TELEGRAPHISCHE BERKTEN.
N°.
7131
f 1000.
N°.
7602
f 100.
7583
- 1000.
8389
100.
9164
- 1000.
10564
- 100.
1227
- 400.
11311
- 100.
4345
- 400.
13277
- 100.
17504
- 400.
14118
- 100.
7009
- 200.
18310
- 100.
17163
- 200.
18340
- 100.
4526
- 100.
18913
- 100.
5936
- 100.
Ilinnenlaiul^che Sleisrslne
jftcn.
C3tf
98
4|
104
102
81
99£ -
323 32|
533
58-t
73k
*3}
58f
28£ 28|
Jliii4cfii<tmlsc8ie Heursfreriglen.
22£
33k
44£
4i
68.40
750
42 ex coupor
33§
Het jaar 1859.
tot (lerzefver verhieling, en met bepaling der subsidiaire gevan-
genisstraf op zeven dagen.
2°. AFF. wegeni het zich met een pistool bevinden in
bet veld buiten openbare vvegen of voetpaden, veroordeeld tot
eene geldboete van f 15 en in de kosten, met verbeurd verkla-
klaring van het gesaisisseerde pistool en bepaling der waarde
daarvan op 5 en met bepaling der subs, gevangenisstraf op
zeven dagen.
3°. B. P., wegens diefstal van groenhout, veroordeeld tot eene
gevangenisstraf van zes dagen en in de kosten.
4°. C. E., H. P. S L. C. D. en J. B., wegens diefstal van
groen hout, gepleegd door meer dan een persoonieder veroor
deeld tot eene gevangenisstraf van drie dagen en solidair in de
kosten.
5». G. K., 6°. v. K.ieder wegens het als bestuurder eener
doon drie honden get'okken kar, die honden niet aan een sterk
touw of aan een ketting te bebben vastgehoudenveroordeeld
tot eene boete van f 3 en in de kosten, met bepaling der subsid.
gevangenisstraf op een dag voor ieder.
7°. J. M C., 8°. M. C., 9°. J. S 10°. E. C. R., 11». J. G
wegens overtreding van ait. '26 der Plaatselijke Verordening,
dd. 21 Junij 1859, na reeds binnen het jaar aan de overtreding
voorafgegaan wegens gelijke overtreding veroordeeld te zijn
ieder veroordeeld tot eene geldboete van f 6 en in de kosten
met bepaling der subsid. gevangenisstraf op twee dagen voor ieder.
12°. C. M. M.wegens gelijke overtredindoch zonder
herhaiing veroordeeld tot eene geldboete van f 3 en in de kosten
met bepaling der subsid. ge angenisstraf op een dag.
13° W. A., wegens het op straat laten losloopen van rundvee,
dat niet voor de markt bestemd was, veroordeeld tot eene geld
boete van f 3 en in de kosten", met bepaling der subsid. gevan
genisstraf op een dag.
140. G. T. E. H.wegens het als bestuurder van twee voor
een rijtuig gespannen paarden inrijden der Annastraat van de
zijde der Hoogstraat alhierveroordeeld als n». 13.
15°. T. P. 16°. L. de K.huisvrouw van M. S.wegens
het zonder verlof van ilurgemeester en Wethouders op straat te
hebben laten staan van handwagens, langer dan noodig is voor het
op- of afladenieder veroordeeld als n°. 13.
17". G. H.huisvrouw van G W.wegens het wasschen dei
glaxen aan straat bij vriezend weder, veroordeeld als n°13.
18°. E. 0., wegens het schrubben der stoep later dan 10 ure
des morgensveroordeeld als n°. 13.
19°. A. L., wegens het sehrobben der straat bij vriezend weder,
veroordeeld als n°. 13.
20°. J. A. H. en 21°. J. F., wegens het op de openbare
straat binnen het bebouwde gedeelte der Gemeente wateren, anders
dan in de daartoe bestemde bakken (urinoirs), eerstgemelde over-
eenkoinstig de conclusie van het Openbaar Ministerie vrijgesproken
en laatstgemelde veroordeeld tot eene geldboete van /I en in de
kosten, met bepaling der subs, gevangenisstraf op een dag.
liVKOEKLIJ K£ S T N 1».
5 January.
BEVALLEN: E. A. Visser, geb. Post, d. H. C. Marjee
gebKiefmeijerd-- J. Smeele geb. van den Akkerd.
J. Tap, geb. van Brusselz. J. M. van den fleetkamp
geb Veldmans, z. A. J. de Moed, geb. van der Spekd.
C. de Graatfgeb. Sanders z. J. F. Regenbooggeb.
Geversd. K. Reinhard. geb. van der Linden, d. G. A.
van Toorenburg, geb. Knipz. M. F. P. vande Graaf, geb!
Meijboom z
OVERLEDEN: E. Stijger, geb. de Haan74 j. J. L.
van der Zvvan z.3 m. M. G. van Poeteren, geb. Leede-
gang, 55 j. C. NieuwenhuysenWed. van L. Postma
76 j. J. P. Vivian, z.3 w. W. C. Glaser, d. 11 j.—
J. C. Wittelaar, z.11 j.
SlOste §TAAT|.LOT£HU.
VIJFDE KLASSE. zesde lijst.
W
n
Bij dit nommer wordt verzonden blad 1 van het Bijblad
inhoudende het verhandelde in de zitting van den Gemeente-
raadvan Dingsdagden 3 dezer.
QEATEUE TI./MXGEX. J
Dresden5 Jan. Een telegram uit Petersburg,
alhier ontvangenmeldtdat het vertrek van Vorst
Gortschakoff naar Parijs onbepaald is uitgesteld.
l ijs5 Jan. De Moniteur bevat de benoemin°r
van den heer de Thouvenel tot minister van baiten-
landsche zaken in de plaats van graaf Walewski,
wiens ontslag is aangenomen. De voorzitter van den
staatsraadde heer Baroche zal, in afwachting van
de aankomst van den heer de Thouvenelhet interim
waarnemen.
De Presse meldt, dat de heer Olivier bijgestaan
door den deken der orde van advocaten zich naar
de griffie van het geregtshof heeft begevenom te
verklarendat hij in appel wilde komen tegen het
vonniswaarbij hij in zijne betrekking is geschorst.
De grilfier heeft geweigerd, zijne verkiaring aante nemen
en in te schrijven.
ihtrstille 4 Jan. Brieven uit Konstantinopel van
den 28 Dec. meldendat bij de jongste veranderingen
in het lvabinet de oude partij heeft gezegevierd
ofschoon Rouchdi-paclia als een voorstander der her-
vormingen bekend staat. De voorname oorzaak van
den val van Kebrisli-pacha wordt toegeschreven
aan zijne begeerte, om eindelijk de schulden van den
Harem te regelenwaarop al de hovelingen tegen hem
zamengespannen en hem beschuldigd hebbendat
hijin overeenstemming met de Europesehe Mogend-
heden, den Sultan wilde onttroonen om diens
broeder in zijne plaats te stellen. Een dag v<5dr
zijn ontslag, had de Sultan nog zijn' dank betuigd
aan Kebrisli-pacha, omdat hij de moeijelijkheden wegens
het Suez-kanaal had vereffend.
Londen5 Jan. De Times betoogtdat Enge-
land het zou afkeuren indien eene overeenkomst werd
gesloten waarbij Engeland verpligt zou worden
in gemeenschap met Frankrijk de Italiaansche aange-
legenheden te regelen.
AMSTEStS)5 Januarij.
Nedekla.vd. Werk. Sch. 2£ pet. 63jf 64£
Dito dito3 n 75 H 75£
Dito dito4 98 98£
Syndicaat
Handel-Maatschappij. 4^ -
Belgie. Bij Rothschild 2£
Res land. Bij Hope en C°.
1798 en 1816. 5
Dito 1828-1829. 5
Dito 1831/33. 5
Sticgliiz 4
Dito 18545
Dito 18555
Bngelsehe.
SpANJE.Nieuw3°/0thans. if
Buitenlandsche 3
Binneulandsche. 3
Portugal. Te Londen 3
Oostenrijk. Metalliek
1816-18525
Dito Zilv. Nation 5
Dito Ziiver 1849-1854. 5
Dito 1847-1852.
42k
43 f|
53 Jg
58$
73f
Slotkoersex.
hO.\ H E 5 Januarij.
95§
Consols3
Mexico3
SpanjeU
id3
id. Coup. Cert
PAKIJS,
Fransehe Rente
Fransche Crediet Mobilier
Binnenland Spanje3
id. id.
Russische Spoorwegen
AXTWGBPM, 5
Metalliek 5
id. National
Binnenland. Spanje.3
id. id11
Crediet Prost
5 Januarij
3
497
Januarij.
56
61
42f
324
225
W EK.\E.\ 5 Januarij.
Metalliek5 72.50
id. National5 79.10
Wissel Londen125.50
I ttA VKI OU r4 Januarij.
Metal lieken5
Nat. Id
Crediet Actien
Wissel Amsterdam.
55J
61
193.-
99i
Met Italiaansche vraagstuk.
Sedert den oorlog in het Oosten was Sardinia meer
op den voorgrond getreden; zij»e deelneming aan dien
krijg sciieen eene hijzondere beteekenis te hebben, die
zich nog meer openbaarde op het Congres te Parijs,
toen Sardinie optrad als bepleiter der hervorraingen,
die in verscheidene Staten van Italie werden veriangd
en wier uitblijven, naar het meende, de oorzaak was van
de onrust en spanning, die zich voortdurend in Italic!
vertoonden en waardoor dat laud of liever die ver-
zameling van Staten, een bestendig gavaar voorEuropa
opleverde. Die vertoogen van Sardinie vonden blijk-
baar steun bij Frankrijk en Engelanddoch stuitten af
op de antwoorden van Oostenrijk, welk Rijk de bedoelde
onrust in Italia ook veelal weet aan de houding van
Sardinie, twelk den geest van omwenteling in naburige
Staten zou voeden en door versterkingen als anderzins
de pogingen van Oostenrijk tot bedwang dwarsboomde.
Er was dan ook in de laatste jaren eene merkbare
verkoeling tussehen de hoven van Weenen en Turin
zigtbaar, jade staatkundige betrekkingen tussehen beide
waren afgebroken. De gebeurtenissen in Frankrijk, de
moordsanslag van Orsinide voortdurende woelingen
van Mazzini en vele andere omstandigheden hadden de
spanning tussehen Oostenrijk en Sardinia in 1858
zeer doen toeuemen, en men hoorde al meer en meer
van nieuwe zamenspanningenwaardoor Italie als door
een onderaardscb vuur werd ondermijnd. Het jaar ging
niet voorbij zoo scbreven wij bij don blik op 1858
of men hoorde van eenen meer bedenkelijken staat van
zaken die slecbts een vonk zou behoeven om andermaal
een^oorlog te doen ontbranden,welke van soromige zyden
in I rankrijk als naophanden aangekondigd van andere
zijden weersproken werd. Vooral was het de toestand
van Lombardije, die zorg baarde. Er waren echter
velen in Europa,die aan de uitbarsting van een krijg over
de Italiaansche zaken niet geloofden. En niet zonder
grond. De belangen van den handel en de nijverheid
allerwege waren zoodanig zamengewevende eischen
van het crediet van dien aarddat men genoegzaam
algemeen op het behoud des vredes vertrouwde en
meendedatindien er werkelijk eene beweging in
Italie uitbrakdeze van louter plaatselijken aard
zou zijn en spoedig zou kunnen bedwongen worden.
Men werdt onzacht uit dien droom gewekt. De
meening van hen die het oog niet slotennoch
voor de voordurende toerustingen in Sardinie, noch
voor den toestand van Lombardije, waarvoor de Aarts-
lrertog Maximiliaan vergsefs om verbeteringen in het
bestuur en tempering van het krijgsgezag° had ge-
vraagd de meening dat het Italiaansche vraagstuk eene
crisis naderde werd maar al te zeer bewaarheid. Te
meer was dit het geval, toen men zag dat Frankrijk
zich de zaken van het Schiereiland hoe langer hoe meer
aantrok en de oude veeten tegen het huis van Ooste u ijk
verlevendigd werden met het erkend doel oru den
invloed van dat Huis in Italie te breken. Men ging
terug tot de staatkunde van Hendrik IV en Richelieu
om de noodzakelijkheid daarvan te betoogen. Op Nieuw-
jaarsdag werden de eerste woorden van meer officielen
aard gesproken, die te kennen gaven, dat de ver-
standhouding tussehen Oostenrijk en Frankrijk veel
te wenschen overlieten wat er in de eerste ranaud
verder gebeurdc strekte tot nog duidelijker bewijs
dat men dadeu op woorden wilde doen volgen. In
Sardinie waren de toerustingen op groole schaal ver-
meerderd en werden de uitgewekenen van alle zijden
ingeroepen om onder de vanen van Garibaldihet
avontuurlijk hoofd der Romeinscho vrijscharen in
1848 op nieuwmogt het nood zijn voor de Italiaan
sche vrijheid ten strijde te trekken.
In Frankrijk scheen men nog to weilelen, maar werd
de geest des volks als het ware voorbereid in dag-
bladen en in een stroom van andere geschriften, ten
einde Italie's lot te veranderen en aldaar een Staten-
bond op te rigtenonafhankelijk in de eerste plaats
van Oostenrijk dat beschuldigd werd tegen do ver-
dragen aan, zich overal op het Schiereiland vasten
voet of overwigtigen invloed verzekerd te hebben. De
gemoederen in Frankrijk waren duidelijk verdeeld er
was eene partij die tot den oorlog dreef t er waren
partijen die de gevaren daarvan voor Frankrijk breed
uitmaten maar te midden van dien rede.twist werd
een naauw verbond tussehen Frankrijk en Sardinie
gesloten, dat eerst werd ontkend, doch als 't ware
bezegeld door het huwelijk van Prins Napoleon mot
Prinses Clotilda van Sardinie.
En welke was de houding der andere Mogendheden?
Van verachillende zijden werden pogingen ter hemid-
deling, ter verzoening aangewender werden onder-
handelingen in Engeland en op het vasteland gevoerd.
Staan wij eerst bij deze onderhandelingen kortelijk
stil. De loop dier onderhandelingen omvat drie phases.
De eerste vangt aan met het bekende incident van
1 Januarij, den weinig .goeds spellenden Nieuwjaars-
groeten leidt tot de zending van lord Cowley naar
Weenen. Dat is nog het onbestemde tijdperk der crisis,
er zijn als t waie slechts woorden in de lucht ge
sproken bij de trilling der gemoederen in Italie op den
aandrang van den Koning van Sardinie om een einde
te maken aan de u weeklagten der bevolking, voorts
bij de verstorking der Oostenrijksche magt in Lom-
bardyebij de wapeningen in Sardinie bij de eerste be-
kommeringen van de openbare denkwijs in Europa
Bij dat alles is evenwel de diplomatische arbeid toch
nog niet werkelijk aangevangen, er is nog geen band,
er is, om met lord Cowley te spreken nog geen ver
ligcliamelijkt vraagstuk, tot welks regoling de niet
betrokken Mogendheden kunnen werkzaam zijn. Wat
wil Frankrijk? Wat wil Oostenrijk Waar kunnen de
elkander kruisende aanspraken elkaar ontmoeten, waar
bestrijden Dit weet men nog niet.
Het is om aan die duisternis een einde te maken
dat de Engelsche regering, daar zij tot geene regt-
streeksche opheldering tussehen Frankrijk en Oos
tenrijk heeft kunnen voeren besluit de beide Mogend
heden als't ware door tusschenkomst van Lord Cowley
nader tot elkander te brengen. Dit is de tweede
phase. Lord Cowley weet, dat Frankrijk eene ondcr-
handeling zou willen aannemen op de voonvaarden,
die later de vier door Engeland in schrilt gebragte
grondslagen van schikking zijn geworden, en hij ver-
zekert zich te V' eenen dat Oostenrijk die niet weigeren
zou._ Het Italiaansch vraagstuk heeft nu eene diplo
matische formule gevonden. Het is vooral zake om de
afzonderlijke verdragen van Oostenrijk raetdehertog-
dommen te herzien om die bepaling te doen wegvallen,
waarbij de invloed van Oostenrijk op sle binr.enlandsche
aangelegenheden van die gewesten als't ware bestendigd
wordt, en wel in de eerste plaats in het belang der
Vorsten, zonder op dat der bevolkingen veel te letten.Het
gold nu, in plaats van de bescherming der orde door Oos
tenrijk, eene gemeenschap van belangen, een Bondgenoot-
schappelijken waarborg voor de kleinere Staten vast te
stellen. Het gold de ontruiraing door de Fransehe en Oos
tenrijksche troepen van Rome en de legatien. Zoo kreeg
het Italiaansche vraagstuk, dat lang in het onzekere had
gedobberd een vorm iets duidelijks en tastbaars en
het was onder dien vorm, dat lord Cowley en het
Britsch ministerie vastelijk geloofden, dat het op
bevredigende wijze kon worden opgelost. Maar eens-
klaps komtdoor de onverhoedsche tusschenkomst
van Rusland, eene derde phase op. Het Petersburger
lvabinet stelt een Congres voor. Men verhaalde°te
Petersburgdat die stap gedaan werd om aan Frank-
rijk's verlangen te voldoen men verhaalde te Parijs,
dat Rusland dien beproefd had op het ongegrond ge-
ruchtdat lord Cowley's zending te Weenen gefaald
wa3. Hoe 't zijlord Malmesbury neemt eenigzins
ondanks zich zelven het Congres aan met bepaling van
de grondslagen waarover de onderhandelingen zullen
moeten loopen maar hier verdwijnt de grond zelve van
het vraagstuk twee geschilpunten louter van vorm tre-
den daarvoor in de plaats. Rusland heeft slechts een
Congres van de vijf Groote Miagendheden voorgesteld
Oostenrijk heeft het alleen aangenomen onder voor-
waarde van de voorloopige ontwapening van Sardinie:
dat verwikkelt het kluwen. Engeland wil, dat de
Italiaansche Staten, over wier belangen zal geraad-
pleegd wordenop het Congres zullen worden vertegen-
woordigd Oostenrijk, zich aan oude vormen hechtende,
wilde van die mede-vertegeuwoordiging der bedoelde
kleinere Staten niet hooren een oogenblik schijnen
Frankrijk en Rusland die deelneming te willen laten
varen om zich alleen met de ontwapening bezif
te houden, en Sardinie te vreden te stellen door de
ontwapening algemeen te maken. Men was het daarover
reeds vrij wel eenstoen eensklaps de vraag van de
deelneming der Italiaansche Staten aan het Congres op
nieuw verrijst, en weder door Frankrijk en Rusland
wordt voortgezet. Lord Malmesbury wordt ongeduldig