Gemengd Nieuws. R E C H T Z A K E N, Schiedam, 11 Juli. Betrok in den middag reeds de lucht, tock liield het weder zich Dinsdagnainiddag beter, dan aaivyankelijk te verwacliten was. Zoolaug de kin- derspelen duurden, bleef het droog, hoew el er een koele wind blies. Gelukkig had deze echter geen verkoelenden invloed op de gemoederen der kinderen. Met evenveel aniino werd weer gestreden en be- wonderd. Het balwerpen, voor meisjes van 10-—13 jaar, was het eerst aan de beurt. Deze afdeeling behoort door het kalme,. eeutonige tot de minst geanimeerde. Er moest eens ieraand een ander spel daarvoor aangeven of bedenken. - Het stokspringen, voor jongens, eveneens van 10 13 jaar, beantwoordt beter aan het doel. Herhaaldeiijk weerklonk daarbij een algemeen gelach, wanneer een der jongens het evenwicht verloor en zijn neus in het zand stak. Ook het steken naar de schijf veroorzaakte heel wat drukte en beweging. Het was een geroep van //Links en ,/Rechts dat hooren en zien u zou vergaan, en de geblindoekte zelf niet meer wist, welken kant te kiezen. Dikwijls was dan ook het gevolg, dat zij geheel uit de richting geraakte. Zelfs zagen wij er een, die een geheelen cirkel doorliep, zoodat ze ten laatste weer aan het punt van uitgang was genaderd. Behoeven wij nog te zeggen, dat een daverend gejuich daardoor werd opgewekt Yoor het zakloopen hadden zich slechts weinig jongens aangemeld. Niet meer dan een twaalftal nam daaraan deel. Zijn misschien de jongens van 1316 jaar daarvoor reeds te veel heeren Onder de jongens, die zich nog niet te groot rekenden, om aan dat spel mede te doen, waren er blijkbaar een paar, die zich vooraf flink geoefend hadden. De groote vlugheid, waarmede zij voortschoven, deed dit vermoeden. Ook bij dit spel werden lierhaaldelijV de lachspieren in bewe ging gebracht. Terwijl dit alles plaats had, werd ook op de kegelbaan een strijd gevoerd. Ter eere der strijders zij gezegd, dat er goed werd gespeeld. De eerste prijswinner toch had in zijn 10 worpen 56 punten gemaakt. Wij houden ons overtuigd, dat een vol- gend jaar het aantal strijders wel verdubbeld zal zijn. De leden van het bestuur der kegelclub z/Anti-Poedel" verdienen het woord van dank, hun door den heer H. A. M. Roelants toegebracht, ten voile. Maar ook het bestuur der officieren-vereeniging komt een woord van dank toe voor de vele zorgen en moeiten, die het zich heeft getroost, om de kinderen der leden een paar recht genoegelijke dagen te bezorgen. Ouders, erkent het, wat zij vpor uwe kinderen doen. Gij zijt overtuigd, dat zij de juiste middelen weten aan te grijpen, om de vreugde uwer kinderen ten top te voeren. En twijfeldet gij nog, gij kondt u overtuigen bij het in optocht door den tuin trekken. De muziek aan het hoofd en alle kleinen, ja, zelfs menig groote daarachter, de wijsjes medezingende, die de muziek deed hooren. Dat was toch een prettig schouwspel Na dien optocht had de prijsuitdeeling plaats, waarbij de eerste regendroppels begonnen te vallen, en nauwelijks was die afgeloopen of een plasregen joeg elkeen onder de waranden, om een schuilplaats voor dien stortregen te zoeken. Nog dient vermeld, hoe prettig de kinderen tus- schen de diverse afdeelingen werden bezig gehouden. In de zaal trad daartoe een gezelschap op onder directie van den heer Stroober, bestaande uit een muzikalen neger, die o. a. op zijn viool speelde in alle mogelijke en onmogelijke hondingen, een virtuoos, die het geluid van verschillende dieren nabootste, en een goochelaar. De middelste dezer drie vond het spoedigst nabootsing. In den tuin liep een koopman met lluitjes en al heel spoedig weerklonk de tuin van het geluid dezer liefelijke instrumentjes. Aan het stations-gebouw van den Holl. Spoorweg alhier wordt eenk'unststuk verricht. Daar het gebouw door den slappen grond was ver- zakt, heeft men het aan vier kanten outgraven ter diepte van de fundeeringspalenthans is men bezig, om het geheele gebouw door middel van the Ripper dood of levend in handen te krijgen. De herbergklanten, die Lipthwaite gevolgd waren, bevonden zich nu bij hem, een daarvan greep hem maar dadelijk bij den kraag en zeide, //schobbejak, wat doe je die vrouw P" z/Hij heeft mij willen vermoorden," riep de dronken vrouw, die maar altijd tegen den grond bleef liggen, z/hij is vannacht weer aan zijn helsch werk, het scheelde niet veel, of hij had mij al den hals afgesneden." z/Ha, dachten wij het niet," riepen de herberg klanten, //daar hebben wij dien bloeddorstigen hond, zeg onmensch hoor je, wat die vrouw daar zegt," riep de man, die Lipthwaite beet had, en hem tegelijk uit al zijn macht door elkander schudde. Craddock, die zich nog niet bewust was van het groote gevaar, waarin hij verkeerde, zeide kalm, z/hou je handen thuis, gij hebt het recht niet, om mij aldus aan te randen." ,/Kom, geen praatjes," zeide een ander man, i/geef dien emeerlap een boks, //en het woord bij de daad voegende, gaf hij Craddock een stoot, dat hij van het midden der straat tegen de ijzeren leuning vloog. De hoed vloog Craddock wel van het hoofd, hij struikelde ook, maar vloog toch dadelijk weer op, en nu zelf aanvaller wordende, greep hij den bok- ser bij de keel en hield hem in zijn ijzeren vuisten op een armslengte van zich af. //Onbeschofte vlegel," riep hij, gloeiend van toorn, ,/wie geeft je het recht de hand aan mij te slaan De man spartelde eenige oogenblikken tegen, beproefde nog eenige boksen aan Craddock uit te deelen, doch daar de arm van dezen te lang was, stootte hij in de lucht. Weldra bleek h6t met vijzels, gelijkmatig op-zijn normale hbogte te bren gen, wat reeds voor een gedeelte met gunstigen uitslag is geschied. Vlaardinger-Ambacht, 9 Juli. Dezer dagen geraakte een overdekte wageu, waarin 7 personen, aan den Holy weg door het schrikken van let paard te water. Allen werden gelukkig gered. Vlaardiiigcn, 10 Juli. Z. D. Hoogw. de Bisschop van Haarlem heeft benoemd tot kapelaan te Middelburg, J. J. M. Teule, kapelaan alhier. Ds. H. II. Barger alhier, komt voor op het drietal te Rotterdam, Men schrijft ons uit Rotterdam, d.d. 10 Juli. Er mogen dit jaar maar vier draaimolens op de kermis koraen. B. en W. denken stellig, er is draaierij g noeg op de wereld. Verleden jaar was bijna drie-vierde van de ker mis draaierij, en liefst draaierij met stoom en met elektriek licht voor de tent, om draailustigen te lokken. Het groote luchtbol-vermaak was ook niets dan draaierij. Nu, van de luchtbollen en luchtreizigers is ook al het nieuwtje af. De luchtscheepvaart is, sedert er zooveel luchtpleizierreizigers zijn gekomen, een broodelooze kunst geworden, anders zou een bekend luchtreiziger zich waarlijk niet als koloniaal aan ons ludisch leger verbonden hebben. Dan had men het groote scheep- en luchtver- maak, ook al niets dan draaierij. Scheep- en luchtvermaak kau men ook vinden op onze badplaats Scheveningen Maar daar is al'es natuur. Daar kan men de visscherspinken zien dobberen en zich een denkbeeld vormen, hoe moeielijk de zeeman zijn dagelijksch brood verdient, en uren ver rond Scheveningen kau men zich vergasten aan stank lucht, langs natuurlijken weg in het leven geroepen. Twintig gemeenten zijn door de vroede mannen, die over de spuisluis te kommandeeren hebben, in een groot privaat veranderd. Zoo hebben wij een reusachtige natuurfabriek van zwavelwaterstofgas gekregen. Laat ik eens even uitleggen, welk een weldaad zoo'n natuurfabriek is, (voor de dokters en apothekers namelijk). De geleerden zeggen, dat elk mensch nagenoeg 2.5 gram ijzer bij zich heeft, hetwelk in het bloed zich bevindt of liever in de kleurstof (haemotosine) van het bloed. Wat dat ijzer in het bloed doet, dat weet men niet. Er is zoo veel wat men niet weet. Maar genoeg, het behoort er in. Is het niet in bepaalde kwantiteit daarin aanwezig, dan is een mensch ziek. Het zwavelwaterstofgas tast alle metalen aan en, zeggen de geleerden, daarom moet het ijzer uit het bloed ook aangetast en gereduceerd|(worden als men lucht vermengd met zwavelwaterstofgas ina- demt. Vaudaar dat er in streken, waar veel rottendei zelfstandigheden zijn, zooveel zieken gevonden worden. Nu, in de kanalen, vaarten, vlieten, grachten, slooten, die hun overtollig vuil door de spuisluizen van Scheveningen moeten loozeu, ligt tegenwoor- dig nog al wat te rotten. Men griezelt er van, als men aan de odeurs deukt, die er uit opstijgen, en dan acht men de lucht van ranzige margarine in de goedkoope pof- fertjes- en wafelkramen toch nog duizendvoudig beter voor inademing geschikt. Zoo zijn wij weer op de kermis terug met haar gedraai, dat tot een minimum beperkt moet wor den, als of men met de spuiwerken van Scheve ningen te doen had, die ook niet mogen draaien. Het woord vergunning schijnt naarmate de wet- gever het volk ai meer en meer vrijheden belooft, hoe langer hoe meer beleekenis te krijgen. Zoo hebben wij tegenwoordig niet alleen herbergen, maar ook luchtvermaak en scheepvermaak, gecom- bineerd lucht- en scheepvermaak en velocipode-teuten met vergunning (om te draaien, natuurlijk). Vertooningen op den openbaren weg zullen er gedurende de aaustaande kermis ook niet plaats mogen hebben. Die arme poppenkasten, of liever, die arme bazen van poppenkasten. Wat het volk welke ijzeren handen de hypnotiseur bedeeld was De bokser werd bout en blauw in het gezicht, de tong hing hem uit den mond en een gorgelend geluid kwam uit zijn keel. Toen smeet Craddock hem tegen de steenen. Een groote menigte volk had zich reeds in de straat verzameld, en groeide hoe langer hoe meer aan. Die in het vierde gelid stoud van den hoop inenschen, welke daar vergaderd waren, zagen al niets meer van hetgeen in het midden van de groep gebeurde. Men had echter bij gerucht ver- nomen, dat eindelijk die Jack the Ripper, welke zooveel plassen bloed in White Chapel, ten koste van het leven van zooveel vrouwen had vergoten, gepakt was, en nu brulde men om wraak en van woede. z/Slaat dood //Snijdt hem den hals af//Snijdt hem open Waren nu de kreten, die brullend en gillend uitgestooten werden. En de straatjongens vlogen evenals de stormvo- gels over de schuimende golven, door de straten en stegen van White Chapel met de kreten//Jack the Ripper, sla dood, snijd hem open," om elk man, elke vrouw, elk kind, tot wraakneming op te roepen. Het ontzettend gebrul van de menigte rohdom Craddock, dat zelfs het loeien van een orkaan on- hoorbaar zou hebben, gemaakt zeide hem duidelijk het groote gevaar, waarin hij zich bevond. Te vergeefs poogde hij door den kring te worstelen, die er als door een tooverslag rond hem was ontstaan bij de minste pogiug, die hij daartoe deed, begon het Seschonken vrouwmensch op de wildste manier te gillen en vlogen de andere vrouwen hem aan. Vruchteloos waren zijn reuzenpogingenzijn herculische krachten bejrefi, wees er van verzekerd, dat dit vertoonin gen. genoeg zal maken, maar altijd yonder vergunning. Vreemde orgellieden krijgen geen vergunning, (om te draaien natuurlijk). De stedelijke orgellieden zullen trachten, altijd met vergunning, draaiende er de kermisvroolijkheid in te draaien. Ook vreemde muzikanten zullen hier geen straat- muziek mogen maken, hetgeen toch niet belet, dat de maatschappij tot bevordering van toonkunsl al hier, steeds smeekgebeden tot de vreemde muzi kanten richt, om hier een deuntje muziek tegen goed Ilollandsch geld te koinen maken, of om wat les in de toonkunst te kornen geven tegen ruim salaris. Maar dit gebeurt dan niet op straat. Jegens de Turksche schommels is men hier heel vrijgevig, er mogen er drie komen. De vergunning voor publieke vermakelijkhedsn wordt dus niet te kwistig gegeven; zoeke menig kermisganger daarom toch niet zich te vermaken met het oude kennisje, de alom bekende //ver gunning." Bij den garnizoens-commandant te Assen heeft zich voor den kolonialen dienst een Hongaar aangemeld, op wiens boist in vier verschillende kleuren het wapen van Hongarije is getatoueerd. Het onlangs uitgevonden werktuig om door elektriciteit voorwerpen op zeer verren afstand te zien, heeft den naam gekregen van ,/Electropho- noscoop". Het is te zien geweest op de postjubi- leum-tentoonstelling te Louden en is niet veel grooter dan een flinke patroontasch. Voor den spreker is een door elektrische lampen helder verlichte, trechtervormige schijf geplaatst. Men plaatst de telephoon aan het oor en schelt, en het gelaat van den verren vriend verschijnt onmiddellijk in het midden van dezen //Spiegel des geheims". Men spreekt en hij antwoordt. Zijn gezicht ver- andert van uitdrukkingbeurtelings lacht hij, ziet hij ernstig en vroolijk de gelaatstrekken zijn zoo duidelijk te onderscheiden, alsof ze dichtbij door een verkleinglas werden bekeken. Gemakkelijk middel om wortnen te zoeken. De heer Schmidt, banketbakker te Witsenburg heeft eene merkwaardige ontdekking gedaan, die niet zonder waarde is voor den liefhebberijvisscher. Als men nl. water, dat omstreeks een dag op groene jjoten heeft gestaan, op de aarde giet, on- verschillig of het op tuinaarde, op een harde grint- weg of zelfs op de voegen tusschen de straatsteenen is, komen op hetzelfde oogenblik, nadat de grond het vocht heeft ingezogen een menigte wormen uit de aarde gekropen en haasten zich om die plaats te ontvluchten, alhoewel de vloeistof toch niet zoo erg bijtend is. Wormenzoekers, die anders, zooals bekend is, 's nachts met een licht je de wormen moeten zoeken, kunnen zich nu op elk uur van den dag van dat begeerde vischaas in flinke hoeveelheid voorzien. De schoonste vrouwen van de wereld. Baronnesse KlaTa Von der Deckler, te Tiflis, heeft eene oproeping tot ,/de schoonste vrouwen van de wereld" van aile landen en alle standen gericht, om haar heur portretten te willen toezenden. Alle portretten zullen door een commissie van artisten worden onderzocht. De goedgekeurde exeraplaren zullen in een album onder den naam //Types de beaute feminine h la fin du dix-neuvieme siecle" in het museum van Moskou worden geplaatst. Arrondissements-Rechtbank te Rotterdam. waren hem van geen nut meeral gelukte het hem nu en dan een paar vrouwen van zich af te schudden, hij maakte daardoor geen opening in de menschenmassa. En al woedender en woedender werden de gelaatstrekken der omstauders en al harts- tochtelijker brulde men om wraak. Craddock zag nu zijn toestand in. /Groote hemel," dacht hij, ,/de dwazen houden mij voor dien geheimzinnigen moordenaar Jack the Ripper, die hen zoo met ontzetting heeft vervuhl, dat zij het klein weinigje verstand, hetwelk zij nog bezaten, hebben verloren, en in hun blinden angst en schrik zijn zij in staat mij in stukken te schnuren." „Hoor eens, vrienden," schreeuwde hij uit alle maclit, terwijl hij alle mogelijke kalmte en over- tuiging in zijn stem poogde te leggen. Gij dwaalt geheel. Hel is waar, ik ben een vreemdeling in White Chapelhet is waar, dat ik hier het eerst van mijn leven kom. Maar ik ben evenals gij een man, die met hard werken zijn brood moet verdie nen, en zie evenals gij met den grootsten afschuw neder op de ijselijke moorden en verminkingen, die in uw midden bedreven zijn." Hij sprak met zulk een klem en overtuiging, dat zij, die het dichtst bij hem stonden, den in- druk kregen, dat hij onmogelijk die Jack the Ripper kon wezen. Zijn stem drong echter niet door tot hen, die wat ver van het midden af waren. Daar riep men steeds, „geef hem over aan de politie," welke kreet onmiddellijk verdoofd werd door het vreeselijk brullen van ^geen politieGeen politiedan praat hij er zich nog uit. Sla dood dien moordenaarSnijd hem open Niettegenstaande dat woeste dreigen zou flet Craddock toch gelukt zijn, al die rond hem stonden tot rede te brengen, wanneer geen plotseling en onvoorzien voorval een heel anderen, onverwachten loop aan de zaak had gegeven. z/Wat bedoelde die vrouw er mede toen zij zeide, dat gij gepoogd hadt haar te vermoorden vroeg een der herbergklanten, die hem gevolgd waren, op een beschaafder wijze sprekende dan hij tot nu toe gedaan had. //Zij brengt een zware beschul- diging tegen u in, heenchap, verantwoord u nu daarointrent." z/Bah riep Lipthwaite toornig en met een blik vol verachting op het diep gezonken wezen, dat nu op de straatsteenen zat, en, zich al heen en weder schuddende, niets dan onzin uitkraamde. z/Moet een menschenleven in gevaar gebracht wor den door verklaringen van dronken vrouwen van zulk allooi en een stap voorwaarts doende, gaf hij haar een schop. Die verachtelijke wijze van handelen, meer nog dan het ruw optreden, scheen de gevallen vrouw tot razernij te brengen. Zij uitte een gil van woede, sprong op, vloog Craddock aan, scheurde zijn gelaat met haar nagels open, en trok de haren uit zijn hoofd, eer hij er op verdacht was om haar af te weren. Woedend zoowel door de pijn als over het schan- daal in zoo'n achterbuurt door een dergelijk vrouw mensch aangevallen te worden, stiet Lipthwaite een vloek uit, en velde haar met een enkelen slag neer. Wordt vervolgd.) V Zitting van 8 Juli 1890. C. S. is gedagvaard, maar niet verschenen, zijn zaab wordt i n bij versteb behandeld. Den 15 Mei j.l. hebben jongens om geld gespeeld, een feit, dat de politie altijd moet tegen- gaan. Toen agent P. Van der Mark ziob daarmede bemoeide, kwam bekl. tusschen beide en wilde zooveel zeggen, als dat de politie met zoo iets niet noodig had. De agent gaf hem den raad, om de politie niet tegen te werken, dit werd beantwoord met den zegenwensch, »stik," waarna de bekl. den agent naliep. Toen bekl. nu gelast werd zijn weg te vervolgen, klonk het, »dat verd ik voor jou, smeerlap." Hiervan is procesverbaal opgemaakt. F. v. d. Mark verklaart aan de rechters, dat hij bij zijn procesverbaal blijft persisteeren. H»t O. M. kwalificeeft het feit beleediging van een ambte- naar in de uiloefening van zijn betrekking, en eischt f 5,00 boete, subs. 5 dagen hechtenis, C. H. L oud 12J jaar, geboren te Delfshaven, kuipers- jongen, woonachtig alhier, staat Wecht, wegens het inschieten van ruiteu aan de groote hervormde kerk op 27 Mei j.l. 0. de Mooi, koster aan voornoemde kerk, constateert, dat de ruiten den vorigen dag nog heel waren. Hij heeft zelf de ruiten niet zien stuk maken, ofschoon hij daarvoor op zijn hoede was, omdat hij dikwijls last had van inwerpen van ruiten aan het kerkgebouw. Hij was gewaarschuwd door een kleinen jongen, beneden 10 jaar, die hem den dader had genoemd, waarna hjj er kennis van gaf aan de politie. De bekl. heeft dan ook bekend, da', hij de dader was. De President brengt bekl. onder het oog, dat hij reeds de betrekking van knipersjongen bekleedt, en het alzoo heel onverklaarbaar is, dat bekl. nu nog pleizier kan hJben in het inschieten van ruiten. Onder tranen als tuiten, bekent '>ekl., dat hij maar 5 minuten met een catapult geschoten heefr, dat hij dergelijk schietgereedschap er niet op nahoudt, maar het eventjes geleend had van een anderen jongen, dien hij Freek K.ok noemt, en dat hij met kiezelsteentjes geschoten heeft. Hoofdagent Wagenmaker legt getuigenis van de bekentenis van den jongen af, en verklaart daarbjj, dat diens gedrag in den laatsten tjjd nog al goed is geweest. De jongen verklaart op de daartoe tot hem gmchte vragen, dat hij al 6 of 7 weken bij een baas is, en al f 0.75 's weeks verdient. De offlc. van Just, kwalificeert het feit opzettelijke en wederrechtelijke vernieling van goederen een ander toebehoo- rende, en eischt f 0.50 boete of 1 dag hechtenis. K. S. is ook gedagvaard, maar niet verschenen, zijn zaak wordt nu bij verstek behandeld. Hij moet zich verantwoor- den wegens diefstal van een koperen pijp van een spoeling- wagen op 5 Juni. F. Laurens, oud 44 jaar, boerenarbeider alhier, treedt als getuige op. Get. is in dienst bij zijn oom. Den 4 Juni verklaart hij, zat de pijp nog aan den spoelingwagen. Den 5den Juni des nam. 2$ nur was zij vermist. Om die pijp weg te krijgen, moest men haar verwringen. Het eind pijp ligt ter terecht- zitting en wordt door get. herkend. Op de vraag naar de waarde er van, verklaart hij, dat men 35 k 36 stuivers moet besteden, om er een nieuwe in te laten zetten. H. Willekens, gemeenteveldwachter, legt getuigenis af van het in beslag nemen van gemeld stuk pjjp bjj G. Krabben- dam, wij vernemen van get., dat bekl. dezen een gefingeerden naam had opgegeven. G. Krabbendam, oud 29 jaar, noemt aan de rechtbank zijn maatschappelijke positie „oud roest" en verklaart, als get. optredende, dat hij dat stuk pijp in den avond van 5 Juni van een 18-jarig jonkman had gekocht, die later bleek een gefingeerden naam te hebben opgegeven. Hjj had er f 0 20 voor gegeven. De President maakt get. opmerkzaam op het feit, dat hij zeer goedkoop gekocht had. De get. verklaart, dat hij f 0.04 voor het ons had gege ven, dat toen de standprijs was. De griffier leest nu de bekentenis van bekl. voor. De Officier van Justite kwalificeert het feit diefstal en eischt 10 dagen gev. str. C. I. O., oud 20 jaar, hrandersknecht alhier, staat terecht wegens duchtig verzet tegen de politie, gepaard met mis- handeling van den agent. Uit het proces-verbaal en de getuigenis van agent N. Hoeflaken, vernemen wij, dat bekl. het zoo lief had gemaakt, op 8 Juni, dat hij in het hok moest. Dat transport naar het hok, is zoo gemakkelijk niet ge- gaan, de horlogeketting van den agent is er bjj stuk ge- trokken, de agent is door bekl. geschopt, tegen den grond gesmeten, aan de haren getrokken en eindelijk is bjj meer hangende dan loopende met reuzenarbeid naar het hok voor arrestanten vervoerd, daarbij steeds zoo min mogelijk loo pende, maar liefst nog zooveel mogelijk tegenweer biedende. De bekl. zegt, dat hij van niets weet, omdat hij totaal dronken was. - Op de vraag van den president, hoe bekl. zoo dronken kwam, geeft hij ten antwoord een borreltje en bier gedronken te hebben. Agent Hoeflaken verklaart, vroeger nooit moeieljjkheden met bekl. te hebben gehad. Het O. M. kwalificeert het feit mishandeling en weerspaa- nigheid en eischt 7 dagen gevangenisstraf. A. S., oud 33 jaar, kuipersknecht, sedert 14 dagente Schiedam w/onachtig, en P. F. W. S., metaaldraaier, te Rotterdam, staan terecht, beschuldigd van in den nacht van 21 op 22 April ontvreemd te hebben te Schiedam twee haarborstels, vijf scheermessen en een schaar, toebt hoorende aan den barbier J. H. J. Breve, met uitzondering van een der scheermessen, dat toebehoorde aan W. Soger. Vervolgen wegens ont- vreemding van een aantal koperen doppen der waterleiding, toebehoorende aan C. B. v. d. Wal, J. C. Van Deventer, L. Vrjjland en de Wed. Nolet. Als getnigen in deze zaak traden op A. J. Mejjers, kuiper te Rotterdam, en uit Schiedam J. H. J. Breve, barbier, P. J. Van Sloot, smid, A. Van Ejjk, sigarenventer, G. Wagenmaker en Reuvekamp, hoofdagenten. Megers, die het eerst optreedt als get., hegint met te vertellen, dat bij niet veel van die geschiedenis weet, omdat hjj zelf toen niet flksch was Wij krijgen zoo wat het een en ander te hooren van een flinke borrelpartij, die bij den barbier tegen middernacht heeft plaats gehad. De instru- menten van onzen barbier zijn toen alle door tw. e der heeren borrelaars medegenomen. De barbier, die naar 't schijnt de matigheid niet bjjzonder in acht heeft genomen, bljjkt daarvan niets gemerkt te hebbe i, zoodat hij heel mal zal hebben staan kijken, toen er den volgenden morgen lieden om haar knippen of scheren kwamen, en hij geen mes of schaar had. De barbier is te huis gebleven, maar de andeie proevers schjjnen 's nachts nog door de plantage gfdu aald te hebben.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

De Schiedammer | 1890 | | pagina 2