Burgerlijke Stand, EE GH T Z A KEN. Einde Januari zal de dooi invallen. In Februari gaat het weer aan 't vriezen Woeusdag of Donderdag zal de „cour" plaats hebben voor hen, die aan de Koningin-Regentes rouwbeklag wenschen te doen. Bij Burgemeester en Wethouders van Schie dam zijn ingekoraen verzoeken van lo P. Berkel, om vergunning tot oprichting eener smederij aan de Oveischiesche straat, wijk A, no. 115, kadaster sectie I, no. 192, en 2o Jac. Hoek, om 7ergunning tot uitbreiding zijner branderij aan de Willemskads alhier, wijk G. no. 312s? kadaster sectie L, no. 615, o. a. door plaalsing daarin van een stoomwerktuig van 1£ paardekracht met ketel. Gelegenheid tot het inbrengen van bezwaren tegen het toestaau van die verzoeken, zal op Zater- dag 27 December aanst., des middags ten 12 ure, ten Raadhuize worden gegeven. Het ijsfeest, door de Schiedawsche IJsclub uitgeschreven, zal wegens bijzondere omstandigheden niet plaats hebben. Ds. K. Van Goor alhier is beroepen te Go- rinchem. Gistcrochtend omstreeks 12 ure is Leenaart Coole, oud 11 jaren, die zich op een bevroren plasje aan de Lange Haven nabij de St. Janskerk vermaakte, uitgegleden en te water geraakt. Eenige voorbijgangers, die hem haken toestaken, wisten hem betrekkelijk spoedig uit het ijskoude bad te trekken. Zij brachten hem daarna in de nabij- zijnde branderij van den heer J. T. Beukers, waar hem welwillend gelegenheid werd gegeven van kleederen te wisselen en tusschen de ketels weer tot verwarming te komen. Aanst. Zaterdag 20 December zullen onze stadgenooten, de heeren J. C. F. Jansen en J. H. Niedfeld, theologauten van het seminarie Warmond, de wijding van het H. Subdiaconaat ontvangen. De volgende schepen liggen bier in de Bui- tenhaven te overwmteren, de barken „Neerlands Vlag", ,/Frans" en //Heemse''; de schoenerbrik ,/Catharina Wilhelmina"; de schoener „Quintus" de kotters „Maria", //Cosmopoliet" en //Noordstrr" en de loggers ,/Harmonie II" eu Excelsior". Hedenmiddag te 5£ uur is een workman aan den Binnenweg te Rotterdam onder den stoomtram geraakt met het noodlottig gevolg, dat hem een beeu werd afgeieden. De ongelukkige is naar het ziekenhui3 overgebracht. Aan den meesterknecht in de distilleerderij van den heer S. A. Maas, Willem Hoek, is namens de assuradeuren de heeren De Jong en Co. een bedrag in geld ter hand gesteld, als belooning voor zijn energiek optreden bij den brand, die den 2en December in genoemde branderij heeft gewoed. Een der paarden gespannen voor een wagen van den stoommolen //de Draak", viel gistermor- gen bij het oprijden op de Velle vest, nabij het hotel ,/de Visscherij," plotseliug dood neder. Kort daarop werd het beestje verkocht aan den paarden- slachter A. Tas alhier. Zoo men zegt heeft de directie van den molen de paarden geassureerd. Als een bijzonderheid deelt men ons raede, dat kort geleden een papegaai, die goed spreekt twee eieren heeft gelegd. De eiereD waren grooter dan duiveneieren, en van bo?en en nnder meer rond. De smaak was zeer zuiver. Het is een grijze papegaai met rot den staart, zooals die in den Congo voorkomen. Met de slrenge vorst is het den koetsiers geraden hun pas rden bij het besturen flink in de hand te houden. Op versehillende plaatsen op de straat bevinaen zich bevroren walerplassen, waarop de beesten op het onverwachtst uilglijden en groot gevaar loopen de beenen te breken. Zoo viel Zondagmorgen omstreeks 11£ uur op den hoek der Vlaardingerstraat en den Dam het paard van een vigilante, waarin een Vlaardingsche dame gezeten was, tegen de straat. Gelukkig liep alles ditmaal zonder ongtlukken af, zoodat de reis onmiddellijk nadat het paard op de been was ge- holpen, kon worden voortgezet. Minder gemakkelijk girgdit gisteriiamiddag, toen een der paarden van een beladen wagen van den Oostmolen op de Lange Haven nabij de Havensteeg uitgleed. Eerst nadat onder en rondom het paard flink koolasch was gestrooid, gelukte 't het beest weer overeind te krijgen. Ongeveer een half uur is men daarmede bezig geweest. Waar men zich ook bevindt, in welke rich- ting men de oogen wendt, overal ziet men ijs en nog eens ijs. Op de weilanden, in de grachten, op de vensters en tusschen de keieu der straten, ja, zelfs m de lampetkan en in de waterkaraf. Maar ook helaas ddar koude, vreeselijke, nijpende koude. Gelukkig hij, die zich daartegen behoorlijk kan beveiligen, door goede voeding, warrne klea- ding en een beschermend dak. Helaas, hoevelen zijn er niet, die dat alles missendie bibberend van koude en honger zich in hunne havelooze kleeren in een ternauwernood windvrijen hoek der kamer trachten te beschutten tegen de streuge wintervorst, die als een echte parvenu onmeedoo- gend zijn macht laat voelen aan hen, die zich niet daartegen kunnen verweren. Och, gij, die behoor lijk gekleed zijt. wauneer ge zulk een armoedig gezin weet of hoort noemen, ga er heen, wees getuige van de ellende, die uw medemensch som- tijds ondergaat, en wij twijfelen niet, neen, wij zijn er zeker van, dat gij helpen zult zooveel gij kunt. Roepen wij uw medelijden in voor uw even- mensch, ook voor de arme vogeltjes kunnen wij niet nalaten dit te doen. Zij kunnen in dezen barren tijd zoo moeielijk hun eten vinden, ach, strooi voor hen wat kruimpjes. Niet enkel zult gij daarmede menig vogeltje in het leven behouden, maar ook zult gij daarvan veel genoegen smaken. Reeds nadat zij een paar malen uwe kruimpjes gevonden hebben, zullen zij uwe getrouwe bezoekers woiden, die weldra hunne schuwheid afleggen. Ik weet niet of de winlerkoning kennis neemt van courantenartikelen, in dat geval zou hij ons, lieten wij het bij het bovenstaande, van partijdig- heid beschuldigen. Neen ook genoegen verschaft gij aan veleu. Zie slechts langs de ijsbanen, die lachende, juichi-nde menigte, die in sierlijke golvin- gen of met forsche slagen, of ook onder aange- nameu kout met een van het schoone geslacht langs de gladde baan schuiven, terwijl de verhoogde gelaatskleur en schitterende bhk getuigenis afleg gen van het genot, dat daar wordt gesmaakt. Neen, niet enkel leed en nadeel veroorzaakt gij. Denk eens om de baanveger, heeren 1 Leg ereis aan, leg ereis aan in dat luwe tentje Aan het weekblad ,/de Ingenieur" ontleenen wij het volgende Sedert den nazomer van 1889 tot op heden, zijn de grondwerken van het baanvak Sck'edam Maassluis, behoudens enkele verzakkingen van geringen omvang in rust geb'even. Met den onderbouw der draaibrug over de haven te Maassluis werd in het begin van Juni aange- vangen, en wel met oostelijk landhoofd. 1 Met dit werk heeft men tegenspoed gehad. Ofschoon de aannemer Linthout te Nieuwenhoorn met kracht het werk voortzette, dat in het gunstigste jaar- getijde begonnen waBzoo waren de voor dat jaargetijde ongewoon hooge watertijden oorzaak, dat de door een kistdam afgesloten fundeering onderliep, waardoor belangrijke vertraging in het werk onstond. Dit feit bleef echter buiten invloed op de voltooiing der overige spoorwegwerken. Ofschoon in November 1889 nog niet alle ter- reinen ter lengte van ongeveer 3 kilometer, voor het maken van grond-, kunst- en overgangswerken, wachterswoningen en eenige andere werken voor het baanvak MaassluisHoek van Holland in het bezit van den Staat waren, werden deze den 6en reeds aanbesteed, eu in het contract de bepaling opgenomen, dat de opleveringstermijn zooveel dagen zou verlengd worden, als er dagen, na 1 December 1889 zouden verloopen, voor de nog onteigende gronden, ter beschikking van den aannemer zouden zijn. Til. Verhoeven, te Deventer, was de ininste inschrijver voor die werken, waarvan de uitvoering aan den daaropvolgenden inschrijver J. Smit VII te Utrecht gegund werdeD. In Januari kon hij, zoover het jaargetijde en de nog niet onteigende terreinen het toelieten, een begin met die werken maken, doch eerst 17 Mei kreeg de aannemer de kennisgave, dat de nog niet onteigende gronden ter zijner beschikking werden gesteld, waarna de reeds aangevangen werken met kracht konden worden voortgezet. 4 December 1889 werden aanbesteed den bouw van de wachterswoningen, het maken van afraste- ringen en overweg-afsluitingen voor het baanvak Schiedam*-—Maassluis laagste inschrijver J. Schul- ler te Raamsdonk, aan wieu dit werk gegund werd. 29 Januari 1890 werd aanbesteed, het maken van de hoofdgebouwen met perrons en marquises' twee goederenloodsen met verhoogde los- en laad- plaatsen en eenige verdere werken op de stations Vlaardingen en Maassluis j minste inschrijver en uitvoerder van dat werk was de heer C. Eckhardt te Almelo. Uit de spoedig op elkander volgende aanbeste- dingen kan genoegzaam worden opgemaakt, dat men den noodigen spoed achter het werk zette, om de voltooiing van de lijn binnen den kortst mogelijken tijd te doen plaats hebben. Met dat al deden zich onvoorziene omstandigheden op, die, zoover het baanvak SchiedamMaassluis betreftweer tot vertraging aanleiding gaven. 5 Februari 1890 was aan de Koninklijke fabriek van stoom- en andere werktuigen te Amsterdam aanbesteed, het maken en stellen van den metalen bovenbouw van twee spoorwegbruggen voor dubbel spoor, en twee vaste spoorwegbruggen voor enkel spoor. Niemand kon toen vooizien, dat die fabriek spoedig in zeer moeielijke financieele omstandig heden zou verkeeren, en surseance van betaling zou moeten aanvragen, te meer daar deze fabriek omvangrijke werken voor het departement van Marine onderhanden had. Uit de /Ingenieur" vernemen wij, dat de Maatschappij het daarheen trachtte te leiden, dat zij van dien bruggenbouw ontslagen en het werk aan de heeren F. Kloos Se Zonen te Alblasserdam werd overgedragen. Dit gebeurde, maar die overdracht was oorzaak, dat het werk 2£ maand vertraagd werd. 21 Mei 1890 werden aanbesteed de werken,wegens het leggen van den bovenbouw met levering der ballast, he', maken van werken tot beveiliging en afdeeliug, benevens eenige andere werken tot vol tooiing van het baanvak SchiedamMaassluis, aannemers de heeren Am. Terwindt te West- Pannerden en W. F. Weijers te Tiiburg. De stand der werken was voor het baanvak SchiedamMaassluis op 1 December 1890 als volgt Spoorbaan. Van af de Poldervaart (2 K.M. ten W. van het station Schiedam) tot Maassluis zijn de sporen en wissels gelegd en is de ballast aau- gevoerd. Bruggen. De bovenbouw der brug over de Poldervaart en den Boonervliet zijn gedeeltelijk aangevoerd en tot opstelling ter plaatse geieed. Bovenbouw draaibrug over de haven te Vlaar dingen. Hiermede wordt geregeld voortgegaan. Behoudens onvoorziene omstandigheden kan worden verwacht, dat deze bruggen in het voorjaar gesteld en rijdbaar zullen zijn. Wachterswoningen. Deze zijn grootendeels afge- timmerd en moeten afgevertd worden. Afrasteringen en afsluihngen op de publieke overwegen. De afrasteringen zijn geplaatstde beweegbare afsluitingen moeten nog gesteld worden. Stationsgebouwen. Worden van binnen verder afgewerkt. Omtrent het baanvak MaassluisHoe/c van Hol land vernemen wij uit de ,/Iugenieur", dat de wachterswoningen en kunstwerkeu, in dat gedeelte, nagenoeg voltooid zijn en in het volgende jaar, naar alle gedachte, gereed zullen komen, doch dat de vermoedelijk te maken werken te Hoek van Holland nog geen uitzicht geven op een spoedige volledige voltooiing van dat gedeelte. Ouwerschie, 16 Dec. Gistermorgen vroeg trachtten de spoelinghaalders aan Beugelsdijk onder Ouwerschie, als naar gewoonte met een schouw, waarin verscheidene van die spoelinghaalders, ge- trokken door een tiental paarden het ijs in de Schie te breken om zoodoende tot Schiedam een geul te krijgen voor de overige vaartuigen. Toen zij daar mede bezig waren en de schouw eenmaal door het ijs gezakt was en daar weder op werd getrokken, kwam zij wel op het ijs, maar zonder bodem, terwijl de zich daarin bevindende personen zoo spoedig mogelijk een goed heenkomen zochten. Vlaardingen, 15 Dec. De stoomboot Vlaar dingen IV heeft hedenochtend op de reis naar Rotterdam al de bis den van de schroef verloren, en werd toen door de stoomboot Nieuwe Waterweg op sleeptouw geuomen en naar Rotterdam gebracht. De Vlaardingen III heeft hedenmiddag de gebroken boot naar onze haven gesleept. Pernis, 15 Dec. Tot notabelen der Ned Herv« Kerk zijn herbenoemd de heeren J. Struijk, B. Dijkman en A. Molendijk. Bij gebrek aan belangstellenden of nieuws- gierigen heeft het Leger des Heils zijne oefeningen alhier gestaakt. Men schrijft ons uit Rotterdam d.d. 14 Dec.: Het vriest dat het kraakt; van gemeentewege is het ijs hier en daar gepeild, zoodat er tenten en kramen op mogen geplaatst worden. Van de tooneelen, waarmede het doorvallen gepaard gaat, zijn wij af tot het gaat dooien. De rivier zit vol drijfijs, dat de scheepvaart met grootere zeebooten niet belemmert, maar waartegen de binnenbooten niet bestand zijn. Een eervolle vermelding van zoolang mogelijk met goed gevolg door het ijs te hebben gevaren heeft de Brielsche raderboot ,/Maasnijmph I" gekregen. De schroef- stoomboot „Brielle" kwam er minder goed af en raakte op de Botlek klem in het ijs. Zij werd verlost door een stoomboot van L. Smit en Co. De passagiers moesteu over Rozenburg, Brielle zien te bereiken, want de boot moest terug en liep toen de haven van Vlaardingen binnen, alwaar zij zal overwinteren. Ingeschreven van 10 tot 15 Dec. 1890. SCHIEDAM. GEBOREN. 10, Corn. Carolina Francina, N.H., d. v. F. v. Waas en C. C. Visser, Buitenh.weg. Corn. Mathilde, N.H., d. v. S. A. Maas enC.M. Loopuyt, Tuinlaan. 11, Gers., N.H., z. v. G. J. F. lijssen en A. Van der Veiden, Nieuwsticht. Dirk. N.H., z. v. J. Van der Kooy en C. M. Vink, Dirkje Meesterstr. 12, Franciscus, R.C., z. v. A. H. Putters en J. M. C. Bulter, Westmolenstr. 13, Cath. Helena Maria, R.C., d. v. A. S. Jenje en H. C. M. Bijtenhoorn, Klein Groenendal. Antonia Joh. N.H., d. v. J. Krommenhoek en A. J. Bron, Singel. 14, Coenraad Lodewijk, N.H., z. v. P. Van den Berg eu J. Wlnkelman, Dwarsstr. 15, Hermance Joh. Coenradina, N.H., d. v. A. H. E. Tijl en A. C. L. Smith, Oude Kerkhof. OVERLEDEN. 13, Lambertus Hendrikns Van Hulst, 5 dagen, R.C., Spoorstr. Pieter Weber, 4 in., N.H., Nieuwsticht. Johs. Hendribus Meijer, 4 m., R.C., Teerstoof. 14, Cornelia Mathilde Loopuyt, 32 j. 10 m., N.H., echtg. S. A. Maas, Tuinlaan. Francina Louisa Gudde, 67 j. 10 m., R.C., echtg. H. P. Wijshoek, Broersvest. 15, Hendrik Van Dullemen, 56 j. 9 m., N.H., Hoogstr. Arrondissements-Rechtbank te Rotterdam. Zitting van 13 Dec. 1890. H. v. E., brander en distillatenr alhier, stond terecht wegens Niettegenstaande zij daar op kosten van Betsy in de eerste klasse werd verpleegd, en men aan haar alles deed, wat menschelijkerwijze gedaan kon worden, kwijnde het ongelukkige wezen, toen zij Goudbekje niet meer zag, langzamerhand weg. Weldra ontsliep zij kalm en zacht, zonder eenige bewustheid van haar ongelukkigen toestand. Wat het kind betreft, dit werd door Betsy als het hare aangenomen, en met liefkoozingen over laden. Betsy paste het zelf op en wanneer zij slechts kon, speelde zij met den kleine. Betsy was op zeker dag weer erg druk in haar kamer met het kind bezig. Een bediende klopte aan de deur, en bracht na toegang gekregen te hebben, haar de boodschap, dat haar vader haar verzocht bij hem te komen. z/Kan ik niet bij het kind blr'ven vroeg zij. z/Onmogelijk, uw papa heeft u er zoo lang bij gelaten als het kon, maar uu is baron Taboureau zoo even gekomen, en ontbreekt u nog alleen." z/Wat beduidt dit?" ,/Weet mejuffrouw dan niet, dat het vandaag familieraad is z/Het is voor het eerst, dat ik ervan hoor. Maar wat beb ik daar mee noodig Ik ben nog minder jarig." z/Dat weet ik niet," zeide de bediende, //wel weet ik, dat u binnen moet komen. z/Welnu, ik kom," zeide zij en toen riep zij een van haar vrouwelijk dienspersoneel, droeg aan die de zorg van het kind over, en ging naar de receptie zaal. Was zij verwonderd, dat haar vader haar riep. haar verwondering steeg ten top, toen zij binnenkwam. Zij zag haar vader naast een heer met een witte das zitten, die zij als de notaris van de familie kende. Haar vader keek somber en was blijkens zijn spreektoon zeer ontroerd. Voor haar vader zaten de baron Taboureau. de marchies de Saint Coppens en de hertog van Rivarez. Aan weers zijden van haar vader zat Olympia, de markiezin, en Blanche, de hertogin. Toen Betsy binnen kwam, gaf Coquillard haar een wenk, dat zij naast een van haar zusters zou plaats nemen. z/Dit kind is nog minderjarig," zeide Coquil lard, zich tot den notaris wendende, //maar daar zij dezelfde rechten heeft als de anderen, wilde ik, dat zij ook hoorde, wat ik te zeggen heb, en wilde ik ook niet, dat haar plaats door een vreemde ingenomen werd." Men boog zich. z/Waarde schoonpapa," zeide Taboureau, welke de beteekenis van die woorden zeer wel gevoelde, z/U hebt Renee ook opgeroepen, maar u weet het, zij ligt al maanden ziek te bed, hierdoor heeft zij niet aan uw oproeping gehoor kunnen geven, daarom heeft zij mij opgedragen, haar bij u te vertegen- woordigen." Coquillard boog op zijn beurt, en een teeken gevende, dat hij het woord verlangde, werd alles doodstil, want men was recht verlangend te weten, wat of hij toch op zijn gemoed had. Coquillard begon aldus z/Sedert eenigen tijd ga ik onder het een en ander gebukt, en ben ik in sommige zaken zeer ongelukkig geweest. Ik voel mij niet geroepen, dit alles hier in den breede te omschrijven. Met een kort woord wd ik zeggen, dat het den goeden God, die mij altijd zoo veel voorspoed geschonken heeft, nu behaagd heefi, mij te herinneren, dat hier op deze wereld de plaats niet is voor den mensch om gelukkig te w ezen, maar om door lijden en strijden gelouterd te worden. In plaats van geluk, is tegenspoed op tegenspoed, mijn deel en dit schijnt voor mij een voorteeken te zijn, dat ik mijn dood nabij ben, of dat een groote ramp over mijn huis zal koinen." Men wilde hem in de rede vallen; hij beval alien, met een smeekend, maar toch gebiedend ge- baar, te zwijgen. //Die gedachte," vervolgde hij, //is mij niet uit het hoofd te praten, ik heb in mij zelven gezegd, dat het noch voorzichtig noch verstandig zou wezen, om tot het ailer laatste te wachten, om mijn zaken in orde te brengen en elk zijn aandeel te geven, dat hem wettig toekomt. De gedachte aan een minder goede verdeeling, de vrees om gelden en goederen achter te laten, die tot verschil in de familie aauliiding zouden kunnen geven, en alzoo een moeielijke liquidatie, twisten, processen, kortom schandalen zouden kunnen veroorzaken, het verdriet, dat de mogelijkheid van iets dergelijks mij veroorzaakt, de last om mij tot mijn laatste oogenblik met kautoorzaken bezig te houden, de angst van door mindere geschiktheid, zoo eigen aan een hoogen ieeftijd, of in geval van ziekte, een fortuin te verliezen, dat niet aan mij, maar aan mijn kinderen toebehoort, hebben mij doen besluiten, mijn administratieven en financi- eelen werkkring vaarwel te zeggen, mijn bankiers- kantoor over te dragen, en alle zaken, zoo wel aan beers als elders, aan kant te doen. Ik zal alzoo liquideeren, en bet vermogen, dat ik na liquid' biijk te bezitten, zal ik gelijkelijk onder mijn schoonzoons en dochters verdeelen." Allen waren verwonderd, en niet het minst de baiou, de uooit gedacht had zoo'n mil den schoon- Vader te bezitten. z/Lieve schoonpapa," riep hij uit, //wilt gij wel gelooven Coquillard viel hem dadelijk in de rede. z/Zwijg, als het u belieft," vervolgde hij, //geen woord daar over. Het besluit, dat ik u alien me- dedeel, is geen kind van het oogenblik, langza merhand is dat plan bij mij op gekomen. Na rijpe overweging ben ik ermee voor den dag geko men en wil ik niet meer van terugtredeu hooren. Ik wil u bij mijn leven alles geven, waarover ik beschikken kan, en ben van plan maar eenige duizenden franks voor mij zelven te behouden, om er eenvoudig burgerlijk van te leven." z/Maar, vader," riepen de drie zu: ters, hoe komt zoo iets u in het hoofd z/Door den toestand kalm te overzien, en als ik dat deed, dan voelde ik hoe zwaar de last van zoo veel rijkdommen te moeten bezitten op mij drukte, vooral dat geld koop ik nu rust en vrede, en als gij mijn Ieeftijd hebt bereikt,, kinderen, zult gij het met mij eens zijn, dat rust en vrede meer waard zijn dan al het goud der wereld." (Wordt vervolgd.) Genoemde lirma had een zetbaas in hunne slijterjj te Am sterdam (Zeedijk 50), 5 September 1890 kon men in het "Nieuwe van den Dag" lezen de navolgende annonce Waarschuwing. H. v. E. Co. te Schiedam be- richten hiermede, dat F. B., gewezen zetkastalein in hunne slijtery aan den Zeedijk no. 50 te Amsterdam, nit hunnen dienst is ontslagen wegens dronkenschap en wanbeheer der financien. Ter terechtzitting bleek, dat H. v. E. het slechts van an- deren vernomen had, dat F. B. dronken was geweest. Wat het wanbeheer der flnancien betrof, dit moet daarin bestaan hebben, dat B., die f 10.honorarinm per week genoot, zyn weekgeld twee dagen voor dat de tyd versche- nen was, nit de winkeilade had genomen. De offlcier van Justitie acbtte de beschuldiging zonder eenigen grond gedaan, keurde het feit ten hoogste af en eischte f 100 bt ete, subsidiair 30 dagen hechtenis.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

De Schiedammer | 1890 | | pagina 2