BHV^DUL Al l). saak der regtvaardigheid en der waarheid lieeft voor- gestaan. Men ziet uit dit antwoord des Pausen dat hi) niets zal toegeven. Men kan blijkbaar voorzien dat door dien brief niemand voor de zaak van het Pausdom zal worden gewonnen de aangevoerde argu- menten zijn reeds herhaaldelijk bestreden, of niet ge- schikt om iemand te overtuigen, zoo als de vergelijking tusschen de Romeinsche Staten en Frankrijk. Het is eene geheel nieuwe zaak, dat het hof van Rome de drukpers bezigt, om op de openbare mee ting te werken. De minister van Staat laat dage- lijks 50 exemplaren der Arraonia van Turin komen en die in de stad verdeelen. Alle mandementen van bisschoppen en adressen van Katholijken worden ge- drukt; de muren zijn bedekt met beantwoordingen der Fransche brochures het is een wezenlijke kruis- togt van geschriften tegen de zoogenaamde aanvallen op het wereldlijk gezag des Pausen. De eeredegens welke aan Z. M. den Keizer der Franschenen den Koning van Piemont moeten worden aangebodenzjjn thans voltooid. Het zijn wezenlijke kunststukken. Zij zijn vervaardigd door den zwaard- veger van het Vaticaan, en door middel van eenein- schrij vingwelkevolgens den bepaalden wil des Pausen, vrijelijk heeft plants gehad. Het berigtdat het Pauselijk bewind de terug- roeping van het Fransch garnizoen zou gevraagd hebben kan als van alien grond ontbloot worden beschouwd. Z. K. H. Prins Frederik i3 heden morgen ten tien ure uit deze residentie naar Berlijn vertrokken. Uit Berlijn wordt gesclireven dat HH. KK. HH. Prins en Prinses Frederikalsmede HD. Docbter Prinses Marie, zich van daar naar Nizza zouden be- geven ten einde te voldoen aan den wensch van H. M. de Keizerin-Moeder van Ruslandom aldaar eenigen tijd te verblijven. 'S GRilVEKHAGE 23 Januarij. Z. M. de Koning heeftbij besl. van den 7 dezer n°. 55den heer Mr. A. J. L. baron Stratenustot hiertoe Zr. Ms. Minister-Resident bij het Hof van Hannover en bij de Hanzestedenbevorderd tot HD. buitengewoon gezant en gevolmagtigd Minister bij genoemd Hof en evengemelde vrijsteden. Bij besluit van 20 dezer, n°. 41, is aan den heer J. P. Ciriaci, op zijn verzoek, eervol ontslag verleend als referendaris bij het Depart, van Finantien onder dankbetuiging voor de veeljarige en belangrijke diensten door hem aan den lande bewezen, en behou dens aanspraak op pensioen aan den kamerbewaarder en controleur der boden bij het Departement van Finantien G. Mooijman, eervol ontslag uit gemelde betrekking verleendbehoudens aanspraak op pensioen. Voorts zijn bij het Depart, van Finantien benoemd tot referendaris, de heer J. C. Bloemthans con troleur der directe belastingen in- en uitgaande regten en accijnsen te Amsterdam tot hoofd-commisende heeren Mr. J. L. de Bruyn Kops C. Zeeman en J. A. T. Cohen Stuartthans commiesen tot adjunct-commisen de heeren T. A. J. Linne- mann J. P. Caron, M. Henriquert Pimentel, J. A. de Ruiter en G. J. Tinbergen, thans eerste klerken: tot kamerbewaarder en controleur der boden den bode W. Buytendorp. Bij besl. van dezelfde dagteek.n°. 46, heeft Z. M. goedgevonden 1°. tot burgemeester der gemeente Vierlingsbeek te benoemen P. Jenniskens 2°. aan G. A. de Geusop zijn verzoek, eervol ontslag te verleenen als burgemeester der gemeente Houtrijk en Polanen, en in zijne plaats te benoemen F. H. Kleine, ten einde deze betrekking te gelijk met die van burgemeester der gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude te bekleeden 3°. eervol ontslag te verleenen aan Mr. F. J. van Voorthuyzen, als burgemeester der gemeente Schoon- hoven. Bij besl. mede van dezelfde dagt.n°. 47, heeft Z. M. goedgevonden, tot rector-magnificus der hooge- school te Leiden voor het akademiejaar 1860—1861 te benoemen den hoogleeraar J. de Wal. Bij besluiten van den 21nos. 48 en 49heeft Z. M. goedgevondenmet ingang van 1 Julij aanst. te benoemen tot vice-president van den Raad van Neerl. Indie, den heer Mr. A. Prinsthans lid van dien Raaden tot lid, den heer Jhr. Mr. H. C. van der Wyck thans resident van Soerabaya. Door Z. Exc. den Min. van Binnenl. Zaken isbij schrijven van 10 dezer, aan Gedep. Staten der Provincie Noordholland de voor het onderwijs in ons Rijk zoo belangrijke mededeeling gedaan dat na rijpeoverwe- ging, voor zoo veel van hem afhangt, bij tot het be sluit is gekomen te voldoen aan den door relen geuiten wensch, om met de uilbetaling der Rijksjaarwedden, toelagen^ enz.welke aan openbare onderwijzers en onderwijzeressen, en aan gemeenten ten behoeve van het Lager Onderwijs, welke bij de invoering der wet van 13 Aug. 1857 werden uitgekeerd ook na verstrijk van den driejarigen termijnbedoeld in art. 70 dier Wet, zal worden voortgegaan, terwijl het zijn voor- nemen is, op de Staatsbegrooting voor 1861even als zulks voor het loopende jaar is geschied de bewuste jaarwedden eni. uit te trekFeji zooals die werden uitbetaald tijdens het In werking treden der nieuwe wet op het Lager Onderwijs. Dezelfde Minister heeftbij aanschrijving van den 24 December jl.n°. 178 (2de aid.), zijne belang- stelling betuigd in het door het collegie van Ged. Staten der provincie Groningen bij missive van den 1 December jl., aan hem ingezonden in druk uitgegeven rapport, door den heer Dr. L. Ali Cohen aan Ged. Staten van Groningen uitgebragtwaarbij het verband tusschen de^ belangen der algemeene gezondheid en die derfabryknijverheid uiteengezet, en de wijze ontwikkeld wordt, waarop beider strijdige belangen kunnen worden overeengebragt. De Minister heeft wijdersop den- zelfden dageene circulaire gezonden aan Ged. Staten van de verschillende provincieninhoudende o. a. dat het Z. Exc. is voorgekomen, dat de beschouwingen van den schrijver in voormeld werkje op goedegronden steunen en dat het van belang kan worden geacht dat bij het verleenen van concession voor fabryken dienovereenkomstig gehandeld worde, weshalve de Minister de aandacht van de verschillende collegien van Ged. Staten op gedacht geschrift vestigt en hun ook verzoekt, de gemeentebesturen in de provincien uit tenoodigen, bij voorkomende gelegenheden op de gewigtige, in genoemd werkje voorkomende aanwijzing te letten. stamgenooten inN^erl. Indio, den band tusschen kolonie en moederland te helpen versterken 1 Z. M. heeft tot rector-magnificus der Hoogeschool te Leiden voor het academiejaar 1860—1861 benoemd den hoogleeraar J. de Wal. Z. M. heeft bepaalddat door de officieren van gezondheid van alle rangen van het leger hier te lande, tot berging hunner heelkundige instrumenten ▼oortaan zal worden gedragen een gibernetrousse namelijk bij manoeuvres op marschen en bij dienst te veldedeze giberne zal in den vorm eener kleine patroontasch van zwart ledermet een draagriem van zwart verlakt leder, schuins over schouder' worden gedragen, Z. M. heeft goedgekeurd het besluit van den Gou- ▼erneur-Generaal van NeSrI. Indie, van den 15 Nov. 1859, n°. 41, waarbij de vice-president van den raad ▼an NeSrI. Indie, A. II. W. baron de Kock op het daartoe door hem gedaan verzoek met den 30 Junij 1860, op de meest eervolle wijze uit 's lands dienst wordt ontslagen onder dankbetuiging voor zjjne lang- durige en tronwe diensten aan den lande bewezen en met behoud van aanspraak op pensioen benoemd tot vice-president van den raad van Nedrl. Indio, den heer Mr. A. Prins, thans lid van dien raad; en tot lid, Jhr. Mr. H. C. van der Wijckthan* resident van Soerabaija; benoemd tot commandeur der orde van den Nederlandschen Leeuw, de aftredende vice-president van den raad van NeSrI. Indie, A. H. W. baron de Kock, ridder dier orde. In de zitting van den Hoogen Raad der Neder landen, Kamer van Strafzaken, van heden, is be- handeld het beroep in cassatie ingesteld door C. Koop- manschap c. s.tegen een arrest van het Provin- ciaal Geregtshof in Noordholland van den 14 Dec. 11., waarbij, met vernietiging van een vonnis der Arrond.- Regtb. te Amsterdamvan den 28 Oct. te voren de eerste requirant is schuldig verklaard aan vijf opligtin- gen en strafbare medepligtigheid aan eenede tweede aan vier opligtingon de derde aan stratbare medeplig tigheid aan vijf opligtingenen te dier zake veroor- deeld ieder tot eenegevangenisstraf van vijf achtereen vol- gendejaren, voorts ieder tot vijf geldboeten elk van f 25solidair met de medeveroordeeldenen in de kostenterwijl de requiranten eindelijk zijn ontslagen van alle regtsvervolging ten aanzien van het feithun in de vijfde plaats bij dagvaarding ten laste gelegd. Voor de requiranten is als verdediger opgetreden de heer advocaat Mr. A. Meijer Bing, van Amsterdam, die twee cassatie-middelen heeft voorgedragen en ontwik keld. Den 31 dezer zal de heer advocaat-generaal Karseboom in deze zaak zijne conclusie nemen. Men leest in de Staats-Courant De medewerkende hoofdcommissie tot opleidingvan onverzorgde jongens in Nederl. Indieaf'stammelingen van Europeanenberigtdat ten gevolge van hare circulairemedegedeeld in de Staats-Courant van 25 Aug. 1859, n°. 201, sub-commissien zijn te zamen gesteld voor 'sGravenhage en omstreken voor Rotter dam en voor Apeldoorn terwijl het vooruitzigt bestaat, dat er weldra in het 5de district van Zeelandte Amsterdam, te Utrecht en in andere steden des Rijks dergelijke commissien zullen optreden. Daar te Rotterdam reeds vroeger het aanzienlijk bedrag van omstreeks f 5500 ten behoeve der jongens- wezeninrigting te Soerabaya is bijeengebragtzoo als in de boven bedoelde circulaire is bekend gesteld, zal de daar ter stede gevestigde commissie zich hoofdza- kelijk bepalen tot het aannemen van nader aan te bieden bijdragen. Openlijk wordt dank betuigd voor de krachtdadige ondersteuning, die de hoofdcommissie o. a. ook te Apeldoorn heeft ondervonden daar in die betrekkelijk kleine gemeente nu reeds eene som van f 909,50 is bijeengebragt. Bij de hoofdcommissie zijn voorts nog afzonderlijke inscbrijvingen ontvangen, welke insgelijks van belang- stelling in het lot der Europesche afstammelingen in Indie getuigen. Zij vertrouwt, dat zij eerlang in de gelegenheid zal zijn, de zamenstelling van meerdere sub-commissien mede te deelen. Voor zoover deswege nog geene vol- doende berigten zijn ontvangen, is op de spoedige mzending daarvan aangedrongenterwijl de Commis- sarissen des IConings in de onderscheidene provincien zijn aangezocht, om de pogingen der hoofdcommissie zooveel mogelijk te willen ondersteunen. Volgens de laatste berigten was in N6erl. Indie be- reids ingeteekend voor de kapitale som van 89,288,23. De bijdragen in Nederland bedragen tot dusverre slechts /8219. Een nieuw beroep op de algemeene belang- stelling hier te lande schijnt niet overbodig. Moge de overtuiging meer en meer veld winnen dat het van het hoogste gewigt isdoor eene goede opleiding onzer Men leest in de Javabode van 9 November: Het kon niet missen, of het tweejarig verlof naar Nederland aan den luit.-kolonel der iufanterie J. C. J. Smits chef van het lOde bataljon verleend moest eenen diepen indruk maken op de vele vrienden die hij bezit. Daarom was dit dan ook niet te verwonderen, dat men verwachtte, zijn vertrek door meer dan ge- wone huldebetuigingen gekenmerkt te zien. Die verwach- ting werd ook in geenen deele teleurgesteld. Jl. Zaturdag avond toch werd door het corps officieren van zijn oud bataljon, den zoo geachten en beminden chef, met fakkellicht eene serenade gebragt voor het logement, waar hij zijn intrek had genomen. Bij monde van kapi- tein van der Huohtmaakte het corps officieren zijne gevoelens van hoogachting en genegenheid voor hunnen vertrekkenden oud-bevelhebber kenbaar, enboodhem een aandenken aan bestaande in een bokaalwaarvan de teekening door kapitein Timmermans wasgeraaakt, en die in Europa van zilver zal worden vervaardigd. Op verzoek van den overstezullen de namen der officieren op het deksel des bekers gegraveerd worden. Ini den vroegen morgen van gisteren den dag van het vertrek werd den heer Smits, door'het hoorn- muzijk van het corps, eene aubade gebragt en eene talrijke schare vrienden, zoo mede het corps°officieren vele onderofficieren en het hoornmuzijk vergezelden hem en zijne echtgenoot naar boord van de™llanda tot welken overtogt de stoomboot Tjitarum, welwil- lend door den eigenaar was aangeboden. Bij den kleinen boom waren de keursoldaten geschaard en namen, een voor een, afscheid van den overste. Het doet voorzeker iedereen lecddien zoo ver- dienstelijken lioofdofficier te zien vertrekken te meer daar dit vertrek veroorzaakt is door een ten gevolge van aanhoudende vermoeijenissen op achtereenvol«ende expedition gesehokte gezondheid. Sedert ruim tien jarendie de heer Smits in Indie doorbragtnam hij een zeer werkzaam deel aan de derde Balische expeditieaan den oorlog op Borneo's westkust, aan de expeditie op Timor en aan de eerste Bonische expeditie, waarvoor hij achtereenvoI"ens werd beloond met de Militaire Willemsorde 4de en 3de klasse en van den Nederlandsch Leeuw terwijl hij later her- haa delijk voor buitengewone bevordering is voorge dragen. Het lOde bataljon infanterie, waarbij hij sinds eenige jaren diende, muntte onder zijne bevelen uit, door de practische opleiding, die het had genoten door marschvaardigheiddapperheid, echt militaire geest en eenheid en wij gelooven niet te veel te zeggen, wanneer wij de oorzaak, waardoor dit bataljon zich op Timor en te Boni zoo heeft onderscheidenaan die opleiding toeschrijven. Door zijne ondergeschikten werd hij, vooral om zijne onvermoeide pogingen ter bevordering hunner belangen als op de handen gedragen en door zijne chefs hoog geschat. Moge de tijd van rust, die hem thans is geschonken, hem zijne gezondheid volkomen terug geven, en hij in het moederland alles genieten en deelachtig worden, wat wij hem toewenschenen bovenaldat wij hem na verstreken verloftijdweer in ons midden zullen mogen terugzien in al de kracht, die in hem is, om hier op nieuw voor ons aller belangen te waken en te strijden. Waarlijk zulke mannen hebben wij hier noodig. Wij vernemen dat H. M. de Koningin aan de Loterij ten behoeve der Vereeniging van den H. Vincentius van Paulo alhier eene prachtige vergulde pendule heeft ge schonken terwijl het H. K. H. Prinses Frederik be- haagd heeftvoor hetzelfde doel de commissie eene met kralen bewerkte schellenkoord te doen toekomen. De loop der wettige bevolking van de gemeente 'sGravenhage, gedurende het jaar 1859, wasalsvolgt: Op 1 Januarij 1859 bestond de wettig gedomicilieerde bevolking uit Mannen. Vrouwen. Totaal. 36,810 42,703 79,513 Zij vermeerderde in 1859 door Mann. Vrouw. Totaal. Geboorten met1494 1348 2842 Door vestiging in de ge meente met 1667 1464 3131 Te zamen 3161 2812 5973 Daarentegen had eene vermindering plaats Mann. Yrouw. Totaal. Door sterfte van1113 1059 2172 en door vertrek uit de gemeente van1436 1184 2620 Te zamen 2549 2243 4792 Blijvende eene vermeerdering van 612m., 569 vr., totaal 1181. Zoodat de wettige bevolking alzoo bedroeg op 31 December 1859 Mannen. Vrouwen. Totaal. 37,422 43,272 80,694 Er werden gedurende het jaar voltrokken 669 huwe- lijken te weten 555 tusschen jongmans met jonge dochters. 20 jongmans met weduwen. 73 weduwenaars met jonge dochters. 21 weduwenaars met weduwen. 669 Er hadden plaats 4 scheidingen van tafel en bed en 6 echtscheidingen. Het cijfer der wettige bevolking verdeelt zich in de navolgende Godsdienstige Gezindheden 46377 Ned. Hervormden. 632 Fransche- of Waalsch Herv. 34 Engelsche of Presbyt. Herv.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Dagblad van Zuid-Holland | 1860 | | pagina 2