarin zulke vreemde dingen waren gebeurd. XIX. Naaii den Generaal. De buitenlucht en het gevoel van veiligheid, toen het meisje zoo aan den arm van haar David voortschreed, verdreef bij haar weldra alle ontroe- ring, die het schokkende tooneel van zoo even ver- oorzaakt had. Haar stap werd weer vast, en het snikken, dat zij in de eerste oogenblikken, toen zij op straat kwam, onwillekeurig deed, hield weldra op. Zij liep weer als gewoonlijk, met den trots van de vrouw, die den man vergezelt, dien zij lief heeft. Tot nu toe hadden zij geen woord gewisseld. Toen begon Rhoda /David, zeg, zijt gij niet boos op mij P" //Boos, waarom hernam hij. Ja, boos ben ik, maar niet op u. Ik begrijp er alles van; gij kwaamt, om mij te spreken en door een vergissing hebben zij u naar de kamer van dien ouden schob- bejak verwezen, die maar dadelijk de vrijheid nam u onbeschoft te bejegenen. Maar hij zal het weten, dat hij dat gedaan heeft, ik zal spoediger dan hem lief is eens een woordje met hem spreken, dat hem laDg heugen zal," en bij deze laatste woorden knarste hij nog op zijn tanden van verkropte woede. Wordt vervolgd

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

De Schiedammer | 1890 | | pagina 2