Gemengd Nieuws.
R E C H T Z A K E N,
Schiedam, 11 Juli.
Betrok in den middag reeds de lucht, tock
liield het weder zich Dinsdagnainiddag beter, dan
aaivyankelijk te verwacliten was. Zoolaug de kin-
derspelen duurden, bleef het droog, hoew el er een
koele wind blies. Gelukkig had deze echter geen
verkoelenden invloed op de gemoederen der kinderen.
Met evenveel aniino werd weer gestreden en be-
wonderd.
Het balwerpen, voor meisjes van 10-—13 jaar,
was het eerst aan de beurt. Deze afdeeling behoort
door het kalme,. eeutonige tot de minst geanimeerde.
Er moest eens ieraand een ander spel daarvoor
aangeven of bedenken. - Het stokspringen, voor
jongens, eveneens van 10 13 jaar, beantwoordt
beter aan het doel. Herhaaldeiijk weerklonk daarbij
een algemeen gelach, wanneer een der jongens
het evenwicht verloor en zijn neus in het zand
stak. Ook het steken naar de schijf veroorzaakte
heel wat drukte en beweging. Het was een geroep
van //Links en ,/Rechts dat hooren en zien
u zou vergaan, en de geblindoekte zelf niet meer
wist, welken kant te kiezen. Dikwijls was dan
ook het gevolg, dat zij geheel uit de richting
geraakte. Zelfs zagen wij er een, die een geheelen
cirkel doorliep, zoodat ze ten laatste weer aan het
punt van uitgang was genaderd. Behoeven wij nog
te zeggen, dat een daverend gejuich daardoor werd
opgewekt Yoor het zakloopen hadden zich slechts
weinig jongens aangemeld. Niet meer dan een
twaalftal nam daaraan deel. Zijn misschien de
jongens van 1316 jaar daarvoor reeds te veel
heeren Onder de jongens, die zich nog niet te
groot rekenden, om aan dat spel mede te doen,
waren er blijkbaar een paar, die zich vooraf flink
geoefend hadden. De groote vlugheid, waarmede
zij voortschoven, deed dit vermoeden. Ook bij dit
spel werden lierhaaldelijV de lachspieren in bewe
ging gebracht.
Terwijl dit alles plaats had, werd ook op de
kegelbaan een strijd gevoerd. Ter eere der strijders
zij gezegd, dat er goed werd gespeeld. De eerste
prijswinner toch had in zijn 10 worpen 56 punten
gemaakt. Wij houden ons overtuigd, dat een vol-
gend jaar het aantal strijders wel verdubbeld zal
zijn. De leden van het bestuur der kegelclub
z/Anti-Poedel" verdienen het woord van dank, hun
door den heer H. A. M. Roelants toegebracht, ten
voile.
Maar ook het bestuur der officieren-vereeniging
komt een woord van dank toe voor de vele zorgen
en moeiten, die het zich heeft getroost, om de
kinderen der leden een paar recht genoegelijke
dagen te bezorgen. Ouders, erkent het, wat zij
vpor uwe kinderen doen. Gij zijt overtuigd, dat
zij de juiste middelen weten aan te grijpen, om de
vreugde uwer kinderen ten top te voeren. En
twijfeldet gij nog, gij kondt u overtuigen bij het
in optocht door den tuin trekken. De muziek aan
het hoofd en alle kleinen, ja, zelfs menig groote
daarachter, de wijsjes medezingende, die de muziek
deed hooren. Dat was toch een prettig schouwspel
Na dien optocht had de prijsuitdeeling plaats,
waarbij de eerste regendroppels begonnen te vallen,
en nauwelijks was die afgeloopen of een plasregen
joeg elkeen onder de waranden, om een schuilplaats
voor dien stortregen te zoeken.
Nog dient vermeld, hoe prettig de kinderen tus-
schen de diverse afdeelingen werden bezig gehouden.
In de zaal trad daartoe een gezelschap op onder
directie van den heer Stroober, bestaande uit een
muzikalen neger, die o. a. op zijn viool speelde
in alle mogelijke en onmogelijke hondingen, een
virtuoos, die het geluid van verschillende dieren
nabootste, en een goochelaar. De middelste dezer
drie vond het spoedigst nabootsing. In den tuin
liep een koopman met lluitjes en al heel spoedig
weerklonk de tuin van het geluid dezer liefelijke
instrumentjes.
Aan het stations-gebouw van den Holl.
Spoorweg alhier wordt eenk'unststuk verricht.
Daar het gebouw door den slappen grond was ver-
zakt, heeft men het aan vier kanten outgraven
ter diepte van de fundeeringspalenthans is men
bezig, om het geheele gebouw door middel van
the Ripper dood of levend in handen te krijgen.
De herbergklanten, die Lipthwaite gevolgd waren,
bevonden zich nu bij hem, een daarvan greep hem
maar dadelijk bij den kraag en zeide, //schobbejak,
wat doe je die vrouw P"
z/Hij heeft mij willen vermoorden," riep de dronken
vrouw, die maar altijd tegen den grond bleef liggen,
z/hij is vannacht weer aan zijn helsch werk, het scheelde
niet veel, of hij had mij al den hals afgesneden."
z/Ha, dachten wij het niet," riepen de herberg
klanten, //daar hebben wij dien bloeddorstigen hond,
zeg onmensch hoor je, wat die vrouw daar zegt,"
riep de man, die Lipthwaite beet had, en hem
tegelijk uit al zijn macht door elkander schudde.
Craddock, die zich nog niet bewust was van het
groote gevaar, waarin hij verkeerde, zeide kalm,
z/hou je handen thuis, gij hebt het recht niet, om
mij aldus aan te randen."
,/Kom, geen praatjes," zeide een ander man,
i/geef dien emeerlap een boks, //en het woord bij
de daad voegende, gaf hij Craddock een stoot, dat
hij van het midden der straat tegen de ijzeren
leuning vloog.
De hoed vloog Craddock wel van het hoofd, hij
struikelde ook, maar vloog toch dadelijk weer op,
en nu zelf aanvaller wordende, greep hij den bok-
ser bij de keel en hield hem in zijn ijzeren vuisten
op een armslengte van zich af. //Onbeschofte
vlegel," riep hij, gloeiend van toorn, ,/wie geeft
je het recht de hand aan mij te slaan
De man spartelde eenige oogenblikken tegen,
beproefde nog eenige boksen aan Craddock uit te
deelen, doch daar de arm van dezen te lang was,
stootte hij in de lucht. Weldra bleek h6t met
vijzels, gelijkmatig op-zijn normale hbogte te bren
gen, wat reeds voor een gedeelte met gunstigen
uitslag is geschied.
Vlaardinger-Ambacht, 9 Juli. Dezer dagen
geraakte een overdekte wageu, waarin 7 personen,
aan den Holy weg door het schrikken van let paard
te water. Allen werden gelukkig gered.
Vlaardiiigcn, 10 Juli. Z. D. Hoogw. de
Bisschop van Haarlem heeft benoemd tot kapelaan
te Middelburg, J. J. M. Teule, kapelaan alhier.
Ds. H. II. Barger alhier, komt voor op het
drietal te Rotterdam,
Men schrijft ons uit Rotterdam, d.d. 10 Juli.
Er mogen dit jaar maar vier draaimolens op de
kermis koraen.
B. en W. denken stellig, er is draaierij g noeg
op de wereld.
Verleden jaar was bijna drie-vierde van de ker
mis draaierij, en liefst draaierij met stoom en met
elektriek licht voor de tent, om draailustigen te
lokken.
Het groote luchtbol-vermaak was ook niets dan
draaierij.
Nu, van de luchtbollen en luchtreizigers is ook
al het nieuwtje af. De luchtscheepvaart is, sedert
er zooveel luchtpleizierreizigers zijn gekomen, een
broodelooze kunst geworden, anders zou een bekend
luchtreiziger zich waarlijk niet als koloniaal aan
ons ludisch leger verbonden hebben.
Dan had men het groote scheep- en luchtver-
maak, ook al niets dan draaierij.
Scheep- en luchtvermaak kau men ook vinden
op onze badplaats Scheveningen
Maar daar is al'es natuur. Daar kan men de
visscherspinken zien dobberen en zich een denkbeeld
vormen, hoe moeielijk de zeeman zijn dagelijksch
brood verdient, en uren ver rond Scheveningen
kau men zich vergasten aan stank lucht, langs
natuurlijken weg in het leven geroepen.
Twintig gemeenten zijn door de vroede mannen,
die over de spuisluis te kommandeeren hebben, in
een groot privaat veranderd.
Zoo hebben wij een reusachtige natuurfabriek
van zwavelwaterstofgas gekregen. Laat ik eens even
uitleggen, welk een weldaad zoo'n natuurfabriek
is, (voor de dokters en apothekers namelijk).
De geleerden zeggen, dat elk mensch nagenoeg
2.5 gram ijzer bij zich heeft, hetwelk in het bloed
zich bevindt of liever in de kleurstof (haemotosine) van
het bloed. Wat dat ijzer in het bloed doet, dat
weet men niet. Er is zoo veel wat men niet
weet. Maar genoeg, het behoort er in. Is het niet
in bepaalde kwantiteit daarin aanwezig, dan is een
mensch ziek.
Het zwavelwaterstofgas tast alle metalen aan en,
zeggen de geleerden, daarom moet het ijzer uit het
bloed ook aangetast en gereduceerd|(worden als
men lucht vermengd met zwavelwaterstofgas ina-
demt.
Vaudaar dat er in streken, waar veel rottendei
zelfstandigheden zijn, zooveel zieken gevonden
worden.
Nu, in de kanalen, vaarten, vlieten, grachten,
slooten, die hun overtollig vuil door de spuisluizen
van Scheveningen moeten loozeu, ligt tegenwoor-
dig nog al wat te rotten.
Men griezelt er van, als men aan de odeurs
deukt, die er uit opstijgen, en dan acht men de
lucht van ranzige margarine in de goedkoope pof-
fertjes- en wafelkramen toch nog duizendvoudig
beter voor inademing geschikt.
Zoo zijn wij weer op de kermis terug met haar
gedraai, dat tot een minimum beperkt moet wor
den, als of men met de spuiwerken van Scheve
ningen te doen had, die ook niet mogen draaien.
Het woord vergunning schijnt naarmate de wet-
gever het volk ai meer en meer vrijheden belooft,
hoe langer hoe meer beleekenis te krijgen. Zoo
hebben wij tegenwoordig niet alleen herbergen,
maar ook luchtvermaak en scheepvermaak, gecom-
bineerd lucht- en scheepvermaak en velocipode-teuten
met vergunning (om te draaien, natuurlijk).
Vertooningen op den openbaren weg zullen er
gedurende de aaustaande kermis ook niet plaats
mogen hebben. Die arme poppenkasten, of liever,
die arme bazen van poppenkasten. Wat het volk
welke ijzeren handen de hypnotiseur bedeeld was
De bokser werd bout en blauw in het gezicht, de
tong hing hem uit den mond en een gorgelend
geluid kwam uit zijn keel. Toen smeet Craddock
hem tegen de steenen.
Een groote menigte volk had zich reeds in de
straat verzameld, en groeide hoe langer hoe meer
aan. Die in het vierde gelid stoud van den hoop
inenschen, welke daar vergaderd waren, zagen al
niets meer van hetgeen in het midden van de
groep gebeurde. Men had echter bij gerucht ver-
nomen, dat eindelijk die Jack the Ripper, welke
zooveel plassen bloed in White Chapel, ten koste
van het leven van zooveel vrouwen had vergoten,
gepakt was, en nu brulde men om wraak en van woede.
z/Slaat dood //Snijdt hem den hals af//Snijdt
hem open Waren nu de kreten, die brullend en
gillend uitgestooten werden.
En de straatjongens vlogen evenals de stormvo-
gels over de schuimende golven, door de straten
en stegen van White Chapel met de kreten//Jack
the Ripper, sla dood, snijd hem open," om elk
man, elke vrouw, elk kind, tot wraakneming op
te roepen.
Het ontzettend gebrul van de menigte rohdom
Craddock, dat zelfs het loeien van een orkaan on-
hoorbaar zou hebben, gemaakt zeide hem duidelijk
het groote gevaar, waarin hij zich bevond. Te vergeefs
poogde hij door den kring te worstelen, die er als door
een tooverslag rond hem was ontstaan bij de minste
pogiug, die hij daartoe deed, begon het Seschonken
vrouwmensch op de wildste manier te gillen en
vlogen de andere vrouwen hem aan. Vruchteloos
waren zijn reuzenpogingenzijn herculische krachten
bejrefi, wees er van verzekerd, dat dit vertoonin
gen. genoeg zal maken, maar altijd yonder vergunning.
Vreemde orgellieden krijgen geen vergunning,
(om te draaien natuurlijk). De stedelijke orgellieden
zullen trachten, altijd met vergunning, draaiende
er de kermisvroolijkheid in te draaien.
Ook vreemde muzikanten zullen hier geen straat-
muziek mogen maken, hetgeen toch niet belet, dat
de maatschappij tot bevordering van toonkunsl al
hier, steeds smeekgebeden tot de vreemde muzi
kanten richt, om hier een deuntje muziek tegen
goed Ilollandsch geld te koinen maken, of om wat
les in de toonkunst te kornen geven tegen ruim
salaris. Maar dit gebeurt dan niet op straat.
Jegens de Turksche schommels is men hier heel
vrijgevig, er mogen er drie komen.
De vergunning voor publieke vermakelijkhedsn
wordt dus niet te kwistig gegeven; zoeke menig
kermisganger daarom toch niet zich te vermaken
met het oude kennisje, de alom bekende //ver
gunning."
Bij den garnizoens-commandant te Assen
heeft zich voor den kolonialen dienst een Hongaar
aangemeld, op wiens boist in vier verschillende
kleuren het wapen van Hongarije is getatoueerd.
Het onlangs uitgevonden werktuig om door
elektriciteit voorwerpen op zeer verren afstand te
zien, heeft den naam gekregen van ,/Electropho-
noscoop". Het is te zien geweest op de postjubi-
leum-tentoonstelling te Louden en is niet veel
grooter dan een flinke patroontasch.
Voor den spreker is een door elektrische lampen
helder verlichte, trechtervormige schijf geplaatst. Men
plaatst de telephoon aan het oor en schelt, en het
gelaat van den verren vriend verschijnt onmiddellijk
in het midden van dezen //Spiegel des geheims".
Men spreekt en hij antwoordt. Zijn gezicht ver-
andert van uitdrukkingbeurtelings lacht hij, ziet
hij ernstig en vroolijk de gelaatstrekken zijn zoo
duidelijk te onderscheiden, alsof ze dichtbij door
een verkleinglas werden bekeken.
Gemakkelijk middel om wortnen te zoeken.
De heer Schmidt, banketbakker te Witsenburg
heeft eene merkwaardige ontdekking gedaan, die
niet zonder waarde is voor den liefhebberijvisscher.
Als men nl. water, dat omstreeks een dag op
groene jjoten heeft gestaan, op de aarde giet, on-
verschillig of het op tuinaarde, op een harde grint-
weg of zelfs op de voegen tusschen de straatsteenen
is, komen op hetzelfde oogenblik, nadat de grond
het vocht heeft ingezogen een menigte wormen
uit de aarde gekropen en haasten zich om die
plaats te ontvluchten, alhoewel de vloeistof toch
niet zoo erg bijtend is.
Wormenzoekers, die anders, zooals bekend is,
's nachts met een licht je de wormen moeten zoeken,
kunnen zich nu op elk uur van den dag van dat
begeerde vischaas in flinke hoeveelheid voorzien.
De schoonste vrouwen van de wereld.
Baronnesse KlaTa Von der Deckler, te Tiflis, heeft
eene oproeping tot ,/de schoonste vrouwen van de
wereld" van aile landen en alle standen gericht,
om haar heur portretten te willen toezenden. Alle
portretten zullen door een commissie van artisten
worden onderzocht. De goedgekeurde exeraplaren
zullen in een album onder den naam //Types de
beaute feminine h la fin du dix-neuvieme siecle"
in het museum van Moskou worden geplaatst.
Arrondissements-Rechtbank te Rotterdam.
waren hem van geen nut meeral gelukte het
hem nu en dan een paar vrouwen van zich af te
schudden, hij maakte daardoor geen opening in de
menschenmassa. En al woedender en woedender
werden de gelaatstrekken der omstauders en al harts-
tochtelijker brulde men om wraak.
Craddock zag nu zijn toestand in.
/Groote hemel," dacht hij, ,/de dwazen houden
mij voor dien geheimzinnigen moordenaar Jack the
Ripper, die hen zoo met ontzetting heeft vervuhl,
dat zij het klein weinigje verstand, hetwelk zij nog
bezaten, hebben verloren, en in hun blinden angst
en schrik zijn zij in staat mij in stukken te schnuren."
„Hoor eens, vrienden," schreeuwde hij uit alle
maclit, terwijl hij alle mogelijke kalmte en over-
tuiging in zijn stem poogde te leggen. Gij dwaalt
geheel. Hel is waar, ik ben een vreemdeling in
White Chapelhet is waar, dat ik hier het eerst
van mijn leven kom. Maar ik ben evenals gij een
man, die met hard werken zijn brood moet verdie
nen, en zie evenals gij met den grootsten afschuw
neder op de ijselijke moorden en verminkingen,
die in uw midden bedreven zijn."
Hij sprak met zulk een klem en overtuiging,
dat zij, die het dichtst bij hem stonden, den in-
druk kregen, dat hij onmogelijk die Jack the
Ripper kon wezen. Zijn stem drong echter niet
door tot hen, die wat ver van het midden af waren.
Daar riep men steeds, „geef hem over aan de
politie," welke kreet onmiddellijk verdoofd werd
door het vreeselijk brullen van ^geen politieGeen
politiedan praat hij er zich nog uit. Sla dood
dien moordenaarSnijd hem open
Niettegenstaande dat woeste dreigen zou flet
Craddock toch gelukt zijn, al die rond hem stonden
tot rede te brengen, wanneer geen plotseling en
onvoorzien voorval een heel anderen, onverwachten
loop aan de zaak had gegeven.
z/Wat bedoelde die vrouw er mede toen zij zeide,
dat gij gepoogd hadt haar te vermoorden vroeg
een der herbergklanten, die hem gevolgd waren,
op een beschaafder wijze sprekende dan hij tot nu
toe gedaan had. //Zij brengt een zware beschul-
diging tegen u in, heenchap, verantwoord u nu
daarointrent."
z/Bah riep Lipthwaite toornig en met een blik
vol verachting op het diep gezonken wezen, dat
nu op de straatsteenen zat, en, zich al heen en
weder schuddende, niets dan onzin uitkraamde.
z/Moet een menschenleven in gevaar gebracht wor
den door verklaringen van dronken vrouwen van
zulk allooi en een stap voorwaarts doende, gaf
hij haar een schop.
Die verachtelijke wijze van handelen, meer nog
dan het ruw optreden, scheen de gevallen vrouw
tot razernij te brengen. Zij uitte een gil van
woede, sprong op, vloog Craddock aan, scheurde
zijn gelaat met haar nagels open, en trok de haren
uit zijn hoofd, eer hij er op verdacht was om
haar af te weren.
Woedend zoowel door de pijn als over het schan-
daal in zoo'n achterbuurt door een dergelijk vrouw
mensch aangevallen te worden, stiet Lipthwaite
een vloek uit, en velde haar met een enkelen
slag neer.
Wordt vervolgd.)
V
Zitting van 8 Juli 1890.
C. S. is gedagvaard, maar niet verschenen, zijn zaab wordt
i n bij versteb behandeld. Den 15 Mei j.l. hebben jongens
om geld gespeeld, een feit, dat de politie altijd moet tegen-
gaan. Toen agent P. Van der Mark ziob daarmede bemoeide,
kwam bekl. tusschen beide en wilde zooveel zeggen, als dat
de politie met zoo iets niet noodig had. De agent gaf hem
den raad, om de politie niet tegen te werken, dit werd
beantwoord met den zegenwensch, »stik," waarna de bekl.
den agent naliep. Toen bekl. nu gelast werd zijn weg te
vervolgen, klonk het, »dat verd ik voor jou, smeerlap."
Hiervan is procesverbaal opgemaakt.
F. v. d. Mark verklaart aan de rechters, dat hij bij zijn
procesverbaal blijft persisteeren.
H»t O. M. kwalificeeft het feit beleediging van een ambte-
naar in de uiloefening van zijn betrekking, en eischt f 5,00
boete, subs. 5 dagen hechtenis,
C. H. L oud 12J jaar, geboren te Delfshaven, kuipers-
jongen, woonachtig alhier, staat Wecht, wegens het inschieten
van ruiteu aan de groote hervormde kerk op 27 Mei j.l.
0. de Mooi, koster aan voornoemde kerk, constateert, dat
de ruiten den vorigen dag nog heel waren. Hij heeft zelf
de ruiten niet zien stuk maken, ofschoon hij daarvoor op zijn
hoede was, omdat hij dikwijls last had van inwerpen van
ruiten aan het kerkgebouw. Hij was gewaarschuwd door een
kleinen jongen, beneden 10 jaar, die hem den dader had
genoemd, waarna hjj er kennis van gaf aan de politie.
De bekl. heeft dan ook bekend, da', hij de dader was.
De President brengt bekl. onder het oog, dat hij reeds de
betrekking van knipersjongen bekleedt, en het alzoo heel
onverklaarbaar is, dat bekl. nu nog pleizier kan hJben in
het inschieten van ruiten.
Onder tranen als tuiten, bekent '>ekl., dat hij maar 5
minuten met een catapult geschoten heefr, dat hij dergelijk
schietgereedschap er niet op nahoudt, maar het eventjes
geleend had van een anderen jongen, dien hij Freek K.ok
noemt, en dat hij met kiezelsteentjes geschoten heeft.
Hoofdagent Wagenmaker legt getuigenis van de bekentenis
van den jongen af, en verklaart daarbjj, dat diens gedrag in
den laatsten tjjd nog al goed is geweest. De jongen verklaart
op de daartoe tot hem gmchte vragen, dat hij al 6 of 7
weken bij een baas is, en al f 0.75 's weeks verdient.
De offlc. van Just, kwalificeert het feit opzettelijke en
wederrechtelijke vernieling van goederen een ander toebehoo-
rende, en eischt f 0.50 boete of 1 dag hechtenis.
K. S. is ook gedagvaard, maar niet verschenen, zijn zaak
wordt nu bij verstek behandeld. Hij moet zich verantwoor-
den wegens diefstal van een koperen pijp van een spoeling-
wagen op 5 Juni.
F. Laurens, oud 44 jaar, boerenarbeider alhier, treedt als
getuige op.
Get. is in dienst bij zijn oom. Den 4 Juni verklaart hij,
zat de pijp nog aan den spoelingwagen. Den 5den Juni des
nam. 2$ nur was zij vermist. Om die pijp weg te krijgen,
moest men haar verwringen. Het eind pijp ligt ter terecht-
zitting en wordt door get. herkend. Op de vraag naar de
waarde er van, verklaart hij, dat men 35 k 36 stuivers moet
besteden, om er een nieuwe in te laten zetten.
H. Willekens, gemeenteveldwachter, legt getuigenis af van
het in beslag nemen van gemeld stuk pjjp bjj G. Krabben-
dam, wij vernemen van get., dat bekl. dezen een gefingeerden
naam had opgegeven.
G. Krabbendam, oud 29 jaar, noemt aan de rechtbank zijn
maatschappelijke positie „oud roest" en verklaart, als get.
optredende, dat hij dat stuk pijp in den avond van 5 Juni
van een 18-jarig jonkman had gekocht, die later bleek een
gefingeerden naam te hebben opgegeven. Hjj had er f 0 20
voor gegeven.
De President maakt get. opmerkzaam op het feit, dat hij
zeer goedkoop gekocht had.
De get. verklaart, dat hij f 0.04 voor het ons had gege
ven, dat toen de standprijs was.
De griffier leest nu de bekentenis van bekl. voor.
De Officier van Justite kwalificeert het feit diefstal en
eischt 10 dagen gev. str.
C. I. O., oud 20 jaar, hrandersknecht alhier, staat terecht
wegens duchtig verzet tegen de politie, gepaard met mis-
handeling van den agent.
Uit het proces-verbaal en de getuigenis van agent N.
Hoeflaken, vernemen wij, dat bekl. het zoo lief had gemaakt,
op 8 Juni, dat hij in het hok moest.
Dat transport naar het hok, is zoo gemakkelijk niet ge-
gaan, de horlogeketting van den agent is er bjj stuk ge-
trokken, de agent is door bekl. geschopt, tegen den grond
gesmeten, aan de haren getrokken en eindelijk is bjj meer
hangende dan loopende met reuzenarbeid naar het hok voor
arrestanten vervoerd, daarbij steeds zoo min mogelijk loo
pende, maar liefst nog zooveel mogelijk tegenweer biedende.
De bekl. zegt, dat hij van niets weet, omdat hij totaal
dronken was. -
Op de vraag van den president, hoe bekl. zoo dronken
kwam, geeft hij ten antwoord een borreltje en bier gedronken
te hebben.
Agent Hoeflaken verklaart, vroeger nooit moeieljjkheden
met bekl. te hebben gehad.
Het O. M. kwalificeert het feit mishandeling en weerspaa-
nigheid en eischt 7 dagen gevangenisstraf.
A. S., oud 33 jaar, kuipersknecht, sedert 14 dagente Schiedam
w/onachtig, en P. F. W. S., metaaldraaier, te Rotterdam, staan
terecht, beschuldigd van in den nacht van 21 op 22 April
ontvreemd te hebben te Schiedam twee haarborstels, vijf
scheermessen en een schaar, toebt hoorende aan den barbier
J. H. J. Breve, met uitzondering van een der scheermessen,
dat toebehoorde aan W. Soger. Vervolgen wegens ont-
vreemding van een aantal koperen doppen der waterleiding,
toebehoorende aan C. B. v. d. Wal, J. C. Van Deventer, L.
Vrjjland en de Wed. Nolet.
Als getnigen in deze zaak traden op A. J. Mejjers, kuiper
te Rotterdam, en uit Schiedam J. H. J. Breve, barbier, P. J.
Van Sloot, smid, A. Van Ejjk, sigarenventer, G. Wagenmaker
en Reuvekamp, hoofdagenten.
Megers, die het eerst optreedt als get., hegint met te
vertellen, dat bij niet veel van die geschiedenis weet, omdat
hjj zelf toen niet flksch was Wij krijgen zoo wat het een
en ander te hooren van een flinke borrelpartij, die bij den
barbier tegen middernacht heeft plaats gehad. De instru-
menten van onzen barbier zijn toen alle door tw. e der heeren
borrelaars medegenomen. De barbier, die naar 't schijnt de
matigheid niet bjjzonder in acht heeft genomen, bljjkt daarvan
niets gemerkt te hebbe i, zoodat hij heel mal zal hebben
staan kijken, toen er den volgenden morgen lieden om haar
knippen of scheren kwamen, en hij geen mes of schaar had.
De barbier is te huis gebleven, maar de andeie proevers
schjjnen 's nachts nog door de plantage gfdu aald te hebben.