Gemeente raadszitting te pogen van het weekloon nog te redden, wat er van te redden is. Maar een Maandag is er in het jaar, waarop de arme vrouwen zelfs die zwakke poging maar nalaterihet is de derde Maandag in de maand Augustus, de zoogena mde Hartjesdag. Oudtijds schijueu op dien dag de ridders en edelen in schitterenden stoet te zijn uitgetogen ter hertenjacht, waarbij zij gevolgd werden door eene menigte volks, dat zich dan daarbuiten in dolle uitgelatenheid aan de grootste buitensporig- heden overgaf. llet eenige wat nog lieden ten dage aan die scbitterende ridders herinnert, zijn de kleurrijke kostuums, waarin de tegenwoordige //hartjesjagers" zooals zij thans genoemd worden zich steken. De meisjes en vrouwen kleeden zich bij voorkeur ais pages in korte, blauw katoenen spanbroeken, een los rood buisje en een baret op het hoofd, van blauwe en roode kleur en van dezelfde stof. V rouwelijk schaamtegevoel voor zoover dit eveutueel nog voorradig inocht zijn wordt voor dezen Hartjesdag ganschelijk ter zijde gesteld. Het meerendeel der manuen vindt zich blijkbaar zonder kostuum reeds belangwekkend genoeg doch eenigen zijn er nog, die in een vrouwenhoed met iange veeren, een kort japonnetje, of ook wel eene lauge sleepjapon, de middelen zoeken om aan hun persoon nog meer luister bij te zetten. In den ochtend vermaken zij zich voornamelijk in hun eigen buurten, en men ziet dan ook in 't midden der stad slechts troepjes kinderen, die met mirlitons gewapend en met helkleurige papieren mutsen en andere kleedingstukken versierd, vroolijk door de straten trekken. Maar als het wat later op den dag wordt, dan komen ook de grootere en meer luidruchtige kinderen, van welke sommigen, om toch maar verkleed te zijn, zich zoo ver moge- lijk ontkleeden. En eindelijk, als het dansen en drinken nut de buurtgenooten de geestdrift heeft ten top gevoerd, dau vertoonen de ridders en edelen zelven zich met hunne dames in open rijtuigen aan de bewonderende menigte. Ah bah Het is bar, het is meer dan bar A1 dat gejoel en gegil, dat waggelen en knikke- bolleu, waar zij zitten, dat aanhoudende drinken en z/liefkoozen" het heeft van feestvreugde evenveel weg als een varken, dat zich in den drek wentelt. Rijden deze hartjesjagers van den Zeedijk en uit den Jordaan ook door de ganeche stad, voor namelijk trekken zij toch naar den Haarlemmerweg, waarheen in vroeger eeuwen ook de ridderstoet zich bewoog. Des avonds is het op den Haarlem- merdijk dan ook steeds overvol en wordt daar onop- houdelijk vuurwerk afgestoken. Want dit behoort er bijOp Hartjesdag moet het brandenEn niet alleen voetzoekers, pijlen en bengaalsch vuur zijn voldoende, neen, gansche vuren worden er aaDge- stoken. Dagen lang heeft de jeugd zich daarin reeds geoefend door het branden van stroo en oude manden, enz. En is de avond van den Hartjesdag aangebroken, dan kent de baldadigheid geene gren- zen. Telkens ziet men de lucht gekleurd van de groote met petroleum overgoten brandstapels en holt de brandweer ijlings door de straten om onhei- len te voorkomen. In de buitenwijken vernielt men schuttingen,' afsluithekken, deuren om tot voedsel te dienen voor de vlammen, en de politic staat, ondanks het jaarlijks vanwege den burgemees- ter alom aangeplakte verbodhaast machteloos tegenover deze brooddronkenheid. Door de agenten verjaagd, loopen de jongens en mannen met bran- dende houten en planken voort om elders weer een nieuw ^brandje te steken", zooals het heet, en zoo trekken zij van de eene plaats naar de andere, tot- dat de brandweer komt en, niet al te omzichtig toeziende of zij brand of brandstichters bespuit, voor eene wijl een einde aan de pret maakt. Tot laat in den nacht duurt dit feest, maar eindelijk trekken de ridders en edelen naar hunne paleizen terug en besluiten daar den dag voor huune deu ren, zooals zij hem begonnen zijn met zang en dans en drank, tqtdat het zonlicht reeds lang op de aarde is neergedaald en daar tooneelen te aan- schouwen geeft, die alleen Emile Zola beschrijven kan. onvermoeid wereldreiziger, een groot geleerde, een bekwaam dokter, een beroemd onderzoeker van de Grieksche taal, een wijsgeer van de oude en mo- derne school met vijftig duizend frank inkomen, een vrijgezel en daarenboven een bij uitstek goede jongen en een vriend van inij." Raymond was niet erg ingenomen met die hoogst ongepaste voorstelling, doch koos de wijste partij laclite er om, eu nu liep het gesprek over onver- schillige zaken, zooals altijd na zoo'n fotmaliteit gebeurt. Raymond, sprak weinig, deed net, alsof hij ver- strooid was, maar merkte veel op. Er was veel, dat hem verwondering baarde. Onder de dames, waarmede hij nu en dan een gesprek voerde, was er een hem voorgesteld als me- vrouw de gravin de Boissieres. Dit was een schoon- heid van den eersten rang, die hem voortdurend wat vroeg, en hem dau met haar doordringende zwarte oogen onderzoekend aanstaarde. Zij liep zoowat naar de dertig jaar, doch kon best voor twintig doorgaan. Het was dezelfde dame, die hem maar dadelijk afgevraagd had, of hij niet verliefd was. Die vrouw verraadde in hare gesprek- ken veel kennis, ook zij had veel gezien en onder- vonden. Op Raymond maakte zij een gunstigen indruk. Toen het tijd van vertrekken was, scheen de Gravin moeielijk van Raymond te kunnen scheiden, zij keek den jongen dokter strak aan en zeide: jib houd Dinsdags receptie, mag ik het genoe- gen hebben, u dan ook eens te zien verschijnen, mijnheer de dokter? Mijn adres is rue de la Roche foucauld." Ik zou dat volk wel eens een eeuw of wat ge leden hebben willen zien, toen er nog niet zooveel aan zijue beschaving getornd was. Toen moeten het w.l kannibalen geweest zijn, dunkt ine. van Vrijdag, 22 Augustus 1890. Tegenwoordig waren 18 ledeuafwezig de beer A. Schieveeu. ISiadat de vergadering door den Yoorzitter is geopend, worden de notulen gelezen en onverauderd gocdgekeurd. Ingekomen stukken: missive van Ged. Staten ten geleide van het afschrift eeper missive van den Min. v. Binnen]. Zaken, in dato 7 Aug. jl., hand- havende zijne bezwaren tegen de voorgestelde wijzi- ging in de verordening op de plaatselijke directe be- lasting, met name art. 8. Volgeus de opvattingdes mi nisters kunnen firma's, uit meer dan een persoon be- staande, niet als belastingschuldige wordenaangeslagen. V an de financ. commissie rapport over de rekening van de gemeente-gasfabriek, waarop verschillende opmerkingen worden gemaakt, welk rapport ter fine van inlichtiugen wordt gesteld in handeu van de comm. voor de gasfabriek. Rapport over de rekening van het algem. handelsentrepot, waarom- treut inlichtingen worden gevraagd, die door den heer Loopuyt zijn toegezegd. Rapport over de rekening der commissie voor heel- en verloskundige instrumenten. Van den heer G. A. E. Vissereene missive, houdende kennisgeving dat hij, na tot driemaal herhaalde vruchtelooze pogingen om met zijn mede- regent, den heer C. J. Loncq in overleg te treden, zelf- standig als regent der hofjes vau Belois, ter aan- vulling der bestaande vacature, ontstaan door het overlijden van den heer Nolet, voordraagt de heer J. M. Van der Schalk en A. Schieveen. Deze voordracht, waarmede B. en W. zich vereenigen, wordt ter visie gelegd om in eene volgende verga dering te worden behandeld. oorts zijn nog ingekomen eene dankbetuiging van den heer Bcntfort voor de ontvangen gratifi- catie, en een verzoek van J. W. Kleiss, om de ondersteuning van f 5.— per week te mogen blijven ontvangen. Met eerste werd aangenomen voor kennisgeving het laatste werd aangehouden om te worden be handeld in eene volgende vergadering. Thans is aan de orde de regeling der plaatselijke directe belasting. Op voorstel van B. en W. besluit de Raad het bepaalde maximum van 5 pCt. te heffen, en in ver band daarmede het voljaarskohier executoir te verklaren. Vervolgens wordt met algemeene stemmen be- sloten, ingevolge het voorstel van B. en W. aan de St. Willebrordus-vereeniging de gevraagde grond af te staan in ruil voor een strook open grond, groot 13| centiaren; eveneens om in verband met de uitbreiding der 2e openb. armenschool, de kosten voor het schoon- houden dier school te verhoogen van f 50.od f 100.—. F Tengevolge der periodieke aftreding werden ge- kozen in het college van zetters, de heeren A. Knappert met 13 st., G. A. J. Beukers met 12 st. en Mr. A. J. Beukers met 15 st. Als dubbeltal de heeren W. A. J. Witkampf metl5 st., A. v. Buijsen met 13 st. en J. H. Hout- man met 10 st. Nadat B. en W. gemachtigd waren tot den verkoop van eenig oudijzer en oude schoolbanken en door de Voorzitter mededeeling was gedaan van de gehouden aanbesteding, ging de vergadering over tot eene met gesloten deuren. Na heropening sprak de raad bij acclamatie zijn dank uit voor hetgeen de ,/Schiedamsche Kunst- vereeniging" door hare jongste tentoonstelling in het belang der gemeente heeft verricht, waarna de vergadering werd gesloten. Schiedam, 26 Aug. Oi.ze stadgenoot, de heer C. Van Meurs, is geslaagd bij het te 's-Hage gehouden examen voor de acte van hoofdonderwijzer. Toen Zaterdagmoigen de wed. Den Held, Raymond boog en beloofde dit te zullen doen. ,/Aanstaanden Dinsdag," herhaalde zij en zich tot de vicomte du Barral wendende, voegde zij erbij; uik reken op u, vicomte, om aan mijnheer die be- lofte, die hij mij gedaan heeft, te herinneren. "Dat is onnoodig, mevrouw," zeide Raymond uik zal het mij wel herinneren. Toen zij weg was, wilde de vicomte zich ook verwijderen. Raymond liep naar hem toe, en zeide, „een woordje." //Tot uwe dienst." ,/Wie is die dame?" De Vicomte schaterde het uit van lachen. „Dat is Coralie. Kent gij haar niet? Gij zult haar leeren kennen. Gij zijt immers op de receptie gevraagd Raymond wilde niets meer vragen. Het antwoord van den Vicomte, en vooral de toon, waarop dat antwoord gegeven werd, zeiden meer dan genoeg Hij verwonderde zich over de zonderlinge dingen die hij te Parijs zag. Hij gevoelde, dat het maar beter voor hem was, dat hij niet ai te veel onder- vinding van die Parijsche wereld kreeg. Hij maakte m een oogenblik een levensgeschiedenis van die vrouw m zich zelve op, en bedacht toen, dat al mocht die dame hem een oogenblik door haar ver- stand en haar schoonheid getroffen hebben, haar zedelijk gedrag toch weer alles verduisterde. Hii besloot geen nadere kennismaking aan te knoopen en met op de receptie te verschijnen. Toen hij naar huis ging, dacht 'hij niet meer om haar. Den volgenden morgen was hij weer aan het komei'de uit de Oranjebuurf, de stoombranderij van den heer J. Jurriaanse, aan den Buitenhavenweg voorbijging, viel haar een pak zakken, dat door een molenaarsknrcbt uit een der ramen geworpen werd, op het hoofd, tengevolge waarvan zij aan een arm en een been ernstig gekwetst werd. De eerste ge- neeskundige hulp werd haar verleend door den heer P. La Verge. Zaterdag jl. was het 25 jaren geleden, dat rde heer C. J. Loncq, wethouder dezer gemeeute, tot lid van den Raad gekozen werd. Uedenochtend tusschen 8 en 9 uur, is op den Beukeldijkschen weg eene vrouw tusschen de 40 en 50 j. in een moddersloot terecht gekomen, daaruit met veel moeite gered en op een boeren- wagen te Overschie gebracht, waarna zij door Dr. Van 8chouwen (op de ziekezaal) de eerste geuees- kundige hulp is verleend. Een jeneverfleschje had zij ook bij zich. Ouvvcrschie, 25 Augustus. De hoop, dat eenmaal de tramlijn van hier op Rotterdam naar Schiedam en Delft zou doorgetrokken worden, is in rook vervlogen. De tramweg-maatschappij heeft een buitengewone algemeene vergadering gehouden, en daarin is medegedeeld, dat de concessie voor de lijn RotterdamOuwerschie is overgenomen voor f 20.000, onder welke som ook het materieel be- grepen is. De reden, waaroin er nu een paarden- tram en geen stoomtram komt, is daaraan toe te schrijven, dat men voor een stoomtram te veel aan Rotterdam moet betalen, zoodat het kapitaal, dat dan in de onderneming gestoken wordt, geen rente kan opleveren. Met een paardentrain kan de lijn rendeeren. De maatschappij heeft de lijn overgenomen om geen concurrent op het vervoer RotterdamSchie dam te krijgen. Thans is de lijn Rotterdam Schiedam rendadel, zeide de voorzitter, (ZEd. had gerust kunnen zeggen, dat het op dit lijntje het drukste van alle hjnen is) maar kwam er een con current, dan zou de maatschappij duchtige schade lijden. Ongelukkig genoeg, dat de IJsseltram niet meer gerendeerd heeft en de maatschappij den dienst heeft moeten staken, want met een tramlijn op Schiedam en Delft zou onze gemeeute zeer in bloei toenemen. Het is altijd in het nadeel van de passagiers, wanneer een maatschappij het monopolie van het vervoer heeft. Dan wordt het belang van een gemeente maar al te zeer op den achtergrond geschoven, om de belangen der aandeelhouders te bevorderen. Den 29sten Augustus hoopt de rustend onderwijzer A. 't Hoen den dag te herdenken waar op hij vodr 50 jaar in den echt werd verbonden met Mej. A. S. Theunissen. Stellig zal onze gansche gemeente met de jubilarissen mede feestvieren. Elkeen weet wat de heer 't Hoen gedurende de lange reeks van jaren die hij aan de school werk- zaam is geweest, heeft' verricht, met hoeveel wel- willendheid en billijkheid hij steeds de jeugd leidde en beoordeeldezeiden was een onderwijzer z<5o bemind en geacht. En niet enkel binnen onze gemeente vond de waardige man zijn leerlingen. Van verschillende plaatsen kwamen zij tot hem, vooral zij, die voor de zeevaart wenschte opgeleid te worden. Tal van kapiteins hebben aan hem hunne vorming te danken. Ook zijn echtgenoote heeft veler hart weten te winnen. Velen zouden kunnen getuigen van haar warm medegevoelend hart, dat wist te lenigen waar smart en armoede geleden werd. Dat het hun gegeven zij nog vele jaren in stillen vrede voort te leven en dat zij nog eenmaal het geluk mogen smaken al hun kinderen rondom zich vereenigd te zien. Men schrijft ons uit Rotterdam, dd. 25 Augustus: Groote bruggen, die snelvlietende wateren over- spannen, zijn maar al te dikwerf de plekken, die de zelfmoordenaars uitkiezen om een eind aan hun bestaan te maken. Het is alsof er in dien stroom, met zijn tallooze kolken, die telkens van plaats veranderen en met zijn stroomdraden, die zich achter de pijlers afteekenen, iets is dat aantrekt, en de ongelukkige noopt er zich in te storten. ziekbed van Betsy, en deed daar weer alles, wat de wetenschap vermocht te doen. Maar de gravin de Boissieres, Coralie, zooals de Vicomte haar noemde, had hem niet vergeten. Hij was Dinsdags niet op de receptie verschenen den volgenden dag zond zij hem een briefje, waarin hij, op zijn vergeetachtigheid gewezen en opnieuw uit- genoodigd werd. Hij verscheurde het briefje, en ging er niet heen. Er kwam weer een briefje met een hemieuwd verzoek. Het tweede briefje ging den weg op van het eerste, en Raymond dacht er nu nog veel minder aan, en om daar ter receptie te verschijnen. loen kwam de Vicomte hem opzoeken en zeide tot hem „Dat gij geen Parijzenaar zijt, kunt gij met helpen, maar dat geeft u geen recht, om u onbeleefd aan te stellen." De gravin is de mooiste vrouw van Parijs, als gij dat nog niet weet, of niet gezien hebt, zeg ik net u nu. Daarbij is het een dame, die hier zeer in de mode is. Er zijn mannen, die schalten zouden geven om zoo'n invitatie van haar te ont vangen." ,/Dat wil ik gaarne gelooven," zeide Raymond, terwijl hij zijn vriend uitlachte. ,/Lach zooveel gij wilt," zeide deze, „maar ik moet u zeggen, dat gij u dwaas aanstelt." //Voor wien ziet gij mij wel aan?" zeide .Raymond. //Voor iemand, die niet alleen met den grooten naarn, die hij reeds in Parijs heeft, spot, maar welke dien zelfs verwerpt.'' //Ik bedank voor dien grooten naam in de Pa- I In Londen zijn de Theemsbruggen, in Parijs de Seinebruggen de plekken, waar de wanhopenden het liefst een eind aan hun leven maken. Helaas, onze schoone Maasbrug wordt, als is het gelukkig nog zeldzaam, nu en dau tot een dergelijk treurig doel gebruikt. Zoo sprong een net gekleed heer, in de afge- loopen week 's avonds om halfacht van de Willems- brug. Wonder boven wonder, het gelukte nog om hem met een roeibootje op te visschen en hem in het cafe Maas" te dragen. Twee uur had men onder toezicht van een geneeskundige noodig, om zijn levensgeesten weer op te wekken, waarna de man zoo onwel bleef, dat hij per brancard naar het ziekenhuis rarest vervoerd worden. Zestig zomers md die ongelukkige reeds 'slevens lief en leed gedragen, kon hij het die paar jaartjes, welke hem misschien nog gegund zouden worden, met meer uithouden De Maas eischt maar al te veel offers, om dit getal niet opzettelijk te ver- grooten. Zoo viel van de week een man van 25 jaar van het tjalkschip „De drie Gebroeders" over boord bij het anker lichten, en waren alle pogingen, om den ongelukkige te redden vruchteloostwee dagen later is zijn lijk gevischt. Een ander liet zich in een roeiboot, die met groenten geladen was, slepende boot sloeg om en de man kwam in de Maas terecht. Voor dezen was onder zulke omstandigheden de kans voor ver- drinken heel groot. Toch gelukte het den man op de omgekeerde boot te klimmen, daardoor zijn leven te behouden, en alzoo alleen met het verlies van wat groenten er af te komen. Er is niets grilliger dan het noodlot. Een juffrouw alhier schijnt zich in het hoofd te hebben gezet, dat de Maasstad eene prairie is ge- worden, zij heeft er het handje van om spoedig naar haar revolver te grijpen. Een paar jongens, die een rekening kwamen aanbieden, werden op revolve schoten getrakteerd, ook op haar eigen kin deren schoot zij met het wapen. Gelukkig dat mejuffrouw niet raak schiet. Natuurlijk is dit weer een baantje voor de politie, want deze moet onder- zoeken, wat of die vreemde vermakelijkheid te be- duiden heeft. Pas zij i de straatkabalen met het Leger des fleils wat gedaan, of de politie heeft oogen te kort om de zakkerollers en valsche munters te pakken. Gedurende de kermis is er menige portemonnaie gerold, hetgeen nu zoo erg niet zou zijn geweest, wanneer er maar geen geld in had gezeten. In het Duitsche consulaat had er een diefstal met inklim- ming en braak plaats, waardoor f 60 verdween. Algeraeen houdt men het er voor, dat dit een stoker van een Kruppboot heeft gedaan. Wat de valsche munters betreffen deze, of hun handlangers, zijn nog in de stad, of er is een verbazende hoe- veelheid valsch geld gedurende de kermis in om- loop gebracht, want dagelijks worden er nog val sche geldstukken aan de verschillende politiebureaux gebracht. Die dus in de stad komt, kijke naar het geld, dat hij terug krijgt, de stukken zijn heel slordig bewerkt en alzoo licht kenbaar. Een zoogenaamde commis-voyageur, die in de hotels lekker at en dronk, zich dan nog op den koop toe voor de spijsverteering liet rondtoeren, om dan zonder betaling te verdwijnen, en in een ander hotel dat lekkere leventje van voren af aan weer te beginnen, w< rd tusschen de bedrijven door de politie-recherche gearresteerd. Een andere zaak, waarmede zich de politie ook heeft moeten bemoeien, is van zeer treurigen aard, omdat men er uit kan zien, waartoe de wraakzucht sommige min ontwikkelden uit den dienst baren stand kan brengeu. Een 16-jarig dienstmeisje had een ruit gebroken en moest die zelf betalen. Zij was nog maar kort dienstbaar en trok misschien daarom die boete zich zoo sterk aan. Zij moest voor een kind van ruim drie maanden zorgen en poogde dit van het leven te berooven door petro leum in de zuigflesch te doen. Het kind zoog aan de caoutchoucspeen en kreeg aldus een groote hoeveelheid petroleum binnen. Het is nu zeer ge- vaarlijk ziek, ja zoo erg zelfs, dat men voor het behoud vreest. De meid heeft een verhoor bij de politie onder- gaan en is naar de gevangenis gebracht. rijsche wereld," zeide Raymond. #Ik wil mij wel eens met die wereld vermaken en er mij over verwonderenmaar om er als een ster van de eerste grootte in te schitteren, daar heb ik weinig trek in." vOngelijk kan ik u niet geven," zeide de Vicomte, z/maar gij moogt de dingen zoover niet drijven, dat gij onbeleefd wordt." z/Alles goed en wel, mijn waarde," zeide Ray- mond, ,/maar gij weet niet alles." z/Het kan zijn," zeide de Vicomte. z/Welnu, ik ga trouwen." Dat is geen nieuws, dat weet heel Parijs. „Gij zult de laatste telg van Coquillard huwen nu een mooi meisjeschatrijk er bij. Dat is bekend. Men heeft er in heel Parijs over ge- sproken maar hoe lang? op zijn hoogst een uur. Op dit oogenblik spreekt men weer van niets anders dan van de bevallige en vlugge nieuwe danseuse van het Theatre Lyrique/' z/Ik ben Parijs hoogst dankbaar, dat het zich wel een klein uurtje met mij heeft willen bezig houden," zeide Raymond. //Men heeft het niet over u, maar over Coquil lard gehad. Zoodra als gij de millioenen van Coquillard hebt, zal men zich met u bezig houden." z/Kort en goed," zeide Raymond, ,/als men op trouwen staat, moet men zich wat in acht nemen. Trouwens ik houd niet veel van zulke zonder linge kennismakingen." Wordt vervolgd.)

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

De Schiedammer | 1890 | | pagina 2