BIHiVGiVL AHI). .atmet het oog op de maatschappelijke .,a den berigtgever, bijna als olficieel kan juwd worden. Daarin wordtonder anderen gezegd: eleven van goed ingelichte personen uit Parijs, stellen de volkomene breuk tusschen den Paus en den Keizer vast als een niet rneer te looohenen feit, ook wordt daarin gesproken van het aanstaande vertrek van den nuntius uit Parijs als van eene zekere gebeurtenis. Dat daartoe reeds vodr het nieuwe jaar plan bestond is vbl- komen waar, lioezeer ook olficieel tegengesprokenis het medeeenedaadzaak, dat Mgr. Sacconieene verloochening van de bekende brochure of zijn pasheeft geeischt. Graaf Walewski, ondersteund door Vorst von Metternich, heb- ben toen eene breuk voorkomen. De Oostenrijksche gezant zetdie pogingen tot verzoening nog voortdaar op het vertrek van den Nuntius, onmiddellijk het bevel zal volgen waarbij de Fransche troepen uit den kerke- lijken staat worden terug geroepen. Men schijnt in Home niet meer tegen dezen maatregel op te zien. Een krachtig pi otest van het Pauselijk gouvernement tegen de beginselen in de brochure verkondigd bevindt zich nogaltijdin handen van den Nuntius; zoodradit overge- geven is, worden nieuwe bevelen uit Rome gewacht. Het Weener Hof zet inmiddels zijne pogingen voort om zich met de Kabinetten van Berlyn en Petersburg te verzoenen. Met dit plan staat de buitengewone zending van graaf Karoly naar Berlijn in verband. De Florentijnsche Nazionedeelt een uitvoerig artikel medeover de brochure. Zij verklaart da&rraede vol- komen in te stemmen en roemt de goede bedoelingen desschijvers,om Italie zijne onalhankelykheid, het Paus- dom den ouden glans en Europa den met zoo veel verlangen tegemoet geziene vrede terug te geven. Daar het regt der onafhankelijkheid, zoowel door Frankrijk als door iedereen wordt erkend, die met het vlug- schrift sympatiseert, blijft alleen nog over te beslissen hoe die onalhankelijkheid in overeenstemming is te brengen met het Enropeesch evenwigt. Nu is de ineen- smelting van Midden-Italie met Piemont niet alleen geen aanval tegen dat evenwigt, maar een nieuw middel om het te bevestigen. De opperbevelhebber van het Midden-Italiaansch leger, generaal Fanti heeft ter gelegenheid van het Nieuwe jaardoor bemiddeling van den gouverneur Buoncompagnihet volgende adres aan Koning Victor Emanuel doen toekomen Sire! Bij gelegenheid van het Nieuwe jaar, bid ik om de bijzondere eer, Uwe Majesteit de verzekering aan te bieden van de trouw der troepen welke ik het geluk heb te bevelen. Vol genegenheid voor den edelmoedigen Koning en dapperen soldaatbeijvert het zich om, door organisatie en discipline, met de vete- maken 7 oncfer'"cfe 'valmn''van^unnf jich Sonmg2 strijden. Met denzelfden wil en tot hetzelfde doel als Uwe Majesteitzullen zij als het noodig is de on afhankelijkheid verdedigen van Italie, dat voortaan zijn eigen meester moet zijnen een rang innemen onder de groote beschaafde volken. Garribaldi bevindt zich te Milaan en is no" in de volksgunst gestegen door de hescheidene en^vader- landslievende wijze, waarop hij zich gedragen heeft, ten opzigte van het genootschap La Natixme armata. Zij die hooptendat Garribaldi daardoor zijne popu- lariteit zou verliezen, hebben zich bedrogen. De geheele natie vertrouwt op hem en de uitzlgten op militaire operatienwelke als zeer nabij worden be- schouwd, zijn wel geschikt zijn' invloed te vermeer- deren. Er is eene partijwelke geneigd is naar VenetiS op te rukkenten einde daar de Oostenrijkers te verdrijven. In de jongste dagen zijn de voorstanders van zoodanige onderneming toegenomen omdat men niet alleen op de medewerking van de bevolking, maar ook op een deel van het leger kan rekenen daar de Hongaren in het leger den Oostenrijkers zoo vijandig zijn, dat het te Mantua reeds tot ernstige gevechten tusschen de Oostenrijkers en Hongaarscbe° troepen gekomen is. dit artikel in ieder geval het zetten van zalmsteken, zonder dat men d.aartae permissie:: bekomen heeft, of Iigt dit alleen in zijne bedoeling, om te Holetten het zonder bekomen permissie zetten van zalmsteken welke den bekwamen ajloop der rivieren hinderlijk zouden kunnen zijn1 De laatste meening, dat men namelijk volgens dit artikel (in verband met art. 12 van deze publicatie, dat tegen het overtreden van eenige bepa- ling der publicalie eene boete van /600 enz. bedreigt) alleen strafbaar iswanneer men zonder permissie steken zet, welke den bekwamen afloop der rivieren hinderlijk zouden kunnen z/jn werd verdedigd door den heer Mr. J. Leon tegen het Openbaar Ministerie, appellant van een vonnis van de Regtbank te Brielle, die (daar in casu bewezen wasdat de gezette steken Jen afloop van het water niet verhinderd hebben en ook niet verhinderen konden)op grond van de niet toepasselijkheid van art. 1 der bedoelde publicatie, een ontslag van regtsvervolging had uitgesproken. Aanstaanden Zaturdag zal het Hof uitspraak doen. GRAVEKHACE 11 Januarij. Z. M. heeftbij besl. van den 8 dezer, n°. 8, litt. A, goedgevondenden kolonel C. J. J. Goffinvan den generalen staf, chef van het topographisch bureau bij het Departement van Oorlog, ingevolge zijne aanvrage", op pensioen te stellen. Door Z. M. is bepaalddat te rekenen van den 1 dezer, de traktementen der officieren, behoorendetot den plaatselijken staf, met f 100 zullen worden vermeerderd. De thans zich hier te lande bevindende generaal- majoor C. A. deBrauw, van het leger in Neerl. Indie, 's Koningsadjudant in buitengewone dienst, zal in het laatst dezer maand de terugreis derwaarts aanvaarden. Voor het Provinciaal Geregtshof van Zuidholland is, in de zitting van 11. Zaturdag, eene niet onbelangrijke vraag behandeld. Het gold de uitlegging van art. 1 der publicatie van IIH. Hoog Mog.vertegenwoor- digende het Bataafsch gemeenebest, van 24 Feb. 1806, houdende bepalingen omtrent een algemeen rivier- of waterregt over de rivieren en stroomen. Dat art. 1 luidt aldusGeene nieuwe kribbenzullen op of in de rivieren of stroomen gelegd noch eenige zalm steken gezetof andere werkenwelke den bekwamen afloop der rivieren hinderlijk zouden kunnen zijn gemaakt mogen wordenhetzij door de besturen of particulieren zonder bekomen permissie van de com- missie superintendence over den waterstaat der Ba- taafsche republiek. Slaan nu de woorden welke den bekwamen afloop der rivieren hinderlijk zouden kunnen zijn,» alleen op de woorden: eenige zalmsteken ge zet Met andere woorden is de vraag deze verbiedt Blijkens de geregtelijke stntistiek van het Koning- rijk der Nederlanden over 1858 is het getal eischen in cassatie in strafzaken in dat jaar weder eenigziris verminderd het beliep 608, waarvan afgeduan 256, terwijl in 16 zaken afstand der voorziening is gedaan. r cf In 18o7 beliep het getal eischen in cassatie 351. Ver- zoeken om gratie, in 1858 behandeld, beliepen 829, zijnde ruirn 40 minder dan het ja'ar te voren. Bij de provin cial geregtshoven werden ter zake van misdaad naar de openbare teregtzitting verwezen 710 beschuldigden, tegen welke werden opgemaakt 51 lacten van beschul- diging. Die cijfers waren beidede minste sedert 1849. De opgemerkte vermindering laat zich vooral gevoelen bij de raisdrijven tegen de eigendommen. Van de 710 criminele beschuldigden waren 588 van het mannelijk en 122 van het vrouwelijk geslaehter waren slechts 19 beneden de 16 jaren 17 jongens en 2 meisjes. De verhouding tot de bevolking levert 1 beschuldigde op de 4,688 zielen. Die verhouding is nog eenigzins gunstiger dan het jaar to voren. Vrijgesproken of ontslagen van regtsvervolging werden 77 of 11 pet. der beschuldigden. Het getal doodvonnissen bedroegin 1858 slechts 2 zij werden niet uitgevoerd. De tuchthuisstraf van 10-5 jaren werd, gelijk gewoonlijk ook dit jaar het meest opgelegd. Met correctionele straffen werden gestraft 411 veroordeelden. Onder de veroordeelden telde men 85 wegens herhaling van misdaad. Bij de arrondissements-regtbanken zag men eenige vermeerdering van zaken en beklaagdende eerste beliepen 11,087, de andere 14,099. Van de beklaagden behoorden er 11,117 tot het mannelijk en 2982 tot het vrouwelijk geslaeht. Van de eersten waren 731, VRD UC tliiucicti aoi Jxc ~\r i V ruapsprnlfPn ot ontslagen werden 2365 beklaagden, Tot gevangenis- straf werden veroordeeld 8385 of 72 pet. Het getal overtredingen door de kantongeregten in 1859 beregtbeliep 35,723 met 41,890 beklaagden. Er is ook dit jaar, om de vroeger vermelde redenen, weder eene belangrijke vermeerdering van strafzaken bij de kantongeregten waargenomen. Onder de be klaagden komen de mannen voor tot 83 pet., de vrouwen tot 17 pet., 'welke verhouding met die van 1857 overeenstemt. Beneden de 16jaren waren slechts 7 pet. der beklaagden. Van al de voormelde beklaagden betaalden er 20 pet. vrijwillig het maximum der ver- beurde boete en 7 pet. werden vrijgesproken of ontslagen. Het getal der veroordeelden bedroeg 30,116 of ruirn 71 pet. der beklaagden. Onder die veroordeelden waren 24.801 van het mannelijk en 5315 van het vrouwelijk geslaeht2432 hadden den ouderdom van 16 jaren noc niet bereikt. Bij het Hoog Militair Geregtshof werden behandeld of aangebragt 332 zakenwaarin betrokken 374 personen. Bij de gezamenlijke krijgsraden zoo te land als ter zee, werden aangebragt 307 zaken, zijnde 13 minder dan het jaar te voren. Daarin waren betrokken 332 beklaagdenvan welke 25 werden vrijgesproken of ontslagen. Er werd in 1858 slechts 1 doodvonnis uit gesproken, en wel ter zake van insubordinatie, door de militaire auditie in Zuidholland. Tegen 28 veroor deelden werd eene herhalingstraf uitgesproken en wel tegen 4 op grond, dat zij vroeger door den burgelijken, en tegen 24, op grond dat zij vroeger door den militairen regter waren veroordeeld. De tweede afdeeling der geregtelijke statistiek is gewijd aan de bedeeling des regts in burgerlijke zaken. Er kwamen bij den Hoogen Raad voor 119 zaken, waarvan afgedaan 57, waarin afstand werd gedaan in 3, terwijl hangende bleven op ultimo December 59 zaken. In het tienjarig tijdvak loopende van 1849 tot 1858, werden aangebragt 589 voorzieningen in cassatie, hetgeen gemiddeld ruim 59 geeft° voor ieder jaar. In 1858 werden 17 van de 157 uitspra- ken in burgerlijke zaken geca3seerd 40 eischen werden verwoi pen. Van de 36 arresten van Provinciale Geregtshoven zijn er 10 vernietigd van 21 vonnissen der Arrondiss.-Regtbanken 7. In hooger beroep zijn 3 uitspraken van het Geregtshof in Suriname be- krachtigd. In het geheel werden er door de burgerlijke kamer 72 arresten gewezen en er kwamen 301 ver- zoeken in, waarvan 113 om brieven van venia aetatis. Bij de 11 Geregtshoven zijn in 1858 aangebragt 208 zaken, waarbij komen 317 zaken reeds aanhangig en derhalve in behandeling 525 zaken. Het getal aan gebragte zaken beliep in genoemd jaar 30 minder dan in het vorige. In hooger beroep wezen de Hoven 328 arresten of 11 meer dan in 1857; daarvan waren 164 eind-arresten. Afgedaan werden bij arrest 182door afstand der instantie 25, te zamen 207 zaken. Ge middeld over de jongste tien jaren werden 179 arresten per jaar gewezen, dat is ruim 10 gemiddeld voor ieder Hof. Bij de Arrondisseraents-Regtbanken werden in 1858 aangebragt 3314 zakenhetgeen eene vermeerdering uilmaakt, boven 1857, van 184 zaken. Van vroeger war<|ji aanhangig 2059 zaken. In eersten aanleg wezen do regtbanken 2470 eindvonnissen en 822 vonnissen van mcidentelen aard, enz. In hooger beroep 5§ eind- vonnissen en 5 vonnissen van incidentelen aard, enz. Gemiddeld over de tien jaren erlangt men 776 inciden- tele en 2243 eindvonnissen voor ieder jaar, ofjaarlijks 88 uitspraken voor iedere regtbank. In 1858 kwamen voor 560 uitspraken in zake van koophandel, 221 failliet-verklaringen249 gevallen van curatele99 echtscheidingen35 scheidingen van tafel en bed8 scheidingen van goederen enz. Bij de 150 Kantongeregten werden aangebragt 7928 zaken waarbij nog komen 559 van vroegere dagteeke- ning, te zamen 85,187 te behandelen zaken. Er hadden plaats 7333 uitspraken, waarvan 6295 eindvonnissen. Afstand der instantie werd gedaan in 1596 zaken. Er bleven op 31 Dec. 1858 nog te behandelen 595 zaken. In strijd met hetgeen in de beide laatste jaren is waar- lenomen heeft zich in 1858 weder eene niet onaanzien- iijke vermeerdering in het getal aangebragte zaken bij de Kantongeregten voorgedaan. In vergelijking toch met 1857, werden 273 zaken meer aangebragt. De uitkom- sten der acht jongste jaren dooreen gerekenderlangt men gemiddeld 7253 zaken per jaar, of over de gezamen lijke Kantongeregten omgeslagen, 49 zaken,die jaarlijks bij ieder Kantongeregt worden aangebragten een jaarlijksch getal vonnissen van omstreeks 45. De ver- Uouding der kostelooze procedures tot de aangebragte gaken, bedroeg in 1858 12 op de 100, welke ver houding met die van vroegere jaren overeenstemt. Dr. J. G. de Hoop SchefFer zal, in plaats van heden op den 18 zijne intreff-rede als hoogleeraar bij het Seminarie der Doopsgezinden houden. Het Amsterdamsch studentencorps heeft den Dies Natalis feestelijk gevierd door een concert in het Park. De Amsterdamsche Courant zegt dienaangaande het volgende In beoordeeling treden van het kunstgenot den ge- noodigden dank zij debemoeijingen van het studenten corps aangeboden zou onkiesch zijn. Men veroorlove ons echter eene uitzondering op dien regel van wel- levendheid. Behoefte is het ons met den hoogsten lof te gewagen van de verrukkelijke voordragten des heeren Laub. Nog onder den frisschen en onuitwischbaren indruk van Winiawsky's talenthebben wij het spel van den heer Laub bewonderd. Grooter lof weten wy dezen uitstekenden violist niet toe te brengen. Men leest het volgende in de TijdNoordhollandsche Courant Wij hebben in der tijd gemelddat hunne hoog- waardigheden de Aartsbisschop en Bisschoppen van oan adres van deelneming aan Zijne Heilig- herd den Paus hebben opgezonden. Wij tsijn thans in de gelegenheid gesteld, aan onze lezers mede te deelen het merkwaardig antwoord, dat het Opperhoofd der Kerk aan onze hooggeachte kerkvoogden heeft doen geworden. Eerwaardige Broeders Heil en Apostolische zegen u Hoe groot uwer zielen leed is en hoe diep de droef- heid u het harte grieft bij de beroering in de Staten van ons wereldsch gebied en bij den opstand in eenige van deszelfs provincien, hebben wij verstaan uit uw laatste schrijven van 16 November j 1.dat met veel genoegen door ons ontvangen werd. Wij hebben in die belangstelling de kracht en grootheid van den eerbied en van de hulde aanschouwd, waardoor Gij, eerwaardige Broeders, met Onsen met dezen H. Stoel van Petrus ten naauwste vereenigd en innigst verbonden zijt. Het kon immers ook niet anders, of Gij moest de ramp- spoeden, welke wij verduren, ook voor de uwe aanzien. Daarom hebben wij van de bisschoppen der gansche Christelijke wereld de gebeden en de voorspraak bij God gevraagd en middelerwijl niet opgehouden, openlijk voor alien te protesteren tegen dien onbeschaamden opstand in de provincien, welke door de ondersteuning van vreemden vooral gevoed en aangestooktwordt.Onder de leiding toch der Goddelijke Voorzienigheid is het ge- beurd, dat de Roomsche Pausen, om het Apostolische ambt zonder eenig beletsel overal te kunnen uitoefenen eene tijdelijke magt verkregen hebben. DerhalveEerw. Broedershoudt niet op God te smeekendat Hij het werk Zijner voorziening behoude en onzer zwak- heid gestadig kracht en sterkte toevoege. Tot onder- pand echter der brandende liefde, waarmede Wij U in den Heer omhelzen strekke de Apostolische zegen welken Wij, Eerwaardige Broeders, aan ieder van U in het bijzonder uit den grond onzes harten ten teeken van waar en alzijdig geluk, in alle liefde schenken en ook aan de gansche geestelijkheid uwer kerken en aan het geloovig volk willen hebben medegedeeld. Gegeven te Rome bij den H. Petrus den 14 Decem ber 1859. (was geteekend) PIUS PP. IX. Aan de Eerwaardige Broeders den Aartsbisschop en de Bisschoppen van Nederland. Dordrecht, 10 Jan. Zaturdag 11. heeft, in het Hof van Zuidholland alhier, plaats gehad de verkiezing van een aan Z. M. den Koning ter benoeming voor te dragen bestuur der vier Polders in gemeene dijkagie op het eiland Dordrecht. Aan de stemming over den dijkgraaf is deelgenomen door 1320 stemmen, waarvan bij de eerste stemming zijn uitgebragt 1270 op den heer Jhr. J. N. J. Jantzon van Erffrenten van Babylonienbroekte Dordrecht, die alzoo bij vol- strekte meerderheid van stemmen is gekozen als dijkgraaf. Aan de eerste stemming ter verkiezing van hoogheemraden hebben deelgenomen 1196 stem- men de volstrekte meerderheid was dus 599 en zijn verkozen de heeren Mr. A. Blussd, te Dordrechtmet 1195, J. P. B. Onderwater van Brandwijk, te Dordrecht, met 1179, H. van der Sande Lacostete Dordrecht, met 988 A. Molendijk Cz.te Dubbeldam, met 697 en W. Molendijkte Dubbeldam met 626 stemmen.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Dagblad van Zuid-Holland | 1860 | | pagina 2