Burgerlijke Stand.
die vtikoop gescbiidde,. waren er op berekend om
den hoofdelijken omslag te doen betalen aan Bredp.
Wanneer er brand komt, dan 't zij den beer T.
aangenaara of niet wordt die gebluscht door He
brandwer r uit Breda. De bewoner staat onder de
bescherming van Breda en heeft bij de volkstelling
kaarten gehad van Breda. Sum ma mmmarum cnn-
cludeert het verslag tot het doen betalen van den
horfdelijken omslag door den heer T. aan Breda."
Schiedam, 25 Juli.
Zondagmiddag ten een uur werden de prijzen
uitgereikt, die toegekend zijn op de tentoonstelling
van Kunstuijverheid en vrouwelijke, fraaie hand-
werken, gehouden van 613 April j.l. Tot dit
doel waren de leden der S. K. V., de juryleden
voor de beoordeeiing van den wedstrijd der hand
werkslieden, eenige genoodigden en de bekroonden
in de zaal der officieren-vereeniging samen gekomen.
De stafmuziek der dd. schutterij luisterde deze
bijeenkomst door haar muziek op en opende ook
de festiviseit. Hierop nam de voorzitter der S. K. V.,
de heer Beukers, het woord. 11 ij dankte de aan-
wezigen voor hunne tegen woordigheid, die hem het
bewijs gaf, dat het streven der S. K. V. hunne
sympathie had mogen verwerven. Ook dankte hij
den majoor-commandant der dd. schutterij, den heer
G. Visser Bzn. en den kapelmeester, den heer J.
Egener, voor hunne bereidwillige medewerking om
aan deze bijeenkomst een feestelijk aanzien te geven.
Maar vooral zeide hij dank aan hen, die door hunne
inzendingen getoond hadden, aan het streven der
S. K. V. hunne onverdeelde sympathie te schenken.
Bij hoopte, dat de verkregen resultaten zouden
mcdewerken tot de ontwikkeling der kunstnijver-
heid in Schiedam. Luide toejuichingen loonden
spreker voor deze rede.
Hiertoe uitgenoodigd nam thans mevrouw A. J.
BeukersHerckenrath, lid van het dames comite
voor den wedstrijd van vrouwelijke, fraaie hand
werken, aan de bestuurstafel plaats en werden de
prijzen door haar onder de fanfares der muziek
aan de bekroonde damesinzendsters uitgereikt.
Vervolgens werden door de leden voor den wed
strijd van handwerkslieden de prijzen aan de be
kroonde werklieden-inzenders uitgereikt.
De medailles, die zeer fraai bewerkt z"n, ver-
toonen aan de voorzijde het opschriftSchiedamsche
Kunstvereeniging aan (de naam), 613 April," en
aan de achterzijde een symbolische teekening,
voorstellende den Arbeid beechermd door de kunst
mtt het bijsehriftWedstrijd voor handwerkslieden
in Nederland."
De diploma's hebben dit laatste opschrift eveneens
voorts leest men daarop: Schiedamsche Kunst
vereeniging 6 tot 13 April 1890" en de aanduiding
der afdeeling, waarbij het diploma werd toegekend.
Het eerediploma, door het comite voor den
wedstrijd van handwerkslieden in Nederland aan
den heer A. Joidaans voor zijn bokkenwagen toe
gekend, was nog niet gereed en kon derhalve ook
niet worden uitgereikt.
Nadat door den heer W. Drektraan namens het
bestuur der S. K. V. mededeeling was gedaan van
eenige eervolle vermeldingen, werd het woord ge-
geven aan den heer W. Tak, een der bekroonden.
Hij betuigde dank aan het gemeentebestuur voor
zijn bereidwillige medewerking tot het welslagen
der tentoonstellingvoorts bracht hij hulde aan
de jury voor ha ir juiste critiek en fijne beoordeelingen
Spr. wist bij ondervinding, dat die critiek niet
altijd onpartijdig was, want in 1860 had hij ook
eens werk geleverd en toen was er gezegd, dat hij
er veel tijd aan vermoord had, hoewel hij er veel
vnje uren goed aan besteed had. Hierop volgt de
nadere omschrijving van den criticus, waarschijnlijk
als tegenhanger voor de knappe juryleden, die zoo
onpartijdig hun taak hadden vervuld.
Hierna werd door den voorzitter, onder dank-
zegging voor de talrijke opkomst, de vergadering
gesloten.
Onze stadgenoot, de heer J. J. Teurlings
heeft dezer dagen met gunstig gevolg het examen
voor L. 0. 1'ranscli afgelegd.
Masndag jl. vertoefde te dezer stede Mgr.
Wulfingh. Door Z. D. H. werd bij verschillende
De belangstelling van Raymond in den millionnair
vermeerderde nu nog, want hij zag, dat ook te mid
den van die lastige verzoekers met hun kruipende
onderdanigheid, de droefgeestige wolk, die er voor
's mans gelaat hing, niet verdween. Het kwara hem
voor, of die man te midden van al dat feestgenot
vreesde, dat hem elk oogenblik een ongeluk zou
overkomen.
Na de verzoi kers, kwamen tal van personen om
te feliciteeren, doch al die complimenten waren we-
derom vermomde verzoeken, die de millionnair van
begin tot het einde moest aanhcoren.
Dan kwamen er weer anderen, die toch wat ver-
tellen moesten, en met afgezaagde, onbeteekenende
gezegden aankwamen.
,/Vriend," zeide een bankier tot hem, terwijl hij
hem de hand reikte, „wat moet dat huwelijk u
niet een genoegen doen."
Dat doet het," zeide Coquillard werktuige-
lijk.
Toen kwam er een markies en riepj,Wel,
Coquillard, wat zijt gij toch ecu gelukkig mensch
met die drie schoonzoons, wt.arop gij trotsch moogt
wezen."
Coquillard glimlachte op droefgeestige wijze.
,/Hoe heb ik het nu, zijt gij nog met tevredeu
klonk nu weer de vraag. „Gij hebt nu een hertog
als schoonzoon gekregen. Een afstammeling van
den oudsten Spaanschen adel, een man, die aan
de aanzienlijkste Castilliaansche families is geparen-
teerd, huwt uwe dochteris dat nog niet eervol
genoeg voor u Zoudt gij denken, dat een kroon-
prins de hand van uwe dochter had moeten vragen
//Ik denk slechts, als mijn dochter maar geluk-
ingezetenen een bezoek afgelegd e.n hij gebruikte
bij een onzer geachte stadgenooten het. middagma&l.
Dinsdagmiddag jl. inaakte onze dienstdoende
schutterij een militaire wandeling naar Vlaardingen.
Na zich aldaar wat ververscht te hebben, waarbij
inenig vroolijk tooneeltje plaats had, verliet zij
onder de tonen der muziek weder deze stad. Een
menigte toeschouwers deden haar daarbij uitgeleide.
Dien zelfden raiddag ongeveer te 4.20 viel
een roede van den molen „de Witte" over de kap
heen op de gederapte vest en nam de vang raede
naar beneden. Als door een wonder hadden er geen
ongelukken plaatsimmers is daar de speelplaats
voor een massa kinderen, doch op dit oogenblik wa
ren die gelukkig niet daar aanwezig. Alleen wer
den twee boomen beschadigd. Naar wij vernemen
bevond zich deze roede in zeer slechten toestand.
De dienstbode van den poffertjesbakker Kools-
bergen, die met zijn schuit bij de Appelmarktbrug
iigt, zou over de plank in de schuit gaan, maar
kwam in het water lereeht, Spoedig werd zij er
weder uitgehaald door den knecht van K., zoodat
zij er met een nat pak afkwam.
Gisterenmorgen omstreeks 10 uur schrikte
van de stoomtram een paard, dat bereden werd
door iemamd uit Rotterdam, met het gevolg, dat
bet op hoi sloeg. Op den Rotterdamschen dijk
werd het echter spoedig tot staan gebracht, zonder
zijn berijder te zijn kwijt geraakt.
De vijfjarige Gerrit Hoorman viel gisteren-
avond al spelende in de sloot aan de Groenelaah
legenuver de llirkje Meesterstraat. Zijn broertje
Hendrik, eif jaar oud, sprong hem onmiddellijk na,
en smaakte de voldoening spoedig hem weder op
het droge te hebbeu gebracht.
Woensdagmorgen omstreeks 8£ uur kwam
een handwagen op de Koemarkt zoodanig tegen
een met een paard bespannen gistwagen, dat een
der boomen brak. Gelukkig was de bestuurder
tijdig tusschen de boomen uitgesprongen zonder
letsel te hebben bekomen. Beide wagens kwamen
van de Koemarktbrug.
Ouwerschie, 24 Juli. Bij de aanbesteding
van de directie der Marine zijn de minste inschrij-
vers voor de levering van minerale cylinderolie en
idem voor krukpennen, de heeren Eol Jr. Co.
alhier.
Woensdagmosgen omstreeks 9 uur geraakte
alhi; r aan de Schiedamsche Schie een man te water,
die in kennelijken staat van dronkenschap verkeerde.
Door toegesuelde hulp van den spoeiiugschipper
L. Bakker en meer anderen werd hij spoedig op
het droge gebracht.
Zondag a.s. zal Ds. Leenmans te 9| uur en
te 6 uur voor de gemeente optreden. Des mot-
gens is het voorbereiding van het Heilig Avondmaal.
De IJseltram, die het al benauwd genoeg
heeft, krijgt nog meer concurrentie.
Een zestal oranibussen loopen daags van h$t
hotel ,/de Baars" te Rotterdam naar hier, vide
versa. De vracht voor passagiers is f0.15. Voqr
20 cent kan men Dinsdags heelemaal naar de ve$-
markt rijden. De Rotterdamsche Tramwegmaaf-
schappij wil nu ook een paardentramweg tusschen
beide stations aanleggen, en met dat al mag de
IJseltram niet verder dan de Heul, op ruim lp
minuten afstands van Rotterdam komen.
De uren van vertrek der omnibus zijn vajp
Rotterdam 's morgens 10.30 en 's middags 12.30,
2.30, 4.40, 9.30 en 11 uur, van Ouwerschife
's morgens 8.10 en 11.15 en 's middags 1.45, 4,
7 en 10.15 uur. Des Dinsdags zal er een extra
rit gedaan worden, nl. 's morgons 5.30 uit Ouwer
schie en uit Rotterdam 's morgens 7.15.
Ketliel, 23 Juli. Na afgelegd examen te's IIage
is de akte voor hoofdonderwijzer uitgereikt aan den
heer A. Van der Kooy alhier.
Vlaardingen, 24 Juli. Ds. H. H. Barger
alhier heeft het beroep ontvangen van de Ned.
Herv. Gem. te Rotterdam.
Bij het te 's-Gravenhage gehouden examen
der Nederlandsche Toonkunstenaars-vereeniging
slaagde onze stadgenoot, de heer M. Groeneveld.
Een oud vrouwtje alhier, Cornelia den Boer
kig is, dan ben ik met elken schoonzoon tevreden,''
was het antwoord van Coquillard.
//Zoo, gij denkt dus, dat uw dochter gelukkig
is vroeg de markies weer.
,/Stellig," antwoordde Coquillard.
„Ah, zoo, dat doet mij genoegen," en met die
woorden ging de markies weg.
Een jong mensch, die sterk aan de beurs spe-
culeerde, maakte nu dadelijk van de gelegenheid
gebruik om Coquillard aan te klampen.
„Wel gefeliciteerd, mijnheer, en ik hoop
Nu was het geduld van Coquillard ten einde, hij
maakte, dat hij wegkwam, hij zag een oud vriend,
een winkelier, die niet zoo gelukkig als hij was
geweest en maar een dagelijksch broodje uit zijn
zaak had.
,/Neem mij mede," zeide hij, //laten' wij pogen
om van die klanten ontslagen te worden."
,/Welnu," zeide de vriend, ,/ik dacht, dat gij
al aan die malle fratsen gewend waart, mij dunkt,
gij moet dagelijks dat liedje hooren."
„Och, dat is het verdrietigste niet," zeide Coquil
lard, ,/er deert mij wat anders, laten wij zorgen,
dat wij uit de drukte komen, dan zal ik je zeg-
geu, wat mij bezorgd maakt.
De nederige winkelier was de trouwste vriend
van Coquillard gebleven. Om de vriendschap niet
te bederven, had hij nooit de hulp van den mil-
•lionnair ingeroepen, en daardoor dorst de een den
ander onbewimpeld zeggen, wat hem op het gemoed
lag.
vWat scheelt u toch zeide de winkelier.
,/Ik wenschte, dat ik honderd uur ver zat,"
zeide Coquillard, //ik zal blij zijn als dat eilendige
geheeten, viart heden haren 90sten geboortedag.
Gedurende 6 jaar is zij geheel blind.
Bij Koninklijk besluit van 6 Juni jl. is aan
den leer J. H. Haan, hoofd eener open bare lagere
school alhier, een pensioen van f 900 verleend.
Men schrijft ons uit Rotterdam d.d. 21 Juli
Een tijdlang was de Kaasmarkt alhier, als men
een enkelen rustigen kaasventer, die er nog stond,
wilde uitzonderen, in den volsten zin des woords
een fruitmarkt. Een kaasmarkt zonder kaas (e zien,
zou licht den indruk geven, dat de handel in dat
artikel dood was, wanneer de talrijke boter- en
kaaswinkels niet van het tegendeel getuigden.
De hartige en smakelijke brokken, die in de
winkelkassen geetaleerd zijn, zijn nu niet meer vol-
doende om genoeg koopers te lokkeu. Er zijn te
veel winkeliers, die in dat artikel doen, want
bijna overal is het te verkrijgen. Doch men moet
concurreeren, en nu wet en de winkeliers in boter
en kaas niet beter te doen, dan zich aan het pu-
bliek van eene goede zijde te vertoonen, zij blijk^n
n.l. erg gul te zijn geworden. Een mder loopt
met zijn deugden niet te koop, doch de winkelier
verkondigt zijn gulheid met een groot plakkaat
aan de winkelkast en vertelt daarin, dat hij of zij,
die een zekere hoeveelheid bij hem koopt, een
versch hoenderei cadeau krijgt, Misschien staat
die gulheid wel in verband met een grooten aan-
voer van kaas, want op eens beantwoordt nu weer
de kaasmarkt aan zijn naam, en is de markt op
Zaterdag een heusche markt van dat artikel geworden.
Doch welk verschil bij een dergelijke markt in
de vorige eeuw. Verdwenen is die blozende, ge-
zette, bedaarde, soliede kaaskoopman, die er zoo
warmpjes in zat en voor duizenden en nogmaals
duizenden omzette, zonder zich erg moede te maken.
De kaas wordt nu maar bij onsjes en halfpondjes
uitgeveut en de venter heeft meer weg van een
paljas uit het paardenspel, dan van een koopman.
Hoe de kaas in eens zoo goedkoop komt, is moeie-
lijk op te lossen, maar te oordeelen naar het lawaai
en het geschreeuw, waarmede de goedkoope kaas
wordt aanbevolen, zou men zeggen de goedkoop-
ste soorten zijn de beste. Het is dan ook een
vreeselijk kabaal, waarmede die goedkoope, lekkere,
vette waar wordt aanbevolen, en als of dat oor-
verscheurende geblaar nog niet genoeg ware, zoo
speelt er gewoonlijk tegen dien tijd voor het politie-
bureau een straatorgei met broramende, echette-
rende trompetten en brullende bashoorns. Ik raeeri
uit het feit, dat aldaar steeds zoo'n orgel al zijn
deuntjes afspeelt, te moeten opmaken, dat men dien
markttijd maar te gehjkertijd houdt als een geschikt
tijdstip, om de orgels door de politie te laten keu-
ren, er is dan toch zoo'n lawaai, dat een weinigje
meer of minder niet schaadt. Doch de vroolijke
marschen en polka's van het orgel, oefenen hun
invloed op de kaasventers uit. De kostelijke eigen-
sohappen van de lekkere, vette waar worden dan
verkondigd met een houdiug, als of een generaal
iets proclameert, terwijl een heftig zwaaien met het
kaasmes de woorden ter aanbeveling vergezelt.
De tegenhanger van die rumoermakers is de
boter- en kaaswinkelier. Deze doet zijn zaakjes
altijd bedaard, het is of het rustige van den kaas-
kooper uit de vorige eeuw op hem is overgegaan.
De spitjes boter worden zoo zuiver op maat
afgestoken, eu de plakjes en klompjes kaas zoo
wiskundig zuiver afgesueden, dat de winkelier, wan
neer hij het gevraagde in de schaal doet, er niets
meer behoeft af of bij te doen.
Door den aard der nering worden menschen,
die zich wijden aan den verkoop van dat artikel,
de bedaardheid in persoon.
Men verbeelde zich nu den schrik en de ont-
zetting van zoo'n bedaarde boter- en kaasjuffrouw,
in de Jonker Eransstraat, toen een dolle koe zich
onverwacht in haar winkel presenteerde, en daar
den boel letterlijk ging opscheppeu. Geen won
der dat zij zoo schrok, dat er geneeskundige hulp
voor haar moest ingeroepen worden. Het beest
werd onmiddellijk afgemaakt, zoodat bet belrekke-
lijk niet veel kwaad heeft kunnen uilvoeren. Nu
zal men zeggen, hoe kwara het daar verzeild P
Het kwam van het centraalstation en moest naar
het abattoir vervoerd worden. Onderweg gaf het
feest gedaan is, want ik heb een duister voorgevoel,
dat mij een ongeluk overkomen zal."
z/De drommel, zeide de winkelier, //ik merk het
al, gij zijt niet erg ingenomen met dat huwelijk."
,/Het kon wel zijn," was het antwoord.
,/Maar vriend, kon je dan niet doen en laten
wat je wilde? Gij zijt toch niet de slaaf van het
geld."
,/Dat weet gij wel beter," zeide Coquillard, „maar
de kring, waarin men verkeert, maakt den mensch
tot zijn slaaf. Wat zou ik gelukkig zijn geweest,
als ik Blanche in het huwelijk had kunnen zien
treden met een jongen uit onzen stand. Dan had
zij een man gehad, die alles voor haar had geweest,
zij zou haar man beraind hebben, en ik had een
schoonzoon gekregen, die tevens mijn vriend zou
geweest zijn. Dan zou alles van een leien dakje
zijn gegaan, mijn schoonzoon zou mij in mijn zaken
geholpen hebben. Ik zou hem millioenen hebben
laten verdienen, en bij zou mij gezegend hebben.
Wij zouden elkander achtiug toegedragen hebben,
terwijl nuCoquillard bleef steken.
z/Welnu," zeide de winkelier, ,/wat belette u,
om dat plannetje ten uitvoer te brengen?"
z/Alles," was het antwoord. Ten eerste mijn
schoonzoons, zoowel de markies de Saint Coppens,
als baron Taboureau, deze kwamen met hunne
vrouwen en eindelijk kwam Blanche er ook bij.
Eerst brachten zij Blanche het hoofd op hoi. Toen
kwamen zij bij mij en zeiden, denk er om, Blanche
moet met een man van haar stand trouwen. Wij
moeten een schoonbroeder hebben, dien wij kunnen
preseuteeren, toen kwamen mijne dochters er bij
Papa! klonk het, denk er om, laat Blanche nu I
dier teekenen van dolheid en werd toen aan een
boom vastgebonden. Ons kuisje was daarmede niet
ingenomen, rukte zich los, hep een kind het on-
derste boven en rende naar de boter- en kaaswinkel,
waar het spoedig zijn einde zou vinden.
Behalve kaas zijn er ook ontzettend veel aard-
beien dit jaar aangevoerd. Zij werden niet alleen
met schuiten, maar ook met boerenwagens naar
de markt vervoerd. Erasmus stond dan te midden
van een strook van een paar meters breedte, die
geheel met manden aardbeien was bedekt, en die
zich niet alleen langs de markt uitstrekte, maar
zich dikwerf aan beide zijden van het water tot
het viaduct verlengde.
Deze vruchten vonden bijna altijd grage koopers
en bleven niettegenstaande den grooten aanvoer prijs-
houdend. De verkoop is meestal zonder standjes af-
geloopen, uitgezouderd een enkele keer, toen is er
ruzie geweest, niet over de aardbeien, maar over een
vlieger, die een groentevrouw van een jongen zonder
machtigiug zou verkocht hebben. Toen zijn er i enige
manden door de kloppariij tot inoes gemaakt, en
was misscbien alles inoes geworden, wannrer niet
een drietal politie-agenten de orde bad weten te
herstellen.
Het gaat met de baringvisscherij zonderling
toe. Onwillekeurig vraagt men zich wel eens af,
wordt de zee dan nooit uitgeput? Men berekent,
dat er jaarlijks over de duizend millioen visschen
gevangen worden, terwijl de roofdieren er nog veel
meer verslinden, en steeds wordt er maar baring
in overvloed uit zee aangevoerd.
Niet alleen de mensch, maar ook de walvisschen,
de dolfijnen, kabeljauwen, schelvisschen, haaien,
meeuwen, zeearenden, raven, enz. azen op haring.
Tegen het einde van Maart verdwijut de visch
in de diepte, om na verloop van eenige maanden
weer te verschijnen. Gedurende dien tijd weet men
niet recht, waar zij blijft.
Op de kusten van Noorwegen vertoonen zich de
scholen driemaal 's jaars, doch de beste vangst
heeft men daar in Februari, dan wordt er de groote
visscherij uitgeoefend.
Wat het loodsmannetje voor den haai is, schijnt
de walvisch voor den Aoorschen haringvisscher te
zijn. Het verschijnen van een walvisch aan de kust
is voor hem een teeken, dat er een school in aau-
tocht is. Die walvisch is een pionnier van een heel
leger van die reusachtige dieren, welke op de haring-
school azen. Dan vlucht de school in bochten,
scheren en doortochteu, tusschen eilanden en klip-
pen, om aan de vraatzuchtige waterbewoners te
ontkomen, maar vait dan dikwijls in handen der
visschers.
Als men nagaat, dat Bergen wel eens 300.000
ton haring in een jaar uitvoerde, behoeft men niet
te vragen hoe groot die vangst op die manier wel is.
En nog is de mensch niet tevreden. De walvisch
kon wel eens 's nachts komen, en zou dan de aan-
dacht ontglippen, en een kostelijken tijd, waarin
veel gevangen kon worden, zou men daardoor ver-
loren laten gaan.
De kunst komt nu de natuur te hulp. Op de
schepen en hooge punten der kust worden nu
booglichten met reflectors in projectors opgesteld,
die hun lichtbundels over het watervlak, tot ver
in zee werpen. De haring zwemt niet diep, het
schijnsel van het electrieke licht wordt weergekaatst
door de zilverkleurige schubben der visschen, en
dadelijk merkt men het dan als er een school in
aantocht is. Met bliksemsnelheid wordt de tijding
door de telegraaf langs de geheele kust verspreid,
de vloot loopt uit en heeft in bijna elke maas van
het net een visch.
En toch, niettegenstaande die kolossale vangsten
wordt de Noorsche visscher er niet rijker op, hij
blijft even arm als hij is; v<5br hij in zee gaat
moet hij reeds veel op goede vangst opnemen en
als hij terugkeert, moet het grootste deel van zijn
verdienste aan den geldschieter overgegeven worden.
Ingeschreven van 17 Juli tot 25 Juli 1890.
SCIIIEDAM.
GEHUWD 23, C. J. Van der Pouw, 24 j.
niet beneden haar stand trouwen, anders kunnen
wij haar niet meer als zuster erkennen. Tot slot
kwam Blanche zelve en riepmijn eene zuster is
barones, en de andere markiezin, ik wil niet de
minste wezen, ik wil hertogin zijn."
,/Nu, begrijp ik er alles van," zeide de winkelier,
»bah I wat een eilendige kring, waarin men de
kinderen zulk een opvoeding geeft."
Daar kan ik niets aan doen," zeide Coquillard.
z/U moet begrijpen, de een bederft de andere, al
wilde ik nog zoo goed, ik kan alleen niet tegen
den stroom op roeien. Ik heb nog een dochter
over, nu zal er denkelijk wel een prins moeten
komen," voegde hij er glimlachend bij.
vNu, spreek dan van geluk, man, dat gij geen
vijfde dochter hebt, want dan zou niet minder dan
een regeerend vorst deze moeten huwen," ant
woordde de winkelier.
,/Dat zou nog te bezien staan," zeide Coquillard,
»de troneu zijn tegenwoordig niet veel meer waard.
In deze eeuw is er nu en dan wel eens een troon
vacant geweest, waar niemand op zitten wilde.
Doch wat die vierde dochter betreft, omtrent haar
ben ik geruster dan over de drie anderen. Betsy
heb ik zelf opgevoed, ik heb haar een meer dege-
lijke dan een schitterende opvoeding gegeven, sedert
tal van jaren heb ik zorg gedragen, dat zij slechts
met goede en eenvoudige lieden in aanraking kwam.
Op die manier is zij niet trotsch geworden en volgt
zij graag den raad van haar vader. Die laatste
overgebleven dochter," zeide de millionnair met
een droeven glimlach, „is de eenigste vreugd, die
mij nog in dit leven is overgebleven."
Wordt vervolgd.)