Burgerlijke Stand, R E C HT Z A K EN. BUITENLAND. Schiedam, 24 Oct. Burgemeester en Wethouder van Schiedamj gelet op art. 8 der wet van den 2n Juni 1875 (Stcra'tVad no. 95); gere kennis aan de inge- zetenen, dat de navolge de vergunningen zijn verleend lo. aan H. Yrijenhoek en zijne rechtverkrijgenden tot oprichting eener zouter j en rookerij van vleesch aan den Rotter dam sch en dij I alhier, wijk B, no. 7 5, kadaster sectie L, no. 36, en 2o. aan de firiua J. M. Van der Schalk Co. en hare rechtverkrijgenden tot uitbreiding harer bierbrouwerij aan de IVestvest alhier, wijk B; no. 88, kadaster sectie L, no. 455. Aan de leden van den gemeenteraad is ken nis gegeven, dat ten raadhuize ter inzage is neder- gelegd, teneinde in de eerstvolgende zitting van den gemeenteraad te worden behandeld, de meinorie bevattende de bemerkingen op de gemeente-begroo- ting voor 1891, bij het onderzoek dier begrooting in de afdeelingen gemaakt, benevens de memorie van beautwoording van burgemeesters en wethouders dier bemerkingen. Een gedrukt exemplaar van beide stukken zal den leden weldra worden ge- zonden. Dezer dagen overleed te 's-Gravenhag( de beer dr. A. J. M. Los, die vroeger hier ter stede vele jaren geneesheer, lid van den gemeenteraad, ambtenaav van den burgerlijken stand en lid van de commissie van toezicbt op het Middelbaar Onder- wijs was. De overledene, die juist den ouderdom van 73 jaren bad bereikt, genoot bier ter stede in zijne geneeskundige praktijk de algemeene ach- ting en genegenheid, vooral ook om de innemende wijze waarop hij zich in den kring der armen bewoog. Wij vernemen met genoegen, dat door het Bestuur der Republiek San Marino de Medaille van Vtrdienste eerste klasse is verleend aan onzen stadgenoot, den heer 11. A. M. Roelants Jr., voor zijn werk getiteld ;/San Marino, de geschieikeuis van een gelukkig, vrij volk." Genoemde medaille is de hoogste onderscheiding, die door het Bestuur der Bepubliek aan niet- militairen wordt verleend. Het Departement Schiedam van deMaatschappij tot nut van't algemeen bield Dinsdagavond haar eerste leesvergadering in dit seizoen. De Voorzitter Dr. C. J. Yaillant opende deze bijeenkomst met een hartelijken groet aan de aanwezigen, waarnahij de voor de leden blijde mededeeling deed, dat bet departement in bloeienden toestaud verkeert en het ledental met 17 was vermeerderd. Afwijkende van zijn gewoonte zou spr. ditmaal geen overzicht geven van bet af- geloopen jaar, maar dit uitstellen tot de volgende vergadering, die nog deze maand kan worden tege- moet gezieu. Hierna werd het woord gegeven aan den heer J. Bruiuwold Riedel, algemeen secretaris der Maat schappij, voor zijn aangekondigd onderwerp I let verleden en de toekomst der Maatschappij. Hoewel hij over dit onderwerp reeds een brochure in het licht had gegeven, achtte de heer B. B. het niet ondienstig daarover thans nog eens in breeder trek- ken het woord te voeren. Spr. ving zijn rede aan met de mededeeling, hoe de maatschappij was tot stand gekomen. Waren de staathuishoudkundige eertijds van oordeel, dat de struggle for life (de strijd oni het bestaan) door elk individu alleen moet geslreden worden, zoodat de zwakken daarin te gronde gaan en slechts de sterkeren, de meer bevoorrechten blijven, dat oordeel had men later als verkeerd leeren beschouwen. Met tal van voorbeelden toonde spr., hoe ook in het p anten- en dieienrijk de strijd om het bestaan wordt gevoerd, maar ook hoe daar de sterken aikwijls waakt over de zwakken. Dat dit plicht was begrepen de oprichters der maatschappij Jan en Martinus Nieuwenhuizen. Zij stelden zich ten doel de minder bevoorrechten beter toe te rusten tot dien strijd, ea hen zoodoende in staat te stellen eenmaal te kunnen overwinnen. Een eerste middel, wat zij daartoe aangrepen, zijn kabinet op. Toen het vier uur sloeg, ging hij heel eenvoudig of liever achteloos gekleed op nieuw uit. Hij liep tot aan de Place de la Concorde, keek nu en dan om, ten einde te zien of niemand hem volgde, wenkte een huurrijtuig en beval den koetsier hem in een aangewezen richting buiten de stad te rijden. Aan het bepaalde punt gekomen, betaalde hij de vracht, gaf den koetsier een goede fooi, en vervolgde te voet zijn weg. Weldra kwam hij aan een onoogelijk huis, en schelde driemalen, ten leeken, dat hij bij de be- woners der derde verdieping moest wezen. Hem werd opengedaan, ging de trap op, en bevond zich weldra in een eenvoudig gemeubileerd en zindelijk vertrek. Een jong meisje trad hem tegemoet, het was Margot. tflk wacht u al twee uren," zeide zij, vals het nog twee minuten langer geduurd had, was ik weggegaan." ,Kind, je moet mij niet kwalijk nemen, maar ik kan maar niet weg, als ik wil." ,/Ik neem dat aan," was het antwoord, „maar u moet ook iu aanmerkiug nemen, dat ik zoolang niet uit mijn dienst kan wegblijven zonder opzien te baren." f) „Weluu dan, laat ons dan geen minuut verliezen zeide hij, terwijl hij een stoel nam en zich neder- zette. u Wat is er gebeurd?" //Niet veel goeds." //Zoo, is je juffrouw dood Zij schudde het hoofd. was te zorgen voor goed onderwijs. Vaujwegede maatschappij werden bewaarscholen en lagere scholen opgericht, later ook vakscholen. Meer en meer vend hun idee instemming, totdat ook de Staat zich ten plicht rekende, het hare daartoe bij te dragen. De openbare scholen waren daarvan het gevolg. De algemeene sympathie mochten deze echter niet wegdragen. De kerkelijke partijen aclitten het verkeerd, dat daar behalve in wetenschappelijke kundigheden ook niet in den godsdienst werd ou- derwezeu. Dit bozwaar gold bij hen zoozeer, dat zij besloten eigen scholen op te richten, welke zich thans inogen verheugen iu bijdragen van het rijk. Bracht spr, hulde aau de niannen, die huu tijd en geld beschikbaar stelden voor wat huu het beste toescheen, hij voegde daarbij den wenscb, dat ook de voorslanders der neutrale school niet minder zouden doen. Voorts wees spr. op de huisvlijtscholen, die door de maatschappij waren opgericht, deelde mede welk nut deze instellingen kunnen hebben en herinnerde aan het feit, dat op de tentoonstelling te Amster dam enkele stukken da&r vervaardi_,d, waren be- kroond. llet depart Dordrecht vooral had op dit gebied veel gedaandaar bestaat naast den cursus voor huisvlijt, ook een aanvullingscursus voor aan- komeude ambachtslieden. Blijkt uit dit alles, dat reeds veel is gedaan, er blijft nog veel over om te doen. Spr. eindigde zijue rede met een opwekking aan alien tot een- drachtig sameuwerken, ter verbetering van het lot der zwakken, de minder bevoorrechten in den strijd om het bestaan. Bij beschikking van den Minister van Bin- nenlandsche Zaken van 23 October, afdeeling On derwijs, is bepaald, dat de commissie, aan welke wordt opgedragen het examineeren van hen, die een akte van bekwaamheid voor het middelbaar onderwijs wenschen te verkrijgen in de wis- en natuurkundige wetenschappen, zeevaartkunde en boekhouden, voor het jaar lb90 zitting zal hou- den te 's Gravenhage. Tot lid van die commissie is o. a. beuoemd de heer J. Van der Bruyn leer- aar aan de H. B. S. alhier. Heden namiddag circa 121/3 uur bevond zich de 5-jarige Heinrich Rodenburg in de worstenma- kerij van H. Yrijenhoek op het Broersveld. ier- wijl het knaapje daar speelde, geraakte het bij het achteruitloopen achterover in een aldaar op den grond staaude pot met kokend water. Het jongetje werd er onmiddeliijk uitgehaald en naar de ouder- lijke woning, die in de nabijheid is, gebracht, alwaar tevens de hulp van den geneesheer La Verge werd ingeroepen. Het lichaam is bijna een en al brandwonde en het jongetje is niet buiten gevaar. Woensdag kreeg een der knechts in de bran- derij van den heer J. H. Ris aan de Noordvest, een kit met heet water over het lichaam, doordien een ander deze, terwijl hij zich op een trap bevond, uit de hand liet vallen. De man is onmiddeliijk daarop naar zijne woning gebracht. Ouwerschic, 23 Oct. Zondagmorgen te 9| uur zal ds. C. Leenmans alhier de godsdienstoefening leiden. Kethel, 23 Oct. J.l. Zaterdagavond omstreeks 9 uur sloeg de bliksem in de bouwmanswoning van P. Kooiman. In een oogweuk stond alles in lichterlaaie. Hoewel overheid en brandweer spoedig ter plaatse waren, is alles, ook twee varkens, een prooi der vlaminen geworden. Vlaardingen, 23 Oct. Ook de heerenC. Van Leeuwen en Johs. Dorsman hebben ontslag genomen uit hunne betrekking van kerkvoogd der Nederl. Herv. Gemeente. Ds. W. Muller Jr. te Harderwijk heeft be- dankt voor het beroep naar de Nederd. Geref. Kerk (doleerende) alhier. Bij de vrije Chr. Gem. alhier is beroepen de heer H. Roelofsen Wz. te Lunteren. Pernis, 23 Oct. De bouwmanswoning van Jan Van der Pols alhier, tevens dienende tot tapperij, is gisterochtend omstreeks 5 uren met al wat zich daarin bevond, eene prooi der vlammen geworden. Alles was verzekerd. Wat," riep Taboureau, „weet je niet meer, wat je mij beloofd hebt?'' „Zeker, maar kan ik het helpen, dat die duivelsche dokter alles in het riet stuurt Ik heb gedaan wat ik kon, maar hij heeft weer alles verijdeld." Taboureau begaf zich naar het venster, waarvan het gordijn neer was, trok het een weinig open en keek toen behoedzaam naar buiten, daarbij zorg dragende zelf niet gezien te worden. ,/Er loopt," hernam hij, //hier toch bijgeval niet nu en dan iemand voorbij Maak u niet ongerhst, het is hier een weinig bevolkte buurt, zelden ziet men een levende ziel op straat." z,Je begiijpt, niemand moet ons ooit samen zien." uO, heb daar maar geen vrees voor. ,/Kunt gij zoo maar uit uw dienst wegloopeu z/Als ik het niet al te grof maak, kan ik doen en laten wat ik wil, maar sedert gisteren moet ik beter oppassen, want zij konden mijn gangen wel eens nagaan." z/Zij hebben u heden toch niet nagegaan vroeg Taboureau verbleekende. z/Heden zullen zij daar niet aan denken," hernam zij, //want zij hebben voorloopig genoeg te denken." z/Vertel mij dan toch eens, wat er toch gebeurd is." z/Welnu, ik heb gedaan, zoo als gij mij gezegd hadt, en dezen keer meende ik goed geslaagd te zijn, toen, zooals ik u reeds gezegd heb, die Raymond er weer bij gekomen is." #Hoe laat is hij gistermorgen uitgegaan?" z/Tegen vijf uur." z/En is hij niet meer teruggekomen ffNeen." De brand moet ontslaan zijn doordat een lan'aarn, waarmede de zoon in de schuur was, in brand geraakte, waarop de olie zich aan het hooi mede- deelde, zoodat in een oogweuk alles in lichterlaaie slond. In het overzetveer van hier naar Schiedem worden op Zondag geene passagiersmeerovergebracht. Men schrijft ons uit Rotterdam d.d. 23 Oct. Kantoorheeren, die de kas van den patroon na- gekeken hebben, hebben meestal het zwak, om grove vei'teringen te maken, onbewust van de groote vrieudschap, die er altijd lusschen de kellners en de geheime politie bestaat. Zoo werd de Rotlerdamsche bank door twee kantoorheeren door middel van een valschen wissel opgelicht voor f 4200. Een der heeren, die een ondergeschikte betrek king aan de bank bekleedde, kwam met het onnoozel- ste gezicht ten kantore, alsof er niets gebeurd ware, doch de politie liet zich niet bedotten, rekende hem iu, en vond nog f 1600 bij hem. De andere ging naar den Haag, en inaakte buitensporige verteriugen, hetgeen onmiddeliijk ter oore van de politie kwam. Deze raadpleegde de signalementen, en wist da lelijk welk vleesch zij in de kuip had. Mijuheer werd in het bierhuis Ba varia in de Veenestraat gearresteerd, met nog f 1400 op zak. Natuurlijk werd hij dadelijk als gearres- teerde naar hier vervoerd. De agenteu van politie hebben aan den gemeen teraad een verzoekschrift ingediend om verhooging van jaarwedde, op grond dat bet 7 jaar geleden is, toen hun bezoldiging verhoogd werd, dat zij minder salaris hebben dan de agenten in andere gemeenten, die daareuboven nog vrij schoeisel hebben. En moet de rustbewaarder in de bloeiende Maasstad minder verdienen dan een collega elders? Ingeschreven van 20 tot 23 October 1890. SCHIEDAM. ONDERTROUWD. 23, H. v. Oosten N. H. 27 j. en J. G. E. Bougoor 19 j. N. H. C. Horman 22 j. E. L. en D. J. Luring E. L. GEHUWD. 22, J. C. Jantson N. H. 23 j. en A. Verlinde 19 j. N. H. L. T. Vredebregt 36 j. R. C. en M. II. J. van Otierdijk 27 j. R. C. GEBOREN. 20, Petrus Johs. E. L., z. v. P. H. Bodde en A. Ballijns, B.ian. 21, Joost N. II., z. v. P. Zuidgeest en H. Groeneweg, L. Achterweg. 22, Pieter Gerrit N. IIz. v. P. G. Kampen en J. J. Krullaars, L. Singelstr. Job. Geertruida Maria R. C., d. v. P. van den Berg en E. Kroon, L. Achterweg. OVERLE'iEN. 20, Marcelis van den Oever 52 j. 4 m., R. C., echtg E. J. Saas, Spinhuispad. 21, Erans van der Touw 10 m. N. H., Baan. 22, Anna Trijntje Kant 27 j. 1 m. N. H., Ploegstr. Petrus Johs. Wouterlo 82 j. 5 in. R. C., wedr. S. v. Putten, Nieuwehaven. 23, Antonia Beek 61 j. 9 m. R. C., wed. J. Rigter, Br.veld. 23, Petrus Jacs. Gordijn 24 d. R. C., stationsstr. OUWERSCII1E. GETROUWD. 21 Johann Dietrich Vinke jm. oud 42 jaar en Cornelia Wensveen jd. oud 25 jaar. GEBOREN. 16, Johanna Maria, d. van Willem Adrianus Suijker en Johanna Huijbers. OVERLEDEN. 21, Klazina Wensveen oud tien maanden. Arrondissements-Rechtbank te Rotterdam. Zitting van 21 Oct. 1890. D. V., alhier, oud 18 jaar, staat torecht wegens dieren- mishandeling in het openbaar. z/Waar ging hij naar too?" //Men zeide, dat hij ging duelleeren." z/Ja, dat was zoo." //Mas hij maar dood gestoken." z/Ongelukkig genoeg is dit niet het geval, even- min als dat Betsy dood is. Nu, dat duel is uw zaak niet, maar in de zaak met dat meisje moet ik zeggen, zijt gij niet erg handig." z/Ik wou u wel eens in zulk een geval zien." z/Gij zult niet genoeg van dat witte goed gegeven hebben." ffZoo veel als maar met mogelijkheid kon." z/Wat zult gij nu doen?" z/Dat weet ik waarlijk niet, want men heeft mij door een ander vervangen en laat mij niet meer aan het bed van inejuffrouw toe.*' Taboureau sprong op. ;/Hoe riep hij, //alzoo zijt gij niet alleen niet geslaagd, maar hebt daarbij alles zoo onhandig gedaan, dat gij vermoedens hebt opgewekt, waardoor gij u zelve en mij in het verderf stort." z/Stel u gerust. Als men iets wist, zou men mij daar niet aan huis houden." yNaar al hetgeen gij mij vertelt, is dat zoo zeker niet. En, zoo als gij zelf zegt, kunt gij nu toch niets meer uitvoeren." //Men ziet wel," zeide de kamenier hartstochtelijk, wdat bij u het cigenbelang, en niet de haat in het spel is." *A1 hebt gij nog zulk een hekel aan uw juffrouw, het zal u niet baten, men zal veel te veel op zijn hoede zijn." ffLaat men maar oppassen zoo veel men wil, zij zal toch door mijn hand vallen." Een land, waarin kerkelijke twisteu heerschen, is diep te beklagen. Onze vaderlaudsche geschie- deuis leert, dat wij ook wel eens met die ramp bezocht zijn geworden, maar dat alles, dank zij het gezoud verstand van onze laudgenooten, weer goed terecht kwam. Op het oogeublik wordt met die plaag bezocht. De aanleidende oorzaak is de benoemiug van de Bisschoppen iu Bulgarije. Die geen belijder van de leer van den profeot is, behoort in Turkije tot de Grieksche kerk. De sultan, wien het niet veel kon schelen, wat er iu de Grieksche kerk gedaan werd, tnits zijn Chris- ten-onderdanen maar de schatkist. hielpen stijven, gaf aan deze kerk een groote zelfstandigheid en verleende ze vele voorrechten. Nu is de Bulgaar- sche kerk niet strikt Grieksch, of liever een niet officieele kerk, en het aanstellen van Bisschoppen aan die kerk een ingrijpen iu de rechten van de Grieksche kerk. Dit feit moet in de oogen van die kerkelijke heeren zooit moet in de oogen van niet beter te vergelijken grof zijn, dat de toestaud het land is uitgesproken, en ten einde dit de goe- gemeente nu goed te laten voelen, blijven alle Grieksche Christen-kerken en scholen gesloten totdat de ruzie tusschen de patriarchen en den Sultan is bijgelegd. Persoonlijk zal dit den Sultan niet veel kunnen schelen, maar in de staatshuis- houding kan die kerkelijke werkstaking tot veel verwarring en lastige toestanden aanleiding geven. Al wordt er niet gepreekt van den kansel, zoo kan men het er wel voor houden, dat de geestelijken de Christenen een hartig woordje zullen toespreken, en hieruit kan een duchtig verzet ontstaan. Of men in Rusland, waar de Grieksche kerk de heer- schende is, de heeren wat zal aanhitsen om meteen den Sultan een hak te zetten voor zijn bemoeiingen in Bulgarije, het land, dat de Russen een doom in het oog is, zal de tijd leeren. De Russen hou den er nog al van, getuige Bulgaiije, iemand, en die hun plannen dwarsboomt, een kool te stoven. In heeft men het ministerie ook een kool willen stoven, door het voor te slaan, de boulangistische knoeiers en complotmakers te vervolgen. De minister be- dankte wijselijk voor dat baantje, waar hij toch niets dan oneer mede zou iuleggen, en verklaarde, dat de knoeiers al genoeg waren veroordeeld, en door het hooggerechtshof en door de publiekeopmie. Zoodra men over boulaugisine spreekt, is dit een bij uitstek geschikt onderwerp voor Pranschen, om ruzie te krijgen. Het gevolg was dan ook, dat er een paar heeren aan het kakelen raakten, terwijl de minister s|rak en de een den ander allerlei grofheden naar het hoofd wierp. Na afloop der zilting hebben de heeren het uitgemaakt met de pistool, waarbij geen doode of gekwetste kwam, omdat de een misschoot en de ander een pistool had, dat niet wilde afgaan. Overigens ging alles bij de opening van de Kamerzitting of het ge- smeerd was. De Kamer ging met den minister mede, om maar niet in die zaak te roeren. Ook een interpellate over het Koloniaal bestuur en over het optreden in Dahomey, die tot eindelooze dis- cussies had kunnen aanleiding geven, werd spoedig afgehandeld, waarna men overging tot de orde van den dag. Ondertusschen had de minister zijn be- lastingwetsontwerp op de geneesmiddelen inge diend. Tot heil der gezoDden en tot geluk der zieken zal de belastingwet niet de gewoue apothe- kerswaar treffen, maar wel de geneesmiddelen, die buiten de pharmacopcea staan, of de zoogenaamde geheime geneesmiddelen zooals pillen en droppeltjes voor alle kwalen en zalfjes voor allerlei zeer. Aan- gezien er vooral in Frankr jk massa's van zulke kwakzalverswaar te koop wordt aangeboden, kan die belasting nog wel wat opbrengen. Verder werd er een ontwerp aangeboden, waardoor de wet op het spionneeren veerscherpt wordt. Een voorstel, om den senaat door algemeen stemrecht te doen verkiezen, werd op de lange baan geschoven en hieimede was de eerste zitting, waarin men anders ffGij moet dan wel een ergeu hekel aan haar hebben." ffOf ik een hekel aan haar heb, vraagt u. Hoe kan het anders. Wij zijn zoogzusters. Toen wij heel klein waren bestond er nog een zekere gelijk- heid tusschen ons, want wij sliepen in een zelfde wieg. Toen wij wat ouder werden, werd er al onderscheid gemaakt. Betsy werd de jouge juffrouw en ik het meisje genoemd. En hoe ouder wij werden, hoe meer Betsy boven mij werd voorgetrokken. Toen speelden wij nog samen, en daar ik sterker was dan het juffertje, sloeg ik haar dikwerf, als zij airs tegen mij aannam. Zij durfde toen geen hooge borst tegen mij te zetten, want zij was bang voor mij en herinnerde zich altijd, dat ik haar eens bijna in den vijver heb geworpen, toen zij mij uit de hoogte behandelde. Doch op zekeren dag werd mij eerst recht duide- lijk gemaakt, dat ik mij niet op een lijn met het juffertje mocht stellen, men bracht mij aan het verstand, dat ik maar een kind van een eenvoudige min was, en dat zij, als dochter van rijke ouders, een andere opvoeding dan ik moest ontvangen. Wij werden toen van elkander gescheiden, inejuffrouw kreeg een mooie kamer, en mijn verblijf was voortaan de keuken. Zij kreeg een slaapkamer met prachtig ameublement, en ik mocht op den zolder gaan slapen. De knechts en meiden bedienden haar op haar wenken, zij kreeg meesters, die haar alles leerden, en wat mij betreft, ik moest maar met de bedienden, die ik dikwijls daar aan huis het smalle gros, of de gemeenen heb hooren noeinen, omgaan. Eindelijk moest ik ook zelf het juffertje bedienen. Wordt vervolgd.) Op 1 Sept. heeft hij d s morgens te 11 j uur een hond driemaal tegeu den buik gescbopt, aoodat het beest erg jam- merde. Willem Ester, agent van politie, legde getuigenis in deze zaak af. De eerste is f 5.hoete, subsid. 3 dagen hechtenis. A. S., candidaat-notaris, werd veroordeeld tot f 26 boete subsid. 6 dagen hechtenis, wegens eenvoudige beleediging van een ambtenaar in de uitoefening van zjjn betrekking. I. H. N., brandersknecht, werd veroordeeld tot f 10 boete, subsid. 8 dagen hechtenis, wegens misbandeling. T U R K IJ E FRANKRIJK

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

De Schiedammer | 1890 | | pagina 2