Burgerlijke Stand. moeielijksle omstaudigheden, nog een glimlach op de lippen kunnen br ngen. Bezield met een gloeienden haat tegen Napoleon, die zijn vaderla id en zijn vorstenhuis vrrnederd had, stood hij op, at en dronk, en vlijde hij zich op zijn veldleger neder, terwijl maar een gedachte zich van zijn brein had meester gemaakt, laten wij de Franschen op hun jak zitten. Staatslieden schopten, volgens Bliicher, den boel rnaar in de war, en wanneer die genoeg geleuterd hadden, dan geleek de geheele boel een touw vol knoopen, die de huzaar met zijn sabel moest doorhakken. Kwam men hem met kaarten aan, dan zeide hij, daar ligt Parijs, en daar moeten wij wezen. En toch liet die ontembare huzaar zich leiden door den chef van zijn generalen staf, omdat, zooals hij zich in zijn huzareutaal uitdrukte, die er ver- stand van had, den Franschman spoediger op zijn wammes te komen. Zijn eenigste begeerte was, om voorwaarts te komen met het woord /voorwaarts" liep hij den geheelen dag op de lippen, vandaar zijn bijnaain van generaal n voorwaarts." W ordt vervolyd. Schiedam, 10 Juni. De gemeenteraad alhier zal Woensdagmiddag te If uur in openbare zitting vergaderen, er be- handeling van de volgende onderwerpen lo. Ontwerpbesluiten tot betaling uit den post voor onvoorziene Uitgaven van-, tot het doeu van af- en overschrijvingen op- en tot verhooging van of toevoeging aan de ge neentebegrooting voor 1889; alsmede tot betaling uit den post voor Onvoor ziene Uitgaven van- en het doen van af- en over schrijvingen op de gemeentebegrooting voor 1890 2o. Missive van den schuttersraad tot het doen van af- en overschrijvingen op de begrooting der dd. Schutterij voor 1889 3o. Ontwerp besluiten tot het doen van af- en overschrijvingen, op- en toevoeging aan de begroo- tingen voor het Burgerlijk Armbestuur en het Stads-Ziekenhuis voor 1889; 4o. Yoorstel van Burgemeester en Wethouders, in overleg met de Oommissie tot herziening der plaatse- lijke belastingen, tot wijziging van art. 3 der Verorde- ning regelende de heffing der Plaatselijke directe belasting 5o. Voorstel der Commissie van toezicht op het Lager Onderwijs tot uitbreiding van het hulpper- soneel aan de 2e openbare armenschool met een onderwijzer der 3e klasseWelke stukken alien ter visie zijn gelegd, ten einde te worden behandeld. Benoeming van leden der vaste raadscommis- sien, Idem van een lid der Commissie van toezicht op het Lager Onderwijs. Ad res van de afdeelivg Schiedam van het Nederl. onderwjzersgenootsch.ap, om gebruik van het vroegere gymnastiek-lokaal achter het Postkantoordes Zaterdagnamiddags. Ad es van C. Mol te Breda om kwijtschelding van het nog resteerende bedrag wegens verbeurde boete voor te late levering van houtwaren aan de gemeen- te. Adres van R. B. Reggelman om afstand in eigendom van 4 centiaren gemeentegrond, gelegen aan de Laan. En verdere voorstellen en rnede- deelingen. De heer H. H. Veder, predikant alhier, komt voor op het drietal, waaruit de Ned. Ger. Gem. te Rotterdam e;ntdaags een beroep denkt te doen. Ook hier ter stede doen zich onder verschil- lende verschijnselen gevallen van influenza voor. Een jongen, K. S., die Donderdag j.l. van den spoelingkistwelke zich op de 's Graven- landsche kade bevond, een koperen uitlooppijp heeft gestolen, is door de politie alhier aangehouden, die tegen hem proces-verbaal heeft opgemaakt. Hetzelfde lot deelden J. A. De R., die in den nacht van Maandag op Dinsdag j.l. 1 oude en 0 jonge eenden gestolen heefl uit het Spui- kanaal bij de Vijf Sluizen alhier, ten nadeele van de boutschieters, de gebroeders S., en J. De V. ter zake van heling daarvan. Zondagmiddag zat een paard behoorende aan Vrijenhoek in de Heilen in een sloot, en kon daar niet weer uitkomen. Eenige mannen hebben het dier met touwen op het droge getrokken, waarna het, schijnbaar niets mankeerende, weder ging grazen. Gisterennamiddag had in de branderij van den heer H. Houtman aan de Willemskade een vechtpartij plaats, tusschen den meesterknecht en den onderknecht, waarbij eerstgenoemde een lichte wonde aan het achterhoofd opliep. Een der meest gewaardeerde beoefenaarsters der belletrie is, volgens bericht uit Padang, over- leden. Mevrouw F. J. J. A. IJzermanJunius, meer bekend onder haar nom de guerre //Annie Foore," den 26 Maart 1847 geboren, begon haar letterkundige loopbaan in het tijdschrift Neder land, met de novelle //Belofte volbracht". Meerdere volgden op deze eersteling, welke later verzameld zijn uitgegeven in een bundel, getiteld: //Een maar deelbaar". Van de romans, die door haar zijn geschreven, maakten het meest opgang z/De Koloniaal en zijn Overste", ,/De van Sons," //Florences droom," enz. Ook werden door haar een paar tooneelstukken geschreven, terwijl zij her- haaldelijk feuilletons aan Eigen Haard afstond. In Februari '73 trad zij in het huwelijk met den ingenieur J. D. IJzerman, en vertrok met dezen naar Indie. De tijding van den vroegen dood dezer zoo zeer gevierde schrijfster, zal stellig door elkeen, die haar werken kent, met smart ontvangen zijn. De processien naar de graven der Gorkum- sche martelaren bij Brielle vangen aan op 9 Juni a.s. en eindigen op 18 Augustus d. a. v. Uit niet minder dan 34 verschillende gemeenten worden be- devaartgangers verwacht. Op 26 Juni kan de processie uit Delftshaven en Ouwerschie, op 31 Juli die uit onze stad en op 6 Augustus die uit Vlaardingen worden verwacht. Ouwerschie, 9 Juni. Ds. C. J. Leenmans H. Azn. alhier, komt voor op het zestal te Leiden. Kethel, 9 Juni. Onze predikant ds. P. S. Meerburg, heeft een beroep ontvangen naar de Ned. Herv. gemeente te Zevenbergen, en komt voor op het zestal te Leiden. Vlaardingen, 7 Juni. De gemeenteraad heeft tot wethouder benoemd den heer J. G. van Linden van den Heuvell, in plaats van wijlen dr. Bentfort. Door de harddraverij-veretniging De Een~ dracht alhier is nader besloten, op den 18 Juni a.s. niet twee, zooals aanvankeiijk het plan was, maar slechts een harddraverij te houden, en wel des voor- middags te elf uren voor paarden van zessen klaar, mits op de korte baan nog geen prijs gewonuen hebbende boven de f 200. De prijs zal zynflSO en de premie f 50. Aan de volksspelen zal nu meer uitbreiding ge- geven worden. Dezer dagen is door den Kerkeraad der Ned. Herv. Gemeente alhier het volgende 12-tal van predikanten opgemaakt, waaruit na het vormen van een zestal en drietal een beroep zal gedaan worden. Copner te Harderwijk, J. ten Kate te Harder- wijk, H. J. James te Warnsveld, J. Barger te Harlingen, H. J. ter Haar Rommeny te Haren, J. van der Veen te Langweer, C. J. Lammerink te Scheve- ningen, IJ. Bootsman te Zoetermeer, J. J. Sanders te Lichtenvoorde, P. J. Melle te Nijkerk, H. Zeijdner te Vollenhoven en W. Koelman te Pernis. Evenals in het vorige jaar zal de tooneelver- eeniging Varia in de a.s. kermisweek eene uitvoe- ring geven. Ingeschreven van 5 tot 10 Juni 1890. SCHIEDAM. GEBOREN5. Geertruida Maria, R. C., d. v. A. Eeuhuizen en E. M. Hille, Oostsingel. 6. Johanna Lamberdina Benedicta, R. C., d. v. W. J. C. Willemse en J. P. C. Heinsbroek, Schie. Maria Johanna, R. C., d. v. W. H. Maissan en J. Nie- man, Laan. 7. Helena, R. C., d. v. J. J. Schip- zien hoe de ouden hun nest opzoeken, dat dagelijks nog al dikwijls wordt verplaatst door het open en toedraaien der brug. Ook wanneer de brug geheel rondgedraaid is hebben ze hun woning direct ge- vonden. Quatre Bras en Waterloo. VI. Een Fransch generaal (Bourmont), twee officieren en eenige anderen loopen tijdens den opmarsch van Napoleon over en waarschuwen de Pruisen. Napoleon had dien opmarsch nog al geheim gehou- den, om zijn vijanden plotseling met zijn saam- getrokken macht te overvallen. Uit het heele l(,ransche leger rees een kreet van afschuw over dat ellendige, lage verraad op. Nu dadelijk opgerukt, zegt Napoleon, laten zij geen voordeel hebben van de wetenschap, door dat verraad verkregen. Napoleon had in Iiuslaud geleerd, wat de ge- volgen zijn, als men de voeding van het leger verzuimt, misschien had hij nog wel wat aan de grenzen willen blijven, om de convooien met levens- middelen, die altijd achter zijn, op te wachten. Nu wordt er in der haast opgemarcheerd. Uit de verhalen van eenige Franschen, welke dien tocht mede hebben gemaakt, zoomede uit ,yde Loteling" van Erckmann-Chatrian blijkt, dat de Franschen als duivels moesten vechten en honger leden, dat zij er bijna bij neervielen. In ,/de Loteling'' lezen wij, dat zij letterlijk blaften van den honger, dat zij knolrapen uit den grond trok- ken, om hun buik vol te sloppen, dat, overal waar zij kwamen, de boel door de terugtrekkende En- gelschen en Pruisen was opgegeten, dat zij die Engelschen, welke kjstelijk roast beaf kregen, benijdden, dat de een somtijds nog een stuk brood bewaard had, omdat hij als oudgediende vooraf wist, dat schraalhans keukenmeester zou worden, maar dat sommigen niets meer hadden, dat mtn in den nacht voor den Slag van Waterloo onder een plasregen rammelend van den honger op het bivouac lag, enz. Nu ziet men in dezen veldtocht zonderlinge verschijnsels. Als de Franschen op het punt staan de Pruisen te vernietigen, gaan zij niet verder, maar blijven staan. De krijgskundigen zeggen dit en dat, maar zit ten gewoonlijk met een vollen buik voor de schrijftafel. Het Westland is rijk aan producten, maar laat ecus twee hongerige bevolkingen gelijk aan die van Rotterdam en den Haag, en dan geen kinderen maar allemaal hongerige boerenjongens, gezond^ eters, er een paar dagen doortrekkeu, dan is er niets meer voorhanden. De Pruisen en Verbonden troepen en de Franschen betwistten elkander terreinen, die minder producten opleverden dan het gezegende Westland, en waar de bewoners zelven niet veel hadden daarenboven was ook de verhouding van de troepen, die in die str ken eten moesten tot lie menschen, die ze de kost moesten seven, erooter dan ze in het aangehaalde geval zou zijn. In Rusland had men de ondervinding opgedaan, wat het beduidt steeds voorwaarts te dringen zon- der aanvoer van vivres. Zoo ziet men Napoleon, die den 15den reeds groote voordeelen behaalt, omdat de macht, die er samengetrokken is kunnen worden aan de zijde der Pruisen uitersl gering is, daarvan geen gebruik maken. Hij had tot het hoofdkwartier te Sombref en Quatre Bras kunnen doordringen, zeggen de krijgskundigen. Doch de generaals, welke die troepen aanvoerden, moesten ook voor de voeding zorgen en moesten misschien ook wel op de convooien met levensmid- delen, die uit de richting van Frankrijk aankwa- men, wachten, want voorwaarts dringen is goed, maar er is ook een FTansch spreekwoord dat zegt ventre aflame n'a point d'oreilles, (een hongerige buik heeft geen ooren.) Altijd voorwaarts was goed, maar als dan ook maar aan dat gewichtig vereischte van den mililairen dienst, het hebben van ooren voor het kommando voldaan kon worden. En de Fransche soldaten dachten, ,/la gloire" is z/Gij ziet," vervolgde Craddock, terwijl een boos- aardige glimlach om zijn lippen speelde, z/mijn plaunetje is goed doordacht, gij kunt niet ontsnap- pen. Zoodra het donker is, zal ik u dien brief in de bus laten werpen. Daardoor zal de politie wakker gemaakt worden, gij wordt morgen in het huis te Marshgatestraat gearresteerd, met de Brazi- liaansche banknoten bij u. Farrel O' Donovan, zal, om er zonder kleerscheuren af te komen, kroongetuige* worden, en er is niets, dat u van levenslangen dwangarbeid kan redden, ja zelfs de maatschappij zal nog zeggen, dat gij nog veel te genadig behandeld zijt. Wanneer gij eenmaal in handen der politie zijt, zal ik mijn planuetje met de lieve Rhoda uitvoeren, en geloof nu maar geen oogenblik, dat zij door de mazen van het net zal ontsnappen, dat ik om haar heen trek. Zij zal de mijne wezen, hebt gij voor het laatst nog iets te zeggen?" Met afgrijzen zag David, hoe zorgvuldig den afgrond was gegraven, waarin men hem zou storlen, en hoe hij reeds onmededoogend naar den rand werd gajreven hij stamelde nu ,/genade." Aha 1" riep Lipthwaite, //val je nu op je knieen," en deed die woorden van een allerkwaadaardigsten blik vergezeld gaan. //Gij kunt even goed beproe- ven, om de oceaan ledig te scheppen, als om mij van mijn plan af te brengen. Ik zal nu maar beginnen met u geheel onder mijn invloed te brengen, ten einde een begin van uitvoering met alles te maken." Lipthwaite bewoog weer zijn hand en het ge aat Een kroongetuige is iemanddie tegen zjjn mede- beschuldigden getuigt, en daardoor vrjjspraak ofgenade krjjgt. goed en mooi, maar ik wenschte nu maar, dat ik mijn buik vol had, waut hoe verder ik Noordwaarts trek, hoe minder ik kans heb, dien vol te krij- gen, omdat ik daardoor des te verder van alien aanvoer van eetbare waar af ga. Zonderling genoeg, dat het onder een ruiter- generaal als Blticher gebeuren kon, maar in al de verhalen, die men omtrent dien veldtocht tegen Bliicher leest, merkt men niets van het kruisen van cavalerie-patrouilles, om de hedoelingen van den vijand te raden. Generaal Ziethen weet van overloopers, dat de vijand in aantocht is, en ziet eerst aan de legervuren, die 's avonds voor hem ontstoken worden, dat hij plotseling tegenover een aanzienlijke macht Fran schen staat. Bij ons daarentegen waarschuwt de marechausse, die mede patrouilleert lang van te voren, dat de vijand in aantocht is. Als hij den 15den om half zeveu voor Frasnes komt, staan er al kanonstukken en troepen van Saxen-Weimar, om hem het voort- dringen te beletten, en het treffen bij Quatre Bras mogelijk te maken. De krijgsgebeurtenissen tegen de Pruisen waren alzoo den 15en inname van Charleroi, terugdringen der Pruisen tot op een uur van Sombref. Den 16en aanvallen op de Pruisen bij Sombref of de slag van Ligny. Bij die gelegenheid werd vijf uur lang aller raoorddadigst en hardnekkigst in een dorp gevoch- ten. (St. Amaud.) Allerbloedigst waren hier de straatgevechten. Men vfflcht maar door, terwijl het dorp door bijna twee honderd stukken zoowel van de Franschen als de Pruisen gebombardeerd werd. Eindelijk raakte het in bra id. Tegen 8 uur trokken de Franschen met ruiters en geschut over gekwetsten en dooden heen, (die daar als het ware op sommige plaatsen opge- stapeld waren), dwars door het brandende dorp en vielen de Pruisen in het vlakke veld aan. Deze weken al vechtende, totdat de invallende duisternis een eind aan den strijd maakte. Men noemt dat afbreken van den strijd en het niet vervolgen van de Pruisen een groote fout van Napoleon. Bij een der ruiterijcharges in dien slag, waarbij Bliicher altoos, als hij er maar eenigszins gelegen heid toe had zelf mee ging vechten, werd het paard onder hem neergeschoten. Het dier storte in vollen reu neder, en Bliicher raakte er onder. De Fransche cavalerie zat hem bij die gelegenheid juist op de hielen, want zijn charge was mislukt. De adju 'ant werpt een mantel over Bliicher, om hem aan het oog te onttrekken, en zoo gaat de heele ruiterbende gedeeltelijk hem voorbij, en ge- deeltelijk over hem heen. Toen de Pruisen de ruiters weer terug gejaagd hadden, werd Bliicher onder het paard weggetrokken. Bliicher had zich nog al erg bezeerd, en moest tijdelijk het kommando aan Gneisenau over geven, waardoor het Pruisische leger er niet slechter aan toe kwam. daar deze Pr t.nr.h de z.iel van was, zijnde Bliicher beter geschikt om woedende ruiter- aanvallen te doen, dan om als generaal en chef te fungeeren. Bliicher zwoer, dat hij den volgenden dag weer te paard zou zitten. De anecdote zegt, dat hij zich dadelijk met rum liet inv rijvenen grof begon te vloeken, toen men daartoe het laatste uit de flesch ook nog wilde gebruiken. Er moest voor den dit en dat"ook nog wat in blijven, of dacht men niet, dat hij van binnen ook gesmeerd moest worden. Of die anecdote waarheid is weet ik niet, maar zij teekent Bliichers karakter. In merg en been huzaar, eerlijk, moedig krijgs- man, rondborstig, ja zelfs al te rondborstig in den omgang, zoo was Bliicher. De soldaat dweepte met dien generaal, omdat hij niet schroomde zich als gewoon huzaar zich naast hem te plaatsen en te gaan meevechten, met al het vuur van den jongeling, niettegenstaande er zeventig zomers over dat hoofd waren gegaan. Onuitputtelijk was hij steeds in huzarenuitdruk- kingen, die evenals de zeemansaardigheden, in de van den jonkmau nam weer die wezenlooze uit- drukking aan. z/Zie zoo," zeide Lipthwaite, #nu zijt gij weer op uw gemak," toen deed hij de aanklacht in een enveloppe, en zette er op i,Aan het hoofd der politie, afdeeling Recherche." z/Zie zoo, help nu ook eens een handje en zorg, dat die boeven gearresteerd worden, plak er een post- zegel op en steek den brief bij u." De jonkman gehoorzaamde, zonder den minsten tegenstand te bieden. //Zoo is het goed," zeide Lipthwaite, //ga naar uw kamer terug, rust op de sofa uit, totdat het donker wordt, anders hebt gij nog kans een hersen- koorts te krijgen, die mijn plannen zou dwarsboo- men. Zoodra het donker is, werpt gij dien brief in de bus. Steek nu die banknoten bij je, doe ze in den borstzak van je overjas, want het wemelt in Louden van zakkenrollers, en de goede Ier mag niet te kort gedaan worden. Denk er om, daar is voor f 120.000 aan bankpapier. Morgen, tegen den iniddag, wandelt gij naar den Ier, dan moogt gij nog eens goed naar de mooie wiukels en de drukte op straat kijken, want gij zult die in uw leven niet meer zien, daar gij wel veilig achter slot en grendel zult opgeborgen worden. Nu, dag jongen, ga slapen tot van avond, dat is mijn wil." Toen de langzame, afgemeteu voetstappen, waar- mede het slachtoffer de deur naderde, zich lieten hooren, sprong de luistervink op het portaal, die steeds op zijn knieen met zijn oor voor het sleutel- gat gelegen had, als een kat op, vloog onhoorbaar de trap af en het insteekkamertje in. Hij liet de deur daarvan op een kier staan, en bespiedde daar door den jonkman, die zich naar zijn kamer begaf. z/Genadige hemelzei de luistervink, //wie zou kunnen gelooven, dat dergelijke dingen in dezen tijd gebeuren. Mijnheer Wenlock zal over mij tevreden zijn, want ik denk, dat die Lipthwaite nu wel aan het einde van zijn loopbaan zal wezen, en dat die arme jonkman voor het lot zal gespaard worden, dat die schurk voor hem bestemd had. Ik heb nog drie uren tijd. Wenlock heeft gezegd, handel naar omstandigheden. Het zal mij ver- wonderen of de jonkman slaaptwas ik zeker van hetgeen die oude schurk wil doen, dan zou ik zelf gaan kijken maar ik durf mij niet verroeren v66r dat hij weg is, ging hij maar zijn gewone middagwan- deling doen, dan zou ik mijn slag slaan, want ik heb nu geen reden meer om hem te volgen." Alsof Craddock dien wensch gehoord had en daaraan dadelijk voldoen wilde, ging de salondeur open, en kwam de complotsmeder er in wandelcostuum uit. Hij had den hoed op het hoofd, een sigaar in den mond, en over zijn ge heele wezen lag zulk een waas van kalmte, dat hij veel overeenkomst had met iemand, die zoo even een heele groote som aan de armen heeft geschonken en nu over zijn eigen liefdadigheid tevreden is. Hij ging de trap af, opende de deur van de kamer van zijn slachtoffer, overtuigde zich, dat het sliep, en mompelde, ,/Zoo gaat het goed," en was een oogenblik later op straat. De luistervink bleef tien minuteu lang in zijn kamer, loerde of Lipthwaite niet terugkwam, en toen dit niet gebeurde, was hij overtuigd, dat de oude zijn gewone middagwandeling was gaan doen. Nu was het zijn beurt, om onhoorbaar de trap af te loopen en in de kamer van Acland te gaan. David lag op zijn stoel en sliep zoo gerust als een roos, geen spoor van de wanhoop en onrust, die even van te voren zijn trekken geteekend had den, was meer merkbaar. De luistervink keek met verbazing naar den rustigen slaap en de nu kalme gelaatstrekken van den jonkman. z/Zal hij wakker worden, als ik hem aanraak," zeide hij in zich zelven. ,/Ik hoop van niet, in elk geval moet ik het wagen, want ik kan hier niet langer blijven. Wat een grap zou het wezen, als de slavendrijver eens binnenkwam en mij door de politie als roover liet arresteeren." Hij glimlachte eens even bij die gedachte, en ontknoopte toen behendig de jas van den slapende. David werd niet wakker, en de luistervink haalde nu de bankbilletten en den brief uit zijn zak, en spoedde zich met den buit naar zijn kamer. Daar haalde hij een kooktoestelletje uit den zak van zijn manteljas, waarop een keteltje werd ge- plaatst. Hij stak de spiritus aan, tengevolge waar- van het water in het keteltje spoedig aan de kook was. De enveloppe werd in den damp van het water gehouden, en daarna opengemaakt, de brief werd er uitgenomen en door een blad wit papier vervaugen, waarna de enveloppe weer dicht gemaakt werd met gom, die de luistervink ook bij zich scheen te dragen. De rol banknoten verdween in zijn zak en een rol, die juist dezelfde dikte en lengte had, werd gemaakt van allerlei oud papier. Toen maakte de luistervink de kamerdeur open en scheen zich weer aan zijn beroep nluisteren" te wijden. (Wordt vervolgd.)

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

De Schiedammer | 1890 | | pagina 2