Gemengd Nieuws. Burgerlijke Stand, B U I T E N L A N D. weigerde te beantwoorden, waarvan een vonnis van f 20 of 6 dagen hechtenis het gevolg is geweest, heeft het zo6 ver lateu koinen, dat hij door de po litic opgej akt en te Zieriksee in het huis van be waring gebracht is moeten worden, waar hij des avonds omstreeks 8 uur aangekoraen, den volgen- den ochtend reeds betaalde en ontslagen werd. Zekere milicien L., van het le regiment infanterie te Leeuwarden, die, onlangs van verlof terugkeerende, in den spoortreiu allerlei voor den Koning kwetsende liedjes zong en deswege door eenige burgers werd aangeklaagd, is door den krijgsraad te Leeuwarden, wegens opzettelijke be- leediging van den Koning, veroordeeld lot een jaai gevangenisstraf. In het gebouw van het Centraal-bureau der Staatsspoorwegen, te Utrecht, wordt voor oude en zwakke ambtenaren een lift vervaardigd. Met zekerheid wordt medegedeeld dat, blijkens de te VHage gehouden telling der te Rotterdam bij de volkstelling verkregen kaarten, Rotterdam 15,000 meer vrouwen dan raannen telt. In 't noordoosten van Groningen is de tijd van 't vee te stallen nu reeds aangebroken. De weilanden zijn door het Eemswater overstroomd, waardoor eene slijklaag van eenige centimeters den grond bedekt. Vroeger dan wenschelijk is, zijn de veeboeren genoodzaakt met de stalvoederij te be- ginnen. Men schrijft uit Hellevoetsluis: In het Goereesche gat nabij deze vesting is dezer dagen door de Marine eene proef met zinkschepen genomen, ten emde in oorlogstijd het vaarwater aan vreemde oorlogsbodems te versperren en meer nog, om deze zinksohepen op eene snelle en ge- makkelijke wijze te lichten, een proef, die voor de scheepvaart van groot belang moet worden ge- acht. Tot dit einde heeft men in het begin der vorige maaud een oud, afgekeurd transportvaartuig, de //Bato," laten zinken en dit met een zwaren ketting op den bodem van het vaarwater beves- tigd. Indien nu het bodemzand niet opwelde moest het schip van zelf rijzen, zoodra de keten losgemaakt was. Deze week werd de ketting op- gehaald, doch de //Bato" bleef in haar toestand van rust volharden. Andere hulpmiddelen zullen thans aangewend moeten worden, om het gezonken vaartuig boven den waterspiegel te brengen. De proef mag derhalve voorloopig nog niet als geslaagd worden beschouwd. Schiedam, 14 Oct. Ingevolge de bepalingen der wet is Zaterdag van den heer II. J. Jansen alhier, een os verbrand, die lijdende was geweest aan miltvuur. Zaterdagnacht omstreeks 2 uur bevond zich een koe van den veehouder Van Zanten alhier in het Spuikanaal. Het beest is gedreven naar de scheepstimmerwerf aan de Nieuwehaven en aldaar, schijnbaar zonder letsel te hebben bekomen, op het droge gebracht en aan den eigenaar, die gewaar- schuwd was geworden, medegeven. Kethel, 11 Oct. Ds. B. S. Meerburg alhier heeft voor het beroep naar Kockengen bedankt. Vlaardiiigen, 12 Oct. Zaterdag werd door Burgemeester en Wethouders in het openbaar bij opbod verpacht voor een jaarde opbrengst van het recht onder den naam van Pontgeld, verschul- digd voor het overhalen met de pont, gelegen in de Gemeentt-haven. Verscheidene sollicitanten na- men aan het opbieden deelhet hoogste bod f 675.—, werd gedaan door Jan Goudappel, aan wien de pacht is gegund. De heer A. F. Stolk, zal Donderdag a.s., den 16en October, zijn 40-jarige werkzaamheid bij het onderwijs herdenken, waarvan hij ongeveer 80 jaren te Vlaardingen als hoofd der Willemsschool zijn diensten eerst aan minvermogenden, later aan onvermogenden wijdde. Bij de Ned. Geref. kerk alhier is beroepen ds. W. Mulder Jr., te Harderwijk. Pernis, 13 Oct. Het havenbestuur heeft be- sloten, het land, behoorende bij de haven, voortaan te verhuren voor wei-, bouw- of tuinland. //Dan zou uw lot dadelijk beslist zijn, en dan zoudt gij Raymond niet over een paar uur kunnen doodsteken." z/Laat mij door," zeide Rivarez. #Ga," zeide Coquillard, //en als gij nog eenige vreos voor de galeien hebt, denk dan om mijn woorden." Rivarez draaide zich om, met gelaatstrekken, verwrongen door ingehouden woede en wierp ten slotte op Coquillard nog een blik, die van doode- lijken haat getuigde. uO, hij weet heel goed," zeide Coquillard tot zichzelf, //dat een vader zijn kind zoo licht niet onteert." Toen was het hem, alsof hij in een bloedkleu- rigen nevel gehuld werd. Het was hem, of hij Raymond met een gapende wonde in de borst op den grond zag liggen, en of hij Blanche al snikkend voor den moordenaar zag vluchten. Toen verdween dat visioen weer om plaats te maken voor het beeld van Betsy, die zich voor zijn oog in stervenden toestand vertoonde. //Ben ik niet dwaas," dacht hij, //die man is zonder gevoel voor iets, hij geeft om geen bedrei- gingen, om geen smeekingen, hij geeft om niets. Maar hij heeft toch een drijfveer, die hem tot al die laaghartige misdrijven aanzet en juist van die drijfveer moet ik voor mijn zaak partij trekken. Hij ging naar Rivarez, die reeds weer aan de speeltafel had plaats genomen en zeide //Nog een woord." ,/Spreek." z/Niet hier." ,ylk verkies u niet voor de tweede maal te volgen." Men schrijft ons uit Rotterdam, dd. 13 Oct.: Een RoUerdaitische juffrouw, die door haar man verlaten was, begaf zich naar Brussel, hiug daar de vrome uit en rnaakte de menschen wijs, dat zij een zuster was van den Bisschop van Haarlem, welke hoogwaardiglieidsbekleedervolgens de juffrouw, pas overleden was. Natuurlijk moest de juffrouw schatten van den Bisschop erven, maar daar was onmiddellijk geen aankomen aan, er moesten eenige maandjes overheen loopen, eer al dat geld uitge- keerd werd. Onze juffrouw ilde zich nu dolgraag te Brussel vestigen en wilde daartoe gaarne een huis koopen. Onze geestelijkheid heeft in Belgie een groote reputatie en onze natie staat daar om haar eerlijk- heid, ook zeer hoog aaugeschreven. Dit was oor- zaak, dat men van de gedachte uitging, dat niemand zoo profaan dorst zijn, om den naam van een Bisschop uit Holland voor oplichterij te misbruiken. Zoo kon de juffrouw een huis op crediet koopen zonder borgstelling, op dezelfde wijs verschafte men haar ook een ameublement voor dat huis op crediet. Op een goeden morgen was de juffrouw met haar geheelen inboedel stilletjes vertrokken. Zij was weer naar de Maasstad gegaan en had daar alles, wat zij op crediet gekregen had, te gelde gemaakt. Uit Belgie werd naar Holland geschreven, de politie ging aan het zoeken en had de juffrouw spoedig gevonden en ingerekend. Kleine oorzaken hebben somtijds groote gevol- gen. Het verhaal van den ruiter, die zijn leven onder roovers handen verloor, omdat hij verzuimd had, 's morgens naar het hoefijzer te kijken, waar- aan een nagel ontbrak, is zoo onwaarschijnlijk niet. Naar aanleiding van een brand in de Leeuwen- straat, doet een dergelijk verhaal ook hier de ronde. Een kat, zooals men weet een aartssnoeper, die nimmer iels omwerpt, om in de bevrediging van haar snoeplust vooral niet gestoord te worden, dwaalde 's nachts in een tapperij rond, waar een nachtlichtje brandde. Daar ons poesje toch geen minares van spiritueel is, nam zij hare gewone voorzichtigheid, zoo noodzakelijk bij het uitoefenen van haar diefstallen, niet in acht, liep wat onver- schillig, en wierp het nachtlichtje omver. Spiritus heeft maar een klein vlammetje noodig en ziet, daar staat de tapperij op eens in lichterlaaie. Ach- ter slapen tien menschen, die niet meer te berei- ken waren, en in het grootste gevaar verkeerden van te stikken of te verbranden. Een agent van politie begaf zich door rook en vlammen naar boven, hij slaa^de er wel is waar niet in, de sla- penden te bereiken, doch had het geluk ze nog te kunnen wekken. Met veel moeite konden man, vrouw en acht kinderen nog achter uiikomen. Er liep een gerucht, dat een kind nog niet gered was, de brandweermannen stonden op het punt hun leven in de vlammen te wagen, toen het gelukkig weldra bleek, dat het gerucht onge- grond was. Alzoo tal van menschen in levensgevaar gebracht door den inisstap van een poesje. Waarschijnlijk is deze opgaaf in alle deeleu juist. Omdat zij waarschijnlijk is, kan het geen kwaad er eens op te wijzen, dat de bevoegde autoriteit er wel wat aan kan doen, dat zulke kleine oorzaken niet meer zulke groote gevolgen hebben. Een deel der stad werd met huizen bebouwd, bestemd voor de nederigen der aarde, toen nog geen petroleum bekend was, en geen agenten van brandassurantie-maatschappijen de deuren plat liepen om leden te werven. Daar men toen nog geen helder begrip had van de noodzakelijkheid van versche lucht en licht voor den mensch, bouwde men maar toe, op en in elkander. Het doel van den grondeigenaar was in die dagen, om het meeste van zijn grond te trekken en een bouwpolitie was er niet, om aan dat voordeel trekken ten nadeele der volksklasse paal en perk te stellen. Een woord van lof komt het gemeentebestuur toe, toen zij een deel der stad nabij het Achter Klooster onteigende, tal van vuuzige, smerige, be- nauwde krotten deed sloopen en daar ter plaatse een nieuwe wijk deed aanleggen, welke nu in aan- bouw en gedeeltelijk voltooid zijnde, met haar z/Nu, dan een woordje onder vier oogen, tenzij gij wilt hebben, dat ik zoo hard schreeuw, dat gij van schaamte wegloopt." ,/k.om aan dan," zeide Rivarez, ,/maak het kort." Coquillard ging wederom met hem in hetafzon- derlijke vertrek. z/Als dit duel niet plaats heeft, of als de gevol gen er van niets te beteekenen hebben dan zal z/Wat zult gij dan vroeg Rivarez. z/U op staanden voet een kassiersbriefje voor vijf- tig duizend frank geven, waar gij morgen onmi- dellijk specie voor kunt krijgen." //Vijftig duizend frank," zeide Rivarez, //gij zijt niet erg gul, Coquillard." ,/Weluu, ik geef er een voor een millioen." De hertog sloeg de armen over elkander en zeide, z/gij houdt mij voorzeker voor een lagen kerel." ylk houd u voor zoo laag en gemeen, als iemand met mogelijkheid kan zijn," zeide Coquillard, „en daarom houd ik het er voor, dat gij het briefje van een millioen aanneemt." z/En ik weiger het," zeide Rivarez. z/Ga dan, zeide Coquillard, ffnu heb ik niets meer te zeggen." Rivarez verwijderde zich, verachtelijk op Coquil lard neerziende en begaf zich wederom in het ver trek, waar hij zooeven geweest was. Weldra was hij weer in het spel verdiept. Coquillard besloot te blijven, waar hij was en ondertusschen Rivarez niet uit het oog te verliezen. Wat deed ondertusschen de gravin Coralie, die met een zelfde doel als Coquillard gekomen was en dit tweegevecht, het koste wat het wilde, wou trachten te beletten. breede straten en schoone huizen een sieraad van de stad zal worden. Er zijn nog andere krotten in het deel der slad gelegen tusschen de Coolvest en Westewagenstraat, daar vindt men afschuwelijke holen, die de ontucht en misdaad veelal tot verblijf strekken, of voor den nederigen daglooner een hoi zijn, waarin hij en zijn kinderen een allerellendigst best aan voort- sleepen, terwijl bij het uitbreken van een brand, die eenigszins snel om zich grijpt, de menschen als het ware in een val besloten zijn, waaruit zij zich niet kunnen redden. Het is te wenschen, dat het gemeentebestuur ook eenmaal den moker eens op die holen zal doen nederdalen, opdat een kleine oorzaak ook daar nog niet eens hoogst treurige gevolgen zal hebben. Een voor Nederlanders zeer zeker vreemd verschijnsel zou het zijn, zegt, de Ned. Sport, wan- neer men een of andere clubtocht naar een kerk, waar een predikant zal optreden, uitschreef, e- toch in Engeland zooals trouwens wel bekend is zijn deze church-parades lang geen bijzonderheid. De predikanten rekenen er dan ook op en houden voor de wielrijdende bezockers een afzonderlijken, meestal toepasselijken dienst. Zoo werd eenige weken door de clubs van het Bladford-district ren tocht met dit doel ondernomen naar Weeton, waaraan een 300 wielrijders deelnamen. De rev. C. A. Lambert had als tekst gekozen Prediker II, vers 9 ,/Verblijd u, o jongeling in uwe jeugd en laat uw hart zich vermaken in de dagen uwer jonge- lingschap en wandel in de wegen uws harten en in de aanschouwing uwer oogen, maar weet, dat God om al deze dingen u zal doen komen voor het gericht". Hij sprak een ernstig woord over het rijden op Zondag, in Engeland een groote quaestie, die menig droppeltje inkt heeft doen vloeien, en kwam tot het wijze besluit, dat rijden op Zondag geen kwaad kan, mits men geen verkeerde dingen uithaalt. Ruira 60 gulden werd gecollecteerd na afloop werden de wielrijders van wege de kerk op thee met gebak onthaald. Het klinkt voor Nederlandsche ooren vrij vreemd, maar 't is een bewijs, dat het rijwiel in Engeland zeer populair is. President van de rechlbank ,/Je mag hier niet fluiten, kerel 1 Hoe kom je op 't id6e P" Vagebond,/Ik dacht zoo bij me zelf, wat zet die president een isegriramig gezichtIk zal hem eens een beetje opvroolijken 1" De predikant van eene kerk te Birmingham heeft verlof gegeven van den predikstoel eene telephoongeleiding te maken naar particuliere wo- ningen, opdat zieken, die niet naar de kerk knnnen gaan, toch in de gelegenheid zullen zijn om de preek te hooren. Rieten stoelen reinigt men met water en zeep en een borstel, en bestrooit ze met zwavel als ze nog vochtig zijn. Daardoor worden ze veel lichter van kleur. Als het vlechtwerk wat krom er bij wordt, dan hindert dat niet, als het droog is, zal het zooveel te strakker zijn. De zwavel verwijdert men later door middel van borstels. Ingeschreven van 9 tot 13 October 1890 SCIIIEDAM. GEBOREN9, Gerrit, N. H., z. van J. Van den Beek en J. Tons. Rott. Dijk. 10, Jacob, N. H., z. van J. Tanis en P. de Vos. Kethelstr. 13, Elizabeth Maria Cornelia, R. C., d. van K. G. Wauwdeunt en P. M. Nieuwaard. L. Sin- gelstr. Dirk, N. H., z. van D. Krabbendam en P. Geerling. L. Kerkstr. Everdina Lodewina, R. C., d. van C. F. Veringmeier en A. M. A. Lundrup. Munuikenbuurt. OVERLEDEN13, Arie Smit, 2 j., N. H. Visscherstr. OUWERSCHIE. ONDERTROUWD 12, Johann Dietrich Vinke, (jm.), oud 42 jaar en Cornelia Wensveen, (jd.), oud 25 jaar. Ofschoon wel zeer rijk, kon Coralie toch geen millioenen aanbieden, om het leven te redden van hem, dien zij beminde. Zij had een stapel bankbilletten bij zich en bood die Rivarez aan, om daarmede zijn geluk te beproe- ven, mits hij van dat duel afzag. Maar Rivarez was reeds den geheelen avond aan het winnen, zoodat het lokaas van de bankbilletten en het millioentje van Coquillard, waarmede men alles van hem gedaan had gekregen, als hij aan de verliezen- de hand was geweest, nu zonder invloed op hem was. De gravin kende hem echter maar al te goed. Wanueer hij maar eenmaal aan het verliezen was, werd hij woedend, niet omdat hij zijn geld kwijt was, maar omdat een ander hem in het spel over- troffen had. Als nu de tegenpartij, die hem dat verlies berokkende, een jongmensch en daarbij een nieuweling in het dobbelen was, kende zijn woede geen grenzen. Als hij maar eenmaal aan het verliezen gaat dacht de gravin, dan weet hij van geen ophouden, dan speelt hij net zoo lang door, totdat hij alles weer teruggewonnen heeft, dan vergeet hij het duel en Raymond is gered. Onmiddellijk ging zij nu een persoon zoeken, die haar in haar plan moest behulpzaam wezen. Haar oog viel op een jongmensch van innemend voorkomen. vSpeelt gij niet meer, mijnheer Durocq vroeg zij. vNeen, mevrouw, het spel was eenmaal mijn ongeluk." #Och kom, niets is wisselvalliger dan de fortuin." //Dat merk ik ook, mevrouw, want door die wisselvalligheid, die ik echter zelf heb uitgelokt, GEBOREN 9, Jacobus, z. van Will em Van der Wilden en Maria Weerheim. 12, Frederik, z. van Frederik Hendrik de Koning en Geuske Nijhof. 11, Arie, z. van Arie Johannes Van der Gaag en Joliasia Van der Gijp. OVERLEDEN: 11, Martina Wilhelmina Veen- man, oud twee maariden. 12, Johanna Hoefsmit, oud zes maanden. Per T e 1 e g r a a f. 's-Gravenhage, 14 Oct. In de heden gehouden zitting van de Tweede Kamer der Stateu-Generaal heeft de Minister van Kolonieu medegedeeld, dat naar aanleiding van het onderhoud hetwelk zijn ambtgenoot, de Minister van Justitie en hij met de geneesheeren des Konings bebben gehad, aan den Ministerraad de beslissing is voorgelegd omtrent de vraag of reeds nu maat- regelen dieneu te worden genomen, om in de waarneming van de regeering te voorzien. De Voorzitter betuigde de gehechtheid van de Vertrgenwoordiging aan het Vorstenhuishare deelneming in de ramp en in de voor de Koningin zoo onuitsprekelijk pijnlijke omstandigheden. Met 78 tegen 8 stem men is aangenomen het outwerp van de werken van den Rijkswaterstaat. Bij de iuterpellatie van den heer Cremer over den toestand op Flores, verklaarde de Regeering, dat de tweede expeditie noodig was geweest na den ver- radelijken aanval op de eerste en dat nu eene derde gewapende expeditie uit het Noorden zou trachten de tinstreek te vinden. Vele leden keurden dit af. Wie herinnert zich niet uit zijn kindsheid de vertelling over Luilekkerland Nog levendig staat ons voor den geest, hoe of wij ons den rijstenbrijberg voorstelden en hoe wij kinderen onder elkander een heftig debat voerden, of de gebraden ganzen ons in den mond kwamen vliegen, of dat zij er met heerlijke prnimen en nog meer lekkers in kwamen waaien. Als wij lastig waren, was de vertelling over Luilekkerland een geschikt middel om ons rustig te houden want dan gingen wij nadenlen of het bestaan vanzoo'n land wel tot de mogelijkheid behoorde en zoo lang onze geest daarmede bezig was, hadden onze ouders geen last van ons. Spoedig kwamen wij tot de overtuiging, dat er geen Luilekkerland bestaan baar was, en we waren toen reeds zoo verstandig, om niet le pruilen, omdat er geen pogingen inhet werk werden gesteld, om zoo'n land te scheppen. Wij waren waarlijk toen wijzer dan sommigen tegenwoordig op rijperen leeftijd zijn, nu menigeen aan het socialistische Luilekkerland gelooft, waar van hij nimmer een beschrijving heeft gekregen, hoe het er toch eigenlijk uitziet. En niettegen- staande niemand met recht kan zeggen, zoo ziet er het in dit land uit, worden er honderdduizenden menschen in Europa erg lastig, omdat men geen begin maakt met het scheppen van het moderne Luilekkerland, den socialistischen staat. Is het nu te verwonderen, dat men zoowel elders als in aan de leaders van socialistische bewegingen ge- vraaagd heeft, hoe moet die socialistische staat, dat moderne Luilekkerland er wel uitzien P Waarlijk daar zijn wij erg benieuwd naar, want prettig moet het er wezen, anders zoudt gij zoo lastig niet zijn. Altijd antwoordden de heeren, wij zoudeu u dat volgaarne vertellen, maar er bestaat een socia- listenwet, en als wij nu eens gaan uitleggen, hoe of wij de kunst verstaan een hemel op aard te maken, dan worden alle menschen oproerig, om dat men alles steeds blauw blauw laat, en nooit een begin maakt om dien hemel te scheppen. Dan komt die hemel er toch niet, en wij gaan nog op den koop toe achter slot en grendel, omdat men dan een stok heeft gevonden, waarmede men ons slaan kan. Met 1 October verviel de socialistenwet. De heeren zijn nu in de gelegenheid om zonder gevaar het moderne Luilekkerland te schetsen, en nu ver- klaart het //Berliner Volksblatt," het hoofdorgaan ga ik nu het land uit." ffWaar gaat gij naar toe?" z/Naar Buenos Ayeres, mevrouw." //Dat is een heele reis." z/Dat is zoo, mevrouw, er is heel wat water tusschen de Argentijnsche republiek en Parijs. Het is daarginder ook niet zoo mooi, maar ook niet zoo verleidelijk voor een jongmensch." u Maar gij behoeft toch waarlijk niet buitenslands te gaan, gij hebt een mooie betrekking aan een bankiershuis, zijt gij daar niet kassier P" z/Dat was ik eenmaal, mevrouw, en dat is juist mijn cngelnk geweest. Een kassier baadt zich den geheelen dag in het geld en als vertrouwd persoon valt het hem niet moeielijk geld uit de kas te nemen. Ik deed aldus, om er mee te gaan spelen, verloor alles, en was toen radeloos, want den vol- genden morgen zou het reeds uitgekomen zijD, dat ik mij aan het geld, dat mij toevertrouwd was, vergrepen had. In wanhoop wilde ik mij van kant maken, toen een braaf en edel mensch mij niet alleen het leven redde door mijn boos opzet te verijdelen, maar mij ook tevens van de schande redde, door mij het geld, dat ik ontvreemd had, ten leen te geven. Ik wil dien man betalen, het is een eereschuld, mevrouw. Hier kan ik niet genoeg verdienen, om dien man ooit mijn schuld af te doen. Ik heb in Argentinie een betrekking gekregen, die ruim gesalarieerd zal worden, daar zal ik zuinig leven en net zoo lang sparen, totdat ik het geleende bijeen heb, en dan, mevrouw, dan zal ik naar mijn redder Snellen en hem verzoeken, bij wijze van gunst, die spaarpenningen van mij le willen aannemen." Wordt vervolgd.) DUITSCHLAND

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

De Schiedammer | 1890 | | pagina 2