18 JUNI 1815.
Gemeenteraadszitting
Het was Zondag, de christelijke rustdag.
Cliristelijke rustdag o bittere spot.
Trommen roffelen, horens schallen, het zijn de
reveilles van twee heerscharen, die aan geen rust
dag denken, maar die zich gereed maken, om den
bloedigsten en hardnekkigsten kamp te strijden,
waarvan ooit de geschiedenis gewaagd heeft.
En als de railitaire signalen zwijgen, dan driugt
het zwakke gelui van de verwijderde dorpsklokjes
door, en herinnert hun aan den rustdag en aan
een Heer der heerscharen.
Daar ginder bidt men den Heer, om de rampen
des oorlogs van altaren en haardsteden af te wenden.
En uieuige krijger kail dan een inwendige ont-
roering niet ontgaan, als hij aan den stillen rustdag
in zijn stad of dorp denkt, dien hij altijd te midden
der zijnen vierde.
Voor velen zal die dag ook een rustdag worden,
maar het begin van de eeuwige rust.
Vrede op aard". Die blijde boodschap had al
ruim achttien eeuweu weerklonken.
Er was eens een tijd geweest, dat men uit eerbied
voor die blijde boodschap zich zooveel mogelijk
van bloedige worstelingeu op den rustdag onthield.
Vrede op aard" had het weerklonken bij de
geboorte van den Grooten Meester.
Er wareu stormen ontstaan en verschil over de
wijze, waarop de leer van dien Grooten Meester
moest opgevat worden.
De staatkunde had de verschillende verklaringen
van die leer gebruikt, om haar doel te bereiken.
ioen waren de volkeren door elkander geschud
en de velden van Europa hadden gerookt, van het
bloed.
Tallooze oorlogen, en de uitspattingen van een
zedeloos hof hadden op^ de schouderen van den
minderen man in Erankrijk een juk gelegd, dat
niet rneer te dragen was.
Het volk had het afgeschud, maar was tegelijk
in bandelooze uitspattingen vervallen.
In plaats van vrede op aard te brengen, had
het Erankrijks hoofdstad doen rooken van bloed.
Dat onschuldig vergoten bloed schreeuwde om wraak.
Er stond een genie op, dat de uitspattingen van
dat volk breidelde.
En hem werd de taak ook opgelegd de wraak
der volkeren over de wandaden der Franschen te
breidelen.
Hij slaagde daarin, en nu werd h(j zelf een
despoot.
En wederom rookten de velden van Europa van
het bloed, dat Napoleon vergoot, om zijn raacht
en aanzien te verineerderen, tot dat ook hij viel.
Heeds koesterde men, toen de wereldoverheerscher
op Elba was, de stille hoop, dat het nu toch
eindelijk vvrede op aard" zou worden.
En terwijl nu de kerkklokjes van de dorpen in
den omtrek van Waterloo aan het vrede op aard
herinneren, staat hij daar weer aan het hoofd van
een ontzaglijke macht, om //de vrede op aarde"
ohnieuw te verstoren, en zich ten koste van bloed
en tranen van een heerschappij te verzekeren, die
zich slechts opnieuw door bloedige slagvelden en
rookende pninhoopen zou kenmerken.
En tegenover hem staat een audere macht, die
ook door het klokgelui aan het //vrede op aarde"
liprinnerd wordt, en wel met weemoed in hot
hart de zondagsrust moet scheuden, maar toch
zonder aarzelen goed en bloed zal opofferen, om
de vervulling der profetie ^Vrede op aard," al is
het maar een geringe schrede, nader te brengen.
Dit was de zedelijke beteekenis van dien mor-
gen van den Slag van Waterloo voor alien, die aan
de zijde der verbonden mogendneden gestreden
hebben.
En nu wij over vrede op aard gesproken heb
ben, zullen wij de beschrijvmg van dien bloedigen
veldslag, waarbij 50,000 menschen gedood, gewoud
of verminkt werden, maar stil laten rusteu.
Bij dien volkeren-slag waren wij slechts een
handje vol volks, opgeiost in de vleugels van de
groote armoe.
Maar daar, waar het handje vol volks, tegelijk
met andere troepen of in den vorm van ruiterij
zelfstandig optrad, daar deed het wonderen van
dapperheid.
Napoleon poogde in het midden van dat volks-
leger door te breken, maar daar kommandeerde
een generaal in Engelschen dienst. Die generaal
had een Hollandschen naam, die aan een roemvol
verleden en een hoopvolle toekomst deed denken,
zijn naam was
WILLEM VAN ORANJE".
Hachelijk stond dikwerf de kans in dat centrum,
hetwelk onophoudelijk door kauonvuur geteisterd,
,/Binnenriep de generaal.
Martin, de leading detective van Wenlock trad
binnen.
z/Welk nieuws?" zeide de generaal, terwijl hij
met het vuur van een jongmensch naar hem toe
vloog.
Zonder een woord te spreken, gaf Martin een
stuk gevouwen papier over, dat de generaal snel
opaude, waarna hij met Rhoda, die aan zijn arm
hing, het volgende las
D. A. in arrest genomen. Hij komt dadelijk
voor den rechter van instructie. Wees gerust.
Zorg daar over een uur te wezen en breng mejuf-
frouw R. rnede.
M. W.
z/Gripps,riep de generaal, ,/mijn hoed en hand-
schoenoD. Ilaal dadelijk een vigilante met een
goed paard. Rhoda, zet je hoed op en zorg, dat
tante hetzelfde doet."
Rhoda was in een oogwenk klaar en hielp haar
tante, die zoo iets had hooren mompelen over
politie en rechter en erg tegenstribbelde om haar
mantel om te doen en haar hoed op te zetten.
Nu het beslissende oogenblik gekomen was, en
Rhoda wist, dat zij spoedig geroepen zou worden,
om al haar moed en zelfbeheersching in praktijk
te brengen, gevoelde zij er zich beter aan toe, dan
toen zij door den loop der omstandigheden tot
werkeloosheid gedoemd was.
In tien minuten was het rijtuig voor dedeur.
lante klaagde steen en been, dat zij naar zoo'n
afschuwelijke plaats als het politie-bureau moest,
het hielp haar niet veel. Zij werd in het rijtuig
geduwd, de generaal en Rhoda namen er mede in
door ruitercharges bestookt, en door infauterie-
colonnes aangevallen werd.
Op het oogenblik, dat Napoleon een laatste
wanhopige poging deed, om, v<56r dat de Pruisen,
(die hij even tot staan had gekregen) weer konden
bijspringen, het Engelsch-Hollandsche leger in het
centrum door te breken, raakte de Frins gekwetst.
Een half uur later was reeds het lot van Napo
leon beslist.
Hoe of de Prins het er als generaal en chef van
den sleutel der stelling van Wellington heeft af-
gebracht, heeft Koningin Victoria van Engeland
be wezen.
28 Juni 1845 werd de Prins, toen Z. M.
Koniug Wjllem II, door H. M. met den Engel
schen veldmaarschalksstaf begiftigd.
Dit was bij gelegenheid van een bezoek, dat
Z. M. met het stoomschip ,/Cycloop" aan Enge
land bracht. Zestien dagen bleef Z. M. in Enge
land en hield toen, met den Hertog van Wellington,
als Engelsch veldmaarschalk, een revue over de
troepen.
Overal, waar L. M. kwam, ging een oorver-
doovend gejuich op, geen straatgeschreeuw, maar
een kreet uit het hart voor den dapperen generaal-
veldmaarschalk, gewezen chef van het centrum van
het leger der verbonden Mogendheden.
Jaren lang bleef nog de herinnering aan Wil-
lem II bij de Engelsche volksklasse levendig.
Wilt gij het bewijs
In 1865 vierde men in een zeeplaats den 50-
jarigen gedenkdag van Waterloo.
Er waren daar veel Engelschen, die zich braaf
met Oranje tooiden.
Men maakte de Engelschen schertsend opmerk-
zaain, dat zij de kleuren van den Hertog van
Wellington moesten dragen.
Hierop werden zij boos, zij hadden het recht
even goed Oranje te dragen als wij, zeiden zij,
want al was Prins William of Orange onze Koning
geweest, hij was toch ook hun Generaal geweest.
In 1874 is er een kinderoptocht in Hellevoet-
sluis (vela Maassluissche loodsen zullen zich dien
nog wel herinneren). Onder vele allegorische voor-
stellingen was daar ook bij Wiliern II op een
zegewagen.
Een Engelsch schip ligt in de Marinehaven.
Nauwelijks komt een der manschappen, wien
men de groepeu stellig uitgelegd had, daar aan boord
vertellen, dat op disn zegewagen Willem II, de
generaal-veldmaarschalk van Engeland, de vriend
van de Koningin en van den Hertog van Wel
lington staat, of men is van oordeel, dat dit zoo
koud niet mag afloopen.
Een Engelschman salueert niet spoedig met de
vlag en is ook niet heel gauw opgewonden.
De optoeht trekt voorbij het schip, alle allego
rische voorstellingen laten de Engelschen koud.
Maar oj het oogenblik, dat de wagen, waarop
Willem II wordt voorgesteld, voorbij het schip
trekt, komt er plotseling een geestdrift in die koele
Engelschen, zooals men zeldeu bij hen ziet. Dan
gaat de vlag driemaal op en neer, dan vliegen de
matrozen in het want en wuiven met hun mutsen
en begroetten die voorstelling met een hartstochte-
lijk hoeiah 1
Die voorbeeldeu zeggen genoeg. Engelschen, die
het geluk hadden na den slag van Waterloo in
hun vaderland terug te keeren, zullen wel verteld
hebben, wie de Gene aal van het centrum was.
Zulke ridderlijke figuren blijven in de volksver-
tellingen voortleven, evenals de figuur van Richard
Leeuwenhart.
Den 22 Juni schreef Oranje onder meer aan
zijn vader
z/De generaal majoor van Merlen, een kundig
en braaf ollicier, is op het slagveld aan zijn wonden
overleden, ik neem deze gelegenheid waar Uwer
Majes'eit zijne nagelaten weduwe en kinderen aan
te be velen."
De generaal sneuvelde na een charge, terwijl hij
zijn brigade, die onder het werkdadig kanonvuur
der Frausche artillerie stond, achter een hoogte
liet teruggaan. Een kanoukogel nam toen het
het onderlijf van dien hoofdofficier gedeeltelijk weg.
ialrijk waren de offers, welke het ons dien dag
kostte, werpeu wij liever een sluier over al die
tafereelen van dood, verwoesting en afgrijselijke
verminking. Zeggen wij slechts in het kort, het
slagveld van Waterloo is gedrenkt met het bloed
van een 3200 tal zonen van Nederland.
De nagedachtenis van de mannen, die daar vielen,
moet ons heilig zijn.
Zij streden niet om lauweren te verwerven.
Neerland s zonen waren in alle oorden van Europa
gevallen voor doeleinden, die ons niet in het ininst
aangingen.
Zij streden om rust en vrede te hebben, om
emdel :k aan die voortdurende oorlogen, waarin
plaats, het portier werd dicht geslagen, Martin
sprong op den bok, en in draf reed men weg.
s Avonds had David, zooals hij doen moest, den
brief van Craddock in de bus laten glijden, welke
zijn eigen aankiacht zou bevatten, maar door de
behendigheid van Martin nu slechts een adres
met een stuk wit papier was. Altijd onder den
invloed blijvende, vergat hij zijn belofte, om bij
Rhoda den avond door te brengen, en ging, na
den brief bezorgd te hebben, weer naar zijn kamer
terug. Aldaar was het net, of iemand hem maar
voortdurend in het oor blies, //slapen, slapen."
Hij stak niet eens gaslicht aan, kroop naar zijn
bed, werd niet wakker voor den volgenden morgen,
en maakte zich toen gereed voor zijn zending naar
Marahgatestraat, evenals een machine, die opgewon
den is.
W at er tusschen hem en Craddock gebeurd was,
scheen uit zijn geheugen gewischt, maar bij het
gevoel als of zijn denkvermogen geheel was opge-
schorst, paarde zich nu een soort wanhoop en
vertwijfeling, die zich vroeger nooit van hem had
meester gemaakt.
De kamermeid merkte op, dat hij zijn ontbijt
onaangeroerd liet, en dat hij maar steeds uit de
karaf met koud water dronk, als of hij van binnen
verschroeid was.
fi i len slotte schoof hij zijn stoel achteruit en begon
in de kamer op en neer te loopen. Zijn voetstap-
pen drongen evenals het eentonig gestamp van een
machine door tot de schuilplaats van den luister-
vink, die daardoor een gevoel van afschuw kreeg,
ook het Nederlandsche volk als vee naar de slacht-
bank werd gesleept, een einde te maken.
Ten koste van hun bloed en hun leven is die
uitkomst verkregen.
Een eerbiedwaardige grijsaard, versierd met het
zilveren kruis, kan door de ondervindingdie
zijn hoogen leeftijd medebrengt, het beste getui-
gen, wat de gevolgen van den slag van Waterloo
voor het Nederlandsche volk geweest zijn.
Ook hij verloor daarmede het dierbaarste wat
hij bezat, en moest daardoor reeds jong den steun
en voorlichting van een braven en kundigen vader
missen.
En dat offer, het was hem zwaar te dragen,
maar het bewustzijn, dat het gebracht was voor
het belang van zijn medeburger, deed hem Water
loo niet vloeken.
De Prins, de held van Quatre Bras en Water
loo, is tot zijn doorluchtige vadereu vergaderd.
Maar de geest van dien ridderlijkeu vorst en ge
neraal had in die dagen het heele leger beheld,
en is er nimmer meer uitgegaan.
Ziet ze slechts die ouden van dagen, de dragers
van het metalen kruis, de ledematen ziju verstramd,
het hoofd vergrijsd, de gestalte gebogen, maar als
zij nog eens van hun generaal, den kioonprins,
hooren, dan schijnt er nieuw vuur in hunneoogen
te komen, de gestalte riclit zich op, nieuwe krach-
ten schijnen in hunne ledematen te varen en als
die blijvend waren, zij zouden niets liever dan zich
weder onder het oude vaandel scharen.
En als de hoogbejaarde zilveren kruDdrager Jhr.
van Merlen een blik in het verleden slaat en de
zegenrijke gevolgen van den slag van Waterloo
voor Nederland gedureude drie kwart eeuw aan-
schouwt, dan wordt zijn hart weer jong, dan staart
hij wel weemoedig terug op den braven, doorkun
digen vader, dien hij daar verloor, maar dan roept
hij gelaten uit, het offer werd gebracht voor Vader
land en Vorst. Dan doordriugt hem wederom de
geest van den Prins-generaal, die altijd weldeed,
waar zijn hand wel te doen vond.
Dan zegt hij, zij, die daar stonden voor Vader
land en Vorst op 18 Juni 1815 mogen geen ge-
brek lijden, want de tegenwoordigheid op dat veld
van eer mag als een adelbrief geldeu.
Welaan dan, behoeftigen, die daar medestreedt
voor Vaderland en Vorst, uw Generaal is niet
meer, maar evenals gij, heb ook ik hem gekend,
en zal ik slechts doen, wat hij gedaan zou hebben.
Hij zoude het u op zoo'n gedenkdag aan niets
hebben Irien c ib. ken, ik neem de taak van mijn
braven Generaal over, en zal u onthalen.
En de daad van dien grijzen zilveren kruisdra-
ger, zij teekent den geest van een tijd, toen het
algemeene welzijn nog meer dan persoonlijk belaDg
gold.
Het bloed, dat te Waterloo en te Quatie Bras
vergoten is, het mag met voor niet gevloeid hebben.
Het is vergoten, om ons tot leering te strekken,
dat een kiein volk, hetwelk voortdurend waakzaam
is, en geen moed laat zakken, zijn nationaliteit en
zijn vrijheid niet spoedig verliest. Dat voorbeeld
moet ons leeren moedig de toekomst te gemoet te
gaan, ons aansporen tot dezelfde werkzaamheid en
volharding, als zij bezaten, die bij Quatre Bras en
Waterloo stonden, dat moet ons zorg doen dragen,
dat de woorden uit het Nederlandsche volkslied
//voor Vaderland en Vorst"
geen ijdele klank, maar een hartelijk gemeende
ontboezeming zijn en blijven.
van Zaterdag, 14 Juni 1890.
en maar onophoudelijk in zichzelven zeide, //hoe
is het mogelijk, dat er zoo iets bestaat."
Twee uren liep David aldus op en neer, zonder
eeDs naar de pendule te kijken, die op de schoor-
steealijst stond. Op eens trok hij zijn handschoenen
aan, nam hoed en stok, voelde of zeker pakket
nog in zijn borstzak zat en ging de deur uit, om
zich naar de woning van den Ier te begeven. De
luistervink sloop toen, zonder het minste gerucht
te maken, ook de deur uit, sloot die even onhoor-
baar en volgde David op 50 a 60 schreden afstand.
z/Ik zal niet veel moeite hebben, om hem in
het oog te houden," zeide Martin in zich zelf,
want het was deze, die als luistervink dienst had
gedaan, //de arme droinmel kan toch nergens anders
naar toe dan waar die oude hem stuurthij is
schijnbaar gezond en wel, en toch heeft hij net
ooveel bewustzijn als een lantaarnpaal."
David Acland liep recht toe recht aan. Hij knikte
tegen elk, die hem groette, en wuifde dan met zijn
hand, ten teeken, dat hij geen tijd had om een
praatje te maken. Er waren veel menschen en
rijtuigen op straat, zoodat men moeielijk voort kon
komen, toch merkte de luistervink op, dat David
zich met het groots te gemak door die menschenmassa
bewoog, en zondc ;r een oogenblik oponthoud zijn
weg vervolgde.
z/Hij schijnt zich. niet erg aan den raad van dien
schurk te storen," mompelde Martin weer //hij moest
nog eens voor het. laatst naar al de winkels kijken.
Mogelijk heeft hij wel een voorgevoel, dat het niet
zoodanig met hem zal afloopen als de oude het
wil."
David wendde na zijn schreden naar het Ooste- 1
Schiedam, 16 Juni.
De heer Ch. Krijger alhier is door het ge-
westelijk bestuur van Zuid-Holland en Zeeland be
noemd tot jury lid van de op 9, 10 en 11 Aug.
te geven uitvoering en wedstrijden van het Neder-
landsch Gymnastiek Verbond.
Ds. K. van Goor alhier, heeft voor het be-
roep naar Broek op Langendijk, ds. H. Doornveld
voor dat naar Zwijndrecht bedankt.
Bij gelegenheid van den herdenkdag van den
slag van Waterloo zal heden overde schutterij eene
inspectie worden gehouden in het exercitieveld.
Hedenavond heeft er tusschen 7 en 8 uur in de
Plantage een muziekuitvoering plaats.
Zaterdagmiddag, ongeveer 3 uur, viel het
8-jarig zoontje van den heer Drost, aan de Hoofd-
straat spelende in de Buitenhaven. Het werd
onmiddellijk gered door Floris Yan Dijk, eveneens
daar wonende, die zich daartoe te water bigaf.
W. B. Heggelman, werkz.-am in de branderij
van den heer A. Daalmeijer, aan de Willemskade,
had Maandagmorgen circa 10 uur de onvoorzich-
tigheid den helm wat te vroeg van den ruwketel
te willen nemen, met het treurig gevolg, dat deze
hem tegen het hoofd sloeg en tevens het gloeiende
vocht hem over het bovenlijf stroomde.
Met een wond aan het hoofd en een deerlijk
gebrand lichaam is hij, nadat de geneesheer La Verge
de eerste geneeskundige hulp had verleend, per
vigilante naar zijn woning aan het Doelhofje ge
bracht. Zijn toestand is niet zonder gevaar. De
man is gehuwd.
Te Alfen is op de schcepstimmerwerf van den
heer A. Pannevis met goed gevolg te water gela
ten eene ijzeren sleepkaan, groot 240 last, gebouwd
voor rekening van onzen stadgenoot, den heer Th.
Terwindt.
Ouwerschic, 16 Juni. Ds. C. J. Leenmans
alhier komt voor op het drietal te Leiden.
De hier gehouden collecte ten behoeve van
het fonds tot aanmoediging en ondersteuning van
den gewapenden dienst heeft f 36.95 opgebracht.
Vlaardingen, 16 Juni. De kerkeraad der Ned.
Herv. Gem. alhier heeft thans uit het twaalf- het
volgende zestal gevormdGopner te Harderwijk,
J. ten Kate te Haiderwijk, II. J. James te Warns-
veld, J. Barger te Harlingen, Y. Bootsma te Zoe-
termeer, P. J. Melle te Nijkerk.
Men schrijft ons uit Rotterdam d.d. 16
Juni.
De man, die zijn vrouw doodschoot en dit daarna
zich zelf poogde te doen, heeft zich wel een opper-
huidskwetsuur toegebracht, die zich door de bloe-
ding oppervlakkig ernstig liet aanzien, doch later
van wjinig beteekenis bleek te zijn. Hij is reeds
uit het ziekenhuis naar de gevangenis vervoerd en
zal weldra terechtstaan. De stad zal voor het arme
kind zorgen. De hoog bejaarde moeder is door de
ontroering ziek en ligt in het ziekenhuis.
De IJseltram mag niet meer in Rotterdam ko
men, de concessie is opgezegd. Op het grondgebied
van Ouwerschie mag zij nog naar hartelust rijden.
Of diegenen, welke een abonnement voor het ver-
voer van Ouwerschie naar Rotterdam vise versa had
den, daar erg mede ingenomen zijn, zal de tramdi-
rectie zelve het beste kunnen zeggen.
Men schrijft ons uit Leiden d.d. 16 Juni:
Leiden hult zich in feestdos. Werd men sinds
1 Mei door 't klokkenspel op den stadhuistoren
lijk deel der stad, en Martin was van oordeel, dat
hij hem stil alleen kon laten gaan, d?ar hij wel
terecht zou komen. Hij nam daarom een vigilante
en liet zich rijden naar het koffiehuis, alwaar hij
zeker was Wenlock te vinden.
De detective stead aan de deur, en scheen met
de grootste aandacht een paar vederwolken te
beschouwen, die tegen het helder blauw van den
hemel afstaken. Eahter merkte hij toch heel goed
de aankomst van zijn vertrouwde, liep met de han-
den in zijn zak, terwijl hij zich het onverschilligste
voorkomen gaf, naar een hoek van een straat en
legde het zoo aan, dat Martin hem daar ontmoeten
moest.
z/Wel?" vroeg hij, toen de jonkman bij hem
was, ,ywel, is hij al op weg
//In twintig minuten, zal hij als hij zoo blijft
doorloopen, bij den Ier zijn," was het antwoord.
z/Het is droevig voor den jongen."
z/Het zal nog wel goed afloopen," zeide Wenlock.
z/Ik heb van den hoofdeommissaris alle noodige
sohriftelijke bevelen, en ofschoon Sam Britton en
een deel van zijn ondergeschikten de arrestatie doen,
ontgaat ons toch niet het grootste aandeel in de
belooning voor de ontdekking van de schuldigen
in het dynamiet-complot. Wat Acland betreft, als
alles goed gaat, zal hij voor een poosje achter slot
dwalen, maar dan spoedig wel weer vrij komen."
Wenlock bleef nadenkend voor zich staren, doch
werd door de stem van zijn jongen metgezel wel
dra in zijn overpeinzingen gestoord.
Wordt vervolgd.)
Vooral de Engelschen waren toen en blijven nog zeer
gesteld op het vieren van den rnstdag.
XXIII. De LAATSTE ZENDING.
Zaterdagmiddag ten 2 uren vergaderde de gemeenteraad opnieuw
in openbare zitting, waarbij tegenwoordig waren 15 leden.
Afwezig waren de fieeren Loopuyt, Bergsma en Van Erpe-
cum met kennisgeving, en Hoogendam.
Het eerst was aan de orde het voorstel van B. en W., om
het aantal onderwijzers aan de 2e openbare armenschool met 1
te vermeerderen, naar aanleiding van een ingekomen schryven
van de plaatselyke commissie van toezicht op het lager onderwijs,
behelzende de mededeeling, dat na de laatste aanneming van
lecilingen het achtste lokaal in gebruik is genomen.
Dit voorstel werd met algemeene stemmen aangenomen.
Een scbrijven van de afdeeling Schiedam van het Neder-
landsch onderwijzersgenootschap, behelzende het verzoek, om het
vroegere gymnastiek-lokaal achter het postkantoor, dea Zaterdag-
middags na half twee uur te mogen gebruiken voor hare instel-
lingen, tegen een door den gemeenteraad te bepalen huur.
B. en W. stellen dientengevolge voor, den huurprijs te bepalen
op f25.per jaar, zonder vuur of licht.
Be heer Viaaer steldc voor, om die zaal gratis af te staan
waarop de Voorzitter antwoordde, dat het verzoek bepaald in
huur behelst. Door dus toch de zaal gratis af te staan, zon
men zijn „plus royalist que le roi."
Het voorstel werd daarop met algemeene stemmen aange
nomen.
V erzoek van C. Moll te Breda, om alsnog ontheven te worden
van de boete ad f 200.hem door den gemeenteraad in hare
zitting van 31 Januari opgelegd voor te late levering.
Op dit verzoek werd afwijzend beschikt met 14 stemmen
tegen 1, die van den heer Elzevier Dom, welke vooraf de re-
denen daarvoor had medegedeeld.
I'.veneens werd afwijzend beschikt op het verzoek van H. B.
Ileggelman, om afstand van 4 centiaren grond van de gemeente
grenzende aan de onlangs door hem gekochte woningen aan de
Laan en dit naar aanleiding van het rapport der commissie van
fabneage.
Hierop werd door den Voorzitter medegedeeld den afloop der
aanbesteding op 18 Februari j.l. van de materialen ten behoeve
der fabneage in 1890 en die van 10 April van een stoomketel
voor bet stoomgemaal aan de Broersvest.
Op verzoek van eenige leden ging nu de zitting overineene
met gesloten deuren.
Na beropening der deuren werd met algemeene stemmen
aangenomen de volgende door den beer Swart voorgeslelde
motie: „De Raad der gemeente Schiedam, gehoord bet rapport
der commissie, 17 Febr. j.l. benoemd tot bet instellen van een
onderzoek naar de middelen, die zouden kunnen leiden tot be-
vordering der scheepvaartbelangen van Schiedam, van oordeel,
dat bet gemeentebelang de openbaarmaking van bet rapport
dier commissie verbiedt, neemt dit rapport voor kennisgeving
aan." Uit de ontvangen nota der commissie bleek, dat de kosten
van dat onderzoek bedroegen f 1513.42. De Raad besloot dit
bedrag te voldoen na goedkeurmg van Ged. Staten uit den post
voor onvoorziene uitgaven voor 1890.
De beer Van Harwegen Den Breems stelde hierop voor om
nu m bebandeling te nemen bet adres van de gemeente-ambte-
naren in zake het pensioenfonds.
Door den Voorzitter werd opgemerkt, dat dit voorstel beden
met bebandeld kon worden, daar B. en W. nu toch niet ver
gaderd waren en dus ook bij namens ben niet kon voorstellen.
De beeren Swart en Schuurman verklaarden zich tegen cen
dadelijke beliandeling.
Dr. De Bruijn wees nu op den ellendigen toestand, waarin de
woningen in de Vinkengang verkeeren, waarop de Voorzitter
beloofde deze opmerkmg over te brengen aan de commissie van
fabricage.
Daarna vroeg de beer Tak, wanneer toch eindelijk eens een
directeur van de II. B. S. zou worden benoemd, op welke vraag
de Voorzitter er aan herinnerde, dat dit moest gescbieden in
overleg met den inspecteur van bet middelbaar onderwijs. Dit
overleg bad nog niet bet resultant, dat B. en W. een voordracbt
konden opmaken.
Niets meer te behandelen zijndc, werd de vergadering
gesloten.