Geldmannen.
N°. 64. Eerste Jaargang.
Zaterdag 26 Juli 1S90.
B I N N E N L A N D.
Abonnementsprys:
Versehijnt WOENSDAG en ZATERDAG.
Uitgever:
C. J. BLOMMENDAL,
Schets uit het ieven der Parijsche
Kapitalisten.
Per drie maanden.©O
franco per post. 1.—
voor het Buiten-
land 1.55
Afzonderlijke nnmmers. .05
Boterstraat, E, 342,
SCHIEDAM.
3?rijs der Advertentien
Van 1—6 regels .50. Iedere regal meer. .10
Groote letters naar plaatsruimte.
Driemaal plaatsing wordt tegen tweemaal berekend.
Familiebeeichtenper annonce f—AO
Dienst
AANBIEDIN1EN
AANTBAGE.iT
.S5
Amsterdam genoot Woenadag het voorrecht
de Koningin en het Prinsesje binnen haar veste te
zien. Te 10,25 stoomde de Vorstelijke trein het
centraalstatiou biunen en werden de Vorstelijke
bezoekster, nadat haar 33 kanonschoten het eere-
saluut hadden gebracht, naar het Koninklijk salon
geleid, dat fraai met bloeinen en groen was ver-
sierd en waar HH. MM. door burgemeester Van
Tienhoven en verschillende andere autoriteiten
onder wie de Commissaris des Koiiings Jhr. Schorer,
werden opgewacht.
H. M. en H. K. H. zagen er gezond nit. Het
prinsesje droeg een creuae kleurig kleedje en een
hoed met een grooten veder. Elk was ,/er over
uit", zoo lief en aanvallig het kind is gebleven.
H. M. droeg een zeegroenkleurig satijnen robe met
zalmkleurig b>ait, die met zilverdraad versierd waren.
Alvorens de vorstelijke personen in haar rijtuig
stapten en bij den uitgang van het koninklijk
salon werd aan Prinses Wilhelmina een fraai ro-
zenbonquet met de koninklijke kroon er op aange-
boden door het dochtertje van den heer De Groot,
en dit namens de Hollandsche Opera. H. M. was
blijkbaar zeer ingenomen met deze hulde.
Door eene dichte, juichende menigte reden de
hooge gasten dan van het station in open rijtuig
in vluggen draf naar het Frederiksplein, naar het
Volkspaleis, de Veiligheidstentoonstelling. In de
sierlijke vestibule werd H. M. ontvangen door dr.
Ruysch, die de leden van het comite, het bestuur
van het Paleis enz. aan H. M. voorstelde. Een
keurige calalogus werd hier den vorstelijken bezoek-
sters aangeboden en welwillend door dezen aanvaard.
Ook eenige schoone bouquetten werden H. M. en
de Prinses geoffreerd. Met hooge belangstelling
bezichtigde H. M. de tentoonstelling en de Prinses
vond blijkbaar genoegen in den phonograaf, die
het Wilhelmus zong en in de phonographische pop,
die sprak1 love yon mama, 1 love you. De pop
werd der Prinses ten geschenke aangeboden. In
de drukkerij op de tentoonstelling bij Arndt wer
den door kinderen, als jeugdige Markenaren gekleed,
bouquetten overhandigd en liet de Koningin en
daarna de Prinses plotseling alle machines stilstaan
door het trekken aan een veiligheidskoord. Vrien-
delijk, alom groetend, schreed de Koningin met de
Prinses aan de hrnd voort, alles met opmerkzaam-
heid beschouwende. Met een warme dankbetuiging
aan dr. Ruysch, verliet H. M. het Volkspaleis, en
bij het bestijgen van het rijtuig klonk het uit
duizenden monden: Hoezee voor de Koningin en
de Prinses I
ThaDs ging het naar het Rijksmuseum. Ook hier
hadden duizenden zich verzameld en onder het
gejuich der menigte traden H. M. en de Prinses
het Museum binnen, begroet door den directeur,
den heer Obreen. Het Vorstelijk bezoek gold
voornamelijk de Rembrandtzaal, waar geruimen tijd
vertoefd werd voor de Nachtwachr. De burge
meester wees de Prinses op de schoonhedeo van
het kunstwerk.
Ook de galerij met de historische portretten,
waaronder die van het Huis Oranje-Nassau, ward
bezichtigd, waarna de hooge bezoeksters door den
heer Obreen werden uitgenoodigd hare haudteeke-
ningen in het Gulden Boek van het Museum, lig-
gende in de groote hal op eene fraaie. tafel, te
plaatsen. Dit geschiedde. Te midden van eene
breede schare omstanders, die geen oogen genoeg
hadden voor het Prinsesje, schreven eerst de Ko
ningin, toen de Prinses hare namen. De Prinses,
die zich klaarblijkelijk inspande het zeer netjes te
doen, schreef zeer langzaam maar met groote ronde
letters alleen Wilhelmina.
Het lieve Koningskind had eene kleur van in-
spanning gekregen, en toen het gedaan was, trok
zij met een lachje van verademing en voldoeniDg
haren handschoen weder aan.
Spoedig daarop reed het hooge gezelschap naar
het Koninklijk Paleis, overal langs den weg met
geestdrift toegejuicht, ten gebruike van een dejeuner.
Na afluop hiervan werd een tochtje gemaakt op
het IJ. Onder het gebulder van het geschut weid
het tochtje aanvaard en overal met vlaggen gesa-
lueerd. De Prinses bewonderde blijkbaar het schoone
stadsgezicht van den IJkant.
Matrozen op verschillende schepen paradeerden
en juichten vol geestdrift de Koningin en het Prin
sesje toe. Hierna begaven de hooge gasten zich
naar de Diergaarde, waar inzonderheid het Aqua
rium met belangstelling werd bezichtigd. Na een
rijtoer door het Jodenkwartier verlieten H. M. en
de Prinses de hoofdstad.
Algemeen was men een en al bewondering voor het
vriendelijke, aantrekkelijke, gracieuse Koningskind.
En de Koningin Zij gaat daarin, als een Moeder
van de echte soort, v66r. Dat Kind verlaat, ontgaat
haar oog geen oogenblikhand aan hand gaat dat
van hier naar ginds, en van ginds naar hier zoo'n
ganschen dag door. Niet in de laatste plaats als
Moeder verovert de Koningiu de harten.
Naar men verneemt, moet bij H. M. de
Koningin het voornemen bestaan, om in het begiu
der volgende maand met H. K. H. Prinses Wil
helmina een officieel bezoek aan Arnhem te brengen.
Het voornemen bestaat, om de door de Eerste
Kamer der Staten-Generaal aangenomen spoorweg-
overeenkomsten, zoodra deze de bekrachtiging van
Z. M. den Koning hebben verkregen, op 15 October
aanstaande in werking te doen treden.
De Koning van Portugal heeft den Minister
van Buitenlandsche Zaken, jhr. C. Hartsen, van
groot-officier der Christus-orde, welke onderscheiding
hem reeds jaren geleden ten deel viel, bevorderd
tot grootkruis in die orde.
De liberale kiesvereeniging Arnhem" heeft
den heer Rooseboom candidaat voor de Tweede Ka
mer gesteld.
De heer Tindal had een schrijven aan het. bestuur
gezonden, waarin hij bedankte voor een mogelijke
candidatuur.
Naar men verneemt, heeft de bekwame en vol-
ijverige inspecteur van het geneeskundige staatstoe-
zicht in Zuid-Holland, dr. L. J. Egeling, zich door
den staat zijner gezondheid genoopt gezien ontslag
uit 's lands dienst te vrageu.
Naar men verneemt zal het huldeblijk voor
de graven Lodewijk en Hendrik van Nassau niet
op de Mookerheide worden geplaatst wat be-
zwaarlijk wordt geacht met het oog op het voort-
durend onderboud, den invloed van het weder,
mogelijke baldadigheid, gebrek aan toezicht, enz.
maar in de Protestantsche kerk te Heumen.
Door een trein der H. IJ. S. M. is Woens-
dag bij kilometerraai 71 tusschen Delft en Schiedam
overredeu en onmiddellijk gedood zekere J.v. d. S., uit
Delft, die over den overweg naar zijn land ging.
De ongelukkige leed aan doofheid hij was in ge
zelschap van zijn zoon.
Den 20sten dezer is op de Bossche boot,
varende op een pleiziertocht van Rotterdam naar
den lloek van Holland, in betaling gegeven voor
een biljet van f 100, een biljet van dezelfde kleu-
ren en op dezelfde wijze bedrukt, doch waarvan
de inhoud luidt
//De Nederlandsche bank geeft toegang tot het
Centraalgebouw aan toonder."
De importeur, De exporteur,
Kleezejan. Melstrin.
De politie doet onderzoek. Het publiek zij op
zijne lioede.
Dezer dagen werd te Epe een smid bekeurd,
die voor een ander een flaubert-buks ter herstelling
medenam naar zijne werkplaats, en zich alzoo in
het openbaar vertoonde met een verboden wapeu,
en voor eenige dagen werd in eene gemeente in
Drente een proces-verbaal opgemaakt ,/Wegens
het dragen van wapenen in een voor het publiek
toegankelijke plaats," toen op eene publieke ver-
kooping iemand een geweer kocht, en dat mee
naar huis wilde nemen.
De 102 leerlingen van de hoogste klasse
der labrieksschool te Eoschede, hebben Zaterdag,
onder geleide van commissarissen en onderwijzers, een
uitstapje gemaakt naar Munster, in Westphalen,
voordat zij de school verlaten.
Te Enschede is sen klompenmaker, met an
dere personen bezig zijnde een boom te vervoeren,
doordat de boom kantelde, tusschen dezen en een
muur geraakt, waardoor zijn borst werd ingedrukt.
De man was dadelijk dood. Hij was vader van een
talrijk gezin.
De Haagsche correspondent van de Pr. Gron.
Ct. schrijft
vMen vertelt, dat kort voor de gewichtige ge-
meenteraadszitling van jl. Dinsdag, de heer Reiss
FHUILiIaSITON.
iemand uit Scheveningen naar het Raadliuis gezon
den had, met de bedreiging, dat men bet, zeebad
sluiten zou indien de vergadering de stoatheid had
tot spuien t,e besluiten. ,/Mogelijk" is het, daar
die heer zich de almachtige gevoelde. Doch nog
altijd wappert van het Kurhaus de vlag, die in
hare banen de drie geheimzinnige letters Al{aat-
schappij) ^(eebad) <S(cheveningen) voert, een drie-
tal letters, dat destijds tot de vermakelijke uitleg-
gitig leidde Af(en) ^(al) /S(puien) en verder
M(aar) £(onder) A(tank). Nog altijd is het bad-
huis open en doen zich duizenden Hagenaren te
good aan de zeelucht, de rnuziek van Kogel en de
uitspanningen van het Kurhaus."
Mej. Aafke Kuijpers, geb. 3 Maart 1847 te
Franeker, leerares in den zang (o. a. aan de Tooueel-
school) is Zondag, toen zij te Oosterbeek, waar zij
tijdelijK verblijf houdt, uit de kerk kwarn, in hech-
tenis genomen, verdacht van moord door vergifti-
ging van mej. Wilhelmina Jacobs Smissaert, geb.
12 Juli 1856 te Oosterbeek.
De overledene woonde sedert 12 November 1885
ten huize van mej. Kuijpers, in de Tessrlschadestraat
1 (bovenhuis), te Amsterdam, waar zij 16 Juni
1890 overleed. Het lijk werd, na de verklaring
van overlijden afgegeven door dr. Foreman, op het
kerkhof Zorgvliet ter aarde besteld, maar op last
der justitie opgegraven en onderzocht, nadat bloed-
verwanten van mej, Smissaert zekere vermoedens
hadden geopenbaard. Toen bleek van chronische
zinkvergiftiging. De verdachte is nagenoeg univer-
seele erfgename van het niet onaanzienlijk vermogan.
De officier van justitie, mr, Looyen, die met
den rechter-commissari8 mr. Sleeswijk deze zaak
largdurig heeft onderzooht, was zelf te Oosterbeek
bij de aanhouding tegenwoordig. De verdachte is
naar Amsterdam vervoerd en in de celgevangenis
aan de Weteringschans opgenomen.
Er zijn aangaande deze waarschijnlijke misdaad
vele geruchten in omloop.
Het feit der aanhouding, allicht uit vrees voor
ontvluchting, bewijst ecbter, dat de veruioedens
tegen mej. Kuijpers van hoogst ernstigen aard zijn.
In de jongste zitting van den Gemeenteraad
van Breda werd over een quaestie omtrent de
belastingschuldigheid van den heer T. aan de ge
meente een verslag uitgebracht, dat onder algemeen
gelach is goedgekeurd. Daarin toch werd onder
andere medegedeeld
De grensscheiding (van de gemeenten Breda
en Teteringen) loopt door het huis, en de heer T.
kan met geen mogelijkheid uit zijn woning konien,
of hij komt in Breda. Eenigen tijd geleden ver-
huisde hij van Breda naar Teteringen, en liet de
papieren overschrijven, doch hij bleef in't zelfde
huis. De gaslantaarns, die bij nacht liaar diensten
bewijzen, zijn van Breda. Het mooie, sierlijke bloera-
perk, waarop hij uitzicht heefl, is van Breda. De
grond, waarop zijne woning staat, is door Bielars
gekocht van Breda, en de voorwaarden, waaronder
2) Een schatrijk man.
*Zie," zeide Raymond, ,/dat uithuwelijken aan
zoo'n man bevalt mij minder, daarin zie ik weer
het zwak van den parvenu, het jagen naar grootheid."
z/Dat is maar schijn," zeide de Vicomte. //Als
Coquillard het gewild had, was niets gemakkelijker
voor hem geweest, dan om zijn derde dochter ook
aan een adelijk heer met veel geld uit te huwelijken,
De dochter had zin in den Spanjool en de vader
gaf toe, ziedaar de geheele zaak."
//Maar wie zijn dan de andere schoonzoons
vroeg Raymond.
u Welnu," zeide de Vicomte, //die bekleeden ver
schillende posities, want de zin van elke dochter is
niet hetzelfde geweest en Coquillard was er de
man niet naar, om de neiging van zijn kinderen te
dwarsboomen. Het is een zonderling heb ik u
reeds gezegd."
//De oudste dochter," vervolgde hij, i/is gehuwl
met een schatrijk bankier, baron Taboureau, de
tweede met den Markies de Saint Coppens, een
ambtenaar, die op het punt staat lid van den Raad
van State te worden."
z/Waarlijk," riep Raymond, *ik ben benieuwd
kennis te maken met mijn edelen gastheer. Hij
moet wel als het ware belegerd worden door men-
Bchen, die een gunst van hem verzoeken. Nuhij,
die geld heeft, vindt gelegenheid genoeg om het
kwijt te raken, ik wil echter niets van den man
hebben, dit zal hem misschien wel een weii.igje
gunstig voor mij stemmen."
z/Gij hebt van uw standpunt gelijk, wijsgeer,"
heruam de Vicomte. „Onze heer Coquillard is een
type, dat de moeite waard is bestudeerd te worden.
Het is een man met een buitengewoon scherp ver-
stand, hij is voorbeeldeloos eerlijk, is een door en
door geslepen man van zaken en toch zoo eenvou-
dig als een kind."
Raymond wilde antwoorden, doch bleef steken,
want de millionnair betrad nu in eigen persoon
de kamer, waarin dit gesprek voorviel.
Het was een man van tusschen de vijf en-vijftig
en zestig jaar oud. Zijn gestalte was meer dan
middelmatig, zijn houding teekende edelmoedigheid
en vastberadenheid. Hij had breede sckouders,
gespierde armen, dikke handen, kortom, uit de ge
heele figuur kon men zien, dat die man door ijzereu
volhardiug zijn weg door het leven gebaand had.
Op dat schrandere. fijn geteekende gelaat lag
een onmiskenbare trek van ongekunstelde goedaar-
digheid.
Maar bij dit alles kon men op zijn gelaat sporen
van bitter zielelijden zien, dat hij met reuzenkracht
poogde te overwinnen, maar dat dadelijk de over
hand kreeg, wanneer hij zeker was, niet meer aan
de bespiedende blikken van zijn omgeving te zijn
blootgesteld.
Raymond en de Vicomte waren in een andeie i
zaal gegaan, waarvan de deur open stond, en be-
spiedden van daar steelsgewijs den millionnair.
Deze, die zich nu onopgemerkt waande, dacht
nu eens zoo gelukkig te kunnen wezen om aan
zijn droefgeestige overpeinzingen den vrijen loop te
laten.
Hij naderde den schoorsteen, legde de beide elle-
bogen op den marmeren mantel, nam zijn hoofd
een paar maal in zijn handen, en sloot de oogen,
teneinde beter in staat te zijn een droefgeestig
denkbeeld te volgen,lietwelk hem blijkbaar bezighield.
z/Welnu," zeide de Vicomte tot zijn vriend,
z/Koudt gij nu wel zeggen, dat die man zoo lijk
is als twintig millionnairs te zamen
z/Als men het niet wist," zeide Raymond, ,/Zou
men ook niet zeggen, dat hij de bruiloft van zijn
dochter viert."
De Vicomte glimlachte even. Elk huis heeft
zijn kruis," zeide hij. wAls nu die man zoo geluk
kig was, als dat hij rijk is, dan was hij meester
van het geluk op arde, zooals hij nu van het
geld is, en dan schoot er niets voor een ander over.
Het geld wordt met schoppen bij hem in huis
gegooid, maar daarvoor kan hij geen rust en tevre-
denheid koopen. Wanneer wij met het krieken
van den dag door Parijs wandelen, dan zien wij
de werklieden naar de fabriek gaan, de straatvegers
zijn dan ook al druk bezig, de lorrezoekers zoeken
hun brood, uit hetgeen een ander wegwerpt, en
toch die menschen, hoe zuur zij hun brood mogen
verdienen, lachen en schertsen met elkander en
halen nu en dan een liedje op hun manier uit.
Die vroolijke, onbekomme-de stemming kan men
voor al de millioenen der aarde niet koopen."
Een dame trok toen de opmerkzaamheid van den
Vicomte, deze gaf nu zijn vriend de hand en ver-
wijderde zich.
Raymond bleef nu alleen, keek door het half
geopende venster in het schitterend verlichte park,
waarin zich nu ook tal van gasten bewogen.
Ceheel onbekend in deze kleine wereld van genoo-
digden Hep hij op goed geluk af door de zalen,
waar hij niets dan onbekenden aantrof en kon
tevens maar niet nalaten aan dien millionnair te
denken, die te midden van al dat feestgewoel, aoo
trenrig scheen.
z/Er is aan dit prachtige huis ongetwijfeld een
vreeselijk geheim verbonden," raompelde hij.
Al dwalende kwam hij weer in de zaal terecht,
al waar hij Coquillard gelaten had. Meer uit
verveling dan uit belangstelling gaf hij acht op
hetgeen er nu gebeurde.
Hij zag iets, dat hem zijn schouders deed op-
halen en hem noopte verachtelijk t° glimlachen.
De millionnair stond nu te midden van een dich-
ten drom personen, die hem honing oin den mond
smeerden, teneinde door zijn bemiddelingiets te verkrij-
gen. Hetzij door zijn natuurlijke goedheid, hetzij dat
hij van die vleiers af wilde wezen, om rustig in een-
zaamheid te kunnen overpeinzen, hij beloofde nu
alles, wat zij hem vroegen.
De een vroeg een bijdrage voor een fonds, een
ander om door zijn tusschenkomst ergens geplaatst
te worden, wederom een ander had een lintje in
zijn knoopsgat noodig en kan dit alleen door be-
middeling van Coquillard krijgen enz.
De goede man beloofde alles, hij zou nu zelfs een
troon beloofd hebben, a's zij hem maar met vrede lieten.