Zaturdag, 14 Januarij.
I860
N°.
VAN
18 r IT K Y Ia A Y i>.
M O L O i\ 1 B<; Y.
.fljiv
D EN SG
Jj.it JJaablad verschijnt dagelijksuitgenomen Zon-
F eestdagen. Prija per drie maarAen f 5.
Franco per post f 6.
'en
BrieveuaiuLken en advertentien
fi-R-neo ajfi '(^Bureau van dit
Dagplad.
PrijS der advertentien van 16 reyels f .1 .fcij.\ljfp
regel meet: 25 centsbehqlve het zegrl.{jXFfftp
tetters naarmate de ruimtewelke, zij^.lmsbwn.
iS in V
■xtoih
BCIT8CHLASD.
Berlijn, 12 Jan. De aanspraak waarniede dfeTrWV-
Regent heden de zittingen van den Landdag opende
(zie telegraphische berigten in on8 vorig nommer) was
uitvoeriger dan gewoonlijk. De Prins-Regent verklaart
dat de gezondheidstoestand des Konings niet was ver-
beterd.
De finantien verkeeren in gnnstigen Staat en er is
een belangrijk overschot van de gedane leening ten
behoeve van de mobielinaking van het leger.
Betreffende de houding van den Prins-Regent gedu-
rende den jongsten oorlog, worden geen ophelderin^en
gegevenevenmin als er eene geldige reden voor de
mobielinaking van het leger wordt medegedeeld.
Men kan zich op eene aanzienlijke verhooging van
het budget voor oorlog voorbereiden de troonrede is
op dit punt duidelijk. Het staand leger zal vermeerderd
worden, doch de landweer zal blijven bestaan.
F B A S H R 1J K,
Parljs 12 Jan. De indrukdoor den brief des
Keizers aan den Paus, veroorzaakt, is over het alge-
meen gunstig voor het gouvernementofschoon dit niet
het geval is bij hen die tot de legitimistische en ultra-
montaansche partijen behooren.
Er was aan al de dagbladen aanvankelijk bevel ge
geven de allocutie des Pausen niet mede te deelen.
Men begreep echter later in de hoogere kringendat
dit onhoudbaar wasen toen heeft men de zaak aan
de beslissing des Keizers overgelaten die zich voor
de openbaarmaking verklaarde, terwijl bij tevens last
gafden bekenden brief mede te deelen.
Gisteren heeft er eene conferentie tusschen den heer
Baroche en den Pauselijken nuntius plants gehad. Men
zegtdat deze last had, tetrachten, in zekere mate
de levendigheid der uitdrukkingen van do Pauselijke
aanspraak te verzachten. Dien ten gevolge heeft het ge-
rucht geloopen van eene mogelijke ongenade van kardi-
naal Antonelli, doch daaraan kan weinig of geen geloof
worden gehecht. Geheel daarmede stemmen althans
overeen de berigten uit Rome. In strijd met betgeen
vroeger is gezegd, wordt namelijk gemeld dat de kar-
dinalen eenstemmig zijn en dat het te vr'eezen was dat
de raadgevingen tot gematigdheid door de heeren de
Gramont en de Goyon niet gevolgd zouden worden. In
diezelfde berigten wordt gezegd, dat het vertrek der
Fransche troepen uit Rome niet raeer twijfelachtig was.
Men hield het echter niet voor waarschijnlijk, dat zij den
Kerkelijken Staat geheel zouden verlaten men daeht
dat er te Civita-Vecchia bezetting zou blijven. In
hoeverre een en ander gegrond zij, zal nader moeten
blijken.
In alien gevalle is het niet denkbaarzoo als de
Patrie zich vleit, dat de Paus eenigzins zou toegeven.
De allocutie laat deswege geen twijfel over, en nog
heden deelt de Univers eeu brief van Pius IX aan den
bisschop van Maurienne mede waarin op de stelligste
wijze wordt gezegd, dat hij niet voornemens is eenig
regt op te geven hem door zijne voorgangers nagelaten.
Lord Cowley is alhier teruggekeerd. Dit vertrek
bewijstdat het Engelsche gouvernementzonder raede-
werking van het Parlement, geene bepaalde verbind-
tenis met Frankrijk heeft kunnen aangaan. Naar men
wilzou ons gouvernement geen ander resultaat ge-
wenscht en alleen de zekerheid willen hebbendat het
Britsche gouvernement gezind was, hem in de Italiaan-
sche quaestie te ondersteunen. Dit is intusschen verre
van een of- en defensief verdrag waarvan aanvankelijk
gesproken is.
Men verzekert, dat de Vorst von Metternich
gisteren naar Weenen zou zijn vertrokken. Hetblijkt
nietof dit geruclit gegrond zij.
De raaarschalk Canrobert moet gisteren naar
Nancy vertrokken zijn de maarschalk Baraguay
d'Hilliers zal mede zijn commandement gaan aanvaar-
den. Men zegtdat ons leger nog nimmer zoo talrijk
beter geapproviandeerd en meer bereid is geweest tot
den strijd welke trouwens in de tegenwoordige oogen-
blikken aileronwaarschijnlijkst voorkomt.
Het bevestigt zich, dat eene brochure het licht
zal zienvan dezelfde hand als de beide vroegere be-
ruchte brochuresten antwoord op de aanvallen van
de bisschoppen van Orldans, van Arras en andere
prelaten. Men verzekertdat de brochure ditmaal
niet naamloos zou verschijnenwelke die naam
echter zal zijn, blijkt nog niet.
De brochure van den heer Villemain is gisteren uit-
gegeven. Zij moet zeer scherp zijn. De schrijver ver-
gelijkt de pogingenwelke zijn aangevvend om de
onschendbaarheid van het Ottomannische Rijk te be-
schermen met de politick welke toelaatdat de Staten
van den Paus verbrokkeld worden. Hij beroept zich
op onderscheideno zinsneden uit het rapport, door den
heer Thiers aan de Constituante gedaan ten behoeve
van don veldtogt van het Fransche leger te Rome. Dit
heeft welligt aanleiding gegeven tot het gerucht van
de uitgave eener brochure door den heer Thiers.
De Gazette de France heeft werkelijk eene wanr-
schuwing ontvangen omdat zij gezegd had dat het
stelsel der verkiezingen als grondslag van het staat-
kundig oppergezag, slechts dagteekent van (17)93,
van den tijd van het schrikbewind.
De Patrie heeft gemeld, dat de Prins-Regent van
Pruissen 40,000 kroonen aan den Paus gezonden heeft.
Dit is eene vergissing. Gelijke som is wel verzonden
maar zij is de opbrengst van eene collecte, door
Katholyken in de Rijn-provincien gedaan.
Uit Turin wordt geschrevendat aldaar het
gerucht liep eener ministeriele crisis en van het
ontslag der generaals de la Marmora en Dabormida
De Opinione verklaartdat dit gerucht volstrekl
ongegrond was, en dat in den boezem van het Kabinet
geen verschil is ontstaanten gevolge waarvan eenig
lid daarvan zijn ontslag zou hebben moeten nemen.
Uit Napels wordt daarentegen bepaald gemelddat de
generaal Filangieri zijn ontslag had genomenzijn
opvolger was nog niet bekcud.
Aan de gisteren avond alhier aangekomen mail uit
O. I. ontleenen wij nog het volgende
In de bestuursvergadei ing der Natuurkundige Ver-
eeniging iu Nederlandsch-Indie, gehouden den 10 dezer,
is b£noemd tot het honorair lidmaatschap de heer
von Hardinger, en tot gewone ledende heeren G. «J.
UhlenbeckO. van Rees W. Lango en 1. J. Gaade.
Celebes. Twee spionnen die van Sindjai en om-
streken te Maros (Noorder districten) zijn terug ge-
komen, hebben verhaald, dat langs de geheele strekking
van de kust van Sindjai eene zware aarden wal is opge-
worpen die echter niet bijzonder versterkt is, daar,
op een paar stukken gesehut na slechts hier en daar
bij de bevolking lila's verspreid lagen om by vertoon
der Nederlandsche troepen op den wal te worden ge-
plaatst. Slechts de monding der rivier is open ge-
bleven en in die rivier zijn alle praanwen op de
oevers gehaald. Soelewatang Boeloe Boeloe voerde
onder Aroe Patimpirig het bevel over Sindjai. Deze
twee hoofden zouden die plaats verdedigen, alleen omdat
zulks de stellige wil van de Koningin van Boni is. De
bevolking aldaar verkeerde in groote rrees voor een
aanval en had daarom bereids al hare goederen naar
het gebergte overgebragt. Alhoewel de bevolking lijd-
zaam was volgens den wil der Koniugin verlangde
zij toch zeer naar eene spoedige beeindiging van den
oorlog, en zoude het gouvernement als heer en meester
erkennen wanneerdit dezege behaalde. De vrees voor de
Nederlandsche wapenen was zoo groot, dat men bij het
zien van een oorlogsschipslechts aan vlugten zoudenken.
In de laaiste helft der maand October regende het te
Sindjai voortdurend. In het geheim was aan een der
spionnen te Sindjai medegedeeld, dat een Bonier ter
spionnering van het fort te Badjoa door de Koningin
uitgezonden haar had berigt, dat de bezetting in dat
fort uiterst gering was, en hij aldaar een pop als schild-
wacht geplaatst had gezienzoo gemaaktalsof die pop
vuur wilde geven met een der stukken.
De Koningin zou hierdoor op het donkbeeld zijn
gekomenom het fort stormcrhand te doen innemen tot
welk einde zij veertig vrijwilligers zocht. Deze zouden
het fort binnensluipen aldaar amok maken en door de
verwarring, daardoor ontstaan, aan de Bonische troepen,
die intusschen tegen Badjoa zouden oprukken, gelegen-
heid geven, om het fort in te neraen. Reeds 17 vrijwil
ligers zouden zich aangemeld hebbenen het voornemen
bestondom wanneer het geluk aan de Boniren mogt te
beurt vallen van Badjoa te vermeesterenalsdan de
Noorderdistricten aan te vallen.
Van andere zijden is vernomen dat het plan tot aan -
val op het fort te Badjoa in verband zoude staan met de
groote feestelijkheden, welke de Koningin dacht aan te
leggen bij gelegenheid van het huwelijk van hare dochter
met den Bonischen veldheer Aroe Petodjo.
De oorlogskorvet Medusa is den 27 Oct. naar Badjoa
vertrokken, waar ook het oorlogsstpomschip.tfe Admraal
van Kinysbergen aanwezig is. Een vjjandelijka aanval,
zelfs met groote overmagtbqhoeft weiuig geducbt te
worden, 'iw jmirni vuus tftttt
Zekere van Sindjai te BpeielcomW aanggkoniep
inhinderji^rt veHiaald^j te, Sainijai ei) tq, Bflglp
Boelo algemeen beltend ^a^, dat de tpgqnwoprdige
Vorstin van Boni in oypvqeqs^eipipjng met haar 'v.<yj
en de Vorsten van Sidenring, Sopetjg en Warjjp .tap
voordeele van den waarneraenden Ryksheajtiuirjier
Aroeng Oedjoeng, broeder van wijlen den Koninz
van Boni, Aroe Poegi Matinro Salewang Benteng, af-
stand van den troon van Boni zoude gedaan hebben.
Dit gerucht verdient echter allezins bevestigir.g.
IMet het gewone geza'ntschapdat jaarlijks door den
Sultan vun Boeton naar Makassar wordt nfgev'aardigd
is onlangs op laatstgenoemde plaats een bijzonder gezant
van dien Vorst aangekomen, die de hulp van Boeton
in don Bonischen oorlog heeft aangeboden.
Zuid- en Ooster-Afdealing van Borneo. Op din
24 October heeft de kolonel Andresen eene vei'gadering
gehouden met een aantal Prinsen, hoofden en geeste-
lijken tot het beramen van maatregelen ten opzigte
van den afwezigen Rijksbestuurder.
In de afdeeling Poelo Petak kwam de bevolking
langzaam raaar gestadig terug. Op den 24 October
is te Bandjermasin aangekomen ddn der hoofden van
de Kahajan om zijne ondei werping nan tebieden, met
het berigt, dat andere hoofden van daar zouden volgen,
zoodra zij wist^.n welke ontvangst hiygenoten had.
in de Molukka is het rustig en door de bemiddelinf
van het in dat district aangestelde hoofd heoft zich
mede een tot Tabanio behoorend district Krawean
genaamd ondervvorpen.
Het oorlogstoomschip Montradois den 21 October
naar Koetei vertrokken.
Op den 26 October had een aanleg op het leven van
den kolonel Andresen plaats. Ten ddn urenaden middag
verliet hij, in de residentie-praauw gezeten, Martapoera,
teu einde zich naar Bandjermasin te begeven vergezeld
van zijn adjudant, den luit. ter zee Adams, van den
2den commies ter algemeene secretarieambtenaarter
beschikking van den gouvernements-cornmissaris in de
Zuid- en Ooster-afdeeling van Borneo C. W. Walbeehm.
en vier Europesche flankeurs. Eene tweede praauw met
een gewapend escorte van 10 man verliet Martapoera
een kwartier vroeger, met last om de eerste in te wachten
bij het ziekenschip, dat even beneden de Soengei
Kitanan ten anker lag. Toen de residentiepraauw bij
Soengei Kitanan, op ongeveer 500 ellen van het zieken
schip gekomen was, werden op dezelve uit het struik-
gewas en de hooge alang-alang, wnarmede de linker-
oever op die plaats sterk begroeid is achltien geweer-
schoten gelost, terwijl de praauw niet verder dan
12 ellen van dien oever verwijderd was. De kogels
werden daardoor alle in het vaartuig gebragt en dui
delijk zag men de schutters na het lossen van hun schot
voorover vallen en tusschen de alang-alang wegkruipen.
De zich in die praauw bevindende flankeurs losten
zeer kedaard hun geweer doch konden de uitwerking
hunner sohoten door het digte gewas niet waarnemen.
Onder de roeijers heerschte eene vreeselijke verwarring;
in een oogenblik sprong een twintigtal daarvan in het
water, zoodat het ranke vaartuig bijna omsloeg. Slechts
de mandoer en twee roeijers bleven over om de praauw
te besturen. De flankeur Schaffroth werd door een
kogel in het been en een der jongste matrozen door
een schrampscliot in den arm gekwetst.
Voordat de roeijers van hunnen schrik hersteld en
weder biunen de praauw waren gezetenverliep een
geruime tijd, zoodat, toen de luitenant ter zee Adams
met eenige soldaten aan wal kon gezet worden om de
aanvalbers op te sporen en te vervolgen, deze reeds
in het ondoordringbare struikgewas vet'dwenen waren.
De stooinschepen Onrust en Boni zijn de Negara Me-
rampiouwen Barito opgestoomd om den toestand in de
Boven-doeson teonderzoeken. Volgens sommige berigten
zoude Antassari zich weder in het Moeningsche be-
vinden.
Sedert het gevccht te Tjinta Po'eri zijn de muitelingen
te Soengei Alang boven Karan Intan zamengetrokken.
De kapitein Benschopdie met eene kolonne van 75
bajonnetten onmiddellijk naar genoemde plaats is af-
gezonden vond die kampong door de bewoners ge
heel verlaten, doch ontdekte, dat de opstandelingen
daar gehuisvest waren geworden. Deze kolonne, op
een uur afstand van die plaats op eene openedoor
struikgewas omgevene plek het bivouac willende be-
trekkenwerd door J eene troep van ongeveer 300