Burgerlijke Stand. die vtikoop gescbiidde,. waren er op berekend om den hoofdelijken omslag te doen betalen aan Bredp. Wanneer er brand komt, dan 't zij den beer T. aangenaara of niet wordt die gebluscht door He brandwer r uit Breda. De bewoner staat onder de bescherming van Breda en heeft bij de volkstelling kaarten gehad van Breda. Sum ma mmmarum cnn- cludeert het verslag tot het doen betalen van den horfdelijken omslag door den heer T. aan Breda." Schiedam, 25 Juli. Zondagmiddag ten een uur werden de prijzen uitgereikt, die toegekend zijn op de tentoonstelling van Kunstuijverheid en vrouwelijke, fraaie hand- werken, gehouden van 613 April j.l. Tot dit doel waren de leden der S. K. V., de juryleden voor de beoordeeiing van den wedstrijd der hand werkslieden, eenige genoodigden en de bekroonden in de zaal der officieren-vereeniging samen gekomen. De stafmuziek der dd. schutterij luisterde deze bijeenkomst door haar muziek op en opende ook de festiviseit. Hierop nam de voorzitter der S. K. V., de heer Beukers, het woord. 11 ij dankte de aan- wezigen voor hunne tegen woordigheid, die hem het bewijs gaf, dat het streven der S. K. V. hunne sympathie had mogen verwerven. Ook dankte hij den majoor-commandant der dd. schutterij, den heer G. Visser Bzn. en den kapelmeester, den heer J. Egener, voor hunne bereidwillige medewerking om aan deze bijeenkomst een feestelijk aanzien te geven. Maar vooral zeide hij dank aan hen, die door hunne inzendingen getoond hadden, aan het streven der S. K. V. hunne onverdeelde sympathie te schenken. Bij hoopte, dat de verkregen resultaten zouden mcdewerken tot de ontwikkeling der kunstnijver- heid in Schiedam. Luide toejuichingen loonden spreker voor deze rede. Hiertoe uitgenoodigd nam thans mevrouw A. J. BeukersHerckenrath, lid van het dames comite voor den wedstrijd van vrouwelijke, fraaie hand werken, aan de bestuurstafel plaats en werden de prijzen door haar onder de fanfares der muziek aan de bekroonde damesinzendsters uitgereikt. Vervolgens werden door de leden voor den wed strijd van handwerkslieden de prijzen aan de be kroonde werklieden-inzenders uitgereikt. De medailles, die zeer fraai bewerkt z"n, ver- toonen aan de voorzijde het opschriftSchiedamsche Kunstvereeniging aan (de naam), 613 April," en aan de achterzijde een symbolische teekening, voorstellende den Arbeid beechermd door de kunst mtt het bijsehriftWedstrijd voor handwerkslieden in Nederland." De diploma's hebben dit laatste opschrift eveneens voorts leest men daarop: Schiedamsche Kunst vereeniging 6 tot 13 April 1890" en de aanduiding der afdeeling, waarbij het diploma werd toegekend. Het eerediploma, door het comite voor den wedstrijd van handwerkslieden in Nederland aan den heer A. Joidaans voor zijn bokkenwagen toe gekend, was nog niet gereed en kon derhalve ook niet worden uitgereikt. Nadat door den heer W. Drektraan namens het bestuur der S. K. V. mededeeling was gedaan van eenige eervolle vermeldingen, werd het woord ge- geven aan den heer W. Tak, een der bekroonden. Hij betuigde dank aan het gemeentebestuur voor zijn bereidwillige medewerking tot het welslagen der tentoonstellingvoorts bracht hij hulde aan de jury voor ha ir juiste critiek en fijne beoordeelingen Spr. wist bij ondervinding, dat die critiek niet altijd onpartijdig was, want in 1860 had hij ook eens werk geleverd en toen was er gezegd, dat hij er veel tijd aan vermoord had, hoewel hij er veel vnje uren goed aan besteed had. Hierop volgt de nadere omschrijving van den criticus, waarschijnlijk als tegenhanger voor de knappe juryleden, die zoo onpartijdig hun taak hadden vervuld. Hierna werd door den voorzitter, onder dank- zegging voor de talrijke opkomst, de vergadering gesloten. Onze stadgenoot, de heer J. J. Teurlings heeft dezer dagen met gunstig gevolg het examen voor L. 0. 1'ranscli afgelegd. Masndag jl. vertoefde te dezer stede Mgr. Wulfingh. Door Z. D. H. werd bij verschillende De belangstelling van Raymond in den millionnair vermeerderde nu nog, want hij zag, dat ook te mid den van die lastige verzoekers met hun kruipende onderdanigheid, de droefgeestige wolk, die er voor 's mans gelaat hing, niet verdween. Het kwara hem voor, of die man te midden van al dat feestgenot vreesde, dat hem elk oogenblik een ongeluk zou overkomen. Na de verzoi kers, kwamen tal van personen om te feliciteeren, doch al die complimenten waren we- derom vermomde verzoeken, die de millionnair van begin tot het einde moest aanhcoren. Dan kwamen er weer anderen, die toch wat ver- tellen moesten, en met afgezaagde, onbeteekenende gezegden aankwamen. ,/Vriend," zeide een bankier tot hem, terwijl hij hem de hand reikte, „wat moet dat huwelijk u niet een genoegen doen." Dat doet het," zeide Coquillard werktuige- lijk. Toen kwam er een markies en riepj,Wel, Coquillard, wat zijt gij toch ecu gelukkig mensch met die drie schoonzoons, wt.arop gij trotsch moogt wezen." Coquillard glimlachte op droefgeestige wijze. ,/Hoe heb ik het nu, zijt gij nog met tevredeu klonk nu weer de vraag. „Gij hebt nu een hertog als schoonzoon gekregen. Een afstammeling van den oudsten Spaanschen adel, een man, die aan de aanzienlijkste Castilliaansche families is geparen- teerd, huwt uwe dochteris dat nog niet eervol genoeg voor u Zoudt gij denken, dat een kroon- prins de hand van uwe dochter had moeten vragen //Ik denk slechts, als mijn dochter maar geluk- ingezetenen een bezoek afgelegd e.n hij gebruikte bij een onzer geachte stadgenooten het. middagma&l. Dinsdagmiddag jl. inaakte onze dienstdoende schutterij een militaire wandeling naar Vlaardingen. Na zich aldaar wat ververscht te hebben, waarbij inenig vroolijk tooneeltje plaats had, verliet zij onder de tonen der muziek weder deze stad. Een menigte toeschouwers deden haar daarbij uitgeleide. Dien zelfden raiddag ongeveer te 4.20 viel een roede van den molen „de Witte" over de kap heen op de gederapte vest en nam de vang raede naar beneden. Als door een wonder hadden er geen ongelukken plaatsimmers is daar de speelplaats voor een massa kinderen, doch op dit oogenblik wa ren die gelukkig niet daar aanwezig. Alleen wer den twee boomen beschadigd. Naar wij vernemen bevond zich deze roede in zeer slechten toestand. De dienstbode van den poffertjesbakker Kools- bergen, die met zijn schuit bij de Appelmarktbrug iigt, zou over de plank in de schuit gaan, maar kwam in het water lereeht, Spoedig werd zij er weder uitgehaald door den knecht van K., zoodat zij er met een nat pak afkwam. Gisterenmorgen omstreeks 10 uur schrikte van de stoomtram een paard, dat bereden werd door iemamd uit Rotterdam, met het gevolg, dat bet op hoi sloeg. Op den Rotterdamschen dijk werd het echter spoedig tot staan gebracht, zonder zijn berijder te zijn kwijt geraakt. De vijfjarige Gerrit Hoorman viel gisteren- avond al spelende in de sloot aan de Groenelaah legenuver de llirkje Meesterstraat. Zijn broertje Hendrik, eif jaar oud, sprong hem onmiddellijk na, en smaakte de voldoening spoedig hem weder op het droge te hebbeu gebracht. Woensdagmorgen omstreeks 8£ uur kwam een handwagen op de Koemarkt zoodanig tegen een met een paard bespannen gistwagen, dat een der boomen brak. Gelukkig was de bestuurder tijdig tusschen de boomen uitgesprongen zonder letsel te hebben bekomen. Beide wagens kwamen van de Koemarktbrug. Ouwerschie, 24 Juli. Bij de aanbesteding van de directie der Marine zijn de minste inschrij- vers voor de levering van minerale cylinderolie en idem voor krukpennen, de heeren Eol Jr. Co. alhier. Woensdagmosgen omstreeks 9 uur geraakte alhi; r aan de Schiedamsche Schie een man te water, die in kennelijken staat van dronkenschap verkeerde. Door toegesuelde hulp van den spoeiiugschipper L. Bakker en meer anderen werd hij spoedig op het droge gebracht. Zondag a.s. zal Ds. Leenmans te 9| uur en te 6 uur voor de gemeente optreden. Des mot- gens is het voorbereiding van het Heilig Avondmaal. De IJseltram, die het al benauwd genoeg heeft, krijgt nog meer concurrentie. Een zestal oranibussen loopen daags van h$t hotel ,/de Baars" te Rotterdam naar hier, vide versa. De vracht voor passagiers is f0.15. Voqr 20 cent kan men Dinsdags heelemaal naar de ve$- markt rijden. De Rotterdamsche Tramwegmaaf- schappij wil nu ook een paardentramweg tusschen beide stations aanleggen, en met dat al mag de IJseltram niet verder dan de Heul, op ruim lp minuten afstands van Rotterdam komen. De uren van vertrek der omnibus zijn vajp Rotterdam 's morgens 10.30 en 's middags 12.30, 2.30, 4.40, 9.30 en 11 uur, van Ouwerschife 's morgens 8.10 en 11.15 en 's middags 1.45, 4, 7 en 10.15 uur. Des Dinsdags zal er een extra rit gedaan worden, nl. 's morgons 5.30 uit Ouwer schie en uit Rotterdam 's morgens 7.15. Ketliel, 23 Juli. Na afgelegd examen te's IIage is de akte voor hoofdonderwijzer uitgereikt aan den heer A. Van der Kooy alhier. Vlaardingen, 24 Juli. Ds. H. H. Barger alhier heeft het beroep ontvangen van de Ned. Herv. Gem. te Rotterdam. Bij het te 's-Gravenhage gehouden examen der Nederlandsche Toonkunstenaars-vereeniging slaagde onze stadgenoot, de heer M. Groeneveld. Een oud vrouwtje alhier, Cornelia den Boer kig is, dan ben ik met elken schoonzoon tevreden,'' was het antwoord van Coquillard. //Zoo, gij denkt dus, dat uw dochter gelukkig is vroeg de markies weer. ,/Stellig," antwoordde Coquillard. „Ah, zoo, dat doet mij genoegen," en met die woorden ging de markies weg. Een jong mensch, die sterk aan de beurs spe- culeerde, maakte nu dadelijk van de gelegenheid gebruik om Coquillard aan te klampen. „Wel gefeliciteerd, mijnheer, en ik hoop Nu was het geduld van Coquillard ten einde, hij maakte, dat hij wegkwam, hij zag een oud vriend, een winkelier, die niet zoo gelukkig als hij was geweest en maar een dagelijksch broodje uit zijn zaak had. ,/Neem mij mede," zeide hij, //laten' wij pogen om van die klanten ontslagen te worden." ,/Welnu," zeide de vriend, ,/ik dacht, dat gij al aan die malle fratsen gewend waart, mij dunkt, gij moet dagelijks dat liedje hooren." „Och, dat is het verdrietigste niet," zeide Coquil lard, ,/er deert mij wat anders, laten wij zorgen, dat wij uit de drukte komen, dan zal ik je zeg- geu, wat mij bezorgd maakt. De nederige winkelier was de trouwste vriend van Coquillard gebleven. Om de vriendschap niet te bederven, had hij nooit de hulp van den mil- •lionnair ingeroepen, en daardoor dorst de een den ander onbewimpeld zeggen, wat hem op het gemoed lag. vWat scheelt u toch zeide de winkelier. ,/Ik wenschte, dat ik honderd uur ver zat," zeide Coquillard, //ik zal blij zijn als dat eilendige geheeten, viart heden haren 90sten geboortedag. Gedurende 6 jaar is zij geheel blind. Bij Koninklijk besluit van 6 Juni jl. is aan den leer J. H. Haan, hoofd eener open bare lagere school alhier, een pensioen van f 900 verleend. Men schrijft ons uit Rotterdam d.d. 21 Juli Een tijdlang was de Kaasmarkt alhier, als men een enkelen rustigen kaasventer, die er nog stond, wilde uitzonderen, in den volsten zin des woords een fruitmarkt. Een kaasmarkt zonder kaas (e zien, zou licht den indruk geven, dat de handel in dat artikel dood was, wanneer de talrijke boter- en kaaswinkels niet van het tegendeel getuigden. De hartige en smakelijke brokken, die in de winkelkassen geetaleerd zijn, zijn nu niet meer vol- doende om genoeg koopers te lokkeu. Er zijn te veel winkeliers, die in dat artikel doen, want bijna overal is het te verkrijgen. Doch men moet concurreeren, en nu wet en de winkeliers in boter en kaas niet beter te doen, dan zich aan het pu- bliek van eene goede zijde te vertoonen, zij blijk^n n.l. erg gul te zijn geworden. Een mder loopt met zijn deugden niet te koop, doch de winkelier verkondigt zijn gulheid met een groot plakkaat aan de winkelkast en vertelt daarin, dat hij of zij, die een zekere hoeveelheid bij hem koopt, een versch hoenderei cadeau krijgt, Misschien staat die gulheid wel in verband met een grooten aan- voer van kaas, want op eens beantwoordt nu weer de kaasmarkt aan zijn naam, en is de markt op Zaterdag een heusche markt van dat artikel geworden. Doch welk verschil bij een dergelijke markt in de vorige eeuw. Verdwenen is die blozende, ge- zette, bedaarde, soliede kaaskoopman, die er zoo warmpjes in zat en voor duizenden en nogmaals duizenden omzette, zonder zich erg moede te maken. De kaas wordt nu maar bij onsjes en halfpondjes uitgeveut en de venter heeft meer weg van een paljas uit het paardenspel, dan van een koopman. Hoe de kaas in eens zoo goedkoop komt, is moeie- lijk op te lossen, maar te oordeelen naar het lawaai en het geschreeuw, waarmede de goedkoope kaas wordt aanbevolen, zou men zeggen de goedkoop- ste soorten zijn de beste. Het is dan ook een vreeselijk kabaal, waarmede die goedkoope, lekkere, vette waar wordt aanbevolen, en als of dat oor- verscheurende geblaar nog niet genoeg ware, zoo speelt er gewoonlijk tegen dien tijd voor het politie- bureau een straatorgei met broramende, echette- rende trompetten en brullende bashoorns. Ik raeeri uit het feit, dat aldaar steeds zoo'n orgel al zijn deuntjes afspeelt, te moeten opmaken, dat men dien markttijd maar te gehjkertijd houdt als een geschikt tijdstip, om de orgels door de politie te laten keu- ren, er is dan toch zoo'n lawaai, dat een weinigje meer of minder niet schaadt. Doch de vroolijke marschen en polka's van het orgel, oefenen hun invloed op de kaasventers uit. De kostelijke eigen- sohappen van de lekkere, vette waar worden dan verkondigd met een houdiug, als of een generaal iets proclameert, terwijl een heftig zwaaien met het kaasmes de woorden ter aanbeveling vergezelt. De tegenhanger van die rumoermakers is de boter- en kaaswinkelier. Deze doet zijn zaakjes altijd bedaard, het is of het rustige van den kaas- kooper uit de vorige eeuw op hem is overgegaan. De spitjes boter worden zoo zuiver op maat afgestoken, eu de plakjes en klompjes kaas zoo wiskundig zuiver afgesueden, dat de winkelier, wan neer hij het gevraagde in de schaal doet, er niets meer behoeft af of bij te doen. Door den aard der nering worden menschen, die zich wijden aan den verkoop van dat artikel, de bedaardheid in persoon. Men verbeelde zich nu den schrik en de ont- zetting van zoo'n bedaarde boter- en kaasjuffrouw, in de Jonker Eransstraat, toen een dolle koe zich onverwacht in haar winkel presenteerde, en daar den boel letterlijk ging opscheppeu. Geen won der dat zij zoo schrok, dat er geneeskundige hulp voor haar moest ingeroepen worden. Het beest werd onmiddellijk afgemaakt, zoodat bet belrekke- lijk niet veel kwaad heeft kunnen uilvoeren. Nu zal men zeggen, hoe kwara het daar verzeild P Het kwam van het centraalstation en moest naar het abattoir vervoerd worden. Onderweg gaf het feest gedaan is, want ik heb een duister voorgevoel, dat mij een ongeluk overkomen zal." z/De drommel, zeide de winkelier, //ik merk het al, gij zijt niet erg ingenomen met dat huwelijk." ,/Het kon wel zijn," was het antwoord. ,/Maar vriend, kon je dan niet doen en laten wat je wilde? Gij zijt toch niet de slaaf van het geld." ,/Dat weet gij wel beter," zeide Coquillard, „maar de kring, waarin men verkeert, maakt den mensch tot zijn slaaf. Wat zou ik gelukkig zijn geweest, als ik Blanche in het huwelijk had kunnen zien treden met een jongen uit onzen stand. Dan had zij een man gehad, die alles voor haar had geweest, zij zou haar man beraind hebben, en ik had een schoonzoon gekregen, die tevens mijn vriend zou geweest zijn. Dan zou alles van een leien dakje zijn gegaan, mijn schoonzoon zou mij in mijn zaken geholpen hebben. Ik zou hem millioenen hebben laten verdienen, en bij zou mij gezegend hebben. Wij zouden elkander achtiug toegedragen hebben, terwijl nuCoquillard bleef steken. z/Welnu," zeide de winkelier, ,/wat belette u, om dat plannetje ten uitvoer te brengen?" z/Alles," was het antwoord. Ten eerste mijn schoonzoons, zoowel de markies de Saint Coppens, als baron Taboureau, deze kwamen met hunne vrouwen en eindelijk kwam Blanche er ook bij. Eerst brachten zij Blanche het hoofd op hoi. Toen kwamen zij bij mij en zeiden, denk er om, Blanche moet met een man van haar stand trouwen. Wij moeten een schoonbroeder hebben, dien wij kunnen preseuteeren, toen kwamen mijne dochters er bij Papa! klonk het, denk er om, laat Blanche nu I dier teekenen van dolheid en werd toen aan een boom vastgebonden. Ons kuisje was daarmede niet ingenomen, rukte zich los, hep een kind het on- derste boven en rende naar de boter- en kaaswinkel, waar het spoedig zijn einde zou vinden. Behalve kaas zijn er ook ontzettend veel aard- beien dit jaar aangevoerd. Zij werden niet alleen met schuiten, maar ook met boerenwagens naar de markt vervoerd. Erasmus stond dan te midden van een strook van een paar meters breedte, die geheel met manden aardbeien was bedekt, en die zich niet alleen langs de markt uitstrekte, maar zich dikwerf aan beide zijden van het water tot het viaduct verlengde. Deze vruchten vonden bijna altijd grage koopers en bleven niettegenstaande den grooten aanvoer prijs- houdend. De verkoop is meestal zonder standjes af- geloopen, uitgezouderd een enkele keer, toen is er ruzie geweest, niet over de aardbeien, maar over een vlieger, die een groentevrouw van een jongen zonder machtigiug zou verkocht hebben. Toen zijn er i enige manden door de kloppariij tot inoes gemaakt, en was misscbien alles inoes geworden, wannrer niet een drietal politie-agenten de orde bad weten te herstellen. Het gaat met de baringvisscherij zonderling toe. Onwillekeurig vraagt men zich wel eens af, wordt de zee dan nooit uitgeput? Men berekent, dat er jaarlijks over de duizend millioen visschen gevangen worden, terwijl de roofdieren er nog veel meer verslinden, en steeds wordt er maar baring in overvloed uit zee aangevoerd. Niet alleen de mensch, maar ook de walvisschen, de dolfijnen, kabeljauwen, schelvisschen, haaien, meeuwen, zeearenden, raven, enz. azen op haring. Tegen het einde van Maart verdwijut de visch in de diepte, om na verloop van eenige maanden weer te verschijnen. Gedurende dien tijd weet men niet recht, waar zij blijft. Op de kusten van Noorwegen vertoonen zich de scholen driemaal 's jaars, doch de beste vangst heeft men daar in Februari, dan wordt er de groote visscherij uitgeoefend. Wat het loodsmannetje voor den haai is, schijnt de walvisch voor den Aoorschen haringvisscher te zijn. Het verschijnen van een walvisch aan de kust is voor hem een teeken, dat er een school in aau- tocht is. Die walvisch is een pionnier van een heel leger van die reusachtige dieren, welke op de haring- school azen. Dan vlucht de school in bochten, scheren en doortochteu, tusschen eilanden en klip- pen, om aan de vraatzuchtige waterbewoners te ontkomen, maar vait dan dikwijls in handen der visschers. Als men nagaat, dat Bergen wel eens 300.000 ton haring in een jaar uitvoerde, behoeft men niet te vragen hoe groot die vangst op die manier wel is. En nog is de mensch niet tevreden. De walvisch kon wel eens 's nachts komen, en zou dan de aan- dacht ontglippen, en een kostelijken tijd, waarin veel gevangen kon worden, zou men daardoor ver- loren laten gaan. De kunst komt nu de natuur te hulp. Op de schepen en hooge punten der kust worden nu booglichten met reflectors in projectors opgesteld, die hun lichtbundels over het watervlak, tot ver in zee werpen. De haring zwemt niet diep, het schijnsel van het electrieke licht wordt weergekaatst door de zilverkleurige schubben der visschen, en dadelijk merkt men het dan als er een school in aantocht is. Met bliksemsnelheid wordt de tijding door de telegraaf langs de geheele kust verspreid, de vloot loopt uit en heeft in bijna elke maas van het net een visch. En toch, niettegenstaande die kolossale vangsten wordt de Noorsche visscher er niet rijker op, hij blijft even arm als hij is; v<5br hij in zee gaat moet hij reeds veel op goede vangst opnemen en als hij terugkeert, moet het grootste deel van zijn verdienste aan den geldschieter overgegeven worden. Ingeschreven van 17 Juli tot 25 Juli 1890. SCIIIEDAM. GEHUWD 23, C. J. Van der Pouw, 24 j. niet beneden haar stand trouwen, anders kunnen wij haar niet meer als zuster erkennen. Tot slot kwam Blanche zelve en riepmijn eene zuster is barones, en de andere markiezin, ik wil niet de minste wezen, ik wil hertogin zijn." ,/Nu, begrijp ik er alles van," zeide de winkelier, »bah I wat een eilendige kring, waarin men de kinderen zulk een opvoeding geeft." Daar kan ik niets aan doen," zeide Coquillard. z/U moet begrijpen, de een bederft de andere, al wilde ik nog zoo goed, ik kan alleen niet tegen den stroom op roeien. Ik heb nog een dochter over, nu zal er denkelijk wel een prins moeten komen," voegde hij er glimlachend bij. vNu, spreek dan van geluk, man, dat gij geen vijfde dochter hebt, want dan zou niet minder dan een regeerend vorst deze moeten huwen," ant woordde de winkelier. ,/Dat zou nog te bezien staan," zeide Coquillard, »de troneu zijn tegenwoordig niet veel meer waard. In deze eeuw is er nu en dan wel eens een troon vacant geweest, waar niemand op zitten wilde. Doch wat die vierde dochter betreft, omtrent haar ben ik geruster dan over de drie anderen. Betsy heb ik zelf opgevoed, ik heb haar een meer dege- lijke dan een schitterende opvoeding gegeven, sedert tal van jaren heb ik zorg gedragen, dat zij slechts met goede en eenvoudige lieden in aanraking kwam. Op die manier is zij niet trotsch geworden en volgt zij graag den raad van haar vader. Die laatste overgebleven dochter," zeide de millionnair met een droeven glimlach, „is de eenigste vreugd, die mij nog in dit leven is overgebleven." Wordt vervolgd.)

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

De Schiedammer | 1890 | | pagina 2