Burgerlijke Stand,
EE GH T Z A KEN.
Einde Januari zal de dooi invallen. In Februari
gaat het weer aan 't vriezen
Woeusdag of Donderdag zal de „cour" plaats
hebben voor hen, die aan de Koningin-Regentes
rouwbeklag wenschen te doen.
Bij Burgemeester en Wethouders van Schie
dam zijn ingekoraen verzoeken van
lo P. Berkel, om vergunning tot oprichting
eener smederij aan de Oveischiesche straat, wijk
A, no. 115, kadaster sectie I, no. 192, en
2o Jac. Hoek, om 7ergunning tot uitbreiding
zijner branderij aan de Willemskads alhier, wijk G.
no. 312s? kadaster sectie L, no. 615, o. a. door
plaalsing daarin van een stoomwerktuig van 1£
paardekracht met ketel.
Gelegenheid tot het inbrengen van bezwaren
tegen het toestaau van die verzoeken, zal op Zater-
dag 27 December aanst., des middags ten 12 ure,
ten Raadhuize worden gegeven.
Het ijsfeest, door de Schiedawsche IJsclub
uitgeschreven, zal wegens bijzondere omstandigheden
niet plaats hebben.
Ds. K. Van Goor alhier is beroepen te Go-
rinchem.
Gistcrochtend omstreeks 12 ure is Leenaart
Coole, oud 11 jaren, die zich op een bevroren
plasje aan de Lange Haven nabij de St. Janskerk
vermaakte, uitgegleden en te water geraakt. Eenige
voorbijgangers, die hem haken toestaken, wisten
hem betrekkelijk spoedig uit het ijskoude bad te
trekken. Zij brachten hem daarna in de nabij-
zijnde branderij van den heer J. T. Beukers, waar
hem welwillend gelegenheid werd gegeven van
kleederen te wisselen en tusschen de ketels weer
tot verwarming te komen.
Aanst. Zaterdag 20 December zullen onze
stadgenooten, de heeren J. C. F. Jansen en J. H.
Niedfeld, theologauten van het seminarie Warmond,
de wijding van het H. Subdiaconaat ontvangen.
De volgende schepen liggen bier in de Bui-
tenhaven te overwmteren, de barken „Neerlands
Vlag", ,/Frans" en //Heemse''; de schoenerbrik
,/Catharina Wilhelmina"; de schoener „Quintus"
de kotters „Maria", //Cosmopoliet" en //Noordstrr"
en de loggers ,/Harmonie II" eu Excelsior".
Hedenmiddag te 5£ uur is een workman aan
den Binnenweg te Rotterdam onder den stoomtram
geraakt met het noodlottig gevolg, dat hem een
beeu werd afgeieden. De ongelukkige is naar het
ziekenhui3 overgebracht.
Aan den meesterknecht in de distilleerderij
van den heer S. A. Maas, Willem Hoek, is namens
de assuradeuren de heeren De Jong en Co. een
bedrag in geld ter hand gesteld, als belooning voor
zijn energiek optreden bij den brand, die den 2en
December in genoemde branderij heeft gewoed.
Een der paarden gespannen voor een wagen
van den stoommolen //de Draak", viel gistermor-
gen bij het oprijden op de Velle vest, nabij het
hotel ,/de Visscherij," plotseliug dood neder. Kort
daarop werd het beestje verkocht aan den paarden-
slachter A. Tas alhier.
Zoo men zegt heeft de directie van den molen
de paarden geassureerd.
Als een bijzonderheid deelt men ons raede,
dat kort geleden een papegaai, die goed spreekt
twee eieren heeft gelegd. De eiereD waren grooter
dan duiveneieren, en van bo?en en nnder meer
rond. De smaak was zeer zuiver. Het is een
grijze papegaai met rot den staart, zooals die in den
Congo voorkomen.
Met de slrenge vorst is het den koetsiers
geraden hun pas rden bij het besturen flink in de
hand te houden. Op versehillende plaatsen op de
straat bevinaen zich bevroren walerplassen, waarop
de beesten op het onverwachtst uilglijden en groot
gevaar loopen de beenen te breken.
Zoo viel Zondagmorgen omstreeks 11£ uur op
den hoek der Vlaardingerstraat en den Dam het
paard van een vigilante, waarin een Vlaardingsche
dame gezeten was, tegen de straat. Gelukkig liep
alles ditmaal zonder ongtlukken af, zoodat de reis
onmiddellijk nadat het paard op de been was ge-
holpen, kon worden voortgezet.
Minder gemakkelijk girgdit gisteriiamiddag, toen
een der paarden van een beladen wagen van den
Oostmolen op de Lange Haven nabij de Havensteeg
uitgleed. Eerst nadat onder en rondom het paard
flink koolasch was gestrooid, gelukte 't het beest
weer overeind te krijgen. Ongeveer een half uur
is men daarmede bezig geweest.
Waar men zich ook bevindt, in welke rich-
ting men de oogen wendt, overal ziet men ijs en
nog eens ijs. Op de weilanden, in de grachten,
op de vensters en tusschen de keieu der straten,
ja, zelfs m de lampetkan en in de waterkaraf.
Maar ook helaas ddar koude, vreeselijke, nijpende
koude. Gelukkig hij, die zich daartegen behoorlijk
kan beveiligen, door goede voeding, warrne klea-
ding en een beschermend dak. Helaas, hoevelen
zijn er niet, die dat alles missendie bibberend
van koude en honger zich in hunne havelooze
kleeren in een ternauwernood windvrijen hoek der
kamer trachten te beschutten tegen de streuge
wintervorst, die als een echte parvenu onmeedoo-
gend zijn macht laat voelen aan hen, die zich niet
daartegen kunnen verweren. Och, gij, die behoor
lijk gekleed zijt. wauneer ge zulk een armoedig
gezin weet of hoort noemen, ga er heen, wees
getuige van de ellende, die uw medemensch som-
tijds ondergaat, en wij twijfelen niet, neen, wij zijn
er zeker van, dat gij helpen zult zooveel gij kunt.
Roepen wij uw medelijden in voor uw even-
mensch, ook voor de arme vogeltjes kunnen wij
niet nalaten dit te doen. Zij kunnen in dezen
barren tijd zoo moeielijk hun eten vinden, ach,
strooi voor hen wat kruimpjes. Niet enkel zult
gij daarmede menig vogeltje in het leven behouden,
maar ook zult gij daarvan veel genoegen smaken.
Reeds nadat zij een paar malen uwe kruimpjes
gevonden hebben, zullen zij uwe getrouwe bezoekers
woiden, die weldra hunne schuwheid afleggen.
Ik weet niet of de winlerkoning kennis neemt
van courantenartikelen, in dat geval zou hij ons,
lieten wij het bij het bovenstaande, van partijdig-
heid beschuldigen. Neen ook genoegen verschaft
gij aan veleu. Zie slechts langs de ijsbanen, die
lachende, juichi-nde menigte, die in sierlijke golvin-
gen of met forsche slagen, of ook onder aange-
nameu kout met een van het schoone geslacht
langs de gladde baan schuiven, terwijl de verhoogde
gelaatskleur en schitterende bhk getuigenis afleg
gen van het genot, dat daar wordt gesmaakt.
Neen, niet enkel leed en nadeel veroorzaakt gij.
Denk eens om de baanveger, heeren 1
Leg ereis aan, leg ereis aan in dat luwe tentje
Aan het weekblad ,/de Ingenieur" ontleenen
wij het volgende
Sedert den nazomer van 1889 tot op heden,
zijn de grondwerken van het baanvak Sck'edam
Maassluis, behoudens enkele verzakkingen van
geringen omvang in rust geb'even.
Met den onderbouw der draaibrug over de haven
te Maassluis werd in het begin van Juni aange-
vangen, en wel met oostelijk landhoofd. 1 Met dit
werk heeft men tegenspoed gehad. Ofschoon de
aannemer Linthout te Nieuwenhoorn met kracht
het werk voortzette, dat in het gunstigste jaar-
getijde begonnen waBzoo waren de voor dat
jaargetijde ongewoon hooge watertijden oorzaak,
dat de door een kistdam afgesloten fundeering
onderliep, waardoor belangrijke vertraging in het
werk onstond. Dit feit bleef echter buiten invloed
op de voltooiing der overige spoorwegwerken.
Ofschoon in November 1889 nog niet alle ter-
reinen ter lengte van ongeveer 3 kilometer, voor
het maken van grond-, kunst- en overgangswerken,
wachterswoningen en eenige andere werken voor
het baanvak MaassluisHoek van Holland in het
bezit van den Staat waren, werden deze den 6en
reeds aanbesteed, eu in het contract de bepaling
opgenomen, dat de opleveringstermijn zooveel dagen
zou verlengd worden, als er dagen, na 1 December
1889 zouden verloopen, voor de nog onteigende
gronden, ter beschikking van den aannemer zouden
zijn.
Til. Verhoeven, te Deventer, was de ininste
inschrijver voor die werken, waarvan de uitvoering
aan den daaropvolgenden inschrijver J. Smit VII
te Utrecht gegund werdeD.
In Januari kon hij, zoover het jaargetijde en de
nog niet onteigende terreinen het toelieten, een
begin met die werken maken, doch eerst 17 Mei
kreeg de aannemer de kennisgave, dat de nog niet
onteigende gronden ter zijner beschikking werden
gesteld, waarna de reeds aangevangen werken met
kracht konden worden voortgezet.
4 December 1889 werden aanbesteed den bouw
van de wachterswoningen, het maken van afraste-
ringen en overweg-afsluitingen voor het baanvak
Schiedam*-—Maassluis laagste inschrijver J. Schul-
ler te Raamsdonk, aan wieu dit werk gegund werd.
29 Januari 1890 werd aanbesteed, het maken
van de hoofdgebouwen met perrons en marquises'
twee goederenloodsen met verhoogde los- en laad-
plaatsen en eenige verdere werken op de stations
Vlaardingen en Maassluis j minste inschrijver en
uitvoerder van dat werk was de heer C. Eckhardt te
Almelo.
Uit de spoedig op elkander volgende aanbeste-
dingen kan genoegzaam worden opgemaakt, dat men
den noodigen spoed achter het werk zette, om de
voltooiing van de lijn binnen den kortst mogelijken
tijd te doen plaats hebben. Met dat al deden zich
onvoorziene omstandigheden op, die, zoover het
baanvak SchiedamMaassluis betreftweer tot
vertraging aanleiding gaven.
5 Februari 1890 was aan de Koninklijke fabriek
van stoom- en andere werktuigen te Amsterdam
aanbesteed, het maken en stellen van den metalen
bovenbouw van twee spoorwegbruggen voor dubbel
spoor, en twee vaste spoorwegbruggen voor enkel
spoor.
Niemand kon toen vooizien, dat die fabriek
spoedig in zeer moeielijke financieele omstandig
heden zou verkeeren, en surseance van betaling
zou moeten aanvragen, te meer daar deze fabriek
omvangrijke werken voor het departement van
Marine onderhanden had. Uit de /Ingenieur"
vernemen wij, dat de Maatschappij het daarheen
trachtte te leiden, dat zij van dien bruggenbouw
ontslagen en het werk aan de heeren F. Kloos Se
Zonen te Alblasserdam werd overgedragen.
Dit gebeurde, maar die overdracht was oorzaak,
dat het werk 2£ maand vertraagd werd.
21 Mei 1890 werden aanbesteed de werken,wegens
het leggen van den bovenbouw met levering der
ballast, he', maken van werken tot beveiliging en
afdeeliug, benevens eenige andere werken tot vol
tooiing van het baanvak SchiedamMaassluis,
aannemers de heeren Am. Terwindt te West-
Pannerden en W. F. Weijers te Tiiburg.
De stand der werken was voor het baanvak
SchiedamMaassluis op 1 December 1890 als
volgt
Spoorbaan. Van af de Poldervaart (2 K.M. ten
W. van het station Schiedam) tot Maassluis zijn
de sporen en wissels gelegd en is de ballast aau-
gevoerd.
Bruggen. De bovenbouw der brug over de
Poldervaart en den Boonervliet zijn gedeeltelijk
aangevoerd en tot opstelling ter plaatse geieed.
Bovenbouw draaibrug over de haven te Vlaar
dingen. Hiermede wordt geregeld voortgegaan.
Behoudens onvoorziene omstandigheden kan worden
verwacht, dat deze bruggen in het voorjaar gesteld
en rijdbaar zullen zijn.
Wachterswoningen. Deze zijn grootendeels afge-
timmerd en moeten afgevertd worden.
Afrasteringen en afsluihngen op de publieke
overwegen. De afrasteringen zijn geplaatstde
beweegbare afsluitingen moeten nog gesteld worden.
Stationsgebouwen. Worden van binnen verder
afgewerkt.
Omtrent het baanvak MaassluisHoe/c van Hol
land vernemen wij uit de ,/Iugenieur", dat de
wachterswoningen en kunstwerkeu, in dat gedeelte,
nagenoeg voltooid zijn en in het volgende jaar,
naar alle gedachte, gereed zullen komen, doch dat
de vermoedelijk te maken werken te Hoek van
Holland nog geen uitzicht geven op een spoedige
volledige voltooiing van dat gedeelte.
Ouwerschie, 16 Dec. Gistermorgen vroeg
trachtten de spoelinghaalders aan Beugelsdijk onder
Ouwerschie, als naar gewoonte met een schouw,
waarin verscheidene van die spoelinghaalders, ge-
trokken door een tiental paarden het ijs in de Schie
te breken om zoodoende tot Schiedam een geul te
krijgen voor de overige vaartuigen. Toen zij daar
mede bezig waren en de schouw eenmaal door het
ijs gezakt was en daar weder op werd getrokken,
kwam zij wel op het ijs, maar zonder bodem,
terwijl de zich daarin bevindende personen zoo
spoedig mogelijk een goed heenkomen zochten.
Vlaardingen, 15 Dec. De stoomboot Vlaar
dingen IV heeft hedenochtend op de reis naar
Rotterdam al de bis den van de schroef verloren,
en werd toen door de stoomboot Nieuwe Waterweg
op sleeptouw geuomen en naar Rotterdam gebracht.
De Vlaardingen III heeft hedenmiddag de gebroken
boot naar onze haven gesleept.
Pernis, 15 Dec. Tot notabelen der Ned Herv«
Kerk zijn herbenoemd de heeren J. Struijk, B.
Dijkman en A. Molendijk.
Bij gebrek aan belangstellenden of nieuws-
gierigen heeft het Leger des Heils zijne oefeningen
alhier gestaakt.
Men schrijft ons uit Rotterdam d.d. 14 Dec.:
Het vriest dat het kraakt; van gemeentewege
is het ijs hier en daar gepeild, zoodat er tenten
en kramen op mogen geplaatst worden. Van de
tooneelen, waarmede het doorvallen gepaard gaat,
zijn wij af tot het gaat dooien.
De rivier zit vol drijfijs, dat de scheepvaart met
grootere zeebooten niet belemmert, maar waartegen
de binnenbooten niet bestand zijn. Een eervolle
vermelding van zoolang mogelijk met goed gevolg
door het ijs te hebben gevaren heeft de Brielsche
raderboot ,/Maasnijmph I" gekregen. De schroef-
stoomboot „Brielle" kwam er minder goed af en
raakte op de Botlek klem in het ijs. Zij werd
verlost door een stoomboot van L. Smit en Co.
De passagiers moesteu over Rozenburg, Brielle zien
te bereiken, want de boot moest terug en liep toen
de haven van Vlaardingen binnen, alwaar zij zal
overwinteren.
Ingeschreven van 10 tot 15 Dec. 1890.
SCHIEDAM.
GEBOREN. 10, Corn. Carolina Francina, N.H.,
d. v. F. v. Waas en C. C. Visser, Buitenh.weg.
Corn. Mathilde, N.H., d. v. S. A. Maas enC.M.
Loopuyt, Tuinlaan. 11, Gers., N.H., z. v. G. J.
F. lijssen en A. Van der Veiden, Nieuwsticht.
Dirk. N.H., z. v. J. Van der Kooy en C. M. Vink,
Dirkje Meesterstr. 12, Franciscus, R.C., z. v. A.
H. Putters en J. M. C. Bulter, Westmolenstr. 13,
Cath. Helena Maria, R.C., d. v. A. S. Jenje en
H. C. M. Bijtenhoorn, Klein Groenendal. Antonia Joh.
N.H., d. v. J. Krommenhoek en A. J. Bron, Singel.
14, Coenraad Lodewijk, N.H., z. v. P. Van den Berg
eu J. Wlnkelman, Dwarsstr. 15, Hermance Joh.
Coenradina, N.H., d. v. A. H. E. Tijl en A. C.
L. Smith, Oude Kerkhof.
OVERLEDEN. 13, Lambertus Hendrikns Van
Hulst, 5 dagen, R.C., Spoorstr. Pieter Weber, 4
in., N.H., Nieuwsticht. Johs. Hendribus Meijer,
4 m., R.C., Teerstoof. 14, Cornelia Mathilde
Loopuyt, 32 j. 10 m., N.H., echtg. S. A. Maas,
Tuinlaan. Francina Louisa Gudde, 67 j. 10 m.,
R.C., echtg. H. P. Wijshoek, Broersvest. 15, Hendrik
Van Dullemen, 56 j. 9 m., N.H., Hoogstr.
Arrondissements-Rechtbank te Rotterdam.
Zitting van 13 Dec. 1890.
H. v. E., brander en distillatenr alhier, stond terecht wegens
Niettegenstaande zij daar op kosten van Betsy
in de eerste klasse werd verpleegd, en men aan
haar alles deed, wat menschelijkerwijze gedaan kon
worden, kwijnde het ongelukkige wezen, toen zij
Goudbekje niet meer zag, langzamerhand weg.
Weldra ontsliep zij kalm en zacht, zonder eenige
bewustheid van haar ongelukkigen toestand.
Wat het kind betreft, dit werd door Betsy als
het hare aangenomen, en met liefkoozingen over
laden. Betsy paste het zelf op en wanneer zij
slechts kon, speelde zij met den kleine.
Betsy was op zeker dag weer erg druk in haar
kamer met het kind bezig. Een bediende klopte
aan de deur, en bracht na toegang gekregen te
hebben, haar de boodschap, dat haar vader haar
verzocht bij hem te komen.
z/Kan ik niet bij het kind blr'ven vroeg zij.
z/Onmogelijk, uw papa heeft u er zoo lang bij
gelaten als het kon, maar uu is baron Taboureau
zoo even gekomen, en ontbreekt u nog alleen."
z/Wat beduidt dit?"
,/Weet mejuffrouw dan niet, dat het vandaag
familieraad is
z/Het is voor het eerst, dat ik ervan hoor.
Maar wat beb ik daar mee noodig Ik ben nog
minder jarig."
z/Dat weet ik niet," zeide de bediende, //wel
weet ik, dat u binnen moet komen.
z/Welnu, ik kom," zeide zij en toen riep zij
een van haar vrouwelijk dienspersoneel, droeg aan
die de zorg van het kind over, en ging naar de
receptie zaal.
Was zij verwonderd, dat haar vader haar riep.
haar verwondering steeg ten top, toen zij binnenkwam.
Zij zag haar vader naast een heer met een witte
das zitten, die zij als de notaris van de familie
kende. Haar vader keek somber en was blijkens
zijn spreektoon zeer ontroerd.
Voor haar vader zaten de baron Taboureau. de
marchies de Saint Coppens en de hertog van Rivarez.
Aan weers zijden van haar vader zat Olympia, de
markiezin, en Blanche, de hertogin.
Toen Betsy binnen kwam, gaf Coquillard haar
een wenk, dat zij naast een van haar zusters zou
plaats nemen.
z/Dit kind is nog minderjarig," zeide Coquil
lard, zich tot den notaris wendende, //maar daar
zij dezelfde rechten heeft als de anderen, wilde ik,
dat zij ook hoorde, wat ik te zeggen heb, en wilde
ik ook niet, dat haar plaats door een vreemde
ingenomen werd."
Men boog zich.
z/Waarde schoonpapa," zeide Taboureau, welke
de beteekenis van die woorden zeer wel gevoelde,
z/U hebt Renee ook opgeroepen, maar u weet het,
zij ligt al maanden ziek te bed, hierdoor heeft zij
niet aan uw oproeping gehoor kunnen geven, daarom
heeft zij mij opgedragen, haar bij u te vertegen-
woordigen."
Coquillard boog op zijn beurt, en een teeken
gevende, dat hij het woord verlangde, werd alles
doodstil, want men was recht verlangend te weten,
wat of hij toch op zijn gemoed had.
Coquillard begon aldus
z/Sedert eenigen tijd ga ik onder het een en
ander gebukt, en ben ik in sommige zaken zeer
ongelukkig geweest. Ik voel mij niet geroepen,
dit alles hier in den breede te omschrijven. Met
een kort woord wd ik zeggen, dat het den goeden
God, die mij altijd zoo veel voorspoed geschonken
heeft, nu behaagd heefi, mij te herinneren, dat
hier op deze wereld de plaats niet is voor den
mensch om gelukkig te w ezen, maar om door lijden
en strijden gelouterd te worden. In plaats van
geluk, is tegenspoed op tegenspoed, mijn deel en
dit schijnt voor mij een voorteeken te zijn, dat ik
mijn dood nabij ben, of dat een groote ramp over
mijn huis zal koinen."
Men wilde hem in de rede vallen; hij beval
alien, met een smeekend, maar toch gebiedend ge-
baar, te zwijgen.
//Die gedachte," vervolgde hij, //is mij niet uit
het hoofd te praten, ik heb in mij zelven gezegd,
dat het noch voorzichtig noch verstandig zou wezen,
om tot het ailer laatste te wachten, om mijn zaken
in orde te brengen en elk zijn aandeel te geven,
dat hem wettig toekomt.
De gedachte aan een minder goede verdeeling,
de vrees om gelden en goederen achter te laten,
die tot verschil in de familie aauliiding zouden
kunnen geven, en alzoo een moeielijke liquidatie,
twisten, processen, kortom schandalen zouden kunnen
veroorzaken, het verdriet, dat de mogelijkheid van
iets dergelijks mij veroorzaakt, de last om mij tot
mijn laatste oogenblik met kautoorzaken bezig te
houden, de angst van door mindere geschiktheid,
zoo eigen aan een hoogen ieeftijd, of in geval van
ziekte, een fortuin te verliezen, dat niet aan mij,
maar aan mijn kinderen toebehoort, hebben mij
doen besluiten, mijn administratieven en financi-
eelen werkkring vaarwel te zeggen, mijn bankiers-
kantoor over te dragen, en alle zaken, zoo wel
aan beers als elders, aan kant te doen. Ik zal
alzoo liquideeren, en bet vermogen, dat ik na
liquid' biijk te bezitten, zal ik gelijkelijk
onder mijn schoonzoons en dochters verdeelen."
Allen waren verwonderd, en niet het minst de
baiou, de uooit gedacht had zoo'n mil den schoon-
Vader te bezitten.
z/Lieve schoonpapa," riep hij uit, //wilt gij wel
gelooven
Coquillard viel hem dadelijk in de rede.
z/Zwijg, als het u belieft," vervolgde hij, //geen
woord daar over. Het besluit, dat ik u alien me-
dedeel, is geen kind van het oogenblik, langza
merhand is dat plan bij mij op gekomen. Na
rijpe overweging ben ik ermee voor den dag geko
men en wil ik niet meer van terugtredeu hooren.
Ik wil u bij mijn leven alles geven, waarover ik
beschikken kan, en ben van plan maar eenige
duizenden franks voor mij zelven te behouden, om
er eenvoudig burgerlijk van te leven."
z/Maar, vader," riepen de drie zu: ters, hoe komt
zoo iets u in het hoofd
z/Door den toestand kalm te overzien, en als ik
dat deed, dan voelde ik hoe zwaar de last van zoo
veel rijkdommen te moeten bezitten op mij drukte,
vooral dat geld koop ik nu rust en vrede, en als
gij mijn Ieeftijd hebt bereikt,, kinderen, zult gij
het met mij eens zijn, dat rust en vrede meer
waard zijn dan al het goud der wereld."
(Wordt vervolgd.)
Genoemde lirma had een zetbaas in hunne slijterjj te Am
sterdam (Zeedijk 50), 5 September 1890 kon men in het
"Nieuwe van den Dag" lezen de navolgende annonce
Waarschuwing. H. v. E. Co. te Schiedam be-
richten hiermede, dat F. B., gewezen zetkastalein in hunne
slijtery aan den Zeedijk no. 50 te Amsterdam, nit hunnen
dienst is ontslagen wegens dronkenschap en wanbeheer der
financien.
Ter terechtzitting bleek, dat H. v. E. het slechts van an-
deren vernomen had, dat F. B. dronken was geweest.
Wat het wanbeheer der flnancien betrof, dit moet daarin
bestaan hebben, dat B., die f 10.honorarinm per week
genoot, zyn weekgeld twee dagen voor dat de tyd versche-
nen was, nit de winkeilade had genomen.
De offlcier van Justitie acbtte de beschuldiging zonder
eenigen grond gedaan, keurde het feit ten hoogste af en
eischte f 100 bt ete, subsidiair 30 dagen hechtenis.