Eerste Blad.
N". 00. Eerste Jaargang
Woensdag
26 November 180O.
':"5
Dit nommer bestaat nit 2 Bladen
De KONING is dood!
Leve de KONINGIN!
Versehijnt WOENSDAG en ZATERDAG.
Uitgever
C. J. BLOMMENDAL,
I e- v#£§,-r-- 0
t»> i i
-•« -Jr f
».*S
i vv it-
IF ft
Abonnementsprijs:
Per drie maanden,0O
franco per post. 1.
voor fret Buiten-
land1.55
Afzonderlijke rmmmers. .05
Boterstraat, E, 342,
SCHIEDAM.
Pry's der Advertentien
Van 1—5 regels —.50. Iedere regel meer. .10
Groote letters naar plaatsruimte.
Driemaal plaatsing wordt tegen tweemaal berekend.
Familiebebichtenper aiinonce —AO
Dienst
AANBIEDIN1BN
AANTRAG**
-.85
De slag, die Nederiatid reeds lang dreigde, is
gevallen.
Zijne Majesteit Koning W1LLEM III is Zondag-
morgen te 53/4 uur, na een sinartvol en langdurig
lijden op bet Loo, nabij Apeldoorn, ontslapen, be-
weend door zijne trouwe gade, onze beminde Ko-
ningin-Ilegentes, betreurd ook, voor zoover bet jeugdig
geraoed voor de voile zwaarte van den i^lag ont-
vankelijk, het jonge hoofd in staat is ae diepte
der geslagen wood te beseffen, door onze Koniugin
Wilhelmina, 's Konings eenige dochter en troon-
opvolgster, met smart en weemoed nagestaard door
een dankbaar volk.
De Nederlandsche natie niet alleeu, maar ook
de trouwe bevolking van het Grooiiie.rtogdom
Luxemburg, welks kroon onze Koning droeg en
die thans op den Hertog Adolf van Nassau over-
gaat, zij treuren inuig over 't onherstelbaar
verlies, geleden door den dood van den laatsten
mannelijken telg uit 't beroemde Iluis van Oranje,
welks lot steeds was saamgeweven met dat van
het vaderland.
Met den dood van Koning WILLEM III gaat
althans voor korten tijd naar we hopen het
geslacht der dappere Oranjevorsten, ten onder. Een
der glansrijkste perioden der wereldhistorie, een
periode van meer dan 300-jarige grootheid van
een betrekkelijk klein land wordt met dit
afsterven afgebroken, maar naar we bidden, tob niet
afgesloten. Met Koning Willem eindigt bet schoon-
ste tijdperk van Oranje's roemvolle geschiedenis.
Het is nog betrekkelijk kort geleden, dat we,
in dagen van vreugde, een levensschets gaven van
onzen thans ontslapen Vorst.
Heden, aan zijn stervensspoude, willen wij Jus,
overtuigd, dat gansch zijn verleden aan elk recht-
geaard Nederlander helder voor oogen staat, slechts
de voornaamste feiten uit zijn leven, de schoonste
bladzijden uit de historie zijner gezegende Regeering,
opnieuw in herinnering brengen, als de schoonste
krans, dien wij op zijn grafkunnen neerleggen ten
teeken onzer innige smart.
't Was op den 20sten Februari van het jaar
1817, dat van uit Brussel de tijding in Nederland
kwam, de tijding, die in gansch den lande e6n
luiden jubeltoon verwekte, dat ,/H. K. H. Mevrouw
de Prinses van Oranje" den vorigen avond ;/ten
half elf ure" (alzoo op den 19en) //verlost (werd)
van een Prins, die volkomen welvarende (was),
zoo wel als H. K. H. zijne moeder." In deze
termen ongeveer kondigde de deftige Slaalscourant
van den 22en die voor denjlande zoo blijde mare aan.
De Prins, die geboren was en wiens doop in de
voormalige kerk der Augustijnen te Brussel voi-
trokken werd, ontving de namen vanWillem
Alexander Paul Erederik Lodewijk. H\j werd de
latere Koning WILLEM III over wiens heengaan
thans gansch een volk rouwt.
Maar laat ons de historie volgen. De jeugdige
Prins was een aanvallig kind en had in zich ve:-
eenigd de sehoone trek ken zijner moeder, de Groot-
vorstin Anna Paulowna, uit het fiere Huis der
Romanons en het fbnke, mannelijke karakter van
zijnen vader, die niet ten onreehte den naam droeg
van den Held van Waterloo. Twee jaren Da zijn
geboorte zag een broeder, Willem Frederik Hendrik,
't levenslicht. 't Was op den 13eu JuDi.
Weinige maanden later ontsnapten de beide
kinderen met bunne moeder aan een groot gevaar.
't Paleis van den Prins van Oranje geraakte in
brand met inoeite werden de vorstelijke bewo-
ners gered. De beide Prinsen hadden toen, in
den werkelijken zin, een vuurdoop ondergaan.
Aan de opvoeding der Vorstelijke kinderen werd
I groote zorg besteed, Sober was bunne leefwijze
daar hun vorstelijke vader weelde haatte, en streng
godsdienstig tevens. 't Was bun vader zelf, die
hun dikwerf negen uur 's wpeks in den godsdienst
onderrichtte. Later nam Ds. Dermout die taak over.
Toen de Erfprins zes jaren oud was, kreeg hij
zijn eersten gouverneur een militair natunrlijk
ni. den mijnor van den gcneralen staf, Baron de
Constant Rebecque de Villars.
Acht jaren later trad de Erfprins het openbaar
leven in. Te Amsterdam legde hij den lien
Juni 1830 den eersten steen voor de groote
Oosterdoksluis. Gaarne had hij in dat jaar, het
jaar der Belgische Revolutie, aan den krijg deelge-
nomen, maar hij was te jong. Toch nam hij met
hart en ziel de krijgsmansaard zat er in deel
aan de wapenverricbtingen van het Nederlandsche
leger en de glorie van Nederland's vlag waren zijn
trots en vreugde.
Op zijn achttiende jaar bezocht Prins Willem
het Petersburgsche Hof. Dit was een merkwaardig
feit in zijn leven. De diplomatic in St. Petersburg
had scherpe oogen zij zag en de Prins leerde
met en door haar zien wat invloeden den troon
van zijnen Koninklijkrn Grootvader ondermijnden
en 't is wellicht daaraan te danken, dat het lang
heeft geduurd, eer hij zijn minder vriendschappelijke
neigingen tegenover Belgie een weinig aan banden
heeft gelegd.
Den 19en Eebruari 1838 bereikte Prins Willem
den leeftijd zijner meerderjarigheid en een Konin-
klijk Besluit maakte hem lid van den Raad van
State, aan welks zittingen hij van stonde af, reeds
den volgenden dag, deel nam. Voor de latere jaren
zijner regeering waren de daar opgedane kennis en
ondervinding hem van onscbatbaar nut.
Toen in 1839 de 24ste verjaardag van den slag
van Waterloo werd gevlerd was de Erfprins uitlandig.
Hij vertoefde te Stuttgart. 't Was daar, dat hij in
den echt werd verbonden met Sophia Frederika
Mathilda, jongste dochter van den Koning van
Wurtemberg, later Neerlands hartelijk geliefde
Koningin.
Den 3en Sept. van 't volgend jaar werd den
Prins een zoon geboren, Willem Nicolaas Alexander
Frederik Karel Hendrik. Neerland nam hartelijk
deel aan de vreugde van het Vorstelijk Huis.
't Vierde geslacht der Oranje's was opgestaan.
Nog twee Prinsen zageu uit dit huwelijk 't
levenslichtWillem Frederik Maurits Alexander
Hendrik Karel (15 Sept. 1843) enWillein Alexander
Karel Hendrik Frederik (25 Aug. 1851).
De Erfprins werd Kroonprins op 7 October
1840 en den e^nentwintigsten Maart 1849 reeds
kondigde een proclamatie aan, dat hij de regeering
aanvaavd had als Koning Willem de Derde.
Niet als zijn broeder, Prins Hendrik, had de
Koning 't voorrecht gehad aan 't sterfbed van zijn
Koninklijken vader te staan. Kort voor diens dood
was hij naar Engeland gegaaD, en al verzwijgt ook
de geschiedenis wat reden hem naar Groot-Brittanie
heenvoerde, niet ten onreehte meent men, dat ver-
schillen van teedereu aard daartoe aanleiding gaven.
Maar met niet minder weemoed dan zijn broeder
stoud hij aan de groe'e zijns vaders en sprak hij
daar 't woord ^Wij hebben een heldhaftigeu,
edelmoedigen, beminuelijken, hoogeerwaarden Koning
verloren," een woord, dat ten eeuwigen dage
door elk Nederlander zal worden onderschreven.
Den 12en Mei 1849 had in de Nieuwe kerk te
Amsterdam de inhuldiging plaats van onzen derden
Koning.
Met luider stemme legde de Koning de bij de
Grondwet gevorderde eeden en beloften af. Dat
hij ze gestand heeft gestaan, daarvan legt het
Nederlandsche volk in deze even plechtige als
treurige ure met dankbaarheid erkentenis af
Koning Willeuis bestuur is den lande in elk
opzicht ten zegen geweest. Was de politieke strijd
in den boezein des volks in de eerste jaren Zijner
regeering gansch onverkwikkelijk, de persoonlijke
daden des Konings waren als oasen in die woes-
tenij van ergernis en politieke outevredenheid.
Een vreeselijke ramp de watersnood - kwam
in 1850, teisterde de Zuidelijke landstreken, dood
en verderf heerschten doch waar de nood 't
ergst was, daar trad de Koning met milde hand
op. ilij ging voor, Nederland volgde
En in 1855 toen het vernielend element nog
schrikkelijker te keer ging was het hem niet
geuoeg geld te schenken. Hij wilde payer de sa
personne. Dertien dagen lang e.wierf hij in de
geteisderde oorden rond en overal was zijn ver-
schijning als balsem voor de geslagen wonden. De
overtocht van de Waal was in die dagen levens-
gevaarlijk. Maar 66n veerman durfde 't st.oute
stuk bestaan den Koning over te brengen. En
de telg uit het heldengeslacht der Oranje Nassau's
wankelde geen oogenblik 's Konings terugkomst
in de Residentie was daarna een ware triumftocht.
Zijn gedrag in die voor een deel des volks zoo
vreeselijke dagen, deed hem grootei naam verwer-
veu, dan van een veldheerde eerenaam van r/den
Goede" was zijn loon.
Den 18en Juni 1864 werd in gansch 't land
het Zilveren feest van 's Konings huwelijk met
opgewektheid en luisler gevierd. Als altijd jubelde
het volk, waar het Vorstenhuis feest vierde
gehjk het met de Oranje's weende en weent, waar
leed hen trof.
Dreigde de Europeesche oorlog van 1870 een
oogenblik ook Nederland in 't oorlogsgewoel te
zullen trekken, had reeds het volk zich, ten strijde
bereid, om zijn Koning geschaard, het werk des
vredes, door WILLEM III ondernomen, werd
niet gestoord. De oorlog bedaarde, Neerlands
Koning had het rapier niet behoeven te trekken.
Hij bleef de goede Koning des vredes.
Zoo was het, dat in Mei 1874, vijfentwintig
jaren nadat, hij het bewind in handen nam, het
volk hem begroette. Als nimmer te voren toonde
het hoe Nederland en Oranje een waren van zin,
6en van hart. De vreugde van Neerland's Vor
stenhuis was die des volks.
Zoo ook zijn leed we zeiden het reeds. Toen
in 1850 de zevenjarige Prins Manrits overleed,
weende Nederland met Koning Willem en de
rouw steeg ten top toen den derden Juni 1877
Koningin Sofia in de Oranjezaal van het door
Amalia Van Solms gebouwde ,/Huis ten Bosch"
ontsliep.
Wel zwaar was de slag, die Nederland en Oranje
trof. De indruk daarvan leefde twee jaren in alle
somberheid voort. Maar een lichtstraal brak door.
Den 7en Jauuari 1879 voerde Koning Willem,
ofschoon reeds 62 jaar oud, maar nog immer een
toonbeeld van mannelijke kracht, Prinses Adelheid
Emma Wilhelmina Theresia Van WaldeckPyr-
raont naar 't altaar en Neerland jubelde weder.
Slechts kort hielden de vreugdetonen aan. De
dood woedde in de gaarde der Oranje's
Achtereenvolgens was de Koning genoodzaakt
zijn broeder Hendrik, zijn zoon Willem, Neerlands
hoop!, zijn oom Frederik, en eindelijk den 21en
Juni 1884 zijn zoon, den laatste, Alexander, heen
te brengen naar de duistere, kille grafkelder in
Delft's kerk.
Een lichtstraal was echter voor dien tijd in de
som here, omfloerste hallen van 't Koninklijk paleis
gevallen. Koningin Emma had 't aauzijn geschon-
ken op 31 Augustus 1880 aan een dochter:
Wilhelmina Helena Paulina Man'a, thans NeOrlands
Koningin, wier jeugdige schouders nog niet den
last van het hoogste gezag kunnen torschen, doch
om wier troon zich het Nederlandsche volk, zij
het ook weemoedig gestemd, eeudrachtig in den
vollen zin des woords en met liefde en eerbied schaart.
Wat sinds de geboorte der Prinses geschiedde,
't ligt nog versch in 't geheugen. Hoe verheugd
waren we niet alien, toen we op 's Konings 70sten
verjaardag zoo van ganscher harte het vleve de
Koning aanhieven. Die bede werd op dien oogen
blik nog inniger geuit dan te voren. De Koning
was ziek. Een chronisch lijden nier- en suiker-
z;ekte sloopte 's Konings krachten, en den 4an
Maart namen de Stateu-Generaal, in vereenigde
vergadering het pijnlijk besluit, waarbij verklaard
werd, dat Z. M. buiten staat was de Regeering
waar te nemen. We ademden ruimer in Mei daarop.
De smeekbede des volks was verhoord; De Koning
hernam de teugels van 't bewind en op den 12en
Mei, 't 40 jarig feest van zijn Koningschap, werd op
bescheidener schaal dan men vroiger had beraamd,
waartoe trouwens de omstandigheden hadden medege-
werkt, dezen voor Nederland heugelijken dag gevierd.
's Konings ziekte was echter weinig verminderd.
In 1890 was de hem beheerscheude kwaal n'et
geweken en veroorzaakte ze hem al geen smartelijk
lijden, in October trad ze met nieuwe heftigheid
op, zoodat den 29steu dier maand een hernieuwing
van 't droevig besluit van 4 Maart 1889 noodig
was, en daarop, den 18 November j.l. Koningin
Emma, in de vereenigde vergadering der Staten-
Generaal als Regent es werd beeedigd.
Thans zal de Koniugin, volgens de reeds vroeger j
vastgpstelde wetten, het Regeutschap blijven voeren
voor onze minderjarige Koningin Wilhelmina, over I
wie zij, door den Raad van voogdij bijge staan,
tevens als Moeder, de voogdij zal uitoefenen.
Zullen wij thans nog in het breede schetsen, wat
Koning WILLEM III als constitutioneel Vorst is
gt-weest P Hoe hij steeds zich boven de partijen
heeft weten te stellen en met de wenschen der I
meerdeiheid van zijn Volk rekening gehouden, maar
tevens tegen elke onderdrukking der minderheden
gewaakt heeft, het is ons alien bekend. In dit
opzicht was Koning Willem een toonbeeld.
Maar daarom niet alleen. Waar hij de belan-
gen van zijn volk kon bevorderen, ontzag hij geen
moeielijkhedental van groote werken, we
herinneren slechts aan de droogmaking der Haar-
leinmermeer, de doorgraving van Holland op zijn
smalst en zoovele audere belangrijke waterwerken,
aan de uitbreiding van ons spoorwegnet en zulks
met overbrugging van onze grootste rivieren en
kanalen, aan de verbetering onzer scheepvaartkana-
ien en havens, tal van nationale ondernemingen
van onberekenbaar nut kwamen onder zijn regee
ring, dikwerf met zijn persoonlijken steun of op I
zijn initiatief tot stand.
Voor de vadetlandsehe kunst was hij een be-
schermerzoo wel op het gebied der beeldende als
der tooukunst Aankt Nederland aan de zorgen van
zijn derden Koning menig beroemd persoon, die I
voor zijn rekening werd opgeleid. Het Nederlandsch
Tooneel kwam onder Zr. Ms. bescheruaing en steun
van diep verval weder tot den bloei van weleer.
Menige iiefdadige instelling, in de oerste plaats
voor oud-gedienden, maar ook voor anderen, mocht
op 's Konings hulp en medewerking bogen, en het
staat alien nog levendig voor den geest hoe Z, M.
in zijn laatste levensjaren vooral zich moeite gaf I
en offers getroostte om door heide-ontginning hon-
derden brood te verschaffen en aan het land vrucht-
bare streken toe te voegen.
Ofschoon Z. M. nooit de overzeesche gewesten
bezocht, klopte zijn hart toch warm voor de bevol
king dier verre streken de afschaffing der slavernij
en van de lijfstraffelijke rechtspleging de. behar-
tiging der belangen van de inlanders bij de regeling I
der huishouding van de onmetelijke bezittingen en
de eerbiediging van de instellingen en gebruikeD
der verschillende volksstammen, getuigen daarvan.
En mocht ook al eens de eer van Neerland's vlag
onzen Vredevorst hebben gedwongen daar ginds,
in Oost of West, gewapenderhand het gezag te
handhaven, de liefde, die de millioeuen inboorlingen
van Insulinde of van onze West-Indische Kolonien
steeds voor den Koning bebben aan den dag gelegd
door den trouw aan zijn vertegenwoordigers, bewijst
voldoende, dat WILLEM III ook buiteu Europa als j
een goed Vorst stond aangeteekend en zal worden
betreurd.
WILLEM III zal bij't Nederlandsche volk en bij
zijn oDderdanen in Luxemburg, in dank bare herin
nering blijven.
Moge zijn assche in vrede rusten en in zijn
beminde Dochter, onze jeugdige Koningin Wilhelmina
het roemruchtig geslacht van Oranje herleven.
Sterke de Almachtige II. M. Koningin Emma,
de Koningin-Regentesde Voogdes over onze
minderjarige Vorstin, in haar moeielijke taak, hoe
dankbaar die ook wordt door de wttenschap, dat
heel het Nederlandsche volk zich eerbiedig en trouw
om haar troon schaart. Moge het Koningin Emma,
de beminde Weduwe van onzen ontslapen Koning
Willem, die zijn laatste levensjaren zoo zeer verhelder-
de, gegeven zijn, haar dochter, Neerland's hoop, in de
ouderlijke deugden, in het ernstig besef harer zware
plichten, in de liefde van Oranje voor het Neder
landsche Volk op te voeden, opdat steeds, onder
dankbare herinnering aan de Koniugen nit het
roemrijk Oranjehuis, met gulheid de kreet blijve
weergalmen