7ERLORSI, 7ERLSREI, n ^itrsbcri^lcn. 3 75| 4 98| 98 A 4^ 125£ 5 103^ 5 5 81 5 90£ 5 99J H i| 32| 32 ft 3 3 421 3 43 a 5 53 53| 53± 5 58 58 ft 58i 5 73| 73^ 28 ft 28| iSiiitenlaiidsciie §$easrs!u*i*Bgten. A B> A K 14 T S3 A T M ft A. Paus In een schrijven aan Iveizer Napoleon als voor- strijdlust door de historlsche herlnneringen, aan dlen waardewaarop hij een gevolmagtigde naar liet imam verbonden, verhoogde, maar de ontenabare dapper I r\ n rrrna t /-> n r/amlan rvaotalrl linnff ^ln nl/vnlmnln J i t Congres zou zenden, gesteld heeft, de algeheele erken- ning van het Pauselijk gebied gelijk dit bij de tractaten van 1815 bepaald is. In het antwoord des Keizers 't welk Vrijdag in Rome is ontvangen, wordt het voorstel volstrekt afgeslajjen. Louden, 9 Jan. Er zijn hier berigten uit de Vereenigde Staten van den 28 December. Olschoon er nog geen President gekozen washad de heer Buchanan den 27 zijne boodschap aan het Congres gezonden. Hij vermeldt daarin de gebeurtenissen van Harper Ferry en drukt de hoop uit, dat zulke uit- barstingen voor het vervolg onmogelijk zullen zijn. Hij wenscht het llooggeregtshol gelukdat het de slaven-quaestie tot eene opiossing heeft gebragt door te beslissen dat het iederen burger vrij zal staan, zijn eigendom en daaronder ook de slaven naar gemeenscliappelijk grondgebied over te brengen onder bescherming der Bondsconstitutie. De strengste maatregelen tegen den slavenliandel werden gehand- haaf'd. De uitkornsten staafden de wijsheid der staat- kunde tegenover China gevolgd. De betrekkingen met Frankrijk, Uusland en alle overige gouvernementen Spanje uitgenomen, bleven op vriendschappelijken voet. De heer Scott was van San Juan teruggekeerd j hij had zijne zending gelukkig volbragt en zoodanige schikkingen getroifendat alle vrees voor verdere botsingen opgeheven was. Hij beval het zenden eenei militaire magt naar Mexico als middelom vergoeding wegens geleden schade en bescherming voor de toe- komst te erlangen. A.MSTRKB&AM9 Januarij. Nedehland. Werk. Sch. 2| pet. 64 641 64i Dito dito. Dito dito. Syndicaat Handel-Maatschappij Belgie. Bij Rothschild Rusland. Bij Hope en C 1798 en 1816. Dito 1828-1829. Dito 1831/33. Dito 1854 Dito 1855 Engelsche Spanje.Nieuw 3°/0thans. Buitenlandsche Binnenlandsche. Portugal. Te Londen Oostenrijic. Metalliek 1816-1852 Dito Zilv. Nation Dito Zilver 1849-1854. Dito 1847-1852. n 2 10 2$ A X n )7 n M Slotkoersen. Frankfort, 9 Jan. Metallieken 54|, Nat. Id. 60£, Crediet Actien 186.Wissel Amsterdam 99£. Londen, 9 Jan. Consols 95f, Mexico 22f, Spanje 32{f, dito 44|, dito Coup. Cert. 41. Parijs, 9 Jan. Fransche Rente 68.55, Fransche Cred. Mob. 740, Binnenl. Spanje 42, dito dito 33|, Russische Spoorwegen 497. Antwerpen, 9 Jan. Metalliek 57, dito Nat. 62* Binnenl. Spanje 42f, dito dito 32£, Crediet Prost. 225- Weenen 9 Jan. Metall. 72.50, id. National 79.20. Wissel Londen 125.50. Het Italiaansclie vrangstuk. III. De Oostenrijksche legermagt bleef verscheidene weken werkeloos in de vlakte bijkans in evenwijdige lijn door den Tessino en de Sesia bezoomd en ten zuiden door den Po besloten. Zij veinsde ol trachtte op den regter Po oever te manoeuvreren zij schoof eenige posten tot over de Sesia vooruit, doch haastte zich die rivier weder over te gaan en, zich vergenoegende met eenige dagen ten koste des vijands te leven wachtte zij den aanval der bondgenooten af. Maar aan welke zijde zouden deze den aanval doen Het Oostenrijksche legerhoofd meende, dat de bondgenooten trachten zouden zijnen linkervleugel ter hoogte van de Trebbia en van Piacenza om te gaan; daarom deed hij in die rigting zijue magt te zamen trekken. Nadat hij zoo als gezegd is, eenige voorposten ten noorden en aan gene zijde van de Sesia tot Biella en te Santhia vooruit- gezonden, en zijn hooldkwartier tot in Vercelli gevestigd hadwas hij eensklaps teruggetrokken en had hij Vercelli weder verlaten. De generaal Gyulai, eene ombuiging om zijnen linkervleugel makende, had zijn hoofdkwartier eerst gevestigd te Mortara, daarna te Garlasco en was ten slotte nog meer tot Padua genaderdwelke vesting de spil uitmaakte wnar om zijn leger zich bewoog. 't Was met het doel om zicli door dat sterke punt nog meer te steunendat generaal Gyulaireeds sedcrt den 15 Mei, het vijfde corps, onder de bevelen van den graaf de Stadion van Mortara naar Padua gezonden en den 20 aan hetzelve last gegeven had de Fransche voorposten te Montebello te polsen. De Oostenrijkers werden door de divisie Forey, na een hardnekkig ge- vecht van vijfuren, teruggeworpen. Die uitkomst was dubbel voordeelig voor de bondgenooten niet alleen dat de zege, thans bij Montebello bevochten, den heid reeds in dit gevecht aan den dag gelegd bragt den Oostenrijkschen veldheer nog meer in den waan dat hij een aanzieniijk gedeelte der vijandelijke magt op den hals had, en ontblootte daardoor nog meer zijnen regtervleugelzoo zelfs, dat hij Garribaldi van het Lago Maggiore tot hot meer van Como liet door- slippen en daardoor op krijgs- en staatkundig gebied de noodlottigste gevoigen voor zijnen Souverein te weeg bragt. Immers werd hij nu door de bewegingen der vrijscharen en den uitbarstenden opstand inOpper-Lom- bardye in den rug hestookt. Wat bij deze eerste neder- laag de Oostenrijkers zeer verbitterde, was dat het eerste vuur door de Sardiniers (ruiterij onder den brigadier de Sonnaz) was doorgestaan en deze zich met de grootste stoutmoedigheiddoor volkshaat aange- prikkeld tegen overraagt hadden verweerd tot dat de Fransche hulpmagt, die ook geringer was dan de Oostenrijksche benden was aangekomen. Ware deze eerste poging der Oostenrijkers tegen Montebello geluktzij hadden een groot vooideelge- had door op dit slagveld sedert de alottdheid ver- maardde bondgenooten af te wachten; maar ook dan nog hadden zij misgerekendwant de Franco- Sarden hadden ingevolge het krijgsplanden 15 Mei, door Keizer Napoldon den Koning van Sardinie en hunne legerhootden te Alessandria beraamd besloten in Opper-Lombardye te ageren Dat plan had le beweging der Oostenrijkers tegen Montebello in de hand gewerkten juist de krachtige tegenstand, dien zij hier gevonden haddenhad de loop der ge beurtenissen ginder verhaast. Gelukte de beweging der Franschen van den regter- naar den linkervleugel waarbij zij den Tessino even boven Mortara wilden overgaandan zag het Oostenrijksche leger zich ge- noodzaakt niet alleen het Piemonteesch gebied teont- ruiraen, maar ook Milaan en gelieel het vlakke land van Lombardye, dat tusschen den Tessino en de Adda gelegen is. Dit gebeurde, en de strategische moeijelijk- heid voor de bondgenooten in deze beweging gelegen werd te hunnen voordeele beslecht door de overwinning bij Magenta. Zien wij daarvan als 'tware de voorbereiding. Het hoofdieger der bondgenooten was tot den 28 Mei bewegingloos tegen de Oostenrijksche magt ge- bleven en had zich, van *t begin der vijandelijkheden, opgesteld buiten den vooruitspringonden hoek, dien de Po maakt tusschen Padua, Valencia en Frassinnetto (nabij Casaia). Het Fransche leger organiseerde zich tusschen Voghera, Tortona, Alessandria en Piacenza. De Sardiniers dekten het landschap Montferrat tus schen Valencia, Frassinnetto en Casaia tot aan de Dora Baltea. Het Oostenrijksche leger was, op zijnen linkervleugel, van Piacenza tot Valencia slechts door den Po van het Fransche leger afgscheiden; zijn centrum, van Valencia tot Frassinnetto, hield den linkeroever van den Po tegenover de Sardinierswier hoofdkwar tier te San Salvatore stondde regtervleugel der Oostenrijkers, zonder steunpunt, bezette de vlakte der Sesiabij Palestrotot aan Novarra. Zaturdag den 28 Mei, in den ochtend, wierpen twee compagnien Franschen, in allerijl, twee bruggen over den Tanaro, tusschen Bassignano en Sale, op den weg van Tortona naar Valencia. Eensklaps, alsof ddn electrieke vonk de geheele linie had getroffen, zette deze zich in beweging; de Franschen waren van den linkervleugel tot in het front van de Oostenrijkers opgerukt, en de Sardiniers daagden over Casaia ill de vlakte van de Secia op, ten einde den uitersten regtervleugel der Oostenrijkers aan te tastenen zoo mogelijk, dien den terugtogt over Vigevano af te snijden. Bevreemding wekte hetdatterwijldeze algemeene beweging del bondgenooten plaats greep, de Oosten rijkers geheel werkeloos bleven. 't Was duidelijk dat zij na het treffen van Montebello, niet meer aan vallenderwijs wilden te werk gaan en er alleen op bedacht waren het leger der bondgenooten eenen inval in Lombardye te betwisten. Maar de Oostenrijksche veldheer werd blijkbaar te zeer afgeleid door den aan val der Sardiniers op zijnen uitersten regtervleugel (op Palestro)dan dat hij zich genoegzaam rekenschap gaf van de groote beweging der Franschen naar No varra en den Tessino, die, terwyl zij plaats had, in het dagblad van Milaan als onmogelijk werd uitge- kreten. De gevechten bij Palestro hadden dus een zeer gewigtigen invloed op den verderen loop van zaken z;j stonden in zekeren zin tot den zwaren slag van Magenta als Quatre-Bras tot Waterloo. De Oosten rijkers hadden zich te Palestro wel verschanstmaar, altoos in den waan, dat hunne linkerzijde bedreigd werd hadden zij den 30 Mei Palestro slechts aan de hoede van een regement (baron Wimpfifen)een deta- chement huzaren en een paar stukken geschut overgela- ten. Eerst nadat de Sardiniers den aanval begonnen had den, kwam hetregement AartshertogSigismnnd deze geringe magt ter hulp Snellen. Ook nabijgelegen posten Waren schaars voorzien. De Sardiniers rukten met vier div:sien aan; na de Sesia te zijn overgetrokken over de brug bij Vercellizakten die divisien den linker oever af tot den grooten weg naar Palestro, zijnde een afstand van drie mijlen. Torriona bereikt hebbende, begaf de^ divisie van generaal Cialdini (waarbij zich een bataljon bersaglieri of Sardinische jagers bevond) zich den weg op naar Palestro, terwijl de divisie Fanti den linkervleugel uitmakende Casalino aantastte, en de divisie Durando, in het centrum op Vinzaglio aanrukte. De eerste divisie, generaal Castelborgo, bleefin reserve op den weg van Palestro. Er hadden op alle deze punten scherpe gevechten plaats, daar de Oostenrijksche tirailleurs, in het hooge graan of achter gcbouwen verscholen, den vijand lieten naderen, alvorens hun vuur te openenbovendien er- langden zij van lieverlede versterking, zoodat zij ten slotte 8000 man telden de sterkte ook nagenoeg der Sardiniers. Deze laatstenwien de wrok over het gebeurde in 1848 in den krop staklieten zich door niets weSrhouden en, ofschoon geen on"evoeli<*e ver- liezen geleden hebbende, in eene aaneenschakeling van ontinoetingen die van tier; ure 's ochtends tot's avonds vijt ure geduurd hadden, hadden zij de voldoening dat zij al de steilingen der Oostenrijkers vermeesterden, en deze naar Robbio moesten al'trekken. Den 30 en den volgenden nacht, had de generaal Gyulai zich eindelijk kunnen overtuigen dat de bevvc'rin(r der bondgenooten op zijnen regtervleugel geen looze aanval wasmaar wel degelijk eene algeineene be weging der geheele Fransch-Sardinische magt. Toen eindelijk begreep hij, dat de aanval der Sardiniers slechts het voorspel was van een algemeenen aanval, en zoo was het ook. Terwijl de vier Sardinische division den uitersten regtervleugel der Oostenrijkers aangrepen rukten de garde en de drie legercorpsen der Fran schen over den weg van Borgo-Vercelli naar Novarra op. t Ware onbiilijk, Fransche schrijvers«erkcnnen het zelve, den Oostenrijkschen generaal de verdienste te ontzeggen dat hij toen goede beschikkingen trof. Eindelijk het krijgsplan zijner vijanden doorziende, zag hij er terstond de zwakste zijde van en poogde hij den 31 Palestro te hernemen, Maar hij bezigda daartoe missehien te weinig magt, om het Fransche leger te lokkenhier den slag te wagenof wel hij kon bij zijne krijgsbenden niet de noodigc veerkracht wekken. De Oostenrijksche soldaten merkt een Franschman op, whebben zich bij dieonderscheideneont- moetingen zekor met veel standvastigheid gekweten. over 't algemeen zijn zij niet geweken dan op't oogenhlikdat zij onder het bereik van de bajonet kwamen. Blijkbaar echter ontbrak t hun aan dien gcestdie ingevinr* als 't ware om persoonlijk te handelen ten behoove van den algemeenen roem die den Franschen krijgstnan eigen is. Een veldheer met troepen als de onze, zou ons° onze flankbeweging op Novarra duur hebben kunnen be- taald zetten.En nog zouzonder een voor de Sardiniers gelukkig tocval. do stelling ligt voor hen verloren zijn geweest; want de Oostenrijkers span- den het mogelijke daartoe inonder bevel van den generaal Zobel. Ter andere zijde stelde de Ivoning van Sardinie zich persoonlijk aan de grootste gevaren bloot, om zijne troepen aan te vuren, die het ten laatste toch to kwaad zouden hebben gekregen indien niet een bataljon Zouaven in de korenvelden in de nabijheid uitrustende, uit eigen beweging op 'thevig kanongebnlder was toegeschoten en met het blank geweer op de Oosten rijkers ter zijde was ingedrongen. Deze, geen aanval van dien kant wachtende, raakten in verwarring, tus schen kanalen of slotenen een paar honderd man zwaar beladen verstikten daarin vele anderen toen raenschelijkheid bovendreef, werden door de Zouaven gered en gevangen gemaakt; vijf stukken werden ver- overd de aanval op Palestro was mislukt. Vervolg hierna.) Heden overleed tot mijne innige droefheidmijn geliefde Kleinzoon CORNELLS PETRUS BUTZER in den ouderdom van ruirn 20 jaren. 'sGravenhage, Wed. H. M. ZWENNIS, den 7 Januarij 1860. geb. Muller. Eenige kennisgeving. Na langzaam toegenomen verzwakking, en bijge- komen kortstondige ziekte is, nog onverwachtin den ouderdom van even 69 jaren, na eene gelukkige Echt- vereeniging van ruirn 42 jaren heden zeer°zacht en kalm ontslapen, mijne geliefde Echtgenoot MARGRITA MAGDALENA LTNDESCHOT; innig betreurd door mij mijne Kinderen en Behuwdkinderen. Rotterdam den 7 Januarij 1860. LEEUW. Eenige kennisgeving. Heden overleed, tot mijne bittere droefheid geliefde Echtgenoote MARIA PETRONELLA BERNARDINA RUHLE, in den ouderdom van 45 jaren. Rotterdam den 7 Januarij 1860. L. de GRAAFF. Algemeene kennisgeving. Heden overleed na een kortstondig doch kalm lijden mijne geliefde EchtgenootJ. M. MUNNIKHUIZEn] geb. Teunissex in den ouderdom van 43 jaren, na eene gelukkige Echtvereeniging van 18 jaren. 'sGravenhage, J. MUNNIKHUIZEN. 8 Januarij 1860. Vlamingstraatn°. 6. De Affaire zal op denzelfden voet warden voortgezet De ondergeteekenden betuigen langs dezen weg hunnen welmeenenden dank, voor de vele bewijzen van dcel- neming, bij het overlijden van hunne geliefde Moeder en BehuwdmoederMevrouw de Weduwe BOUW- MEESFER, geb. Maas, ondervonden. 's Gravenhage 10 Januarij 1860. W. B. SLOTBOOM, D. A. C. SLOTBOOM— Bouwmeester. Donderdag5 Januarijeene GWUDEX BKOfllK met drie kleine Medallionswaarin naar. Die dezelvo terug brengt aan 't Bureau van dit zal eene goede belooning ontvangen. Dagblad gaande van het Groenewegje, door de Eerste en Tweede Wagenstraateene ltKM\|; POBTE- M A IV I L met Koperen Beugel waarin twee Muntbiljeten, ieder van 10een Coupon, groot /12.37£ en een Muntstuk van 25 cents. De eerlijke vinder, die dit aan "t Bureau van dit Dagblad bezorgt, zal beloond worden. terug

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Dagblad van Zuid-Holland | 1860 | | pagina 3