Gemengd Nieuws. //Ja," was het antwoord. want voor hen, die stipt op hun tijd ziju, en zoo zijn er dan toch ook nog wel, is niets on- aangenamer dan een half uur te verbeuzelen ter wille van hen, die zoo onbeleefd zijn, anderen te laten wachten. De gewoonte om te laat te komen is langzamer- hand zoo algemeen geworden, dat men zich tegen- woordig verwondert als eene vergadering op tijd aanvangt. Gemakkelijk zal de terugkeer op den goeden weg niet zijn, inaar het doel wordt toch bereikt, als de presideuten hun plicht u aar doen. Intertijd, toen de heer Duymaer Van Twist voorzitter der Tweede Kamer was, opeude deze precies om 10 uur 't was in de begrootingsdagen de ver gadering en de leden, die ontbraken bij het appel, hetwelk in die dagen gehouden werd, vonden hunne namen des avonds in de „Staatscourant" vermeld dit zwartebordstelsel is al spoedig afgeschafttoen de leden zageD, dat Van Twist het meende, kwamen ze natuurlijk niet uit vrees voor de „kwade aanteekening"getrouwer ter vergadering. Maar Duymaer Van Twist ging naar Indie en onder zijne opvolgers herkreeg het onde stelsel weder de overhand. Schiedam, 11 Nov. Bij Burgemeester en Wethouders zijn inge- komen de volgende verzoeken: lo. L. Kleipool, om vergunning tot uitbreiding zijner branderij in den 's Gravelandschen polder alhier, wijk B, no. 93; kadaster sectie H, no. Ill, door plaatsing daarin van eene stoommachine van li paardekracht en een ketel van 2 M. verw. oppervlak 2o. de firraa Wouterlood Berkelaar, om ver gunning tot uitbreiding harer stoomzagerij, kuiperij euz. in den 's Gravelandschen polder alhier, wijk B, no. 93e, kadaster sectie F no. 1472/3, door bijplaatsing van eene stoommachine van 12 paar dekracht met ketel van 17 Ms verwarmingsop- pervlak. Gelegenheid tot het inbrengen van bezwaren tegen het toestaan van die verzoeken zal op Vrij- dag den 21n November, des middags ten 12 ure, ten Raadhuize worden gegeven. Naar men verneemt, heeft de heer A. Schie- veen ontslag genomen als lid van den Raad onzer gemeente. De ijsclub alhier hield gisteravond in de lokalen van de societeit „Harraonie" haar algemeene jaarvergadering. Door het bestuur werd rekening en verantwoording gedaan van het afgeloopen jaar, waaruit bleek, dat een tekort bestaat van bijna f 400. Uit de mededeeling van den Voorzitter bleek, dat dit in hoofdzaak was ontstaan tengevolge van de zachte winters van de vorige jaren, waardoor velen als lid hadden bedankt. Met het oog op dit tekort was in de begrooting voor het komend jaar zooveel inogelijk bezuinigd, zoodat die sloot met een batig saldo van ongeveer f 40. De ver- eeniging telt thans 150 leden. Na de bespreking dezer rekeningen werd over- gegaan tot het kiezen van 3 bestuursleden ter ver- vulling der opengevallen plaatsen, door de periodieke aftreding der heeren Jausen, Visser en Van Deventer, die alien werden herkozen. Nog moesten 2 leden voor de ballotage-commissie worden benoemd, waartoe werden gekozen de heeren Van Harwegen den Breems en Zoetmulder. Op voorstel van het bestuur werd besloten het reglement eenigszins te wijzigen. Vooreerst werd besloten, dat nietmeer verplichtend was, het zicht- baar dragen van de bewijzen van lidmaatschap. Ten tweede, dat elk nieuw lid een entreegeld zou betalen van f 2.60. Deze laatste bepaling te doen ingaan op 1 December, a.s. Alzoo behoeven zij, die zich vdbr dien datum aan- melden het entreegeld niet te betalen. Ter besparing van onkosten zullen niet meer worden rondgedeeld de ronde kartons voor heeren- leden en lintjes voor damesleden, maar eenvoudige, net bedrukte kaartjes in kleine afmeting. Daar er geen punten meer te behandelen waren werd hierna de vergadering gesloten. mede bezig was, ging er een gejuieh in den kroeg op en klonk het. „hier is Goudbekieleve Goud- bekje Deze kreet gold een man van reusaehtige gestalte, die ruim dertig jaren oud scheen te zijn en zoo- even was binnengekomen. Hij had zulke innemende gelaatstrekken, (vandaar ook zijn bijnaam,) dat men nooit zou hebben kunnen vermoeden, dat die man een bandiet van de gevaarlijkste soort was. En toch was dit het geval, door zijn reuzenkracht, zijn koelbloedigheid en ongeevenaarde stoutheid kon Goudbekje tot de gevaarlijkste boosdoeners gerekend worden. Daar er nu weder het een of ander stout stuk van hem in de dievenwereld bekend was geworden, nam het gejuieh van, //Leve Goudbekje,'' bijna geen einde. Goudbekje liep regelrecht naar het tafeltje, waar de oude ZakkeDroller zat. z/Trakteert men hier?" vroeg hij. Ja," riep het viertal in koor, //wil je met ons drinken Goudbekje sloeg een glas wijn in een teug naar binnen. Wie betaalt alles z/Oude Zakkenroller is weer in het land terug- gekomen en geett zijn welkomst,'' antwoordde er een. //Zoo,'' zeide Goudbekje, zijn muts even voor den ouden man aflichtende, //ik heb veel van mijn- heer hooren vertellen,maar zijn daden zijn voor mijn tijd gebeurd, ik kan er dns niet van meepraten, want ik ben nog te jong. Kom, laten wij eens klinken, oude heer De oude klonk met Goudbekje onder hernieuwd gejuieh van de heele bende boosdoeners, die in die Door kwaadwillige handen was dezer dagen een balk van een meter lang en 2 decimeter dik op de rails gelegd v- n de stoointramlijn Rotterdam Schiedam. Door de oplettendheid van den ma chinist J. v. B. werd de balk in tijds ondekt en van de rails verwijderd, waardoor een mogelijk onheil voorkomen werd. Vrijdagmorgen werd door Z. M. stoomschip Dolfijn te Maassluis aan wal gezet de matroos Ms. v. d. Borden, te Vlaardingen thuis behoorende, van den logger Flevo III, schipper L. Noordijk. Genoemde matroos had op zee zijn arm gebroken en de kommandant van de Dolfijn had zich bereid ver- klaard den man mee naar Holland te nemen. Vrijdagmorgen ten 11 ure arriveerde genoemde bodem in de haven alhier teneinde beter weer af te wachten, om alsdan weer naar de Noord- zee te vertrekken. Op de laatste reis van het stoomschip Schiedam, van Rotterdam naar Zuid-Amerika, moesten de matrozen eenige doode koeiendie op de reis gestorven waren, overboord werpen. Terwijl zij hiermee bezig waren kreeg een der manschappen, zekere Nieuwstraten, een stoot van een daar naast staande koeien, met het gevolg, dat hij overboord viel. Men wierp hem dadelijk een reddingboei aan een lijn verbonden toe. Hij greep de boei, maar toen hij naast het schip was gekomen en men hem naar boven wilde trekken, kwam plot- ssling een haai, die den ongelukkige meesleurde. De vorige week had een eigena irdige samen- loop van ongelukken plaats, die gelukkig alle zonder ernstige gevolgen zijn afgeloopen. De 10-jarige Hendrik Beijer was aan het tollen langs de Schie, en had het ongeluk dien in het water te slaan. Bij zijn pogingen om hem weer machtig te worden, viel hij eveneens te water. De brugwachter N. de Wit, die dit zag, snelde toe en begaf zich, om den dreukeliug te redden, te water, terwijl hij een agent van politie een hand gaf. Ongelukkigerwijze lieten ze elkaar los, waarbij De Wit kopje onder ging en in zijn verbouwereerdheid den heer C. Wendt bij het been greep en deze daardoor mede in het water trok. Een zakkendrager, die in de nabijheid was en drie personen en een tol in het water zag, sprong erbij, om de drenke- lingen te redden. Allen kwamen weer behoorlijk op het droge terecht. Weinig had het gescheeld of ook een Duitsche kolenkooper was hen nage- sprongen. Deze had zich daartoe reeds van zijn jas ontdaan. Gisteren om 11^ uur, hadden twee jongens van circa 15 it 16 jaar, de balddadigheid om zich van een in de Buitenhaven liggenden schipper een roeibootje toe te eigenen en ermede te gaan varen, doch de schipper, die dadelijk zijn bootje miste, nam van een anderen schipper een bootje en voer de jongens na in de richting der Langehaven, maar de jongens dit ziende, legden toen leukweg het bootje aan den kant, stapten eruit, zetten het op een loopen, en lieten verder alles in den steek. Ouwerschic, 10 Nov. In den nacht van Vrijdag op Zaterdag werd hier weer eens een dief- stal van kippen gepleegd. Bij Dekker alhier wer den 16 kippen en een haan ontvreemd. E6n oude kip hebben ze laten zitten. Naar men ons mededeelde, schijnen de dieven zwavel in het hok te doen, waardoor de kippen niet kakelen. Morgenavond (Woensdag) zal ds. C. Leen- mans alhier voor de gemeente optieden. Kethel, 10 Nov. Het bericht van een ongeval bij eene begrafenis alhier berustte op een onver- kl aar bare vergissing. Wel heeft er een begrafenis plaats gehad, maar daarbij is niets bijzonders voor- gevallen. Vlaardingen, 10 Nov. De heeren J. C. Van Buuren Van Heyst, Johs. Dorsman, W. J. Van Dusseldorp, C. Van Leeuwen en A. Voogd, die ontslag genomen hadden als kerkvoogden bij de Nederl. Herv. Kerk, zijn alien als zoodanig her kozen en hebben die benoeming aangenomen. De candidaat A. Van der Valk alhier heeft voor het beroep van de Ned. Geref. Gem. te Strijen bedankt. Onze stadgenoot de heer D. De Lange heeft her berg vergaderd waren. Zichtbaar deed het den_ oude aangenaam aan, hier een man van beteekenis uit de boevenwereld aan te treffen. Toch kon hij geen gesprek met Goudbekje aan- knoopen, want deze werd aanhoudend door de anderen bestormd met vragen over zijn laatste boevenstuk. Eindelijk riep de kastelein, ,/het is tijd van sluiten, heeren." De boeven hadden weinig zin, om weg te gaan, zij zaten zoo gezellig bij elkander en Goudbekje kon zoo onderhoudend over zijn inbraken en dief- stallen praten. z/Och, heeren," riep de kastelein nogmaals, ,/ga toch, wat ik u verzoeken mag, weg, de stille ver- klikker loopt weer rond." //Wat kan dat ons schelen," riep Goudbekje. //Mij kan het veel schelen," riep de kastelein, z/ik ben deze maand al viermaal beboet." z/Welnu," zeide Goudbekje, terwijl hij een vreese- lijken vuistslag op de tafel gaf, //dan zullen wij den stillen verklikker maar eens den hals omdraaien." Eenige boosdoeners schenen van oordeel te zijn, dat dit niet veel zou helpen, want als vandaag de eene stille verklikker den hals omgedraaid werd, zou er morgen toch weer een andere aangesteld zijn. Zij waren de wijsten, betaalden hun gelag en vertrokken. Weldra volgden de anderen nu ook hun voorbeeld. Zakkenroller stond ook op en had nu gelegen heid Goudbekje in het oor te fluisteren, ,/gij hebt veel van mij hooren spreken, welnu, wilt gij eens kennis met mij maken De jonge boosdoener keek den grijzen Zakken roller aan, nam hem van het hoofd tot de voeten aangenomen het rioleeren en bestraten van de wegen in het terrein „Boschlust" aan den Bezuirlen- hontschenweg te 's-flage, voor f 36.800. Bij een te Rotterdam gehouden exainen voor scheepsineter der zeeschepen is o. a. geslaagd de heer P. G. Kloprogge alhier. Men schrijft ons uit Rotterdam, d.d. 10 Nov.: De kortste verbii.ding van station Delftschepoort uioi station Maas, zou zijn met een viaduct door de stad. Daartoe zou in de stad gebroken moeten worden, iets wat tot ontzettende kosten aanleiding zou geven, want er zou menig huis onteigend dienen te werden, terwijl daarbij het viaduct met zijn ondtrbouw en fundatie ook op geen kleinig- heid te staan zou komen. De lijn moet dus om de stad loopen en daar deze naar het Noorden vrij veel is uitgelegd, moet de aansluiting een groote bocht maken. Is de Noordelijkste punt van de stad gepasseerd, dan belemmeren de Kralingsche plassen een ombuigen in Zuidelijke richting. Door die terreinhindernissen, gist men, dat dit lijntje nog een lengte van 11 a 11J kilometer krijgt. Het voorloopige plan moet zijnhet lijntje eerst in Westelijke richting (richting Schiedam) te laten loopen en het zoowat halverwege tusschen het station en de Delfshavensche Schie Noordwaarts zoodanig te laten ombuigen, dat het tusschen het stoomgemaal en Ouwerschie met een overbrugging over de Schie gaat, zoo zal het verder kort onder llillegersberg en Terbregge loopen om van daar Noordwaarts van de oude plantage met de be- staande lijn aan te sluiten. De gemeenten, waar- langs dat lijntje passeert, doen wijs, wanneer zij pogingen aanwenden om een halte te krijgen. In de afgeloopen week vloog alhier ergens een broek in brand, die boven de kachel liing te dro- gen. Ofschoon er maar twee broekspijpeu in brand vlogen, stonden er dadelijk drie spuiten voor de deur, zooals de spotters zeiden, een voor elke pijp en nog een in reserve. Daar de broek brand met em- mers water gebluscht werd, lachtte men braaf om dit incident, dat evenwel van de buitengewone activiteit van onze braudweer getuigde. Doch Zaterdagavond te ruim 10 uur, brak er een brand op de Leuveu- haven uit, waarmede niet te spotten viel, vijf stoom- spuiten, waaronder twee drijvende, die elk een flinken waterval in den brand wierpen, en 13 hand spuiten konden ter nauwernood het woedende ele ment bedwiugen. De stoomspuiten stonden te brullen en te blazen en vlammen en vonken vlo gen uit de schoorsteenen, die letterlijk kraters ge- leken. De poinpers bleven ook niet achter, maar sloegen onder het zingen van de melodie, planus, hij roept u," allerkrachtigst door, en het deuntje bleek een uitstekend lied te wezen om er op te pompen. Doch de vlammen stoorden zich niet aan de massa's water, of aan het gebrul der stoom spuiten of aan het gezang van Janus in allegro tempo. Toen men den brand aan de Leuvenhaven- zijde meester scheen te zijn, sloegen de vlammen weer in de Herderinnestnat ten hemel. Ofschoon de brandweer er onmiddellijk bij was geweest, ver- liep er nog 2£ k 3 uur, eer het vuur voor zijn natuurlijken vijand, het water, moest wijken. Eerst nadat men niet alleen den brand meester was, maar ook de zware rook niet meer in dichte kolommen opsteeg, kon men de schade overzien, die het vuur had aangericht, en nu bleek het, dat de twee bovenverdiepingen van het pakhuis Neer- landsch Indie, in gebruik bij het Blauwhoedenveem (een bergingsmaatschappij) waren uitgebrand. Deze verdiepingen bestaau uit zolders van 50 M. lengte. Dank zij het gordijn van waterstralen, waarmede men het brandende perceel had omringd, was de brand beperkt gebleven tot een pakhuis, hetgeen niet wegnam, dat de aangrenzende perceelen zeer veel waterschade leden, uithoofde er een hoeveel- heid water was overgespoten, die een aardig poeltje had kunnen vullen. Dat brand en rook verschrikkelijk waTen, laat zich licht verklaren uit het feit, dat in het pak huis koffie, thee, specerijen, kurkschors, kortom allerlei droge waar geborgen was, die goed voedsel voor de vlammen opleverde. Natuurlijk heeft men de schade nog niet kun nen opnemen; ruw weg rekent men die op 8 ton. op, en zeide //Ik dacht het wel, dat gij mij hebben moest, gij zijt niet in de kroeg gekomen, om te drinken, gij hadt zaken." z/Gij raadt het," hernam Zakkenroller, //en ik moest u daarover spreken.'' z/Dan ben ik tot uw dienst," hernam Goudbekje. z/Goed," was het antwoord, //wij doen net, of wij elk ons eigen weg gaan, maar als de bende over een half uur hoog en breed tehuis is, vinden wij elkander weer vooraan in de straat." z/Afgesproken," zeide Goudbekje. De boeven betaalden nu hun grlag en vertrokken de een na den ander. XIX. Goudbekje. Een half uur later vonden de twee boosdoeners elkander op het algesproken punt in de straat, die geheel verlaten was. //Komaan," zeide Goudbekje, //laten wij Parijs eens ingaan, en vannacht nog wat pret maken." z/Mijn hoofd staat nu niet naar pret maken," zeide Zakkenroller, H\\ moet u over zaken spreken." Welnu," was het antwoord, //welk bezwaar iser eens prettig uit te gaan, en onderweg de zaken te bespreken.'' z/Onmogelijk," zeide Zakkenroller. z/Hebt gij mij dan Staatsgeheimen mede te deelen?" vroeg Goudbekje. z/Het heeft er zeer veel van weg," zeide Zak kenroller. z/Dan stel ik voor," zeide Goudbekje, ,/om naar mijn huis te gaan." //Aangenomen," zeide Zakkenroller, *maar ben je getrouwd In Let perceel, waarin de brand gewoed heeft en in de aangrenzende perceelen was voor een waarde van bijna 1£ millioen gulden opgeslagen, die ge- dekt zijn door een assurantie van ruim 4 millioen gulden. Daar er o.a. voor f 232.000 aan marga rine, voor f 300 aan boter, voor f 3600 aan gom- men, voor f 6000 aan olie, voor f 2150 aan^wijn in aanwezig waren, kan men zich een flauw denk- beeld vormen van den omvang, dien de brand zou hebben gekregen, wanneer het spiritueel met al die vette waar eens aan het branden was gegaan. Trouwens er zal nu wel reeds heel wat vette waar verbrand zijn, anders zouden de vlam men niet zoo snel zulke verbazende afmetingen hebben gekregen. Toen alles uit was liet men dan ook maar voorzichtigheidshalve drie stoomspui ten bij de brandende inassa. In den nanaclit konden eenige spuiten, die den -geheelen nacht dienst hadden gedaan nog eens uitrukken om een schoorsteenbrandje op den Schiedamschen Dijk te blusschen. Als een bewijs, welke lastige dames er onder de volksklasse gevonden worden, kan men het feit vermelden, dat een vrouw, die naar de gevangenis moest, omdat zij de boeten, waartoe zij werd ver- oordeeld, niet wilde betalen, daartoe de hulp van vijf agenten noodig maakte. Onder vreeselijk mis- baar en het geschreeuw van ,/dat is nou voor 30 cent boete," waardoor tal van menschen, in de gedachte, dat er een gekeeld werd, kwamen toe- schieten, ging het met horten en stooten voorwaarts. De staf der schutterij zal hier gereorganiseerd worden, naar men denkt, zal er een hoofd-officier (majoor) meer aangesteld worden. Een geneesheer van den ouden stempel scbiift aan het U. D, z/Wat kunneu niet genoeg waarschuwen tegen het gebruik, dat algemeen in ons land heerscht, om zich bij koude te verwarmen door met de ar- men kruiselings over elkander hard op borst en schouders te slaan. Dat is voor iedereen ongezond, voor borst- en hartlijders zelfs een zeer gevaarlijk middel. z/Wie zich het lichaam verwarmen wil in koude vertrekken of in de open lucht, de opeu lucht, doe dit door: 1. de beenen, beurtelings, heen en "Veer, van voren naar achter en van achter naar voreu te zwaaien; 2. de beide armen, recht langs het lijf insgelijk heen en weer, van voren naar achter en van achter naar voren te zwaaien. Men zal den weldadigen invloed van deze bewegingin onmiddellijk ondervinden. Dat de Jarr.en (aardappelen) duur zijn, is, althans te Zevenbergschen Hoek, niet aan schaars- heid te wijten, als men in aanmerking neemt, dat van de 60 daar wouende landbouwers een derde jan (h)eetende voorzitter en de secretaris der Landbouwvereeniging (h)eeten jan; de vijf deel- nemers aan de weegbrug tot het wegen van beet- worteleu bij het station Lage Zwaluwe (h)eeten alien jan, evenzoo al de drie daar wonende leden van den gemeenteraad. Twee van de drie station- chefs en een van de beide politiemannen (heeten jan; zoodat daar nog geen gebrek is; al zijn ze nog zoo duur, men vindt op den Hoek Jannen genoeg en goede Jannen ook. De stelmaker R. Veeuhuizen, te Wildervank, heeft een zaag- en schaafinrichtiug vervaardigd, die zoo solide en fliuk werkt, alsof het door stoom gebeurt. En toch is daar de beweegkracht niets anders dan een hond, die in een groot wiel loopt. Er bestaat een even eenvoudig als doeltref- fend middel om de petroleum-verlichting aaumer- ktlijk te verbeteren. Mer drenkt namelijk de pit in een sterke oplossing van keukenzout en gewoon water, na eerst het water gefiltreerd te hebben, ten einde alle onopgeloste zoutdeelen er uit te ver- wijderen. Men laat de pit vervolgens goed drogen, waarna zij een schitterende vlatn zonder rook of walm zal geven. Men giet bij gelijke hoeveelheden de olie en de zoutoplossing bij elkander, schudt de beide vloei- stoffen goed dooreen, wacht daarna tot de zooveel z/Dat is leelijker, want ik zou u graag spreken, zonder dat een vrouw haar neus in de zaak stak." z/Welnu," zeide Goudbekje, //wees daarover niet bezorgd, mijn vrouw is een toonbeeld van stilzwij- gendheid, want zij is niet wel bij het hoofd, en zal niet het minste besef hebben van hetgeen wij zullen verhandelen." Men kwam aan de woning van Goudbekje en trad de kamer binnen, die een toonbeeld van armoede was. Een tafel, waarvan een poot stuk was, vier stoelen met gehavende matten zittingen, een houten bankje, ziedaar het heele huisraad. Oude, smerige lappen, die tegen de vensters te drogen hingen, deden dienst voor gordijnen. Eenige grove platen, die geel en zwart door ouderdom geworden waren, en in onoogelijke, vervallen lijsten gevat waren, maakten de eenige wandversiering uit. De petroleumlamp, die van de oudst mogelijke constructie was, vulde door haar walmen het vertrek met een dikken, vunzig riekenden rook en scheen al uren zoo gewalmd te hebben, zonder dat iemand op de gedachte was gekomen, daar in te voorzien. In een hoek lag op eenig stroo een vrouwelijk wezen, dat eenmaal schoon geweest was, maar nu door haar ingevallen trekken en verwilderde oogen maar al te duidelijk aantoonde, dat haar geestver- mogens zeer gekrenkt waren. z/Goeden avond," zeide de bandiet toen hij bin- nenkwam tot dat wezen. //Zeg eens, Uiltje," ver- volgde hij, //is er niemand geweest?" z/Niemand," antwoordde zij met een zwakke stem. Wordt vervolgd.)

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

De Schiedammer | 1890 | | pagina 2